Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 13/10/2005
Vraag om uitleg van de heer Bart Caron tot de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, over het naleven van de reclameregels
Vraag om uitleg van de heer Jurgen Verstrepen tot de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, over reclameboodschappen op de VRT bij de uitzending van het jongste wereldkampioenschap wielrennen
Vraag om uitleg van de heer Carl Decaluwe tot de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, over product placement op de openbare omroep
De voorzitter: Sommige van deze vragen moeten eigenlijk als klacht worden voorgelegd aan het VCM wegens overtredingen van de regels. Ik heb ze hier echter na rijp beraad toch toegelaten. Ik hoop echter dat ook de commissieleden in de toekomst meer gebruik zullen maken van de toezichtsorganen op de media die speciaal voor deze klachtenbehandeling werden opgericht.
De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, enkele maanden geleden werden de verschillende grote televisiezenders door het VCM veroordeeld tot geldboetes wegens overdreven of ongeoorloofd lange reclameboodschappen en wegens het overtreden van de reclameregels met betrekking tot reclame voor en na programma's voor kinderen.
Het VCM onderzocht toen, bij wijze van steekproef, de tv-programmering gedurende één dag. Het heeft meerdere inbreuken vastgesteld. De VRT maakte op Canvas reclame voor dvd's van Norah Jones en Jamie Cullum, de VTM overschreed de limiet van 10 seconden sponsorvermeldingen per programma en VT4 overschreed de limiet van 12 minuten reclame per uur. De VRT heeft als enige publiekelijk aangekondigd in beroep te gaan tegen de boete. Ik meen te weten dat daarover deze week een uitspraak is geweest. De vraag is of dit allemaal kan blijven duren. De openbare omroep oefent in deze zeker geen voorbeeldfunctie uit.
Tevens blijkt uit een onderzoek van Test-Aankoop van februari dat de drie commerciële zenders in Vlaanderen de zendtijd voor kinderen regelmatig onderbreken voor reclame. Ik breng dit probleem in het bijzonder onder de aandacht, want hier moeten we extra aandacht aan besteden. De VTM omzeilt de vijfminutenregeling door voor en na de spotjes muziekclips te tonen. VT4 nodigde met enkele spots de jonge kijkers uit om per sms aan wedstrijdjes deel te nemen. Zonder twijfel willen dergelijke spots de jongeren tot consumptie aanzetten. Of de aankoop gebeurt via een inbreng van hun ouders, laat ik in het midden.
Mijnheer de minister, bij de publicatie destijds reageerde u tevreden op de controle van de naleving van de reclameregels door het VCM. Vroeger gebeurde die controle enkel als er een klacht werd ingediend. Het huidige onderzoek dat op eigen initiatief van het VCM werd gevoerd, past volledig in uw beleidslijn van betere, eenvoudige regels die ook moeten worden nageleefd en gehandhaafd. Uiteraard mag het niet bij die ene controleactie blijven. Ik stel voor dat terdege werk wordt gemaakt van gerichte controles.
Werden sinds de vorige vraag aanpassingen doorgevoerd voor de zenders die door het VCM werden beboet? Werden sindsdien controles uitgevoerd? Zo niet, zal de bevoegde controle-instantie dan een nieuwe controle uitvoeren volgens een vastgelegde systematiek? Zal er ook specifieke controle gebeuren inzake tv-reclame bij kinderuitzendingen? Wat zal hierbij de rol zijn van de Vlaamse Regulator voor de Media?
De voorzitter: De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, we weten allemaal dat het niet de bedoeling is dat wij de VRT controleren op het naleven van reclameregels. Het VCM verrichtte - terecht - één keer een willekeurige screening en heeft een administratieve geldboete opgelegd.
Ik heb wat moeite met de reactie van de VRT, want die kan worden beschouwd als het niet aanvaarden van een controle van een officieel orgaan van de Vlaamse overheid. Ik vind dat de herbevestiging van de minachting tegenover zijn broodheer. Het VCM heeft nogmaals bevestigd dat de boete moet worden betaald op 17 juni 2005. Ik weet niet wat de stand van zaken nu is, en wat de VRT zal doen.
Het is duidelijk dat volgens het VCM, de VRT enkel gerechtigd is om televisiereclame te brengen in de vorm van zelfpromotie. Dat is de promotie van eigen producten. Het VCM blijft erbij dat een inbreuk op de omroepdecreten werd gepleegd. Een tijdje geleden verkondigde Tony Mary dat hij geen geld meer nodig heeft van de Vlaamse Regering, van de overheid. Hij stelde dat hij het geld wel uit de markt zou halen. Ik heb het gevoel dat de heren Mary en Van Hecke daar volop mee bezig zijn.
In de rechtspraak maakt het aanwijzen van herhalend foutief gedrag de zaken duidelijk. De VRT bezondigt zich echter nog dagelijks aan de overtreding die het VCM vaststelde. De afgelopen weken werd door de VRT bijvoorbeeld enorm veel promotie gevoerd voor dvd's van Bob de Bouwer. Dat is een wereldwijd enorm gecommercialiseerd product. Het gaat om potloden, pennen, brooddozen en geldopbrengende dvd's, want daar zit de grootste winstmarge. Als ik de spots zie op Canvas en op Eén, dan vraag ik me af hoe het kan dat de VRT de terechtwijzing van de VCM vrolijk naast zich neerlegt.
Er is onduidelijkheid over wat mag en wat niet mag bij reclame rond kinderprogramma's. Volgens de VAR, de 'reclameregie' van de openbare omroep, is het kinderkanaal Ketnet 'het sponsorvrije tv-net voor de jeugd met een eigentijdse en jonge styling en presentatie'. Op Ketnet hoort dus geen reclame noch sponsoring. Wat verder staan de aanbiedingen van de VAR voor potentiële adverteerders. Daar lees ik waaruit een sponsorship bestaat: 'Als exclusieve sponsor geniet u van een multimediale return op radio, tv en print, en vanzelfsprekend van samplingmogelijkheden of een creatieve actie tijdens een event'. Events vormen precies de grijze zone waarin het niet duidelijk is wat kan en wat niet kan. Voorbeelden van events op Ketnet zijn Ketnet Freeze, de intrede van Sinterklaas en Eurokids. Die events mogen volgens de VRT wel gesponsord worden. Dat gebeurt bijvoorbeeld door Frutella en Prince-koeken. De VAR biedt dus zelf sponsormogelijkheden aan op Ketnet, een kanaal voor kinderen dat normaal sponsorvrij is. U kunt dit allemaal nalezen op internet. Met alle respect, maar ik betreur deze gang van zaken ten zeerste.
Ik heb begrip voor de opmerking van de voorzitter. Het onderwerp van een aantal van deze vragen valt inderdaad niet letterlijk onder onze taken, maar onder die van het VCM.
De voorzitter: Mijnheer Verstrepen, ik durf zelfs verder te gaan: als u meent dat er sprake is van overtredingen, dan moet u klacht indienen.
De heer Jurgen Verstrepen: Ik wil dat gerust doen, maar is het dan de bedoeling dat wij, parlementsleden, elke dag een klacht indienen?
Minister Geert Bourgeois: Is het misschien de bedoeling dat ik klacht indien?
De heer Jurgen Verstrepen: Het is misschien nuttig dat iedereen een klacht indient.
Minister Geert Bourgeois: De voorzitter heeft gelijk. Het VCM bestaat en heeft een rechtstreekse werking waardoor iedereen een aangifte kan doen of een klacht kan indienen.
