Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 30/06/2005
Vraag om uitleg van de heer Bart Caron tot de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, over het bestaande radio-akkoord
Vraag om uitleg van de heer Jurgen Verstrepen tot de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, over het samenwerkingsakkoord omtrent het BIPT en de blokkering door de Franse Gemeenschap
De voorzitter: Aan de orde zijn de samengevoegde vragen om uitleg van de heer Caron tot de heer Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, over het bestaande radio-akkoord, en van de heer Verstrepen tot minister Bourgeois, over het samenwerkingsakkoord omtrent het BIPT en de blokkering door de Franse Gemeenschap.
De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dit probleem is bekend. In deze commissie is het naar aanleiding van uw beleidsnota en talloze andere malen, helaas, aan de orde gekomen. Dat is geen verwijt, maar een vaststelling. Blijkbaar zijn interventies van Vlaamse zijde vergeefse moeite. U bent daar ook niet uitsluitend verantwoordelijk voor, mijnheer de minister. Dat begrijpen we. Het blijft een probleem dat Franstalige en Waalse radiozenders onze eigen zenders storen. Dat gaat blijkbaar heel erg ver. Het ontbreekt uw federale collega, minister Verwilghen, blijkbaar aan doortastendheid om terzake op te treden, zelfs na de uitspraken van de Raad van State.
Ik zal niet in detail ingaan op deze zaak. Ik wil gewoon een stand van zaken vragen. Hebt u onlangs nog overleg gepleegd met minister Verwilghen opdat de maatregelen en regels in verband met het zendbereik en het storen van Vlaamse zenders zouden worden nageleefd? Wat zijn de gevolgen voor het samenwerkingsakkoord als de Franstalige zenders de gemaakte afspraken met voeten blijven treden? Is het dan nog wel van toepassing op onze eigen zenders? Dan heb ik het over hun zendvermogen in kilowatt en dergelijke meer. Overweegt u andere maatregelen te nemen? Zo ja, welke?
De voorzitter: De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik ga al evenmin een lange inleiding geven. We kennen deze problematiek allemaal. U hebt dit dossier geërfd van uw voorgangers. Ik was verheugd, wellicht net als heel wat bezitters van vergunningen voor radiofrequenties, toen ik las dat er een einde zou komen aan die etherchaos.
Mijnheer de minister, welke maatregelen hebt u ondertussen genomen om dit nog hard te maken en ervoor te zorgen dat de Vlaamse radiozenders niet langer worden gestoord en dat het BIPT de reeds lang aangekondigde rol van etherpolitie op zich kan nemen? Er moet inderdaad ook overleg zijn met federaal minister Verwilghen. Hebt u al verder met hem gesproken om hem ervan te overtuigen dat dit akkoord moet worden nageleefd, of zit die zaak geblokkeerd? Blijft u bij het standpunt dat u in de pers hebt ingenomen dat u het samenwerkingsakkoord inzake het BIPT zoals dat nu ter tafel ligt niet zult ondertekenen? Zo ja, welke oplossing hebt u bedacht om vooralsnog een overeenkomst te bereiken?
Kunnen er geen uitzonderingen worden gemaakt voor een aantal Vlaamse erkende radiozenders, waarvan expliciet wordt bewezen dat ze last hebben van die storingen van over de taalgrens? Ik weet dat we niet kunnen beslissen over de technische kant van de zaken, maar kan hun geen ander zendvermogen worden toegewezen opdat ze hun comfortzone kunnen bereiken? Met andere woorden, als ze buiten de parameters van hun erkenning gaan, dan zouden ze met rust worden gelaten. Als dit dossier geblokkeerd blijft, kan deze harde aanpak misschien een oplossing geven.
De voorzitter: De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, wat er gebeurd is, verbaast ons niet. Het is de voorbije jaren ook al gebeurd. De lokale radio´s zijn daar opnieuw het slachtoffer van. Het frequentieplan is ongeveer een jaar oud. Op basis van de e-mails die ik uit heel Vlaanderen krijg, heb ik de indruk dat de situatie voor de lokale radio´s niet beter, maar slechter is geworden. Dat is een nuchtere vaststelling. Destijds hebben technische specialisten beweerd dat meer lokale radio´s met een groot zendvermogen helemaal geen probleem zouden opleveren. Toch stellen we vandaag iets anders vast.
