Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 14/02/2006
Vraag om uitleg van mevrouw Annick De Ridder tot mevrouw Kathleen Van Brempt, Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, over ongebruikte Omnipassen 65+ uitgegeven door De Lijn
De voorzitter: Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Annick De Ridder: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, mijn vraag om uitleg betreft de Omnipas 65+ van De Lijn. Zoals iedereen weet, rijden 65-plussers gratis op alle bussen en trams van De Lijn. De leden van deze doelgroep mogen zelfs gratis reizen op het net van de TEC in Wallonië en van de MIVB in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Er is wel een klein verschil. Bij het opstappen op een bus van De Lijn of van de MIVB moet de Omnipas 65+ door een registratietoestel worden gevalideerd. Bij het opstappen op een bus van de TEC volstaat het de Omnipas 65+ aan de chauffeur te tonen.
De Omnipas 65+ wordt automatisch, op basis van de gegevens waarover de overheid beschikt, naar alle 65-plussers gestuurd. Normaal gezien moet de betrokkene geen aanvraag indienen. Deze maatregel geldt eveneens voor personen die in een rust- en verzorgingstehuis verblijven. Hier zit het probleem. De Omnipas 65+ wordt soms in RVT's afgeleverd ten behoeve van personen die het centrum niet zonder begeleiding mogen verlaten. Deze mensen kunnen geen gebruik maken van het gratis vervoersbewijs dat ze van De Lijn krijgen. Bovendien voorzien deze instellingen vaak zelf in vervoer, vooral in aangepast vervoer voor mensen die slecht te been zijn. Volgens de RVT's gaat het hier dan ook om een dubbele voorziening. Hoewel De Lijn gratis passen vertrekt, zien de RVT's zich verplicht om zelf kosten te maken. De Lijn houdt er immers geen rekening mee of de bejaarden in de RVT's nog het regulier openbaar vervoer kunnen gebruiken.
Mevrouw de minister, hebt u kennis van dergelijke gevallen? Voor gezonde oudere mensen valt de Omnipas 65+ enkel toe te juichen. Hebt u weet van dergelijke passen die onbenut blijven omdat ze in feite niet op de noden en de mogelijkheden van de bewoners van de RVT's zijn afgestemd?
Welke gevolgen hebben deze onbenutte vervoersbewijzen voor het budget van De Lijn? Worden deze passen mee in rekening gebracht? Ik kan me voorstellen dat het verzenden van deze passen een grote kost vormt. Het verzenden van een bepaald percentage van de passen is evenwel overbodig. Kent u de omvang van dit budget?
Ziet u er heil in een gedeelte van deze kredieten rechtstreeks aan de RVT's te geven? Ik weet uiteraard dat dit onderwerp uw bevoegdheden overschrijdt. De RVT's zouden dit geld evenwel kunnen gebruiken om het bijzonder vervoer van hun eigen residenten te financieren.
Ik heb vernomen dat de ongebruikte passen niet in de passagiersstatistieken van De Lijn worden opgenomen. Ik zou echter graag eens vernemen over welke aantallen het hier gaat. Kunt u inschatten over hoeveel reizigers het hier gaat?
Hebt u reeds overleg gepleegd met de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin over de bestaande overlapping tussen het gratis vervoer dat door De Lijn wordt aangeboden en het bijzonder vervoer dat door de rusthuizen worden georganiseerd? Wat zijn eventueel de resultaten van dit overleg? Hoe kan deze overlapping efficiënt worden aangepakt?
De voorzitter: Minister Van Brempt heeft het woord.
Minister Kathleen Van Brempt: Mijnheer de voorzitter, bij de invoering van het gratis netabonnement voor 65-plussers in 2000 is de beleidsmatige keuze gemaakt dit abonnement rechtstreeks naar alle rechthebbenden te sturen. Dit betekent dat de Omnipas 65+ in de periode 2003-2005 naar meer dan 1,2 miljoen 65-plussers is gestuurd.
Het is uiteraard mogelijk dat een aantal van deze mensen omwille van allerlei omstandigheden geen gebruik kunnen maken van hun pas. Elke 65-plusser heeft evenwel recht op een Omnipas 65+. De Lijn maakt geen onderscheid tussen de mogelijkheden van de verschillende rechthebbenden. Eerlijk gezegd zie ik niet in hoe we dit onderscheid zouden kunnen maken, want De Lijn beschikt hiervoor niet over de nodige gegevens. Bovendien acht ik het niet wenselijk een dergelijk onderscheid te maken. Het is in mijn ogen alleszins onbegonnen werk om de mogelijkheden van alle 65-plussers in te schatten.
