Subcommissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid Vergadering van 28/06/2005
Vraag om uitleg van mevrouw Trees Merckx-Van Goey tot de heer Yves Leterme, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, over de beslissingen van de landbouwraad met betrekking tot de hervorming van het Europees suikerregime
De voorzitter: Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Merckx-Van Goey tot de heer Leterme, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, over de beslissingen van de landbouwraad met betrekking tot de hervorming van het Europees suikerregime.
Mevrouw Merckx-Van Goey heeft het woord.
Mevrouw Trees Merckx-Van Goey: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, ik stel deze vraag gedeeltelijk naar aanleiding van een aantal voorstellen die vorige week op tafel lagen bij de Europese Commissie. Niemand is tevreden met een drastische suikerhervorming.
Het gaat niet goed met de suikersector. Op de Europese top van 16 en 17 juni slaagde de Europese Raad er niet in een akkoord te bereiken over de financiële perspectieven voor de periode 2007-2013. De Europese staatshoofden en regeringsleiders hebben geen akkoord bereikt over de meerjarenbegroting, waar landbouw een belangrijk onderdeel van is. Dat is ook belangrijk is voor de budgetten voor de regio's.
De week nadien werd op de Landbouwraad gesproken over het Europese suikerbeleid. De Wereldhandelsorganisatie, of WTO, veroordeelde het Europese regime voor de productie van suiker. In die context was er het voorstel van Europees Commissaris voor Landbouw, mevrouw Fischer Boel, over de liberalisering van de suikermarkt. Ze wil de prijs van de suiker verlagen alsook die van de suikerbieten. De boeren krijgen daarvoor een compensatie. Voor heel wat bedrijven, vooral in Haspengouw, zal dit een fors inkomensverlies betekenen. Dit zal ook gevolgen hebben voor de aanverwante industrie, zoals de suikerraffinaderijen, de zaadproducenten, de transportsector enzovoort.
Welk gevolg heeft het uitblijven van een akkoord over de landbouwuitgaven in Vlaanderen? Ik neem aan dat de positie van België terzake enigszins anders zal zijn dan die van Vlaanderen. Blijft het financieringsbeleid van het landbouwbeleid nu ongewijzigd?
In hoeverre zijn de voorstellen van de Europese Commissie over de hervorming van het suikerregime een gevolg van de uitspraak van het WTO-panel? Wordt er nog onderhandeld in het kader van de WTO?
Hoe gebeurt de voorbereiding van de standpuntbepaling van België? Het zal belangrijk zijn om binnen Europa een consensus te bereiken over de hervorming van het suikerregime. Wat is de impact van het gebrek aan een consensus op de status van de betwisting bij de WTO?
Wat werd op de Landbouwraad van 21 en 22 juni beslist met betrekking tot de suiker? Wat zijn de consequenties voor de boer, de planter, de suikerfabriek en de tewerkstelling in de sector? Voor de boer is in een compensatie voor inkomensverlies voorzien. Hoe staat het met de andere actoren? Hoe staat het met de quotaregeling? Zijn er wijzigingen aan het verdelingsmechanisme? Wie zal beslissen over de verdeling tussen de boeren?
Hoe denkt u de toekomst van de Vlaamse suikersector veilig te stellen? Wat moet er gebeuren met de telers, de industrie, de tewerkstelling?
Oxfam en vertegenwoordigers van de ACP- en de MOL-landen hebben invloed gehad op de opbouw van het Vlaamse en het Europese standpunt over de suikerhervorming. Wat zijn de gevolgen van het voorstel van de Europese commissaris?
Wanneer zal de hervorming ingaan? Hoe kunnen de gezinsbedrijven deze implementeren?
De voorzitter: Minister-president Leterme heeft het woord.
Minister-president Leterme: Mijnheer de voorzitter, geachte leden, het is betreurenswaardig dat er geen akkoord is gevonden over de financiële perspectieven. Tot er een andere beslissing is, baseren we ons wat de eerste pijler betreft op het akkoord in Agenda 2000 waarin het financiële kader voor 2000-2006 is vastgelegd. Tot en met eind volgend jaar is er geen probleem. Wat de komende programmaperiode 2007-2013 betreft, is er het Conrad-akkoord. Zo lang dit akkoord niet wordt vervangen door een ander, zijn we zeker van deze middelen. Wat de tweede pijler betreft, zijn er na 2006 uiteraard geen zekerheden.
Over de financiële perspectieven wordt in ons land zeer goed samen beraadslaagd en gewerkt aan eensluidende standpunten. Ik verwijs hierbij naar recente actuele vragen die hierover zijn gesteld in de plenaire zitting. Er is een arrest in beroep uitgesproken op 19 mei 2005 en dat heeft volledig impact op de hervorming van het suikerregime. Het suikerregime wordt geacht om zich tegen juli 2006 te conformeren aan de uitspraak van het WTO-panel. De veroordeling bevatte twee aspecten: enerzijds de gesubsidieerde wederuitvoer van de ingevoerde A-suiker en anderzijds de uitvoer van C-suiker. Het gaat hier om een definitieve uitspraak in beroep.
