Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 10/11/2005
Vraag om uitleg van de heer Jean-Marie Dedecker tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, en tot mevrouw Kathleen Van Brempt, Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, over een beleidsaanpak tegen het illegaal straatracen
De voorzitter: De heer Dedecker heeft het woord.
De heer Jean-Marie Dedecker: Mijnheer de voorzitter, aangezien het illegaal straatracen deel van een groot geheel uitmaakt, was het eigenlijk mijn bedoeling ook minister Van Brempt in dit verband een paar vragen voor te leggen. We worden op dit vlak immers constant met repressie geconfronteerd. De motorrijders in Beveren, waar vaak illegale straatraces plaatsvinden, vormen een goed voorbeeld.
In het buitenland wordt dit probleem op een andere manier aangepakt. In Frankrijk werden de gekken van de klaverbladen en van de ringwegen gehaald door drie kleine circuits aan te leggen. Het circuit in Carole is genaamd naar een vrouw die tijdens een straatrace in de omgeving van Parijs is verongelukt.
De MAG en ikzelf hebben al veel gelobbyd om ook in Vlaanderen over dergelijke circuits te kunnen beschikken. Op 19 juli 2002 heeft de minister opgeroepen om voor multifunctionele terreinen voor de lawaaierige sporten te zorgen. 3 jaar later bevindt dit dossier zich nog steeds in de onderhandelingsfase - in mijn ogen is het zelfs helemaal bevroren.
Ik heb in dit verband al veel initiatieven genomen. Het gaat hier niet enkel om motorcrossterreinen, in heel het land blijft geen enkel vergund terrein over waar iemand aan kleiduifschieten kan doen. Al deze terreinen zijn verdwenen. We staan graag op de foto met onze beroemde motorcrossers. We zijn tevreden dat Stefan Everts wereldkampioen wordt. We staan op de eerste rij als Joël Smets een wedstrijd wint. Steve Ramon woont in mijn buurt. Hij traint echter in Frankrijk.
De terreinen laten al 3 jaar op zich wachten. Het gaat me overigens niet enkel om de terreinen, het gaat eigenlijk om een concept. Ik zal een heel specifiek voorbeeld geven. De burgemeester van Koksijde heeft een terrein voorgesteld. Mijnheer de minister, ik verwijs heel specifiek naar de burgemeester, omdat u op een vraag om uitleg van mevrouw Demeulenaere op 17 maart 2005 hebt geantwoord: 'Ik heb niet de indruk dat er momenteel veel gemeenten staan te springen om een terrein te krijgen. Als er zulke gemeenten zijn, laat het me weten.' Koksijde is dus zo een gemeente.
We hebben daarover zelfs een studie gemaakt, evenwel niet op kosten van de Vlaamse overheid zoals de provincie Oost-Vlaanderen, die een studie van 64.000 euro liet maken op kosten van de belastingbetaler. De Motorcycle Action Group, die ruim 9.000 leden telt op een totaal van 320.000 motorfanaten in België, heeft op eigen kosten een onderzoek gedaan.
We hebben ook aangeklopt bij het leger. Het leger wil de oude munitieplaats in Koksijde desaffecteren. Mijnheer de minister, dat terrein voldoet aan de 35 aftoetsingscriteria van uw nota. Het gaat dan onder meer over pacht- en natuurgebieden, de Vlaremrichtlijnen en de afstand ten opzichte van de autosnelwegen.
Mijnheer de minister, ik heb de brieven ook al aan uw kabinet bezorgd. De vorige minister van Sport heeft ook plaatsbezoeken afgelegd. Zowel de Federatie Amateurs Motorcrossbonden, de MAG als de Belgische Kleiduiffederatie hebben brieven geschreven.
Ik heb vorige week vernomen dat het over politiek gaat. Ik las dat de voormalige minister van de Noordzee dwarsligt. Hij zegt dat men op een oud militair domein in Koksijde een vennootschap voor motorsport wil vestigen. Ik kan bewijzen dat dat niet klopt, maar het is blijkbaar altijd plezant om iemand in een slecht daglicht te stellen. Er werd daarvoor gelobbyd bij elke VLD'er, maar de sp.a zegt nee.