Bij de invoering van de Omnipas 65+ is in een compensatie voor de inkomstenderving van De Lijn voorzien. Aangezien een gedeelte van de doelgroep op dat ogenblik de bussen en de trams van De Lijn gebruikte, ontving De Lijn plots minder inkomsten. De compensatie van deze inkomstenderving is recurrent in de begroting van en in de dotatie aan De Lijn terug te vinden. Voor het overige is niet in compensaties voorzien. Door de invoering van de Omnipas 65+ zijn de 65-plussers veel meer het openbaar vervoer gaan gebruiken. Dit wordt momenteel niet door de Vlaamse Regering gecompenseerd, alle compensaties worden door De Lijn intern verzorgd. Er is geen budget van De Lijn dat voor andere doeleinden kan worden afgeroomd. Dat is hier niet aan de orde. De Lijn wordt niet gecompenseerd voor de 65-plussers die sinds de invoering van de Omnipas 65+ voor het openbaar vervoer hebben gekozen. De Lijn gebruikt hiervoor eigen middelen.
De Lijn vervoert momenteel 450 miljoen reizigers per jaar. Ik krijg vaak de vraag of we dit getal niet op een sluikse manier aandikken door gratis abonnementen te geven aan mensen die het openbaar vervoer niet gebruiken. Alle gegevens in verband met de 65-plussers en met het derdebetalersysteem, waar ook met gratis abonnementen wordt gewerkt, worden netjes geregistreerd. Al deze reizigers worden geteld.
Er is nog geen echt overleg met de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin geweest omdat er eigenlijk geen sprake is van een overlapping tussen de diensten van De Lijn en de diensten van de RVT's. Het vervoer dat de RVT's organiseren, heeft een heel andere finaliteit. Indien De Lijn voor de ontsluiting van een RVT zorgt, kan deze bus niet enkel door de residenten van dit RVT worden gebruikt: de bezoekers van het RVT kunnen hier net zo goed gebruik van maken. Het vervoer dat een RVT zelf organiseert, is aan de specifieke vervoersnoden van de residenten van dat RVT verbonden. Hier is geen sprake van een overlapping.
We proberen een tweesporenbeleid te voeren. We investeren veel geld in het toegankelijker maken van het openbaar vervoer. De mensen die in een RVT verblijven, zullen hier zeker ook gebruik van kunnen maken. Daarnaast voeren de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en ikzelf overleg over de diensten voor aangepast vervoer. Dit is evenwel een heel andere zaak dan het vervoer dat de RVT's zelf organiseren.
De voorzitter: Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Annick De Ridder: Ik dank de minister voor haar antwoord. Ik zou evenwel nog twee korte bijkomende vraagjes willen stellen.
Hoe is de compensatie voor de inkomstenderving van De Lijn berekend? Is het aantal abonnementen geteld dat ten gevolge van de invoering van de Omnipas 65+ is ingeleverd of niet is vernieuwd?
Wat de budgetten van De Lijn betreft, denk ik in eerste instantie aan het verzenden van de Omnipas 65+. Ik kan me inbeelden dat de verwerking van de lijsten en het opmaken van de documenten op zich een administratieve last vormt. Zelfs de postzegels moeten al een ernstige kost op zich vormen. Indien 10 percent of 20 percent van de 64-plussers de Omnipas 65+ niet kan gebruiken, zitten we met een overlapping. Ik begrijp dat de overheid niet kan onderzoeken wie al dan niet gezond is, maar De Lijn ontvangt ook regelmatig meldingen van familieleden. Deze mensen verklaren dat hun grootmoeder haar Omnipas 65+ niet kan gebruiken en vragen De Lijn geen pas meer te verzenden. Houdt De Lijn hier rekening mee? Aangezien het om tientallen meldingen gaat, zou ik het spijtig vinden indien hier geen gevolg aan zou worden gegeven. De Lijn blijft deze mensen een Omnipas 65+ sturen omdat ze geen onderscheid tussen de rechthebbenden wil maken. Er is echter een verschil tussen het organiseren van een eigen screening en het ingaan op meldingen van mensen die geen Omnipas 65+ meer nodig hebben.