De heer Jurgen Verstrepen: Maar het is toch onze taak om misstanden aan de kaak te stellen en er iedereen attent op te maken? Een van mijn vragen luidt dan ook: kan het VCM niet meerdere controles uitvoeren zonder dat wij vaststellingen moeten doen? Tijdens ons bezoek aan de commerciële zender VMMa vielen heel wat commissieleden van hun stoel toen de beeldmontage van door de VRT gepleegde overtredingen werd getoond. Als we het omroepdecreet ter hand nemen, kunnen we inderdaad afleiden dat de controle niet tot onze taken behoort, maar we stellen wel vast dat de overtredingen gebeuren. Het VCM kan de overtredingen slechts één keer vaststellen. Het is dan toch een terechte vraag om de kwestie aan te klagen en om te stellen dat het VCM meer aandacht moet besteden aan de controles. Ik wil gerust klacht indienen.
De voorzitter: Mijnheer Verstrepen, ik verplicht u tot niets. Het staat u volkomen vrij om iets al dan niet te doen. Ik ben - gelukkig voor u - uw schoonmoeder niet. (Gelach)
De heer Jurgen Verstrepen: Ik heb deze vraag om uitleg ingediend omdat ik heb vastgesteld dat vooral de VRT een loopje neemt met de omroepdecreten. Tijdens het wereldkampioenschap wielrennen, een live-uitzending, werden drie overgangen gevuld met een commercial voor Tönissteiner spuitwater en vruchtenlimonade. Het betreft een ex-sponsor van mijn voormalig programma, en dus ken ik de gebruikte technieken. De VRT zal de live-uitzending wellicht als een evenement omschrijven. De commercial werd driemaal getoond: tijdens de kijkcijferpiek toen de winnaar bekend werd, bij de overgang naar Spanje en bij het bloemengooien vanaf het podium. De commercial werd, zonder enige aankondiging dat het om reclame ging - wat gangbaar is bij de commerciële zenders -, door de strot van de kijkers geramd. De auditieve commercial werd zomaar in een live-uitzending gegooid. Er werd zelfs geen pancarte of billboard getoond.
Ik vergelijk even met de commerciële zenders. Tijdens een voetbalmatch op VTM of op Kanaal Twee wordt tussen het eindresultaat en de eerste interviews overgegaan op de commercials van Jupiler. Dat lijkt me nogal logisch, want het betreft een commerciële zender. De VRT en Belgacom hebben nu de voetbalrechten. Ik vraag me proactief af wat we mogen verwachten. Als een wielerkampioenschap wordt omkaderd als een evenement met sponsoring, en we krijgen de commercials gewoon door onze strot geramd, wat kunnen we dan verwachten bij de voetbalmatchen? Als dezelfde techniek wordt gehanteerd, dan zullen we bij elke goal een spot van Jupiler te zien krijgen. 'De grootste Belg' is ook een evenement. Mogen we ons verwachten aan commercials van Mercedes en van De Standaard vlak voor de grootste Belg wordt bekendgemaakt?
De deuren staan wagenwijd open, vandaar mijn bekommernis. Als zoiets kan, kan alles. Ik vind dit over de rand. Ik zal mijn vraag om uitleg effectief omvormen tot een klacht bij het VCM.
Op zich interesseert het me niet wie de reclame maakt. Ik voer op dat vlak geen kruistocht tegen de VRT. Wat me interesseert, is eerlijke concurrentie. Al dikwijls werd er in deze commissie gevraagd waarom we nog geld geven aan de VRT als de zender de commerciële zender wenst uit te hangen. Voor mijn part mag de VRT reclame maken en zich gedragen als een commerciële omroep, maar dan moeten we de definitie van een openbare zender schrappen, de omroep verkopen en privatiseren, en de budgetten verdelen onder de productiehuizen en zenders in Vlaanderen die programma's leveren die volgens bepaalde criteria ten goede zouden komen van de Vlaamse Gemeenschap. We moeten deze discussie durven aangaan. Als de heren Mary en Van Hecke een commercieel station wensen uit te bouwen, dan moeten ze dat maar doen.
Ik vraag me soms af wat we hier allemaal zitten te doen als het om die materie gaat. De geldhonger van de staatszender is ongezien. Het gaat trouwens over de combinatie van geldhonger en commerciële hebzucht. Als we een vraag stellen over de kwestie, worden we telkens opnieuw geconfronteerd met de arrogantie en straffeloosheid van de VRT. De omroep laat duidelijk blijken dat hij doet wat hij wil en dat wij ons daar niet mee mogen moeien.
Het is ongezien dat dat ook gebeurt tegenover het VCM, een nochtans onafhankelijk orgaan. De VRT heeft als eerste, en bij mijn weten ook als enige, geprotesteerd tegen de geldboete voor een overtreding.
De heer Jos Stassen: Dat is het recht van de VRT. We leven immers in een rechtstaat.
De heer Jurgen Verstrepen: Het gaat om een vaststelling van een overtreding door het onafhankelijke instituut VCM. U gaat toch ook niet in beroep tegen een boete bij het te hard rijden?
De heer Jos Stassen: De mogelijkheid om beroep aan te tekenen bestaat.
De heer Jurgen Verstrepen: Het is een strategie als een andere.
Mijnheer de minister, ik vind het vreemd dat we geen klare wijn durven schenken. Als we het probleem aankaarten, worden we er altijd van beschuldigd de VRT kapot te willen maken en een kruistocht tegen de openbare omroep te willen voeren. We moeten ons heel goed bezinnen in die onderhandelingen over de nieuwe beheersovereenkomst. Ik pleit ervoor om er het woord decommercialisering heel duidelijk in op te nemen. Ik meen begrepen te hebben dat u dat ook wenst te doen.
Ik wil nadrukkelijk wijzen op het achterpoortje van de evenementen. Als evenementensponsoring niet duidelijk wordt omschreven, zullen elke week grote tv-shows en evenementen gesponsord worden en dus commerciële reclame verwerken in hun uitzending. Het hek is dan helemaal van de dam. Er zijn mensen geïnteresseerd in producten van de VRT, zoals Radio Donna. SBS heeft dat al laten weten. Laten we een deel privatiseren.
Ik vraag me af of we moeten wachten op een uitspraak van Europa die de VRT sommeert om bedragen terug te betalen. De klacht die momenteel bij Europa loopt, zal misschien niet de enige zijn. Er is enorm veel materiaal voorhanden bij concurrenten van de VRT die in een penibele situatie terechtkomen. De reclamemarkt zit in een dalende trend. Als dit zo doorgaat, dan vrees ik dat een aantal commerciële zenders wel eens in buitenlandse handen kan vallen omdat er geen winstmarges meer zijn. De VRT heeft dan misschien vrij spel. Als Europa de VRT echter veroordeelt en de omroep centen moet terugbetalen, dan denk ik dat de heer Mary heel snel en wat nederiger aan deze deur zal komen kloppen. Waar zal hij het geld anders vandaan halen?
Bent u op de hoogte van de herhaaldelijke inbreuken op omroepdecreten door de VRT? Welke sancties kunt u overwegen? Is het herhaaldelijk onderbreken van live-sportuitzendingen door korte reclamespots sponsoring of zelfs sluikreclame? Dan wil ik het nog hebben over het sponsoren van evenementen op Ketnet. Daar zijn bewijzen genoeg van. Ik wil gerust aan het VCM een cd-rom overhandigen met een aantal montages. Vindt u dat dit kan?