Mijnheer de minister, het optreden van minister Verwilghen is abominabel zwak. Als bevoegd minister laat hij maar betijen. We kunnen echter weinig doen behalve dit vaststellen. De Raad van State heeft een aantal uitspraken gedaan. Ook daarvan trekt men zich niets aan. De vraag rijst of er in dit dossier nog echt sprake is van een rechtsstaat. Ik heb de indruk van niet. Dit wordt een complete chaos.
De vraag is wat er terzake kan worden gedaan. Ik heb de indruk dat Vlaanderen akte moet nemen van de gebeurtenissen, maar in feite niet veel kan doen. Men kan natuurlijk kiezen voor de confrontatiestrategie, waarbij ook aan Vlaamse kant de zendvermogens worden opgedreven. Dat was mijn eerste impulsieve reactie, maar uiteindelijk zullen opnieuw de kleinsten het slachtoffer worden. Dat lijkt me dus geen goede benadering.
Mij lijkt er maar één goede benadering te zijn, die ons echter vandaag niet kan helpen, namelijk het probleem van het ether-terrorisme aankaarten in 2007 of misschien vroeger, als het Forum ooit nog zou beginnen met zijn werkzaamheden. Dan moeten we radicaal streven naar een volledige overheveling van de bevoegdheden inzake telecommunicatie, met alles erop en eraan, van de federale naar de Vlaamse overheid, in combinatie met Europa. Daarbij zou het BIPT worden omgevormd tot een confederaal orgaan, waarin ook de gemeenschappen zetelen. Dat lijkt me de enige manier om dit op te lossen.
Een ander element van de oplossing zou de zogenaamde?zero base´ kunnen zijn. We hebben het hier al over gehad. Ik ben er nu geen voorstander van, maar misschien zou dit wel een optie kunnen zijn, in het licht van de onderhandelingen in 2007. Als er een bevoegdheidsherverdeling komt, zouden we misschien die zero-basebenadering kunnen hanteren of opnieuw het frequentieplan bekijken. Dat is misschien de enige mogelijkheid om op termijn wat rust in de sector te krijgen. Iedereen in Vlaanderen heeft goede bedoelingen, maar één partner doet steeds flagrant niets en de voogdijminister laat betijen. Welke wapens hebben we dan nog? Geen, denk ik.
Mijnheer de minister, wat is nu de stand van zaken? Wat is uw visie op de toekomstige staatshervorming wat dit betreft? Bent u bereid, mocht blijken dat er in 2007 en 2008 beweging is op dit vlak, opnieuw te bekijken of een zero-basebenadering of een aanpassing mogelijk is, opdat er wat rust in de sector zou komen en de lokale radio´s het zendcomfort zouden krijgen waarop ze recht hebben?
De voorzitter: Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois: Er is hier gezegd dat dit niet uitsluitend mijn verantwoordelijkheid is. Eigenlijk is dit niet mijn politieke verantwoordelijkheid. Dat heb ik al herhaaldelijk duidelijk gemaakt. Wel probeer ik de wapens die ik heb, te gebruiken om een oplossing te vinden. De wapens tegen de etherchaos en de piraterij zijn echter in handen van de federale overheid. Het is die overheid die ze moet hanteren. Ik wil proberen te bewerkstelligen dat dit gebeurt, maar ik draag geen politieke verantwoordelijkheid wat de handhaving betreft. Ik sluit me dus aan bij de heer Decaluwe wanneer hij zegt dat de beste oplossing erin bestaat dat we de volledige bevoegdheid krijgen. We moeten er alles aan doen om dit te realiseren, hetzij via het Forum, als dat er ooit nog komt, hetzij in 2007.
Mijnheer Decaluwe, ik heb meer moeite met uw stelling dat we een zero-basebenadering moeten hanteren. Nederland heeft er tien jaar over gedaan om de zaak opnieuw op te bouwen. Misschien is een dergelijke benadering wel nodig bij de Franse Gemeenschap. Daar heerst immers een complete chaos. De toestand is daar slechter geworden, niet juridisch of politiek, maar wel op het terrein. Er zijn nog zeventien piraten die geen vergunning hadden en waartegen de Conseil Supérieur de l´Audiovisuel opnieuw niet is opgetreden.