Gedeputeerde Van Gheluwe zegt dat motorsport daar niet kan, en voert de drogreden aan dat het gaat om hoogdynamische toeristisch-recreatieve infrastructuur. Dat is de enige reden die nog overblijft. Er werd al gepraat over de wegen, maar de gemeente is bereid de weg te verbreden. Mijnheer de minister, deze reden klopt niet, want naast het terrein komt een golfterrein, dat ook hoogdynamische toeristisch-recreatieve infrastructuur is. Ik wist dat er een politieke reden was, maar blijven we dat politieke spelletje verder spelen? Zeggen we vlakaf tegen de mensen dat ze mogen verongelukken?
Het circuit zou niet enkel dienen om te racen, maar er kunnen ook rijlessen worden gegeven.
Er zijn concrete plannen die de overheid niets kosten. Ik persoonlijk heb niets te maken met de uitbating van het terrein. Ik lobby voor de sport, zowel voor judo, wielrennen als andere sporten. Ik vind dat we de beloften van de overheid moeten uitvoeren, anders moeten we tegen de motorcrossers zeggen dat we rond de pot blijven draaien en spelletjes blijven spelen.
Er wordt gezocht naar andere terreinen. De tijd zal uitwijzen welke belangen daarmee gemoeid zijn. Er is geen enkele andere gemeente in West-Vlaanderen die akkoord gaat met een terrein.
Er moet in Koksijde geen grond worden onteigend, want het is een militair domein. Het terrein ligt in de buurt van de luchthaven, dus over lawaai moeten we niet praten. Er woont één landbouwer in de buurt, en hij gaat akkoord. Iets verder woont een rijke schapenboer uit Oostende, een immobiliënmakelaar. Hij gaat niet akkoord, want rijke immobiliënmakelaars die op het platteland komen wonen, kijken graag eens naar de vogeltjes, nadat ze met bakstenen hun zakken hebben gevuld.
Mijnheer de minister, het dossier ligt al lang op uw kabinet. Ik heb alles anderhalf jaar geleden aan uw medewerker bezorgd. Wat is de stand van zaken? Er is altijd een reden om niets te doen, maar als in het decreet een belofte staat, moet aan de motorsportmensen duidelijk worden gezegd wat wel of niet gebeurt en op welke plaats het zal gebeuren.
We moeten stoppen met het culpabiliseren van de motorsport, en we moeten de mensen een uitwijkmogelijkheid geven.
De voorzitter: De heer Marginet heeft het woord.
De heer Werner Marginet: Mijnheer de voorzitter, zoals zo vaak kan ik me wel vinden in de vragen en opmerkingen van de heer Dedecker.
Mijnheer Dedecker, in uw tekst staat: 'Nochtans zijn vele gemeenten vragende partij. Autoracen kan op die manier een volwaardige sport worden, en zo kunnen levens worden gered.'
Mijnheer de minister, zijn er gemeenten die hierover al vragen, voorstellen of klachten hebben ingediend? Zo ja, over welke gemeenten gaat het? Zo nee, zou het niet nuttig zijn de visie te vragen van de steden en gemeenten waar straatraces werden vastgesteld? We kunnen ook vragen in hoeverre ze vragende partij zijn voor een klein gesloten circuit.
Om straatraces te laten uitgroeien tot een volwaardige sport zal nog heel veel moeten gebeuren op het vlak van veiligheids- en milieunormen. De veiligheid voor de burgers komt op de eerste plaats, maar ook de veiligheid van de vaak jonge en roekeloze deelnemers aan illegale straatraces is belangrijk.
De voorzitter: Mevrouw Demeulenaere heeft het woord.
Mevrouw Stern Demeulenaere: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ook ik heb al verschillende keren aangedrongen op een beslissing in het dossier.
Ik ken de voorgestelde locaties in West-Vlaanderen. Mijnheer de minister, ik heb ook al gezegd dat veel locaties niet goed gelegen zijn om deze sporten te beoefenen. Ik heb u toen ook gevraagd om komaf te maken met de heisa daarover. Mijn vraag was ook of de voorgestelde gemeenten over de brug zouden komen met de nodige middelen. Ik heb daar toen geen antwoord op gekregen, maar misschien lukt dat vandaag wel.
De voorzitter: Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: Mevrouw Demeulenaere, ik heb de gewoonte om vragen te beantwoorden. Het lijkt me dan ook wat bizar dat u nu zegt dat u geen antwoord hebt gekregen, terwijl u daar tijdens de vergadering zelf niets over hebt gezegd.