De voorbereiding van de standpuntbepaling van België verloopt voor alle dossiers in het kader van de WTO-samenwerking volgens dezelfde methodiek. Via de coördinatiediensten bij Buitenlandse Zaken wordt in overleg met alle interne Belgische bevoegde overheden een gemeenschappelijk Belgisch standpunt ten aanzien van de Europese Commissie vastgelegd. Dit Belgische standpunt wordt door een vertegenwoordiger van Buitenlandse Zaken op het zogenaamde Comité 133 naar voren gebracht. Dit Comité is een orgaan op Europees niveau waar alle lidstaten in onderling overleg het mandaat van de Europese commissaris in de WTO-onderhandelingen vastlegt.
De Europese Raad heeft nog niets beslist. Het is niet zo dat de Europees Commissaris op de raad een voorstel zou hebben toegelicht. Dat is pas de volgende dag, op 22 juni gebeurd in het kader van de normale communicatie van de Commissie. In Luxemburg is dat zelfs niet ter sprake gekomen.
Ik som even de voornaamste wijzigingen op ten aanzien van de mededeling van vorig jaar. Het quotumregime zou behouden blijven tot het campagnejaar 2014-2015, zonder evaluatie in 2008. Er zou geen opgelegde quotumvermindering zijn maar een nog sterkere prijsdaling. De huidige suikerprijs bedraagt 632 euro per ton. In de mededeling wordt 421 euro per ton voorgesteld en in het huidige voorstel is sprake van 385 euro per ton.
Verder zijn er belangrijke inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van het huidige suikerregime. Er is niet langer sprake van een interventieprijs en de mogelijkheid tot publieke opslag, maar van een referentieprijs en de mogelijkheid tot privé-opslag. Voor de suikerbiettelers wordt voorzien in een inkomenscompensatie tot 60 percent via de ontkoppelde bedrijfstoeslag.
Er zal ook niet langer sprake zijn van een A-, B- en C-quotum. Het C-quotum verdwijnt in het verlengde van de WTO-uitspraak en het A- en B-quotum smelten samen. Er zou een herstructureringsfonds voor de hele suikersector worden opgericht dat vier jaar actief zal zijn, dus tot 2010.
Ten slotte is er geen quotumbeperking voor de productie van eindproducten zonder suiker en zou er een energiepremie mogelijk worden in het kader van de non-foodproductie.
De suikerbietenteelt is voor de akkerbouw een belangrijke en sterke pijler. U vraagt hoe we de toekomst van de Vlaamse suikersector zien, zowel voor de telers en de industrie als voor de tewerkstelling. Ik hoop dat het voorliggende voorstel in belangrijke mate kan worden geamendeerd en bijgestuurd. Dit moet gebeuren in samenspraak met federaal minister Laruelle en Waals minister Lutgen. Alle landbouwministers zitten trouwens op dezelfde golflengte wat dit betreft. We moeten echter wel realistisch zijn: er komt in ieder geval een suikerhervorming. Het komt er nu op aan om de gevolgen daarvan, zeker voor de Vlaamse suikersector, zo goed mogelijk in te schatten om tot een goede standpuntbepaling in de Europese Raad te komen.
De suikerbietteelt in Vlaanderen behoort tot de meest competitieve in Europa en heel de wereld. Het is dan ook belangrijk dat die productie gewaarborgd blijft. Uiteraard zijn de voorgestelde prijzen onhoudbaar, ze zitten 30 tot 50 euro onder het minimum om een break-even te realiseren. Een opgelegde quotumvermindering en een drastische prijsdaling is echter een combinatie die helemaal verwerpelijk is. We hebben binnen de Belgische context overlegd over een quotumbeperking met prijsbehoud. Dit lijkt ons meer aangewezen voor de Vlaamse situatie.
We zijn in elk geval van plan om de weinige tijd die ons rest tot de Raad van 18 juli, waarop de voorstellen zullen worden besproken, te gebruiken om in nauw overleg met heel de suikersector een duidelijk standpunt te bepalen. We hebben trouwens ook gelijklopende afspraken met de Waalse en federale ministers om een duidelijke strategie te hanteren als lidstaat op Europees niveau.
Net als mevrouw Merckx kan in enkel het belang van de suikerbietteelt voor Vlaanderen bevestigen. Ik ben ervan overtuigd dat een competitieve suikerbietteelt in Vlaanderen kan blijven bestaan. Daartoe moeten we nu de randvoorwaarden creëren.