De voorzitter: De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe: Mijnheer Caron, het bezoek van de commissie voor Media aan de Vlaamse Mediamaatschappij heeft me geïnspireerd om deze vraag in te dienen. We hebben een aantal voorbeelden gezien van product placement bij de openbare omroep, bijvoorbeeld in 'Vriend of Vijand' met Palm en in 'Thuis'. Binnenkort gaan we op bezoek bij de VRT. Het zou me niet verwonderen dat we er een filmpje te zien krijgen over overtredingen bij de andere kant.
Ik heb de commentaar van de heer Stassen gelezen en, mijnheer de minister, ik hoor u een beetje hetzelfde zeggen. Het klopt dat dit de taak is van het VCM en dat parlementsleden daarover misschien geen vragen moeten stellen. Ik ben het daarmee gedeeltelijk eens. We zien echter dat de wetgeving dagelijks wordt overtreden. De VCM heeft onlangs voor de eerste keer opgetreden en boetes uitgevaardigd. De openbare omroep overweegt om daartegen beroep aan te tekenen, wat haar goed recht is. Omdat het decreet systematisch wordt overtreden en het VCM als gevolg van een gebrek aan mankracht niet kan of wil optreden, is het de taak van een parlementslid om daar vragen over te stellen en te debatteren.
Ik heb me eergisteren opnieuw ongelooflijk gestoord aan de reclamespot voor het aankondigen van de Champions League. Dit gebeurt met bewegende beelden. Ik ga als burger klacht indienen bij het VCM om dit te laten onderzoeken. Ik ben het beu om steeds reclamespots te moeten bekijken op de VRT.
Ik heb zelf een tijdsopname gedaan van de commerciële blokken na 21.00 uur op zowel de VRT als Kanaal 2. Het resultaat was dat er op de openbare omroep meer tijd werd besteed aan reclame dan op de commerciële zender. In de wetgeving staat dat de VRT mag sponsoren, maar zonder bewegende beelden. Het gaat echter meestal om verkapte reclameblokken. Ik wil veel onder de mat vegen, maar dit vraagt een grondig debat. Ik doe niet aan 'VRT-bashen', maar als we onszelf ernstig nemen, dan moeten we reageren. Ofwel worden de decreten toegepast, ofwel zijn ze niet toepasbaar en moeten we daar lessen uit trekken.
Mijnheer Verstrepen, u hebt een actie opgezet om mensen met een cadeaubon ertoe te bewegen om klacht in te dienen. Dit is in strijd met onze deontologische code. Artikel 6 van deze code laat dit niet toe, maar dit terzijde.
Ik wil even dieper ingaan op het probleem van product placement. Het vroegere Interbrew zou de VRT in 1997 370.000 euro hebben betaald voor product placement van het merk 'Jupiler' in de comedyserie FC De Kampioenen. Hoe meer Xavier dagschotels in beeld bracht, hoe meer het bij wijze van spreken opbracht. Product placement is verboden, maar het werd wel oogluikend toegestaan om de productiekosten te drukken.
Het mediadecreet bepaalt dat reclame en telewinkelen duidelijk herkenbaar en onderscheiden moeten zijn van programma's. Advertenties moeten netjes worden gegroepeerd in reclameblokken. Alle reclame in programma's wordt beschouwd als sluikreclame. Uitzonderingen zijn er voor reclame die behoort tot de gewone leefomgeving of het gewone straatbeeld en die zonder opzet en nadruk in een programma worden getoond. Denk maar aan de reclameborden langs voetbalvelden.
Sinds de mediacommissie tijdens een recent werkbezoek de beeldmontage op de Vlaamse Mediamaatschappij heeft gezien, heb ik al een paar keren naar 'Thuis' gekeken. Daar wordt bier, melk en fruitsap mooi in beeld gebracht. Dat strookt niet met het dagelijkse leven. Niet bij alle gezinnen staat hetzelfde merk bier op tafel, maar in die serie wel. Ik heb daar een probleem mee.
Mijnheer Stassen, ik heb enige ervaring met sportsponsoring. Er wordt duidelijk omschreven wat een sponsor terugkrijgt voor een bepaald bedrag. Ik kan me niet inbeelden dat product placement op televisie niet contractueel is vastgelegd. Als dat niet het geval zou zijn, dan zijn de sponsors grote dommeriken. Als dergelijke contracten toch worden afgesloten, dan is dat een flagrante inbreuk op de mediawetgeving. Ik vind het de taak van een parlementslid om daar vragen over te stellen, eventueel ook in de raad van de bestuur van de VRT. Onze bestuurders zien de overtredingen ook, maar kunnen er waarschijnlijk geen vragen over stellen. Ik vind dit een groot probleem en dit geldt ook voor commerciële omroepen, laat daar geen misverstand over bestaan. Ik pleit opnieuw voor transparantie.
Ik zie een aantal mogelijke oplossingen. Ofwel passen we de wetgeving toe in strikte zin en moet de mediaregulator sterker worden uitgebouwd, ofwel passen we de wetgeving aan omdat ze achterhaald is. Ik wil daar eventueel over praten, maar het mag de grenzen niet opnieuw verleggen. We moeten daar in alle rust over kunnen praten. Product placement kan, maar strikt gecontroleerd en geprofileerd. Zoals het nu loopt, kan het niet langer. Tegen deze mediachaos moeten we optreden. Hetzelfde geldt voor de problematiek van sponsoring met bewegende beelden. De VRT gebruikt dit als verkapte reclamespots. Het voorbeeld van de Champions League spreekt voor zich.
Mijnheer de voorzitter, klopt het dat product placement van Jupiler in FC De Kampioenen 370.000 euro heeft opgebracht? Wie controleert of er bij dergelijke vormen van sponsoring geen elementen aanwezig zijn die in strijd zijn met de huidige mediadecreten? In welke mate is dit conform de wetgeving? Acht u het noodzakelijk om in te grijpen? Zo ja, op welke manier?
De voorzitter: De heer Stassen heeft het woord.
De heer Jos Stassen: Mijnheer de voorzitter, iedereen stelt de vragen die hij denkt te moeten stellen. Ik heb daar geen bezwaar tegen omdat het aanleiding geeft tot boeiende discussies.
Mijn enige bedenking is dat sommigen nogal gemakkelijk trappen in de verkapte uitnodiging die we hebben gekregen van de Vlaamse Mediamaatschappij. De VMMa had duidelijk de bedoeling dat er in het Vlaams Parlement iets zou gebeuren. Het doet me een beetje denken aan vroegere schooluitstappen waarover we twee dagen later een opstel moesten schrijven. Maar nogmaals, iedereen doet wat hij denkt te moeten doen.
De Vlaamse Media Maatschappij heeft dit in beeld gebracht. Ik heb tijdens de live-uitzendingen alleen Tom Boonen zien winnen, en heb dan meteen mijn televisietoestel uitgezet. Ik heb het bewuste fragment dus niet gezien. Ook in de ronde ervoor heb ik het bewuste fragment niet gezien, omdat ik in slaap was gevallen door de slechte wedstrijd. Ik heb de twee mooiste rondes gezien. Maar het is goed dat de overtredingen werden geregistreerd. Over een aantal andere zaken van het programma, bijvoorbeeld toen Palm werd getoond, had ik zelfs nog nooit gehoord. Ik vraag me echter af waarom de Vlaamse Mediamaatschappij zelf geen klacht heeft ingediend tegen de VRT? Dat is mijn grote vraag.
