Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 16/03/2006
Vraag om uitleg van de heer Werner Marginet tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over het Expertisecentrum Islam in Vlaanderen
De voorzitter: De heer Marginet heeft het woord.
De heer Werner Marginet: Mijnheer de voorzitter, op maandag 20 februari 2006 heeft de minister tijdens de?Actiedag Interculturaliseren´ het Vlaams Actieplan interculturalisering van, voor en door cultuur, jeugdwerk en sport voor de periode 2006-2009 voorgesteld. Tijdens deze voorstelling heeft de minister aangekondigd dat hij weldra de opdracht zal geven een kortlopend onderzoek over de nood bij moslims en niet-moslims aan een Expertisecentrum Islam in Vlaanderen te voeren. Centraal in dit onderzoek staat de beeldvorming over de islam en de identiteitsbeleving van moslims, in het bijzonder moslimjongeren, in Vlaanderen. Het onderzoek moet duidelijkheid creëren over de noodzaak aan en de invulling van een Expertisecentrum Islam in Vlaanderen.
Mijnheer de minister, op basis van welke argumenten vindt u dat de noodzaak aan en de invulling van een Expertisecentrum Islam in Vlaanderen moet worden onderzocht? Wie zal het onderzoek voeren? Wat zal tijdens dit onderzoek worden gemeten? Hoe zal dat precies gebeuren? Wat is de doelstelling van een Expertisecentrum Islam in Vlaanderen? Is het de bedoeling op deze wijze de beeldvorming van de islam en van de identiteitsbeleving van moslims, in het bijzonder moslimjongeren, in Vlaanderen te be?nvloeden? Zo ja, op welke wijze zou dit moeten gebeuren? Ligt de verantwoordelijkheid voor de actuele beeldvorming van de islam en van de identiteitsbeleving van moslims, in het bijzonder moslimjongeren, niet in de eerste plaats bij de moslims zelf?
De voorzitter: Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, de Vlaamse samenleving drijft volop mee met de mondialisering en de globalisering. Deze beweging is nooit zo opvallend en zo indringend ervaren. De Vlaamse maatschappij wordt gevormd en ontwikkelt zich in een context van internationale ontwikkelingen. Ik veronderstel dat iedereen het hiermee eens is.
Identiteiten en gemeenschappen groeien nooit in een vacu?m, maar vormen het resultaat van complexe en dagelijkse processen. Voor mij is deze realiteit de essentie van interculturaliteit. De Vlaamse Gemeenschap vormt een geheel van beweeglijke cultuurgemeenschappen. Deze interculturele context staat haaks op het eenvoudig denken over?wij´ en?zij´. De vraag is hoe we de ander en onszelf definiëren. De mythische idee dat we in een monochrome, monolithische of monoculturele omgeving leven, heeft volgens mij nooit echt geloofwaardig geklonken. De gemeenschappen van mensen zijn te dynamisch om ze een mono-etiket op te kleven. Onze individuele identiteit als mens en als burger zit gelukkig in veel gemeenschappen vervat. Onze persoonlijkheid vindt haar plaats in diverse collectieve identiteiten.
Ik vind de Vlaamse identiteit eigenlijk heel eenvoudig te beschrijven. Het gaat om de burgers die leven, wonen en werken binnen de Vlaamse Gemeenschap en die, ook met het oog op de toekomst, een gemeenschappelijk gevoel hebben. De collectieve Vlaamse identiteit bestaat uit veel cultuurgemeenschappen. De Vlaamse moslimcultuur vormt hier een opvallend en boeiend voorbeeld van. Steeds meer Vlamingen herkennen zich in en identificeren zich met deze cultuurgemeenschap. Ze heeft een boeiende en zeer diverse geschiedenis. Ze staat uiteraard sterk in relatie tot wat zich in de internationale context met betrekking tot de islam afspeelt.
De Vlaamse moslims worden begrepen en soms verkeerd begrepen in het licht van de beelden van de islam op het internationaal politiek toneel. Deze visie houdt vaak geen rekening met de realiteit van moslims die in een niet-islamitische setting leven en hun toekomst in Vlaanderen vorm willen geven. De jarenlange aanwezigheid van moslims in Vlaanderen blijft grotendeels onbekend terrein. De twee grootste gemeenschappen hebben in 2004 nochtans hun veertigjarige aanwezigheid gevierd. Ik ben er dan ook rotsvast van overtuigd dat er nood is aan de sensibilisering van de moslims en de niet-moslims in Vlaanderen over de dynamiek, de boeiende zoektochten en de diversiteit binnen de islamitische wereld en binnen de moslimgemeenschappen in Vlaanderen. Het middenveld, de media en de bevolking, zowel de moslims als de niet-moslims, vragen om meer informatie over de islam en over de moslims in België en in Vlaanderen.
Bovendien weerklinken binnen de Europese moslimgemeenschappen de echo´s van verschillende vormen van herislamisering en van de ideologische en politieke invulling van de islam. Onderzoekers zijn er nog niet helemaal uit welke vorm deze renaissance van de islam krijgt in de religiebeleving van jonge moslims. Vast staat dat er diverse manieren zijn waarop de jongeren vandaag hun moslim-zijn beleven, gaande van praktiserende tot culturele moslims. Theologisch gezien is het leven als moslimminderheid in een niet-islamitische omgeving ook een relatief nieuw gegeven. Er is nood aan kennis die een antwoord biedt op de vraag naar het leven als moslim in een complexe niet-islamitische omgeving.