De chaos en de onwettigheid worden aan de andere zijde van de taalgrens nog erger. Ik ben echter niet van oordeel dat we voor sommige van onze zenders uitzonderingen moeten toestaan. Dan gaan we zelf problemen krijgen. De FM-band zit helemaal vol. Dit is een zeer fragiel evenwicht en akkoord. Ook internationaal zullen we dan problemen krijgen. Tot nu toe hebben we steeds het standpunt gehuldigd dat we ons aan de wet houden. We hebben ons landschap geregeld en vergunningen verstrekt. We vragen dat onze zenders dat naleven. Dat is voor mij ook de enige mogelijke wijze om me op te stellen in het Overlegcomité. We zouden onze geloofwaardigheid verliezen, mocht we zelf buiten de lijnen kleuren.
Dat neemt niet weg dat de toestand erg vervelend is, niet alleen voor de lokale radio´s, maar in de eerste plaats ook voor hun luisteraars, wier luistercomfort wordt gestoord op een onaanvaardbare wijze. Wat de feiten betreft, zijn we er dus misschien niet beter aan toe, en in bepaalde gevallen zelfs slechter. Toch kan ik zeggen, ook al deel ik uw zorgen, dat we nu verder dan ooit staan inzake de slagkracht van het BIPT als etherpolitie, onder de hoede van de federale overheid.
Ik geef eerst een stand van zaken over het samenwerkingsakkoord, de etherpolitie en de co?rdinatie van de frequentieplannen. Aansluitend bij het arrest van het Arbitragehof van 14 juli 2005 keurde het Overlegcomité op 20 april 2005 een ontwerp van samenwerkingsakkoord goed?betreffende het wederzijds consulteren bij het opstellen van regelgeving inzake elektronische communicatienetwerken, het uitwisselen van informatie en de uitoefening van bevoegdheden met betrekking tot elektronische communicatienetwerken door de regulerende instanties bevoegd voor telecommunicatie of radio- en televisieomroep´. Dat gaat dus over het BIPT en de wijze waarop we een en ander in de praktijk zullen regelen.
De Vlaamse Regering heeft vanaf het begin mijn stelling verdedigd dat dit samenwerkingsakkoord maar kan als het deel uitmaakt van een integrale regeling, waarvan ook de etherpolitie en de frequentieco?rdinatie deel uitmaken. Dat is het standpunt dat we vooraf hebben bekendgemaakt en hebben verdedigd tijdens de bijeenkomst van het Overlegcomité. De Vlaamse Regering vroeg en verkreeg naar aanleiding van voornoemd samenwerkingsakkoord van de federale overheid garanties voor een adequate uitoefening van de rol van etherpolitie door het BIPT. Er werd onder meer afgesproken dat het BIPT zou optreden tegen radio´s die storingen veroorzaken, en dit rechtstreeks op basis van de wet op de elektronische communicatie, die op 13 juni 2005 werd uitgevaardigd.
Daarnaast vroeg de Vlaamse Regering aan de federale overheid om binnen de kortst mogelijke termijn een KB uit te vaardigen waarin de uitoefening van de rol van etherpolitie door het BIPT wordt geregeld, en op basis waarvan het BIPT moet optreden tegen radio´s die storingen veroorzaken.
Het betrokken voorstel van KB werd, conform onze vraag, voorgelegd aan het Overlegcomité op 8 juni 2005. De betrokken regeringen werd gevraagd hun opmerkingen mee te delen tegen 30 juni 2005. Het KB zal dan opnieuw worden voorgelegd aan het Overlegcomité op 6 juli 2005. Dit KB regelt voor het eerst de uitvoering van de rol van etherpolitie door het BIPT zonder voorafgaande tussenkomst van de gemeenschappen. Dat was mijn uitdrukkelijke vraag. Ik heb zelfs nog moeite moeten doen om de notificatie van het Overlegcomité terzake te laten aanpassen. We waren dat overeengekomen, maar men was die aanpassing toevallig vergeten. Tijdens een volgende vergadering heb ik er op gestaan dat dit daadwerkelijk zou gebeuren.
Zolang het uitoefenen van de rol van etherpolitie door het BIPT afhankelijk wordt gemaakt van een voorafgaand akkoord van de gemeenschappen, zal die etherpolitie immers dode letter blijven. De aanpassing is dus een grote stap voorwaarts. Dit wordt echter ondergraven door de overgangsbepaling die in het KB is opgenomen en die absoluut onaanvaardbaar is. Uit de tekst die werd voorgelegd, blijkt immers dat het ontwerp-KB wat het uitoefenen van de rol van etherpolitie betreft voorlopig niet van toepassing is op klank-radio-omroepstations die vooraf een vergunning hebben gekregen en die vanaf 1 januari 2002 overeenkomstig deze vergunning uitzonden, en dit tot de ministers die bevoegd zijn voor de telecommunicatie beslissen dat artikel 4 ook voor deze stations in werking treedt.
