Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 26/01/2006
Vraag om uitleg van de heer Werner Marginet tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over beroepsprocedures bij de Raad van State tegen beslissingen van de Disciplinaire Raad van de Vlaamse Gemeenschap inzake dopinggebruik
De voorzitter: De heer Marginet heeft het woord.
De heer Werner Marginet: Mijnheer de voorzitter, geachte leden, gewezen Belgisch wielerkampioen Ludovic Capelle testte op 7 juni 2005 na een wedstrijd in Gullegem positief op epo. Op 6 oktober jongstleden werd Capelle door de Disciplinaire Commissie van de Vlaamse Gemeenschap voor anderhalf jaar geschorst. Hij kreeg eveneens een boete van 3.304 euro. Die schorsing werd op 18 november gehandhaafd door de Disciplinaire Raad van de Vlaamse Gemeenschap. Capelle legde zich evenwel niet neer bij deze schorsing en startte een procedure met hoogdringendheid bij de Raad van State, die op maandag 12 december 2005 de beslissing schorste op basis van procedurefouten.
Volgens de Raad van State heeft de controlearts bij de dopingcontrole zich niet gehouden aan de te volgen procedure. Het is voor het eerst in de sportgeschiedenis van dit land dat een beroepsatleet een straf die hem door de Disciplinaire Commissie werd opgelegd en die nadien in beroep werd bevestigd door de Disciplinaire Raad, aanvecht bij de Raad van State, mèt succes. Bovendien diende de geldigheid van de epo-test zoals die nu wordt uitgevoerd, niet eens ter discussie te worden gesteld.
Dit is een precedent met mogelijk verstrekkende gevolgen voor de dopingcontrole in Vlaanderen, en eigenlijk overal in de wereld. De eerste reacties van verantwoordelijken zijn alarmerend.?Nu is alles om zeep´, riep bondsvoorzitter De Backer uit na de verregaande uitspraak van de Raad van State. Ik citeer hem verder:?Als een loting al niet meer mag om sporters voor een controle aan te duiden, hoe moeten we dan werken? Vrijwilligers vragen? De zin van een controle is precies dat ze onaangekondigd gebeurt. Ook renners zomaar aanduiden kan niet meer, want dat is even willekeurig. Zelfs de eerste vijf van een wedstrijd oproepen voor een controle, houdt een zekere willekeur in. Idem dito voor controles buiten competitie.´
Mijnheer de minister, wat is uw houding en reactie met betrekking tot deze verstrekkende uitspraak van de Raad van State? Hebt u contact gehad met de disciplinaire instanties, dus zowel de commissie als de raad, om te bekijken of de procedure die bij de controle gangbaar is strikt werd gevolgd? Blijft u achter het huidige systeem van controles staan? Zo ja, komen controles voor zowel beroepssporters als amateursporters en controles buiten competitie niet in gevaar door deze uitspraak? Hebt u reeds initiatieven genomen in deze zaak? Zo ja, welke? Welke gevolgen kan dit hebben op het sport- en dopingbeleid van uzelf en de Vlaamse overheid?
De voorzitter: Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, geachte leden, op 12 december 2005 heeft de Raad van State inderdaad bij uiterst dringende noodzakelijkheid de schorsing bevolen van de tenuitvoerlegging van de beslissing die op 18 november 2005 werd genomen door de Disciplinaire Raad van de Vlaamse Gemeenschap, waarbij de heer Capelle het verbod wordt opgelegd om deel te nemen aan enige sportmanifestatie en een georganiseerde voorbereiding gedurende een termijn van 18 maanden en hem een administratieve boete wordt opgelegd van 500 euro.
Het eerste middel van het verzoekschrift van de heer Capelle werd door de Raad van State ernstig bevonden. De verzoeker stelt dat de beslissing van de Disciplinaire Raad van 18 november 2005 behept is met een manifeste beoordelingsfout en een onjuiste motivering, daar ze vermeldt dat het bewijs van afwezigheid bij lottrekking niet werd geleverd. De Disciplinaire Raad had hierop geantwoord dat de verklaring van de organisator niet uitsluit dat de renners die aan de dopingcontrole werden onderworpen bij lottrekking waren aangeduid. Er was, kortom, onduidelijkheid.
De Raad van State volgde de argumentatie van de verzoeker en schorste aldus de tenuitvoerlegging van de beslissing, op grond van procedurefouten. De Raad van State stelt dat, indien de verdediging stukken voorlegt die minstens een begin van bewijs uitmaken van het feit dat er geen lottrekking werd georganiseerd, de Disciplinaire Raad moet aantonen dat er wel een lottrekking heeft plaatsgevonden. Voor alle duidelijkheid, de uitspraken van de heer De Backer berustten op een misverstand: het was net andersom.