Om optimaal tegemoet te komen aan de noden van zowel de moslims als de niet-moslims inzake de islam wil ik met dit onderzoek een aantal relevante actoren gericht laten bevragen. Het is immers belangrijk dat een expertisecentrum wordt gedragen en geraadpleegd door de verschillende geledingen van de maatschappij. De focus van het onderzoek ligt dus op het peilen naar de opportuniteit en mogelijkheden van een expertisecentrum islam in Vlaanderen en hoe dit vorm kan krijgen. Het bestek is bezorgd aan de universiteiten in Vlaanderen. De offertes worden verwacht tegen 24 maart 2006.
Tot slot nog een bedenking. Een aantal vragen van de heer Marginet zijn gesteld vanuit een vrees voor mogelijke misbruiken van gegevens of de vrees dat dit centrum zou worden gebruikt voor het voeren van ideologische propaganda. Dat is zeker niet mijn bedoeling. Ik ben ervan overtuigd dat kennis over de huidige plaats van de islam in onze samenleving essentieel kan zijn voor moslims en niet-moslims.
Ik hecht veel belang aan het recht op een culturele identiteit. Die culturele identiteit is voor mezelf wezenlijk, en ik vind het dan ook vanzelfsprekend dat dit voor anderen zo is. In een samenleving kan het gevaarlijk zijn als iemand wordt afgesneden van zijn identiteit. Als zo´n expertisecentrum kan bijdragen tot wederzijds begrip en kennis, dan ben ik daar voorstander van. Kennis moet door iedereen als een te begeren goed worden beschouwd. Wie kennis beschouwt als een gevaar, zit verkeerd.
Het expertisecentrum moet een kennis ontwikkelen die zowel voor moslims als voor niet-moslims zinvol is bij het samenleven en de identiteitsbeleving, en moet kunnen functioneren binnen deze politieke neutraliteit. Ik wil niemand negatieve argumenten in handen geven. Het is echter mijn overtuiging dat het centrum kan bijdragen tot meer harmonisering en samenleving, maar ik laat eerst een onderzoek voeren voor ik een beslissing neem. Het volstaat echter niet dat het mijn overtuiging is, ik wil een wetenschappelijke onderbouw die aantoont dat het een goede zaak is voor de samenleving. Ik hoop dat het onderzoek dit bevestigt.
De voorzitter: De heer Marginet heeft het woord.
De heer Werner Marginet: Mijnheer de minister, ik wil even opmerken dat men in feite niet gelukkig moet zijn met de realiteit van vandaag, laat staan erachter te staan.
De beelden van de moslims over de islam zijn wat ze zijn. Het is niet onze fout dat die beelden soms allesbehalve fraai zijn. U hebt het over de Vlaamse identiteit van diegenen die hier leven, werken en wonen. Maar ook woorden als integratie en assimilatie zijn belangrijk en daar is hier geen sprake van. Ik ken ook mensen uit India die geadopteerd zijn. Ze zijn hier van kindsbeen en hebben zich qua taal, cultuur, houding en Vlaming-zijn volledig aangepast. Het is niet omdat iemand een andere huidskleur heeft dat dit niet mogelijk is. Toch geeft dat in veel gevallen serieuze problemen.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Waren de moslimjongeren betrokken bij uw voorstel? Waren ze ook vragende partij? U hebt sterk benadrukt dat u niet de bedoeling hebt om gegevens te misbruiken. Wij rekenen op de politieke neutraliteit en objectiviteit.
Minister Bert Anciaux: Er leeft al enige tijd een vraag voor de oprichting van zo´n expertisecentrum vanuit een aantal zelforganisaties, alsook van een aantal vertegenwoordigers van de Moslimexecutieve. Dat zijn individuele vragen. De executieve heeft geen officiële vraag gesteld.
Het is uw recht om de Vlaamse Gemeenschap te zien als een monocultureel gegeven, maar ik geloof daar niet meer in omdat het niet met de realiteit strookt. De Vlaamse Gemeenschap is voor mij een verzameling van verschillende culturen. Dat hoeft helemaal niet te beletten dat de Vlaamse identiteit heel sterk aanwezig kan zijn. U maakt de vergelijking met iemand die geadopteerd is, maar dat is iets helemaal anders. Bij een adoptie wordt heel vaak iemand uit een cultuurgemeenschap gehaald en heel ge?soleerd - maar gelukkig - in een andere cultuurgemeenschap en in een ander gezin ingeplant. Ik geloof niet in collectieve assimilatie. U ziet dat als het grootste doel, maar ik heb daar een compleet andere visie over. Het meest essentiële is voor mij de kennis die we kunnen verkrijgen via het Expertisecentrum. De vraag is of we rijp zijn om die kennis te verwerken in een harmonisch samenleven.
De voorzitter: Het incident is gesloten.