Dit is natuurlijk niet in overeenstemming met de garanties die de Vlaamse Regering had gevraagd en gekregen. In hetzelfde KB wordt uitstel ad infinitum opgenomen voor radio´s die een vergunning hebben gekregen. In de praktijk betekent dit dat voor de Vlaamse radio omroepen, die werken met erkenningen uit 2003, de rol van etherpolitie onmiddellijk kan worden uitgeoefend door het BIPT. Het frequentieplan van de Franse Gemeenschap werd echter geschorst in 2002. Ondertussen zijn de Franstalige radio-omroepen nog steeds actief, en dit met gebruik van hun erkenningen en vergunningen die dateren van voor die datum. Voor deze Franstalige radio´s - in de praktijk dus allemaal - zal het BIPT de rol van etherpolitie niet uitoefenen tot de bevoegde ministers daartoe beslissen. Dit impliceert dat storingen van Vlaamse radio-omroepen nogmaals voor maanden of langer worden gedoogd. Het impliceert eveneens dat de illegale toestand die in de jaren 1993 en 1994 werd gecreëerd, doordat de Franse Gemeenschap in die periode aan radio´s op eenzijdige wijze hoge vermogens heeft toegekend, blijft voortduren.
De betrokken overgangsbepalingen negeren ook de schorsingen die de Raad van State heeft uitgesproken tegen radio-omroepen uit de Franse Gemeenschap. Deze radio´s kunnen nu immers actief blijven zonder te worden getroffen door de etherpolitie. Intussen is bovendien gebleken dat de Conseil Supérieur de l´Audiovisuel zelfs niet optreedt tegen radio-omroepen die onmiskenbaar illegaal uitzenden. Artikel 4 over de etherpolitie zal pas in werking treden als er een akkoord bestaat over de frequenties waarover nog betwisting bestaat tussen de gemeenschappen. Reeds op de vergadering van het Overlegcomité van 29 november 2002 bestond er een akkoord over een lijst van negen overblijvende frequenties waarover nog betwisting was tussen de Vlaamse en de Franse Gemeenschap. Ik heb die tekst opgevraagd en opnieuw voorgelegd. Er waren weliswaar essentiële discussies over die negen zenders, maar er was een akkoord, op negen frequenties na, dat tot stand is gekomen dankzij de soepelheid en het grote onderhandelingstalent van onze directeur-generaal.
De Vlaamse Gemeenschap is van mening dat enkel deze officiële lijst van betwiste frequenties vandaag als uitgangspunt kan dienen voor verdere onderhandelingen. De Franse Gemeenschap wil echter alle frequenties opnieuw bekijken, en dit onder meer op basis van de huidige toestand in de Franse Gemeenschap. Dit is niet eens meer een processie van Echternach: men wil akkoorden die verworven waren van tafel vegen, wat neerkomt op heel wat stappen achteruit. De Vlaamse Gemeenschap vreest dat, door de eis van de Franse Gemeenschap om alle frequenties opnieuw te bekijken, een akkoord over een lijst van betwiste frequenties - en a fortiori een akkoord over deze frequenties - nog heel lang kan aanslepen. Dit impliceert ook dat ondertussen het KB inzake de etherpolitie niet in werking kan treden, gezien de manier waarop het KB federaal werd opgesteld. De Franstaligen maken dit niet alleen afhankelijk van het akkoord over de frequenties, ze blazen ook het bereikte akkoord op en willen helemaal opnieuw beginnen. Zo kan dit natuurlijk nog jaren duren.
De overgangsbepalingen uit het ontwerp-KB hebben als gevolg dat de garanties die de Vlaamse Gemeenschap had gekregen inzake de etherpolitie volledig worden uitgehold, nu de inwerkingtreding ervan ten opzichte van Franstalige radio´s voor onbepaalde tijd wordt uitgesteld. Een oplossing voor de frequentiebetwistingen lijkt verder af dan ooit. In die omstandigheden kunnen de Vlaamse Regering, de minister-president en ikzelf het samenwerkingsakkoord betreffende het wederzijds consulteren bij het opstellen van regelgeving inzake elektronische communicatienetwerken, het uitwisselen van informatie en de uitoefening van bevoegdheden met betrekking tot elektronische communicatienetwerken door de regulerende instanties bevoegd voor telecommunicatie of radio- en televisieomroep, niet ondertekenen.