De procedure voor de Raad van State voorziet in de mogelijkheid om een verzoek tot voortzetting van de procedure in te dienen. Een dergelijk verzoek moet worden ingediend binnen de termijn van 30 dagen, ingaand de dag volgend op de dag van kennisgeving van het arrest, dus ten laatste op 12 januari 2006. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat de Disciplinaire Raad voor medisch verantwoorde sportbeoefening haar beslissing van 18 november 2005 herroept en een hoorzitting organiseert. Hiertoe zal de administratie het dossier formeel overdragen aan de Disciplinaire Raad, met de mogelijkheid haar beslissing van 18 november 2005 in te trekken en een hoorzitting te organiseren. Er zal dan moeten worden aangetoond dat de wielrenners wel bij lottrekking werden aangeduid, en niet willekeurig.
Ter staving kan de betrokken controlearts als getuige worden opgeroepen. Hierdoor verdwijnt de geschorste beslissing uit het rechtsverkeer en wordt elke mogelijke schijn van willekeur uitgesloten. Er kan echter niet met zekerheid worden gesteld dat de Disciplinaire Raad haar beslissing zal intrekken en opnieuw een hoorzitting zal organiseren. Het behoort tot de bevoegdheid van de Disciplinaire Raad daarover te oordelen. Daarom heb ik inderdaad de opdracht gegeven aan mijn administratie om een verzoek tot voortzetting van de procedure voor de Raad van State in te dienen. Dat is gebeurd v??r 12 januari 2006. Ik heb opdracht gegeven het dossier formeel over te maken aan de Disciplinaire Raad, met de vraag de geschorste beslissing in te trekken en een hoorzitting te organiseren.
Ik wijs de leden erop dat ik het dopingbeleid in Vlaanderen volledig in overeenstemming wil brengen met de internationale WADA-code. Daarbij kies ik voor een gefaseerde aanpak. Daarom werd op 16 december 2005 een nieuw uitvoeringsbesluit inzake medisch verantwoord sporten goedgekeurd door de Vlaamse Regering. De belangrijkste wijzigingen behelzen een efficiëntere dopingbestrijding.
Dit besluit van de Vlaamse Regering is in werking getreden op 1 januari 2006. Hierdoor wordt de procedure van monsterneming - de eigenlijke dopingcontrole - volledig volgens de WADA-code uitgevoerd. Ook de bepaling van een elitegroep sportbeoefenaars, de procedure van aanvraag tot het gebruik van een verboden substantie wegens therapeutische noodzaak en de optimalisering van de dopingcontroles buiten wedstrijdverband werden opgenomen. Dit alles zal de dopingbestrijding in Vlaanderen anno 2006 zeker nog performanter maken.
Verder gaf ik op 18 maart 2005 de opdracht aan mijn administratie om de nodige initiatieven te nemen om een nieuw decreet inzake medisch verantwoord sporten op te stellen, zodat het huidige decreet in de loop van dit jaar volledig in overeenstemming kan worden gebracht met deze internationale code van het wereldantidopingagentschap WADA. De vernieuwing van het decreet zal het dan ook mogelijk maken om de regelgeving op het vlak van disciplinaire procedures volledig in overeenstemming te brengen met de WADA-code en de UNESCO-conventie.
De disciplinaire afhandeling en de bestraffing bij mogelijke inbreuken zal na de goedkeuring door het Vlaams Parlement dan volledig conform de WADA-code gebeuren. De uitspraak van de Raad van State zal dus zeker de dopingcontroles in Vlaanderen niet in gevaar brengen. Er is veel minder aan de hand. Het gaat immers niet over een fout in de procedure, maar wel over het niet naleven van de procedure.
Tot slot zullen de sportbeoefenaars en de sportfederaties in Vlaanderen uitvoerig worden ge?nformeerd over deze vernieuwingen en de nieuwe accenten in de regelgeving via de door de Vlaamse overheid officieel opgerichte website Dopinglijn en gerichte campagnes. Gisteren heb ik ook de opdracht gegeven om de volledige tekst, die we hebben afgerond, voor advies voor te leggen aan de adviesraden. We gaan dat natuurlijk ook bekijken met de parlementsleden. We willen dit zo snel mogelijk kunnen voorleggen aan de regering. Er moet eerst een officieel advies komen van de Raad van State. Dan zal dit vrij snel aan het parlement kunnen worden voorgelegd.
De voorzitter: De heer Marginet heeft het woord.
De heer Werner Marginet: Dat was erg duidelijk. Ik heb er niets aan toe te voegen.
De voorzitter: Het incident is gesloten.