De heer Carl Decaluwe: Als ik u door het rode licht zie rijden, dan dien ik ook geen klacht in.
De heer Jos Stassen: U zult echter niet op de tribune gaan verklaren dat u daar nadeel van hebt ondervonden. De VMMa heeft dat wel gedaan, maar heeft geen klacht ingediend, hoewel ze wel een andere klacht heeft ingediend bij de Europese instanties. Ik vind dat vreemd.
De heer Jurgen Verstrepen: Eerst roept u op tot een pax media, en dan wilt u dat ze een klacht indienen.
De heer Jos Stassen: Regels moeten worden toegepast, en als ze worden overtreden, dan moet dit worden bestraft. Het is aan ons te beoordelen of de wetgeving moet worden aangepast. We hebben, via de gecoördineerde wetgeving, een systeem uitgedacht met het VCM. Die mensen moeten hun werk doen en controleren of de regels worden nageleefd. Als ze vaststellen dat er overtredingen zijn, dan moeten ze het nodige doen. Ik ben geen jurist of lid van het VCM. Het is niet aan mij om te zeggen wie er in overtreding is. Als ik dit alles hoor, denk ik dat er overtredingen zijn geweest. Het is echter niet aan mij om hierover te oordelen. Daar zijn die mensen voor. Ze moeten maar optreden. Wetten moeten worden nageleefd, dus is het een goede zaak dat het VCM hiertegen optreedt en doet wat er moet gebeuren. Als VRT in overtreding is, moet de zender worden bestraft. Hetzelfde geldt voor VTM of anderen. Zo werkt het systeem nu eenmaal. Ik hoop dat dit zoveel mogelijk zal gebeuren. Ik hoop dat het VCM als regulator dat nog meer zal doen, zodat dergelijke discussies hier niet meer moeten worden gevoerd.
De wet moet worden toegepast, maar de vraag rijst vervolgens of de huidige wetgeving nog aangepast is. Ik weet niet veel over product placement, maar ik meen dat wat is gebeurd, in alle programma's gebeurt. Witse rijdt misschien in een Lexus, maar hij kan niet elke dag in een andere wagen rijden. Dat lijkt me normaal in dat soort programma's. De wet moet echter worden toegepast, en de toekomstige regulator moet zoveel mogelijk middelen krijgen om dergelijke discussies te doen ophouden. Hoe meer handhaving, hoe beter.
De voorzitter: De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron: Ik wil een aanvulling geven op het betoog van de heer Decaluwe. We hebben een regelgevend kader. Dat moet worden gerespecteerd. Er kan worden gediscussieerd over evoluties in het medialandschap, en dat kan nopen tot een aanpassing van de wetgeving. Daarvoor zijn we hier. Maar de regels moeten worden gerespecteerd. Ik ben dus geen voorstander van een gedoogbeleid of een media-amnestie. We weten allemaal dat de klassieke reclameboodschap op zijn retour is. Binnen de reclamewereld zelf wordt ze teruggedrongen ten voordele van andere vormen, zoals product placement, de meest moderne vorm van reclame. Dat is een realiteit, maar de regels moeten worden gehandhaafd.
Als er morgen een Vlaamse regulator voor de media komt, dan moet die voldoende bemand zijn om de regelgeving afdwingend te kunnen controleren. Dat is een absolute noodzaak. Ik wil hier geen partij kiezen. Alle zenders moeten gelijk zijn voor de wet. De VRT is echter de openbare omroep van Vlaanderen. De zender moet zeker het voorbeeld geven. We moeten echter ook goed weten wat we ermee doen op financieel vlak. Ofwel is er een hele zuivere situatie, waarbij reclame en sponsoring principieel worden uitgesloten. Dan moeten we ervoor zorgen dat die opdracht duidelijk is en voldoende wordt gefinancierd. Dan moeten we kijken naar de Europese gemiddelden om te weten of we dat doen. Ofwel laten we toe dat de zender zich ook op het commerciële terrein begeeft.
Het is duidelijk dat men zich op de grens van het geoorloofde bevindt. De achterliggende fundamentele discussie betreft echter de financieringswijze en de vraag waarvoor we gaan financieren. Dat moet de komende maanden heel duidelijk worden gemaakt.
De voorzitter: De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe: Ik treed de heer Caron volledig bij. Nogmaals: we zijn voor een sterke openbare omroep. Gemengde financiering is geen enkel probleem. De beheersovereenkomst voorziet in een systeem waarbij men een bonus krijgt als men aan bepaalde performantiemaatstaven voldoet. Ook dat is geen probleem. We zouden misschien kunnen zeggen aan de VRT dat, indien de zender één of twee veroordelingen oploopt bij het VCM, de huidige bonus van 4 percent automatisch wegvalt. Dan zal men wel meermaals nadenken voor men een dergelijke stunt uithaalt. Dit moet mee in rekening worden gebracht in de discussie over de financiering en de beheersovereenkomst. Het lijkt me de moeite om hierover na te denken.
De voorzitter: Mevrouw Hermans heeft het woord.
Mevrouw Margriet Hermans: Ik kan het eens zijn met de meeste leden. We weten allemaal al een hele tijd dat er fundamenteel iets fout zit. We voelen ons een beetje machteloos in deze zaak en moeten inderdaad eens beginnen met het strikt doen naleven van de wetgeving. Daar zijn we jaren te tolerant en te slordig in geweest.
Ook rijst de vraag of onze wetgeving nog genoeg actueel en vooral accuraat is. De jongste tijd gaat het immers allemaal heel snel. Dan gaat het niet alleen over product placement. Terzake komen er Europese maatregelen. Die zullen de zenders dan toch wel naleven, hoop ik. Er zijn nu ook zo veel commerciele spin-offs mogelijk dat het bijna onoverzichtelijk wordt. Als ik me niet vergis stond in het financieel plan van de VRT dat evenementen de zender 2,6 miljoen euro kosten. Dan denk ik: als dat niets opbrengt en zoveel kost, stop dan met die evenementen. Iedereen weet echter dat ze ontzettend veel opbrengen. Dat stond natuurlijk niet vermeld. Zoiets frustreert me sterk en al heel lang.
Men vraagt ons wat we tegen de openbare omroep hebben. Helemaal niets. Ik heb zelfs niets tegen de mensen die daar achter zitten. Zij zijn geweldige commerciële managers. Maar gaat het hier over een toelaatbare opdracht? Is dit geen factor die het hele landschap verstoort? De volgende weken moeten we daarover een ernstige en eerlijke discussie kunnen voeren.
De voorzitter: De heer Verstrepen is het woord.
De heer Jurgen Verstrepen: De essentie is inderdaad het naleven van de decreten. Anders kan men zich afvragen waarom er decreten worden gemaakt.
Ik vind het wat vreemd dat men bang is de openbare omroep te decommercialiseren omdat er dan iemand die rekening zal moeten betalen. Ik heb daarbij wel bedenkingen. We weten hoeveel mensen bij de openbare omroep werken. Tot nu toe hebben we er geen zicht op of de VRT bedrijfsefficiënt wordt geleid met de budgetten die er vandaag zijn.