Ik kom tot de concrete vragen. Op 20 april 2005 werd op de bijeenkomst van het Overlegcomité door de federale overheid bevestigd dat het BIPT als federale instantie op adequate wijze de rol van etherpolitie zou waarnemen, om op te treden tegen storende radio-omroepen, zonder hiervoor afhankelijk te zijn van de instructies van de gemeenschappen, en dit rechtstreeks op basis van de wet op de elektronische communicatie. Door die regeling zou de impasse worden doorbroken waarin de gestoorde Vlaamse radio´s nu sinds jaren verkeren, door de blokkerende houding van het CSA, waar elk Vlaams klachtinitiatief in de praktijk in de kiem werd gesmoord.
Intussen is de wet van 13 juni 2005 op de elektronische communicatie op 20 juni 2005 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. In deze wet worden de rol en de opdrachten van het BIPT op het gebied van de controle op het gebruik van de etherfrequenties opnieuw duidelijk vastgelegd. De wet zelf treedt in werking op 1 juli 2005 en maakt het onbetwistbaar mogelijk om als radio die te lijden heeft onder de schadende en storende uitzendingen van andere radio-omroepen, rechtstreeks naar het BIPT te stappen. Het is een hele stap voorwaarts die de federale regering en het federale parlement met deze belangrijke beslissing op weg naar een etherordening hebben gezet. We hebben voor deze stap gestreden en die ook binnengehaald. De rol van etherpolitie kan nu worden uitgeoefend, en is niet afhankelijk van het akkoord van de gemeenschappen. Zelfs bij het uitblijven van een KB geeft dit juridische mogelijkheden om op te treden. Een overheid moet immers zorgen voor de uitvoerbaarheid en de handhaving van haar wetten. Zoals ik al heb aangekondigd, moeten er nog andere stappen kunnen worden gezet. Dit biedt kansen daartoe, natuurlijk zonder dat succes gegarandeerd is.
Ondertussen hebben de voorzitter en ondervoorzitter van het autonome BIPT in een brief van 22 juni jongstleden de Vlaamse Gemeenschap verzocht mee te delen welke Vlaamse radio´s door radio´s van de andere gemeenschappen worden gestoord. Dat is interessant nieuws, en een vooruitgang. In dezelfde brief vraagt het BIPT ook dat we alle zendvergunningen zouden bezorgen. Hoewel dit voor de Vlaamse Gemeenschap een overbodige vraag is, daar het Vlaams Commissariaat steeds onmiddellijk een kopie van de zendvergunning aan het BIPT bezorgt, zullen we die gegevens nogmaals meedelen.
Mijn administratie heeft ondertussen, na het ontvangen van de voornoemde brief, het initiatief genomen om alle lokale radio´s aan te schrijven, op 29 juni 2005, met als onderwerp de storingen door Franstalige radiozenders, het dringende verzoek tot aanmelding en de klachtmogelijkheid bij het BIPT. In de brief schrijven we onder andere het volgende:?Indien uw radio dus te kampen heeft met storingen door radio´s onder de bevoegdheid van de Franse of de Duitstalige Gemeenschap, is het van het allergrootste belang dit zo snel mogelijk aan de administratie mee te delen en daarbij zoveel mogelijk gegevens te verstrekken over de aard van de storingen, evenals alle nuttige gegevens die het mogelijk maken de betrokken storende radio´s te identificeren. De Vlaamse Gemeenschap zal deze meldingen bundelen en deze binnen de kortst mogelijke termijn aan het BIPT bezorgen. Geen enkele Vlaamse radio die met deze storingsproblematiek te kampen heeft, mag deze kans laten voorbijgaan om zowel het BIPT als de andere taalgemeenschap te confronteren met de ernst van het probleem en de dringende noodzaak tot het herstel van een stabiel en evenwichtig gebruik van de ether. Ik reken daarom op de medewerking en de snelle reactie, liefst per brief, van alle betrokken radio´s, ook in geval reeds eerder een klachtinitiatief bij de CSA of bij het BIPT werd ondernomen. Het schrijven van het BIPT van 22 juni 2005 voeg ik als bijlage, evenals een kopie van de tekst van artikel 15 van de nieuwe wet van 13 juni 2005. Intussen hoop ik met u op een gunstige evolutie, waarin elke bevoegde instantie, zowel op vlak van de gemeenschappen als federaal, de eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheid daadwerkelijk opneemt en blijven wij ijveren voor een opklaring van de Vlaamse ether.´ Dit werd getekend door de heer Van de Velde, directeur-generaal.
