Commissie voor Onderwijs, Vorming, Wetenschap en Innovatie Vergadering van 10/11/2005
Vraag om uitleg van mevrouw Anissa Temsamani tot de heer Frank Vandenbroucke, vice-minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, over energiebesparende investeringen in scholen
De voorzitter: Mevrouw Temsamani heeft het woord.
Mevrouw Anissa Temsamani: Mijnheer de minister, eind september bereikte ons de goede tijding dat de Vlaamse Regering 10 miljoen euro uittrekt voor het energiezuinig maken van scholen en andere openbare gebouwen.
Voor de scholen stelt u voor om een deel van de middelen te besteden aan een nauwkeurige analyse van het energieverbruik en een ander deel aan energiebesparende investeringen. U legt de nadruk op het bijhouden van een energieboekhouding, het doorvoeren van energieaudits en gerichte meetcampagnes en vooral het doelmatig verspreiden van de nodige knowhow op het terrein van energiebesparing. Daar kunnen wij natuurlijk alleen maar mee instemmen.
Toch denken we dat de essentiële knowhow omtrent rationeel energiegebruik in heel wat scholengemeenschappen reeds aanwezig is en dat er in ieder geval maatregelen zijn die in alle omstandigheden op korte termijn een effectieve kostenbesparing kunnen betekenen. Om een schooldirecteur te citeren: 'Als mijn leerkrachten de ramen moeten openzetten in het putje van de winter omdat de verwarming niet te regelen valt, dan moet men hier geen expert sturen voor een audit, maar een technicus om thermostatische kranen en dubbel glas te installeren.'
Mijnheer de minister, u stelt dan ook voor om slechts een deel van de REG-middelen in te zetten voor het opsporen van problemen en voor gedragsverandering. Een ander belangrijk deel moet gaan naar investeringen in energiebesparende infrastructuur, naar extra subsidies voor hoogrendementsketels, thermostatische kranen en dergelijke. Dit soort maatregelen beïnvloedt rechtstreeks de energiefactuur.
Volgens een gezegde kondigt een zachte herfst zoals deze meestal een strenge winter aan. Voor particulieren is al in heel wat voorzien om het vooruitzicht van een grote stijging van de verwarmingskosten te compenseren. Jammer genoeg bestaat dat eigenlijk nauwelijks voor scholen. Dat zet een domper op het investeringsklimaat in heel wat scholen en scholengemeenschappen.
Daarom is het belangrijk om op korte termijn duidelijkheid te scheppen over de fasering van de maatregelen van de Vlaamse Regering inzake REG. Wanneer zullen de scholen concreet iets merken van de bijkomende investeringen in REG? Intussen hebt u een nota voorgelegd aan de regering. Wat zullen de criteria zijn voor de spreiding van deze middelen? De som waarvan sprake, 10 miljoen euro, heeft betrekking op REG-maatregelen in verschillende soorten gebouwen. Welk deel van dit bedrag is bedoeld voor schoolgebouwen? Investeringen in REG worden gespreid over studie- en vormingswerk enerzijds en investeringen in infrastructuur anderzijds. Hoe groot zullen de respectieve inspanningen zijn?
Is het volgens u een goede strategie van de scholen om, gelet op de ingeschatte terugverdieneffecten van REG-maatregelen, investeringen in energiebesparende aanpassingen aan bestaande schoolgebouwen te financieren met leningen op de privé-markt? Kan de overheid dit mee mogelijk maken door zelf de privé-sector aan te spreken, bijvoorbeeld voor goedkope leningen, zoals ze dit wenst te doen voor grotere schoolbouwprojecten?
De voorzitter: Minister Vandenbroucke heeft het woord.
Minister Frank Vandenbroucke : Mevrouw Temsamani, ik dank u voor uw vraag. Ze komt op een ogenblik dat we een heel punctueel programma van flankerend beleid inzake energiezuinigheid voor scholen op punt stellen. We hebben zopas ook een heel grootschalig investeringsprogramma voor scholenbouw goedgekeurd. In dat grootschalig investeringsprogramma wordt voor elke investering veel aandacht besteed aan energiezuinigheid. Bovendien is ook voor scholen die niet deelnemen aan het eigenlijke bouwprogramma, voorzien in een REG-investeringsprogramma van 100 miljoen euro voor de komende jaren. Voor een goed REG-beleid is een mix van organisatorische maatregelen en investeringen noodzakelijk.