Het is niet zeker dat, als de commerciële opbrengsten van de openbare omroep worden weggenomen, die omroep zijn taak dan niet meer zou kunnen vervullen. Ik heb nog geen enkel sluitend argument gehoord of een studie of audit gezien wat dat betreft. Alleen zegt de leiding van de Reyerslaan dat ze meer geld nodig heeft. Eerst vroeg ze geld voor de digitale revolutie, maar daarna niet meer. Er blijkt dus dat de VRT eerst heeft geprobeerd geld te halen bij grootvader. Toen dat niet bleek te lukken, was het plots niet meer nodig. Met alle producten die de VRT maakt, komt de zender misschien wel rond met de subsidies die hij krijgt van de Vlaamse overheid. Niemand kan bewijzen dat dit niet mogelijk is.
We zouden de discussie over decommercialisering op een concrete boekhoudkundige basis moeten kunnen voeren. We zouden moeten nagaan of de VRT niet op een andere wijze kan worden bestuurd. We moeten daar niet bang voor zijn, er zijn genoeg voorbeelden in het buitenland. Bij praatprogramma's op commerciële zenders als SBS6 in Nederland, waar ook toezicht bestaat op de reclamewetgeving, slaagt men erin om de logo's die de praatgasten op hun t-shirts dragen en die wellicht de logo's zijn van de sponsor van die bekende Nederlander, te verbergen. Jean-Marie Pfaff zou daar helemaal troebel in beeld komen. Dat gebeurt daar voortdurend, het kan dus wel. Het lijkt me niet zo moeilijk. Als het VCM ter zake meer zou optreden, dan zouden ze het allemaal wel snel leren.
Wie zegt dat de VRT dat reclamegeld nodig heeft? Ik heb daar geen sluitend antwoord op. Met het oog op de komende hoorzitting en begrotingsbesprekingen zou ik meer details willen vernemen. Misschien moet de overheid eens een extra audit laten verrichten om na te gaan of dat geld wel bedrijfsefficiënt wordt besteed.
De voorzitter: Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois: Mijnheer de voorzitter, deze problematiek hebben we al een paar malen besproken. Ze komt straks ook aan bod bij de bespreking van mijn nota, waarin ik, met goedkeuring van de regering, een aantal krijtlijnen heb getrokken. Ik weet dat deze discussie nog niet afgelopen is. We moeten nagaan wat er desgevallend nog moet en kan worden verfijnd. Dat is de taak van het parlement als decreetgever en mijn taak als minister.
Natuurlijk zal ik ingaan op de concrete gevallen, maar net zoals de heer Decaluwe vind ik dat we deze gevallen moeten aangrijpen om een bredere discussie te voeren. De taak van het beoordelen van die gevallen is door de decreetgever toebedeeld aan een onafhankelijk orgaan, namelijk het VCM. Ik ben geen procureur of een initiator terzake. Evenmin wil ik telkens brievenbus spelen, die het VCM er steeds op wijst dat er klachten en opmerkingen zijn. Dat zou immers een schijn van partijdigheid en druk wekken. Dat lijkt me helemaal niet de bedoeling van de decreetgever, die een onafhankelijk VCM heeft gewild. Het VCM doet dat ook in alle onafhankelijkheid en transparantie: alle beslissingen van dit orgaan zijn online raadpleegbaar. Als zou blijken, aan de hand van de rechtspraak, dat we bepaalde zaken moeten wijzigen omdat ze niet sporen met een meerderheidsstandpunt in het Vlaams Parlement, dan kunnen we dit doen. Het is echter niet mijn taak om te bepalen waar het VCM de zaak verkeerd heeft beoordeeld. Dat hebben we ook zo gewild. Ik wil daar ook niets aan veranderen, want anders is er sprake van complete rechtsonzekerheid en nemen we de autoriteit van het VCM weg.
Ik ben het ook eens met wat de voorzitter zei: de VMMa mag zelf klacht indienen. Deze maatschappij heeft de moeite gedaan om een hele reeks programma's waarvan ze meent dat de VRT erin een overtreding heeft begaan, te verzamelen op een cd-rom. De VMMa heeft eerder reeds een klacht ingediend bij de Europese Commissie. Het staat de VMMa vrij om ook bij het VCM klacht neer te leggen. Indien er niemand een klacht indient, dan weet het VCM het niet, tenzij het door onze controles, met de weinige middelen die er momenteel zijn, op de hoogte wordt gebracht.
Ik vind dat de minister niet als brievenbus moet fungeren. De cd-rom met vermeende overtredingen van de VRT die door de VMMa werden geregistreerd, heb ik wel bezorgd aan de VRT. De VRT moet daar kennis van nemen, maar ik heb er nog geen reactie op gekregen. Ik ben van mening dat de VRT een voorbeeldfunctie moet vervullen. Ik kan niet oordelen of hier al dan niet overtredingen zijn begaan. Er is een decretale wetgeving waaraan de VRT zich net als elke andere VOI moet houden. De VRT die zijn middelen van de overheid krijgt en een publieke omroeptaak vervult, moet de decreten en de overeenkomsten naleven.
Naar aanleiding van een onderzoek van het VCM over de naleving van de reclamereglementering werden de VRT, de VTM en VT4 door het VCM beboet na vaststelling van een aantal specifieke overtredingen. Dit gebeurde bij beslissing van 17 juni 2005. Enkel de VRT maakte gebruik van de procedurele mogelijkheid tot het indienen van een bezwaarschrift tegen de betrokken beslissing, maar dit bezwaar werd verworpen bij beslissing van 16 september 2005. Het VCM heeft geantwoord op de bezwaren van de VRT, en daarmee is de zaak beslist. De VRT kan wel nog naar de Raad van State stappen, maar dan gaat het niet meer over een inhoudelijke beoordeling. Daar is wat heisa over geweest die naar mijn oordeel beter had kunnen worden vermeden.
De VRT vervult inderdaad een voorbeeldfunctie inzake de naleving van de reclamereglementering, maar we kunnen de zender niet het recht ontzeggen gebruik te maken van de procedureel vastgelegde beroepsmogelijkheden. De VRT is onafhankelijk en mag dus al die mogelijkheden uitputten.
Het kaderbesluit dat het VCM heeft genomen inzake de controles kan worden geraadpleegd op de website van het VCM. Ik heb reeds op een vorige vraag geantwoord dat het VCM performant bezig is met de beperkte mogelijkheden, middelen en mensen die op dit moment voorhanden zijn.
In het kaderbesluit van het VCM staat wat er wordt verwacht en wat er moet gebeuren inzake monitoring. Ik geef een overzicht: mijn administratie wordt verzocht, onverminderd specifieke onderzoeksopdrachten, op bepaalde tijdstippen en op basis van steekproeven gerichte controles uit te voeren inzake de naleving van de regels over reclame, telewinkelen, telesponsoring en boodschappen van algemeen nut op radio en televisie, deze controles per soort omroepen zoveel mogelijk simultaan uit te voeren waarbij een bepaald schema als leidraad kan worden gehanteerd, minstens eenmaal per jaar een gerichte controle uit te voeren inzake de naleving van de 5- minutenregeling, vastgestelde overtredingen zo snel mogelijk aan het VCM voor te leggen en in het begin van het jaar aan het VCM een algemeen overzicht te geven van alle controles die in de loop van het voorgaande jaar werden verricht zodat die in het jaarverslag kunnen worden opgenomen. Dit is een publiek document dat kan worden geraadpleegd.
Het VCM heeft het kaderbesluit van 22 april 2005 dus uitgevaardigd om regelmatig en gericht een monitoring van de televisie- en radio-uitzendingen van de Vlaamse omroepen uit te voeren. Het zwaartepunt ligt op de monitoring van televisie-uitzendingen, in het bijzonder van de meest bekeken omroepen. Het onderzoek naar uitzendingen van de VRT, de VTM en VT4 van enkele maanden geleden was geen eenmalig initiatief. Het VCM heeft de aanzet die een aantal mensen onder u wenst te geven, dus niet afgewacht.