De voorzitter: Minister Van Brempt heeft het woord.
Minister Kathleen Van Brempt: Het enige budget dat eventueel te veel wordt besteed, bestaat uit de postzegels voor de verzending van de abonnementen die niet worden gebruikt. Om hoeveel mensen het precies gaat, valt moeilijk in te schatten. Indien we de Omnipas 65+ niet meer automatisch versturen, zouden alle 65-plussers zelf een aanvraag moeten indienen. Dit is niet klantvriendelijk. Voor de 65-plussers zou dit geen positieve evolutie zijn. Bovendien zou De Lijn een hele administratie op poten moeten zetten om de aanvragen te behandelen. Ik denk niet dat het afschaffen van de automatische verzending ons veel geld zou besparen. Ik kan dit laten onderzoeken. Volgens mij is het goedkoper om de Omnipas 65+ naar iedereen te sturen. We beschikken alleszins niet over de nodige gegevens. De gegevens zijn niet gepersonaliseerd. Mij lijkt het alleszins niet zinvol het systeem om te vormen en alle 65-plussers een aanvraag te laten indienen.
Mevrouw Annick De Ridder: Dat vraag ik niet, ik vraag me enkel af of er iets met die meldingen gebeurt. Nu en dan verklaren mensen dat ze geen Omnipas 65+ nodig hebben. Vooral voor de kinderen van een bejaarde die al tien jaar in een tehuis verblijft, kan dit ergerlijk zijn. Elk jaar wordt een Omnipas 65+ opgestuurd. Ik kan me voorstellen dat ze na tien jaar te kennen geven dat het niet langer hoeft. De Lijn maakt evenwel geen enkel onderscheid en blijft passen versturen.
Minister Kathleen Van Brempt: Ik zal hier nog eens over nadenken. Ik moet dit alleszins nog eens laten onderzoeken. Indien De Lijn rekening wil houden met de meldingen, moeten er jaarlijks namen uit de lijsten worden geschrapt. De Lijn baseert zich immers op de lijsten die de overheid jaarlijks doorstuurt.
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de voorzitter, sta me toe dit even aan te vullen. Oorspronkelijk ging het om een derdebetalerssysteem. De gemeenten hebben de kans gekregen zich in dit systeem in te schrijven. Voor elke leeftijdsgroep is toen een forfaitaire som bepaald. Ik weet niet uit het hoofd over hoeveel geld het toen ging. Alle Vlaamse gemeenten hebben zich voor hun inwoners in dit systeem ingeschreven. De gemeenten leveren maandelijks een diskette af. Ze baseren zich hiervoor op het Rijksregister. Iedereen die 65 jaar wordt, krijgt een schriftelijke mededeling dat hij een Omnipas 65+ zal ontvangen. Het gaat hier om een overeenkomst tussen de gemeenten en De Lijn. Het is steeds het college van burgemeester en schepenen dat toestemming moet geven om de persoonsgegevens van de 65-plussers ter beschikking te stellen. Zo is dit systeem totstandgekomen.
Minister Kathleen Van Brempt: Het komt erop neer dat elke melding tot een schrapping van de lijst zou moeten leiden. De Lijn zou hiervoor een hele administratie op poten moeten zetten.
De heer Jan Peumans: Dat klopt. Iedereen die 65 jaar wordt, wordt schriftelijk verwittigd.
Minister Kathleen Van Brempt: We moeten de afweging maken. Een aantal mensen hebben hun Omnipas 65+ niet nodig. In dit geval lijkt het me evenwel beter de postzegels te betalen en geen administratie op poten te zetten om de meldingen te verwerken. Het gaat immers altijd om nieuwe lijsten. We werken niet met een databestand, we baseren ons telkens weer op geactualiseerde lijsten. Het verwerken van de meldingen lijkt me een administratieve verzwaring.
Mevrouw Annick De Ridder: Mevrouw de minister, kunt u dit nog eens laten onderzoeken? Nu moeten mensen met een zieke moeder tienmaal verklaren dat ze geen pas meer nodig heeft. Uiteindelijk is het voor die mensen niet leuk telkens opnieuw een brief van De Lijn te ontvangen. Kunt u dit nog eens onderzoeken?
Minister Kathleen Van Brempt: Ja.
De voorzitter: Het incident is gesloten.