U vroeg naar de concrete gevolgen voor de suikerproducenten in de ACP- en de MOL-landen. De invoer van preferentiële suiker uit de ACP-landen zoals wij die reeds op dit moment kennen, blijft uiteraard bestaan. Ook wordt het initiatief Everything But Arms, waarbij we een volledig vrije invoer van suiker uit de MOL-landen vanaf 1 januari 2009 toelaten, bestendigd, op voorwaarde dat de prijzen waaraan deze preferentiële suiker zal worden vermarkt, ook de nieuwe verlaagde referentieprijzen zijn. Dat betekent dat het inkomen van die mensen zal dalen met ongeveer 40 percent. We hebben hierover een vergadering gehad met vertegenwoordigers van de ACP- en de MOL-landen op 9 juni in het kader van een conferentie die met steun van minister Bourgeois en mijn kabinet werd georganiseerd. Ook Oxfam, Vredeseilanden en Wervel namen daaraan deel.
U vroeg wanneer de hervorming zal ingaan. De commissie wil de hervorming van het suikerregime laten ingaan vanaf het campagnejaar 2006-2007. Alles hangt natuurlijk af van een akkoord in de Landbouwraad. Ik heb begrepen dat men erop mikt om ten laatste in oktober of november een akkoord te bereiken.
De implementatie van de hervorming door de sector is op dit moment moeilijk te voorspellen. Er spelen een aantal factoren mee die nu moeilijk zijn in te schatten. Ik zie de toekomst met zeer veel zorg tegemoet, maar ik weiger de situatie louter negatief te bekijken. We hebben nog een kans om de voorstellen van de Europese Commissie bij te sturen. Ik heb dit vorige week nog gevoeld in de Europese Raad, hoewel een aantal landen zich graag zullen neerleggen bij de voorstellen van de Commissie, zeker een aantal noordelijke landen. Het komt erop aan pogingen te ondernemen vanaf 18 juli, om onder de lidstaten voldoende stemmen te verenigen in de Europese Raad om nog wijzigingen aan te brengen in de voorstellen van Commissaris Fischer Boel. Zoals in andere dossiers, zullen we hiervoor ons best doen en proberen de twaalf Belgische stemmen daartoe naar best vermogen te gebruiken.
De voorzitter: Mevrouw Merckx heeft het woord.
Mevrouw Trees Merckx-Van Goey: Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord, vooral voor de laatste opmerking. Ik onderschrijf uw opinie dat we nu alles moeten zetten op een bijsturing en dat dit het best gebeurt in overleg met de hele suikersector. Het is positief dat alle landbouwministers van dit land op dezelfde golflengte zitten.
Bij mijn weten is het altijd iets moeilijker om ook de minister van Buitenlandse Zaken over de streep te trekken. Ik weet niet op welke wijze hij kan worden overtuigd. Uiteraard kan het economische belang van de sector een element zijn. U bent er ook in geslaagd om een bijsturing te krijgen van het standpunt over de visserij. We hopen dat de belangrijke impact van suiker, niet alleen van de suikerproductie maar ook van andere niet-landbouwtoepassingen, kan worden aangewend. Net op het ogenblik dat er zich allerlei opportuniteiten voordoen, mogen de expertise, de knowhow en het areaal niet in gevaar worden gebracht. We rekenen hiervoor op u. Ik neem aan dat 18 juli een eerste vervaldag is. Na het reces hopen we u daarover nog eens te kunnen ondervragen.
De voorzitter: Minister-president Leterme heeft het woord.
Minister-president Yves Leterme: Mevrouw Merckx, ik dank u voor de belangstelling voor het dossier. Het wordt een bijzonder moeilijke oefening. U hebt verwezen naar interne Belgische toestanden. Het feit dat zowel de derdewereldorganisaties als de sector en de verschillende landbouwministers aan hetzelfde zeel trekken, is heel belangrijk voor een eendrachtige formulering van het Belgische standpunt. We mogen het belang niet onderschatten van het feit dat de Europese Commissaris voor Ontwikkelingssamenwerking een Belg is die vertrouwd is met het suikerdossier, zij het vanuit een regionale benadering. We zullen er zeker in slagen een eendrachtig Belgisch standpunt naar voren te schuiven.
Zowel de belangen van de Europese landbouworganisaties als van de lidstaten, zijn zeer divergent, alhoewel men nu tot een eensgezind standpunt is gekomen. Het zou wel eens kunnen dat dezelfde breuklijn zich voordoet als in andere dossiers. De meer noordelijk gerichte landen zullen wel instemmen met wat voorligt, en de zeer kostenefficiënte landen zullen de neiging hebben om een compromis te aanvaarden dat in de richting gaat van wat Commissaris Fischer Boel voorstelt. De vraag is of we met voldoende zullen zijn om ofwel een blokkeringsminderheid ofwel een gekwalificeerde meerderheid bijeen te krijgen voor een gezamenlijk standpunt. We doen ons best en we wachten het resultaat af.
De voorzitter: Het incident is gesloten.