Naar aanleiding van het onderzoek van de programma's van de VRT, de VTM en VT4 heb ik inderdaad mijn tevredenheid geuit over dit initiatief van het VCM en de gehanteerde aanpak. Regels zijn er om te worden gehandhaafd, zo niet leidt dit tot maatschappelijke onvrede.
Intussen werd eind mei 2005 eenzelfde monitoring uitgevoerd van de uitzendingen van alle overige Vlaamse televisieomroepen, met in totaal zeventien operatieve omroepprogramma's waarvoor nu procedures blijken te lopen. Daarnaast werd ook een monitoring uitgevoerd van de radio-uitzendingen op 21 september 2005 van de VRT met vijf omroepprogramma's, en van beide particuliere landelijke radio's, Q-Music en 4FM. In deze aangelegenheden moeten de beslissingen van het VCM, dat uiteraard zijn eigen procedures respecteert, nog worden afgewacht. Daarnaast is momenteel ook een monitoring bezig van de uitzendingen van alle erkende regionale televisieomroepen.
Ook na de omvorming van het VCM in de Vlaamse Regulator voor de Media, blijft de regulator de rol uitoefenen van toezichthouder op de naleving van de mediaregelgeving, inbegrepen de reclamereglementering. Ik hoop dat de regulator de weg die het VCM inzake de systematische monitoring van de Vlaamse omroepen heeft ingeslagen, onverkort voortzet.
Wat de VRT-uitzending van 25 september 2005 van het wereldkampioenschap wielrennen te Madrid betreft, stelt de openbare omroep - en ik citeer: 'tijdens de betrokken uitzending zes geanimeerde sponsorvermeldingen met een duur van 5 seconden te hebben vertoond, namelijk eenmaal bij het begin van de omkadering van de wedstrijd, eenmaal bij het begin van de wedstrijd zelf, een volgende maal na de aankomst van de renners en voor het begin van het tweede omkaderende gedeelte, vervolgens na het tweede omkaderende gedeelte en voor de cérémonie protocolaire, nogmaals na de cérémonie protocolaire en voor het begin van het derde omkaderende gedeelte en een zesde maal aan het einde van de uitzending.'
De openbare omroep beroept zich voor de uitzending van de sponsorvermeldingen aan het begin en het einde van het programma en van de vier ingelaste sponsorvermeldingen op de toepassing van artikel 106, paragraaf 1 en 3 van de gecoördineerde mediadecreten van 4 maart 2005. Artikel 106, paragraaf 3 bepaalt: 'Bij sportwedstrijden en bij op soortgelijke wijze gestructureerde evenementen en opvoeringen met pauzes mag de sponsorvermelding, bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, tussen de zelfstandige onderdelen of tijdens de pauzes geanimeerd zijn.'
De heer Decaluwe heeft gezegd dat het onze taak is na te gaan of de decreetgeving al dan niet verandering of bijsturing vergt. Het VCM zal dan onafhankelijk controleren. Ik ben ook verbaasd dat er in artikel 106 een onderscheid wordt gemaakt tussen de programmaonderdelen wanneer het gaat over sport en andere programma's. Er mag altijd animatie zijn bij elke sponsoring, behalve bij sponsorvermeldingen bij het begin of het einde van een algemeen programmaonderdeel. Bij sport mag dit wel.
Ik zoek een beetje tevergeefs naar de ratio legis. De ene keer mag het dus wel, de andere keer niet. De vraag is natuurlijk ook wat precies kan worden verstaan onder evenementen, programmaonderdelen, enzovoort. We moeten nagaan of er nood is aan een betere omschrijving en aan meer rechtszekerheid. De decreetgever heeft inzake animatie een duidelijk onderscheid gewild. Dat is de regel die de VRT mag toepassen. Daarover kan geen discussie bestaan. Wel is het onze taak om na te gaan of sommige regelgevingen niet moeten worden verfijnd of aangepast.
Of de uitzendingen van de sponsorvermeldingen in kwestie een inbreuk betekenen op de goede toepassing van de mediadecreten, is een vraag die moet worden beantwoord door het VCM. Ik ben niet op de hoogte van enig onderzoek van het VCM, of van enige klacht of ambtshalve procedure inzake het betrokken programma. Bemoeiingen van mijn kant bij de uitoefening van het toezicht op de naleving van de reclameregelgeving lijken mij niet aangewezen en niet verenigbaar met de autonomie van het VCM in deze aangelegenheden.
Wat de vergoedingen betreft die door Inbev, het vroegere Interbrew, aan de VRT zouden zijn betaald, heeft het VCM in juni van dit jaar in het kader van een onderzoek en op eigen initiatief reeds specifieke vragen gesteld aan de VRT. De VRT deelde het VCM mee dat de beweringen in het blad Trends waarin gewag wordt gemaakt van de vergoeding door Inbev ten bedrage van 370.000 euro voor het tonen van hun producten in de comedyreeks FC De Kampioenen bij wijze van productplacement niet stroken met de realiteit.
Volgens de VRT zou het bedrag van 370.000 euro betrekking hebben op de vergoeding die Inbev als alliantiepartner van zowel Eén als Canvas aan de VRT betaalt als sponsorvergoeding voor de duur van een alliantiepartnerschapovereenkomst van 28 maanden. In ruil voor hun sponsoring verkrijgen de alliantiepartners een sponsorbillboard aan het begin en einde van de door hun geselecteerde programma's.
Het programma FC De Kampioenen behoort evenwel niet tot het door Inbev geselecteerde programmapakket. Blijkbaar sponsort de Nationale Loterij het programma in kwestie en krijgt hiervoor de uitzending van een billboard voor en na het programma.
Nog volgens de VRT is er een afspraak tussen de VRT en Inbev waarbij 'Inbev een aantal bierproducten ter beschikking stelt en ook instaat voor het onderhoud van de tapinstallatie, die als rekwisieten moeten worden beschouwd aangezien het programma zich grotendeels afspeelt in het café van FC De Kampioenen. De afspraak blijft daarbij beperkt tot de levering van de vermelde goederen en diensten en er zou van enige bijkomende financiële vergoeding met oog op vermelding of vertoning tijdens de reeks geen sprake zijn.'
Het VCM bevestigt mij dat na de kennisneming van de aan VRT gevraagde toelichting geen verdere onderzoeken of procedures werden ondernomen. Het blijft evenwel de loutere bevoegdheid van het VCM te oordelen in welke gevallen het tot een procedure of tot een mogelijke beteugeling komt. Dit is ook in het verleden en ook onlangs nog gebleken bij de beslissingen van 17 juni 2005 naar aanleiding van de monitoring van uitzendingen van VRT, VTM en VT4.
Als minister van Media moet ik niet zelf ingrijpen. Ik signaleer wel dat de Europese Commissie op dit ogenblik een herziening overweegt van onder meer de bepalingen van de richtlijn Televisie zonder Grenzen voor wat reclame, sponsoring en telewinkelen betreft. Daarbij zal eveneens worden onderzocht in welke mate productplacement specifiek moet worden gereglementeerd. De Europese Commissie heeft aangekondigd een eerste ontwerp van richtlijn te lanceren tegen eind dit jaar. Van zodra de herziening van de richtlijn een feit is, zullen de doorgevoerde wijzigingen moeten worden omgezet in Vlaamse regelgeving, desgevallend aangevuld met specifieke accenten van de Vlaamse overheid.