De problematiek van het straatracen behoort niet tot het beleidsdomein Sport. Dit is een aangelegenheid voor het federale niveau, meer bepaald voor Binnenlandse Zaken, zoals dit ook het geval is voor de legale wedstrijden op de openbare weg, bijvoorbeeld autorally.
In uitvoering van het decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding heeft de Vlaamse Regering via het besluit van 31 mei 2002 tot vaststelling van de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding, en na advies van de Vlaamse Sportraad, beslist om de autosport niet op de sporttakkenlijst te zetten, waardoor deze sport niet door de overheid kan worden ondersteund.
Dit is een duidelijke beleidsoptie geweest waarmee ook uw partij akkoord ging, mijnheer Dedecker. Het motorcrossen staat wel op de sporttakkenlijst. In functie hiervan werden initiatieven genomen om een aantal locaties in Vlaanderen te selecteren om er terreinen voor gemotoriseerde sporten uit te bouwen. Deze terreinen zijn bedoeld voor gemotoriseerde sporten op geaccidenteerd terrein en moeten bovendien zo multifunctioneel mogelijk worden ingevuld. Ze moeten ook gebruikt kunnen worden voor andere lawaaierige sporten.
De politieke besluitvorming over de selectie van deze locaties verloopt inderdaad moeizaam. Het is immers niet evident hiervoor een maatschappelijk draagvlak te vinden. Toch beschikt Vlaanderen, ondanks de hoge bevolkingsdichtheid en de beperkte ruimte, over een zeer goed uitgebouwde infrastructuur op het circuit in Zolder voor het georganiseerde en legale racen onder toezicht. Dit circuit bezit de nodige vergunningen, heeft ruime expertise inzake veiligheid en biedt voldoende mogelijkheden om op een democratische wijze aan racen te doen.
Mijnheer Dedecker, het is mijn bedoeling om voor het einde van het jaar een beslissing te nemen. Dat past volledig binnen de afgesproken timing Ik zal mijn verantwoordelijkheid nemen en een voorstel doen voor het einde van het jaar. Ik zal dat voorleggen aan de regering. Ik ben niet van plan de zaak op de lange baan te schuiven zoals dat tijdens de afgelopen jaren misschien is gebeurd. Zowel bij de start als bij het afhandelen van het dossier zal ik mijn verantwoordelijkheid nemen tegenover de motorrijders en de motorsport in het algemeen.
De voorzitter: De heer Dedecker heeft het woord.
De heer Jean-Marie Dedecker: U hebt een heel concreet antwoord gegeven. Ik wil er u echter op wijzen dat het er mij niet om gaat een nieuw snelheidscircuit in te richten.
Minister Bert Anciaux: In uw vraag hebt u verwezen naar Frankrijk. U had het over drie racecircuits. In Frankrijk zijn die niet alleen voor motors, maar ook voor auto's.
De heer Jean-Marie Dedecker: Het gaat hier over multifunctionaliteit en de wijze waarop die wordt ingevuld. Ik heb een petitie van 10.000 mensen uit Zolder. Ten eerste doen zich daar enorme natuurproblemen voor. Ten tweede wordt het racen totaal ondemocratisch als nu al 100 euro moet worden neergeteld om één uur te racen.
Het is de taak van de overheid om voor alternatieven te zorgen. Er moeten multifunctionele circuits en terreinen zijn. Als ik het heb over terreinen in Koksijde, dan heb ik het over terreinen voor motorcross, trial, karting, quad, 4X4, modelluchtvaart, modelrace, kleiduifschieten, moutainbike en motorspeedway. Ik vraag een oplossing omdat ik vaststel dat er heel wat achter de schermen gebeurt. Er zijn ministers die zich met de zaak moeien zonder dat ze daartoe bevoegd zijn. In de politiek kan natuurlijk alles zolang het maar achter de schermen gebeurt.
Er zijn zoveel motorcrossers die naar het buitenland gaan, en het gaat dan niet alleen over Frankrijk. In Axel in Nederland bijvoorbeeld is ook aan die behoefte voldaan. Mijnheer de minister, ik wil dat u uw omzendbrief van 19 juli 2002 nakomt zodat het debat kan starten.
Ik vind vandaag twee zaken heel positief, met name dat u streeft naar één topsportschool en dat u met Kerstmis een mooi cadeau zult hebben voor de motorrijders.
De voorzitter: Het incident is gesloten.