Ondertussen zijn er al een aantal reacties van zenders binnengekomen. Hopelijk zullen we een goed overzicht kunnen krijgen dat we dan ook kunnen bezorgen aan het BIPT.
Ik ga ervan uit dat de federale overheid deze wettelijk vastgelegde klachtmogelijkheid ook effectief zal gebruiken, en dat de federale wet op correcte wijze wordt toegepast. Ondertussen is het KB, waarin die overgangsregeling staat, er nog niet. In elk geval houd ik hierover contact, zowel met de federale minister bevoegd voor Telecommunicatie en met zijn kabinet als met het BIPT zelf, om erop toe te zien dat de verantwoordelijkheid die uit de nieuwe wetgeving volgt, niet wordt ontweken. Er is ook nog steeds volop overleg met het BIPT en de Franse Gemeenschap om tot een akkoord te komen over een betere en meer rechtvaardige frequentieverdeling tussen de gemeenschappen.
De Vlaamse luisteraars en de Vlaamse radio´s - zowel de privé-zenders als de openbare radio - die hier ook heel veel last van hebben, zullen maar tevreden zijn indien werkelijk tegen de overtreders wordt opgetreden. De Vlaamse Gemeenschap zal het overleg dus niet zelf opblazen, maar u weet dat de onderhandelingen steeds moeilijk verlopen, in het bijzonder dan met de Franse Gemeenschap, die uitgaat van de huidige illegaal verworven frequentiebezetting en daar bovenop nog andere eisen inzake bijkomende frequenties en/of hogere vermogens blijft stellen. Uit enkele recente beslissingen van de CSA van 15 juni 2005 blijkt bovendien nog eens dat radio´s die op illegale wijze een frequentie bezetten in de Franse Gemeenschap onbestraft blijven.
Ik heb reeds verwezen naar de nieuwe federale wetgeving met betrekking tot de elektronische communicatie en de rechtstreekse klachtmogelijkheid bij het BIPT voor de radio´s die worden gestoord. Zoals reeds gezegd, is het nog even afwachten of het BIPT deze mogelijkheid tot ingrijpen, zonder de uitdrukkelijke toestemming van de ene of de andere gemeenschap af te wachten, effectief gebruikt. Het BIPT, onder de bevoegdheid van federaal minister Verwilghen, speelt hierin een sleutelrol. Het initiatief van de voorzitter van de raad van het BIPT stemt me vandaag alleszins hoopvol dat het BIPT deze belangrijke bevoegdheid niet van zich afschuift. Een efficiënt toezicht door het BIPT werd tot nog toe verhinderd door de Franse Gemeenschap, die de rechtsgeldigheid van het KB van 10 januari 1992, waarin ook de bevoegdheid van de etherpolitie werd geregeld, is blijven aanvechten.
De nieuwe wet van 13 juni 2005 legt deze bevoegdheid echter wettelijk vast en laat volgens mij geen ruimte voor interpretatie. De Vlaamse Gemeenschap streeft nog altijd een akkoord na, maar zolang dat niet kan worden bereikt, kan steeds een beroep worden gedaan op de door de wetgever ingestelde klachtmogelijkheid en de door de wetgever aangeduide instantie met bevoegdheid tot optreden. In dit verband wil ik nog benadrukken dat, net als de radio´s van de Franse Gemeenschap, ook de Vlaamse radio´s zich aan de regels moeten houden. Vlaamse radio´s hebben geenszins het recht illegaal te gaan uitzenden omwille van storingen vanuit de Franse Gemeenschap.