Ik beweer niet dat de heer Verstrepen heeft gezegd dat de VRT overgefinancierd is. Hij heeft wel gezegd dat de VRT heel veel personeel in dienst heeft. U weet dat er al een vergelijkend onderzoek werd gevoerd naar de financiering van publieke omroepen in Europa. Daaruit blijkt dat de VRT niet tot de best gefinancierde omroepen behoort. Integendeel, enkel voor de RTBf, de Portugese en de Ierse zenders is er minder financiering. In Nederland is er veel meer financiering, maar natuurlijk is het systeem daar anders. In de Scandinavische landen en Oostenrijk is er ook veel meer financiering. Ik doe hierover geen uitspraken. De Europese Commissie voert trouwens momenteel een onderzoek naar overfinanciering. Laten we daarvan het resultaat afwachten. Met de middelen die er nu zijn en in het licht van de publieke opdracht van de VRT, herhaal ik nog eens dat de VRT een heel performante publieke omroep is. De VRT investeert ook veel in fictie en in programma's. Die kosten veel geld. Bovendien genereren ze afgeleide tewerkstelling, bijvoorbeeld op het vlak van productie. Dat is een niet onbelangrijke factor van de tewerkstelling in deze specifieke dienstensector.
Ik herhaal evenzeer dat het niet de taak is van de VRT om de grenzen van de wettelijkheid op te zoeken of zelfs te overschrijden. De VRT heeft een voorbeeldfunctie. Als het parlement regels vastlegt, moet de VRT binnen de lijnen kleuren. Er kan eens iets fout gaan, maar het moet altijd de bedoeling zijn om binnen de lijnen te blijven.
We kunnen conclusies trekken. Het is onze taak na te gaan of de regelgeving moet worden aangepast of verfijnd. Ik verwijs naar de nota die op komst is over het commerciële aspect van de VRT in de toekomst. We moeten erover nadenken of er eventueel verfijningen of bijsturingen moeten gebeuren. Denken we maar aan de definitie van een evenement, aan artikel 106 met de diverse paragrafen, aan het onderscheid tussen programma's met en zonder animatie, aan de vraag of de regeling aanleiding geeft tot artificiële onderbrekingen en aan de programmaonderdelen. Op het ogenblik is er een wettelijk kader en dat moet het richtsnoer zijn voor iedereen.
Het is mijn taak ervoor te zorgen dat de regelgeving die u goedkeurt, wordt gehandhaafd. Als u dat goedkeurt, komt er een regulator met meer middelen en mensen. We moeten nu manueel programma's opnemen, onderzoeken, timen en zo meer. We hebben nood aan audiometrie. Als de VRM mensen en middelen krijgt, zal hij de taak die nu door het VCM wordt uitgevoerd, meer nauwgezet kunnen doen. We betuttelen niet. Het is niet mijn bedoeling allerlei rigide regeltjes op te leggen. Ik wil goede regels die kunnen worden nageleefd. Ik verwacht wel dat iedereen de regels naleeft, ook de commerciële omroepen en de radio's.
Het VCM - en in de toekomst ook de VRM - moet in alle onafhankelijkheid zijn taak kunnen blijven uitvoeren. De VRT moet een voorbeeldfunctie vervullen in deze aangelegenheid.
De voorzitter: De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw heel erg duidelijke en uitgebreide antwoord. Ik ben blij dat het VCM de monitoring doet van een aantal programma's op heel diverse radio- en televisiezenders. Ik wacht samen met u de resultaten af.
Ik deel in elk geval ook uw bekommernis over de autonome opstelling van het VCM en van de toekomstige regulator.
Ik ben blij met de duidelijke herbevestiging dat we in Vlaanderen over een performante omroep beschikken. Helaas moeten we vaststellen dat de omroep tot de slechts gefinancierde van Europa behoort.
De voorzitter: De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Het wordt heel grappig als ook een valpartij waardoor een koers even stopt, als een pauze in een evenement kan worden beschouwd. Er kan in alle richtingen een loopje worden genomen met de regels.
U had het over het groot aantal personeelsleden en de over- of onderfinanciering van de openbare omroep. Ik wik mijn woorden: op een deel van de financiering van een aantal programma's hebben wij geen zicht. Ik heb hierover al eens een vraag gesteld aan de openbare omroep, maar ik heb geen antwoord gekregen. Er zijn exclusieve productiehuizen die quasi blanco cheques krijgen om goede producties te maken. Er is echter geen zicht op de commerciële deals in de productiefaciliteiten, in de productiekostprijs, in de locaties, in de aankleding en dergelijke. Ik kan zo een hele lijst geven van details. Die deals zijn niet opgenomen in de boekhouding van de openbare omroep. Ze horen er ook niet in, maar het gevolg is dat we geen zicht hebben op de zaak. Een product wordt aangekocht door de openbare omroep en uitbesteed. Dat gebeurt aan de hand van sluitende budgetten. De achterliggende deals kennen we niet. Ik pleit er natuurlijk niet voor dat de overheid eist de boekhouding van alle productiehuizen in detail te bekijken, maar we mogen niet uit het oog verliezen dat er een aantal 'hofleveranciers' zijn die afhangen van de openbare omroep. Op die grijze zone hebben wij geen zicht.
Ik wil nog even de aandacht vestigen op de kinderevenementen. De openbare omroep kan die laten sponsoren en kan door een lacune in de wetgeving reclamespots uitzenden. Als sinterklaas binnenkort op zijn troon gaat zitten of van de boot stapt, zal de openbare omroep dat als een pauze kunnen beschouwen en een spot van bijvoorbeeld Frutella of Choco Prince tonen. Zoiets mag de VTM zelfs niet doen. Misschien bent u gebonden aan de wetgeving en kunt u terzake niets doen, maar het kan toch niet dat kinderen die spots te zien krijgen op de openbare omroep, terwijl ze elke ochtend in hun klasje te horen krijgen dat ze geen snoep mogen meebrengen naar de school. Ik heb hier een waanzinnig probleem mee.
In uw antwoord hebt u niet gezegd hoe u tegenover de sponsoring bij kinderevenementen op de openbare omroep staat. Er wordt immers reclame getoond aan een jonge, heel beïnvloedbare doelgroep. We discussiëren hier wel over het belang van de vijfminutenregeling, maar de VRT kan alle regels aan zijn laars lappen.
De voorzitter: De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik heb toch goed begrepen dat er een evaluatie van de decreetgeving op komst is? Die evaluatie werd trouwens ook aangekondigd in het regeerakkoord.
We moeten de sponsoring op de openbare omroep beperken tot evenementen. Dat is de kapstok. Die moet worden gebruikt om alle andere aspecten te verfijnen. De interpretatie van een evenement door de VRT tijdens het wereldkampioenschap wielrennen kan niet door de beugel. Het overschakelen van de ene reporter op de andere kan niet als een pauze worden beschouwd. Misschien kan dit volgens de juridische benadering stricto sensu, maar zeker niet volgens de bedoeling achter het decreet. Dat blijkt uit de hele discussie die we destijds hebben gevoerd. Als de VRT de kwestie tot en met juridisch wenst uit te spelen, dan moet het parlement duidelijke stellingen poneren in een wetgeving die klaar en duidelijk is. Een mogelijk gevolg daarvan is dat er niets meer zal kunnen.