Op korte termijn zal een omzendbrief en een REG-brochure naar alle scholen verstuurd worden. De REG-brochure zal 20 eenvoudige energiebesparingstips voor scholen bevatten. De tips vergen geen grote investering, maar kunnen toch een belangrijke energiebesparing opleveren. De REG-brochure is bedoeld voor schooldirecties, gebouwverantwoordelijken, preventieadviseurs en andere geïnteresseerden.
Daarnaast wil ik werk maken van het opzetten van een energiezorgsysteem in scholen dat de basis moet vormen van een duurzaam energiebeleid in de toekomst. De pijlers daarvan zijn een energieboekhouding, energieaudits en de opleiding van energiecoördinatoren. Ik voer momenteel gesprekken met de minister van Energie om het opstarten en opvolgen van een energieboekhouding in scholen vanaf 1 januari 2006 als basisopdracht te laten beschouwen van onze distributienetbeheerders in het kader van hun REG-openbaredienstverplichtingen. We willen de scholen daar immers niet financieel mee belasten. Het is de verantwoordelijkheid van de distributienetbeheerders om dit mogelijk te maken in de scholen.
Om een beter idee te krijgen van het energiebesparingspotentieel in scholen en van de meest kostenefficiënte maatregelen wil ik volgend jaar ook een aantal energieaudits in scholen laten uitvoeren. Momenteel worden gesprekken gevoerd met de inrichtende machten om de concrete uitvoeringsmodaliteiten daarvan te bepalen.
Bovendien wil ik er ook voor zorgen dat er volgend jaar in de reguliere begroting voldoende financiële middelen beschikbaar zullen zijn voor de concrete uitvoering van REG-investeringen, zoals de plaatsing van superisolerend glas, het aanbrengen van isolatie, de plaatsing van energiezuinige ketels, enzovoort. In de loop van de volgende weken zal een concreet subsidieprogramma worden uitgewerkt.
Ten slotte is het de bedoeling om via privaat-publieke samenwerking met een inhaalprogramma van 1 miljard euro aan scholenbouwprojecten te beginnen, met daaraan gekoppeld een investeringsprogramma van 100 miljoen euro voor rationeel energiegebruik voor scholen die geen deel uitmaken van het bouwprogramma.
De energieboekhouding zal als dienstverlening gratis worden aangeboden aan alle scholen. De energie-audits zullen in eerste instantie wellicht worden beperkt tot een aantal voorbeeldprojecten. De financiële middelen voor de uitvoering van concrete REG-investeringen zullen voor alle scholen beschikbaar zijn op basis van een nog uit te werken subsidieprogramma. Over het aandeel dat is bestemd voor schoolgebouwen in de REG-provisie van 10 miljoen euro moeten nog afspraken worden gemaakt.
Uiteraard mag het belang van studie en vormingswerk als basis voor een duurzaam energiebeleid in de toekomst niet worden verwaarloosd. Het grootste gedeelte van de beschikbare middelen moet echter worden voorbehouden voor de financiering van concrete REG-investeringen.
Ik heb mijn medewerkers gevraagd de commissieleden langs elektronische weg het document toe te sturen dat de regering deze ochtend heeft goedgekeurd met betrekking tot de bouw. Dat is misschien al gebeurd. Zo kunnen de leden dat meteen bekijken. Ze zullen merken dat we in het document verschillende mogelijke modaliteiten geven van hoe we, uitgaand van de nieuwe structuur waarin we voorzien, namelijk die specifieke vennootschap voor scholenbouw, energie-investeringen kunnen toevoegen. Er zijn formules waarbij die vennootschap zelf investeert. Er zijn formules waarbij ze faciliteert. Er zijn formules waarbij er niet noodzakelijk met extra geld over de brug wordt gekomen, maar er een aantal projecten worden gelanceerd. Dat staat allemaal gedetailleerd in de nota. Mevrouw de voorzitter, als de werkgroep met betrekking tot de scholenbouw wordt opgestart, lijkt het me nuttig dat daar ook eens in detail naar wordt gekeken.
De voorzitter: Mevrouw Temsamani heeft het woord.
Mevrouw Anissa Temsamani: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik zal die nota inderdaad nauwgezet bekijken. Ik hoop dat we daar de komende weken nog over zullen kunnen discussiëren in de commissie of de werkgroep, zoals gepland. Aangezien de winter voor de deur staat, is het zeker belangrijk deze discussie verder te kunnen voeren.
De voorzitter: Het incident is gesloten.