Zolang er geen indicaties zijn dat het BIPT de nieuwe en wettelijk herbevestigde rol als etheragent en scheidsrechter in de praktijk weigert te vervullen, laat ik me niet uit over de maatregelen die zich naast de wettelijke mogelijkheden aandienen. Mocht ik bevestigen dat over dergelijke maatregelen inderdaad reeds werd nagedacht en over welke concrete vormen die zouden aannemen, zal men niet nalaten me te wijzen op de principes van de rechtsstaat. In een rechtsstaat en in het radiofrequentiedossier heeft iedereen, elke gemeenschap en ook de federale overheid, een eigen rol en een eigen verantwoordelijkheid. Als echter één van deze spelers nalaat de regels van de rechtsstaat in het radiodossier te respecteren, kan men de overige actoren niet blijven dwingen lijdzaam toe te kijken en is het normaal dat andere drukkingsmiddelen, naast de wettelijke, worden gezocht.
De voorzitter: De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron: Mijnheer de minister, ik dank u voor het indrukwekkende antwoord. U hebt inderdaad geen politieke verantwoordelijkheid, maar u hebt wel heel veel politiek werk geleverd om een oplossing te vinden voor dit probleem. Daar dank ik u van harte voor.
We moeten eens te meer vaststellen dat we ons, wat het wettelijke kader betreft, in dit land in een onwaarschijnlijke situatie bevinden. Als er dan al een ontwerp van KB komt, dan gaat men eerst een illegale situatie regulariseren alvorens op te treden. Ik weet niet hoe we dat zullen moeten oplossen. Het is inderdaad een probleem, waarvoor u echter inderdaad niet verantwoordelijk bent.
Het onafhankelijke optreden van het BIPT als etherpolitie zou inderdaad een heel belangrijke stap voorwaarts kunnen zijn. Ik ben blij dat dit kan worden verwezenlijkt, dat u daar de nodige aandacht voor hebt in het akkoord en er verder op aandringt. Tegelijk vind ik het merkwaardig dat het BIPT nog eens een brief aan u richt om te vragen welke frequenties onze Vlaamse radio´s bezetten. Dat wijst er niet echt op dat we een snel optreden mogen verwachten. Ik vrees dat een en ander ook aan dat tempo zal verlopen. Als we voortdoen, is er misschien toch nog een kans dat de zaken ooit goed komen.
Namens de radio´s dank ik u voor uw inspanningen. De Vlaamse overheid heeft haar mogelijkheden binnen het wettelijke kader maximaal benut. Ik ben niet gewonnen voor het opdrijven van zendvermogens om de tegenpartij van hetzelfde laken een pak te geven. Dat is echt geen oplossing.
De voorzitter: De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Er moet me alleen van het hart dat ik het vreemd vind dat Wallonië, dat de wetten naast zich neerlegt en de piraterij op de FM-band toelaat, en zo de Vlamingen stoort, dat zomaar kan blijven doen, en zo lang. Dat zegt iets over de mentaliteit.
Als er frequenties zijn, moeten die normaliter worden geco?rdineerd met het buitenland, ook in Wallonië. In dit geval gaat dat over het dichtstbijzijnde land, namelijk Frankrijk. Zijn die frequenties internationaal geco?rdineerd tussen Wallonië en Frankrijk? Zo niet, geeft ons dat niet de mogelijkheid tot carambole, waarbij via Frankrijk de discussie over de Waalse frequentie zou worden geopend? Het is maar een idee.
Nog niet zo lang geleden was er sprake van een illegale Arabische nieuwszender in de Contactgroep in Brussel, in handen van de heer Lemaire. Die zender stoorde een frequentie van de openbare omroep. Bij mijn weten is die zaak heel snel opgelost. Er werd een klacht ingediend tegen die zender, die uit de lucht werd gehaald. Wat is het verschil tussen die concrete zaak en al die zaken waarover we het nu hebben?
De voorzitter: De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Het zou wel eens een voordeel kunnen zijn dat u ook een goed jurist bent. Mij is iets niet duidelijk. Er is een uitspraak van het Arbitragehof, die tegen het einde van het jaar moet worden gerealiseerd. Als ik u goed begrijp, is er voor de Vlaamse Regering slechts een akkoord als er een akkoord is over alles. Anders tekent de regering niet. Als dit nu zo blijft, wat is dan de juridische situatie op 1 januari 2006? Ik heb het gevoel dat Vlaanderen een voordeelsituatie heeft door bij een correcte houding te blijven. Maar wat gebeurt er dan juridisch?