Mijnheer de minister, u kunt er niets aan doen, maar het is geen goede zaak dat u voor het antwoord op onze vragen een beroep moet doen op de antwoorden van de VRT. Ook het VCM verwijst naar de antwoorden van de VRT. De cruciale vraag is natuurlijk of het VCM ook inzage heeft in de contracten. Als aan product placement wordt gedaan, dan is er ongetwijfeld een contractuele regeling. Het kan dat die regeling via productiehuizen verloopt. Het is niet nodig dat wij zien hoe alles in elkaar steekt, maar het VCM moet het recht hebben om de contracten op te vragen en te onderzoeken of ze conform de wetgeving zijn.
Straks krijgen we een toelichting over de Regulator voor de Media. Desnoods dienen we amendementen in op het ontwerp van decreet waardoor het VCM die zaken in alle beslotenheid kan controleren. Het gaat niet op dat het VCM zich moet beperken tot een antwoord van de heer Van Hecke of de heer Mary.
De voorzitter: De heer Stassen heeft het woord.
De heer Jos Stassen: Mijnheer de voorzitter, ik merk dat de discussie verschuift naar het ontwerp van decreet over de Vlaamse Regulator voor de Media. Er worden reeds verregaande conclusies getrokken waardoor de VRM heel veel bevoegdheden zal krijgen, denken we maar aan het onderzoeken van contracten en dergelijke. We moeten deze discussie later voeren.
Mijnheer de minister, het gebeurt zelden, maar nu ben ik erg tevreden met uw antwoord. U hebt duidelijk herhaald binnen welk kader u optreedt en u hebt erop gewezen dat de onafhankelijkheid van het VCM heeft geleid tot de huidige werkwijze van die instelling. Dat is een goede zaak. Hoe meer controles, hoe beter. Het VCM moet onafhankelijk kunnen oordelen en uitspraken doen. U hebt ook duidelijk gemaakt dat wij niet zomaar kunnen stellen dat iets tegen de regels is. We kennen het decreet blijkbaar niet tot in elk detail, want wat is gebeurd, blijkt juridisch wel te kunnen. (Opmerkingen van de heer Carl Decaluwe)
De meerderheid moet erover oordelen of het decreet moet worden aangepast.
De heer Carl Decaluwe: Leest u de Memorie van Toelichting bij het decreet ook eens.
De heer Jos Stassen: Het is niet aan mij om te beslissen of iemand een overtreding heeft begaan, het VCM moet overtredingen vaststellen. Degene die beschuldigd wordt, kan zich verdedigen.
Ik ben ook blij dat het indianenverhaal over FC De Kampioenen uit de wereld geholpen is.
De heer Carl Decaluwe: Het kan niet dat de schijn wordt gewekt dat vraagstellers de wetgeving niet kennen. Ik zal me in elk geval goed voorbereiden op het komende decretale werk. Laat het een les wezen dat in de rechtstaat niet alleen het decreet een rol speelt, maar ook de Memorie van Toelichting en de verslaggeving van de antwoorden van de minister op concrete, gedetailleerde vragen. Bij het op stapel staande decretale werk zullen we een batterij aan vragen stellen. We zullen over concrete punten vragen of ze kunnen of niet. De antwoorden zullen het decreet helpen verfijnen. We zullen ons ongelooflijk goed voorbereiden.
De heer Jos Stassen: Ik ben geen jurist, maar ik weet dat de rechtbank een oordeel velt aan de hand van de wet, de commentaren erop en in laatste instantie eventueel ook wat werd besproken in het parlement. In elk geval is het aan de rechtbank om een oordeel te vellen.
In deze concrete zaak is het de taak van het VCM om een oordeel te vellen. Hopelijk werd er tijdig een klacht ingediend tegen de gebeurtenissen tijdens de uitzending van het wereldkampioenschap wielrennen in september. Als dat het geval is, zal het VCM een oordeel vellen.
Mijnheer Decaluwe, het was niet mijn bedoeling uw persoonlijke kennis in twijfel te trekken. Als dat zo overkwam, dan wil ik me daarvoor excuseren. Ik stelde alleen vast dat de minister tot zijn eigen verwondering twee artikels kon voorlezen waaruit blijkt dat er een uitzondering wordt gemaakt voor beweegbare beelden bij sport. Daaruit blijkt dat het nodig is de wetgeving exact te kennen. Dat is een taak van het VCM zodat het kan oordelen of er een overtreding is geweest. Het is niet mijn taak om daarover te oordelen en - met permissie - ook niet de uwe.
De voorzitter: Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois: Als ik het goed begrijp, zullen sommige collega's een cd-rom bezorgen aan het VCM. Het commissariaat zal dus oordelen of in de zaak van het wereldkampioenschap artikel 106 is toegepast.
Als we wijzigingen doorvoeren, dan zullen we streven naar sluitende wetgeving. Als we goede omschrijvingen maken, dan is het voor elke actor duidelijk, ook voor diegene die moet oordelen over de toepassing van de regels.
Mijnheer Caron, de overheidstoelage is in vergelijking met andere Europese landen aan de lage kant. De middelen zijn beperkt. Het is een uitdaging om met minder geld toch kwaliteit te leveren. Er zijn nog overheidsinstellingen die dat moeten doen. De VRT slaagt daar mijns inziens in. Als Toerisme Vlaanderen zich op de internationale markt begeeft, is dat ook een kleine speler die er toch in slaagt goed werk te leveren.
Mijnheer Verstrepen, u had het over de transparantie van productiehuizen. Als het VCM klachten onderzoekt, kan het ook contracten opvragen. Dat is ook gebeurd in de dvd-zaak. Het VCM handelt op een onafhankelijke manier, en ik zal dan ook niet bepalen hoe er moet worden gewerkt.
We moeten nagaan of de wetgeving moet worden verfijnd zodat er geen discussie meer is. Ik denk bijvoorbeeld aan de onderbreking van een sportprogramma. Is die artificieel of is het een natuurlijke pauze? We moeten ook rekening houden met de richtlijnen van Europa.
De voorzitter: Mevrouw Hermans heeft het woord.
Mevrouw Margriet Hermans: Ik wil enkel de geschiedenis schetsen van de rare kronkel in de wetgeving. Er werden op het moment van de Olympische Spelen in Atlanta heel wat sportprogramma's aangeboden vanuit het buitenland, waarin bijvoorbeeld reclame voor Toyota zat. De VRT vroeg zich af of dit steeds geknipt moest worden. Dat was al te belachelijk, en daarom is de kronkel ingevoerd om het programma te kunnen blijven uitzenden waarbij de reclame uit Amerika werd vervangen door reclame of sponsoring van hier.
De heer Jurgen Verstrepen: Ik heb nog geen antwoord gekregen op mijn vraag over het sponsoren van kinderprogramma's.
Minister Geert Bourgeois: De huidige wetgeving maakt geen onderscheid in sponsoring van het soort programma's. Het VCM moet oordelen of er overtredingen zijn.
Ik ben voorstander van een onafhankelijke, transparante VRT. We moeten nadenken over een aanpassing van de wetgeving. Mijns inziens moet dat niet gebeuren voor kinderprogramma's omdat de regelgeving duidelijk is. Ik wil hiermee echter geen voorafname doen van het debat. De vraag of het decreet al dan niet wordt toegepast, is niet dezelfde vraag of er een wijziging van de wetgeving moet komen.
De voorzitter: Het incident is gesloten.