Dit dossier is niet ge?soleerd. Er zijn er tientallen die bewijzen dat de staatsstructuren van ons land niet werken. De gewone luisteraar is het slachtoffer van communautaire, politieke spelletjes van Wallonië, dat dan ook niet verbaasd moet zijn dat het aantal nationalisten in Vlaanderen elke dag groter wordt.
De voorzitter: Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois: Mijnheer Decaluwe, ik ben het daarmee eens. Voor iemand die dat onbevooroordeeld bekijkt, is het onbegrijpelijk dat een dergelijke toestand al die jaren kon blijven bestaan. Toch is het zo.
Mijnheer Caron, we hebben tot nu toe inderdaad maximaal gebruik gemaakt van de mogelijkheden die er waren. We proberen dit nu af te ronden.
Mijnheer Decaluwe, ik zal nu niet volledig kunnen antwoorden op uw vraag wat er juridisch zal gebeuren. Ik heb het arrest nu niet bij me, maar het lijkt me dat, indien er geen samenwerkingsakkoord is, het BIPT een deel van zijn bevoegdheden niet meer zal kunnen uitoefenen. Ik wil wel eens bekijken wat alle gevolgen daarvan zijn. Het Arbitragehof heeft uitdrukkelijk gezegd dat er voor eind dit jaar een samenwerkingsakkoord moet komen. We zullen de juridische gevolgen uitzoeken.
Mijnheer Verstrepen, de directeur-generaal zegt me dat de Franse Gemeenschap op geen enkele wijze haar frequenties heeft geco?rdineerd, ook niet met Frankrijk. Internationaal brengt dit zelfs de positie van België in moeilijkheden aangezien we daar als één land worden beschouwd. We hebben daardoor ook problemen op het digitale vlak. We spreken niet uit één mond en dat verzwakt onze positie.
Ik kende het dossier van de illegale Arabische nieuwszender niet, maar ik verneem van de directeur- generaal dat de zaak ook niet zo eenvoudig is geregeld en anderhalf jaar heeft geduurd. De VRT heeft uiteindelijk een proces moeten aanspannen tegen deze zender en een dwangsom moeten laten opleggen. Dat heeft nog niet geleid tot een oplossing. Er is pas een einde gekomen aan de situatie nadat de bestuurders van de betrokken rechtspersoon hoofdelijk aansprakelijk werden gesteld en er een geco?rdineerd optreden werd gevraagd van diverse ministers. Dit heeft dus ook ontzettend lang geduurd.
De voorzitter: De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen: Dat klopt, maar als we die anderhalf jaar vergelijken met de problematiek hier, dan is dat wel snel gebeurd. Kan de techniek die werd gehanteerd om die zender van de Contact-groep uit de ether te halen, dan niet worden toegepast op die andere piraten vanuit Wallonië?
Minister Geert Bourgeois: Dat zat niet in het kluwen van de Franstalige etherchaos. Het gaat over een ander aspect.
Er zijn wel degelijk burgerlijke procedures aangespannen, met wisselend succes. Daarbij werden er steeds verschillende beoordelingen gegeven. Essentieel was daarbij dat de rechtsgeldigheid van dat KB werd betwist. Sommige rechtbanken, ook Nederlandstalige, hebben, mee op aangeven van het BIPT, geoordeeld dat het KB niet rechtsgeldig was. We komen dus van een totaal onduidelijke juridische situatie. Die onduidelijkheid is bewust gecreëerd en aangedikt. Zelfs tot bij het Arbitragehof bestond er onduidelijkheid over het samenwerkingsakkoord en de gevolgen daarvan. Met deze nieuwe wet en de mogelijkheid van het BIPT om op te treden is er enorm veel opgehelderd. Het BIPT is niet meer afhankelijk, maar in feite is nu een en ander gekoppeld aan die overgangsbepaling. Voor de Franse Gemeenschap mag dat niet in werking treden zolang de kwestie van de etherfrequenties niet is geregeld. Ondertussen komen ze aanzetten met totaal onaanvaardbare eisen. Wij vinden uiteraard dat er geen overgangsbepaling mag komen en dat er onmiddellijk moet worden opgetreden tegen iedereen die stoort en de vergunning niet naleeft of zonder vergunning uitzendt. Die diverse uitspraken uit het verleden vormen een onvoorstelbaar kluwen. Nu is er een aanzet om dat op te helderen.
De voorzitter: Het incident is gesloten.