Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 30/06/2005
Vraag om uitleg van mevrouw Vera Dua tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over de verkoop van het gebouw van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde te Gent
De voorzitter: Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Dua tot de heer Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over de verkoop van het gebouw van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde te Gent.
Mevrouw Dua heeft het woord.
Mevrouw Vera Dua: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik wil een aantal vragen stellen om te informeren naar de stand van zaken in dit dossier. Blijkbaar is mijn vraag iets actueler dan gepland, want vandaag waren de schatters aanwezig in het Huis van Oombergen, tot grote paniek van de mensen die er werken.
Deze discussie werd al gevoerd, zowel in de commissie als in de plenaire vergadering. Het is duidelijk dat er verschillende standpunten zijn. De vraag rijst of het opportuun is dat de Vlaamse Gemeenschap het gebouw verkoopt. Het is het enige cultuurhuis in Gent waar de Vlaamse Gemeenschap eigenaar van is.
Mijnheer de minister, u kent de historische achtergrond van de Academie, die al sinds 1892 op die plaats is gevestigd. Vorig jaar hebt u het voornemen gelanceerd om het schitterende gebouw te verkopen en de Academie te verhuizen naar Antwerpen. Er ontstond toen veel protest en we hebben er een debat over gevoerd.
Wij hadden een voorstel van resolutie ingediend met de vraag aan de Vlaamse Regering af te zien van de plannen. Na discussie in de commissie werd een resolutie goedgekeurd door de plenaire vergadering, waarbij het Vlaams Parlement aandringt op overleg tussen de stad Gent, de provincie Oost-Vlaanderen en de Vlaamse Gemeenschap over de plannen tot verkoop, want misschien is er bij de andere overheden wel een kandidaat-koper.
In de resolutie stond ook de vraag om eventueel uit te kijken naar andere huisvesting voor de Academie. Het was dus een goede zaak dat iedereen het erover eens was dat de Academie in Gent kan blijven.
De visie van de meerderheid was dat de verkoop zou kunnen plaatsvinden, dat die best wordt gefinancierd door andere overheidsdiensten en dat de KANTL in Gent blijft. (Opmerkingen van minister Bert Anciaux)
Dat was het standpunt van de meerderheid in het parlement. Ik ga er nog altijd van uit dat een minister doet wat het parlement vraagt, tenzij er lumineuze alternatieven zijn, waar dan enthousiast of negatief op gereageerd kan worden.
Mijnheer de minister, op welke manier werd uitvoering gegeven aan de aanbevelingen van het parlement? In hoeverre zijn de plannen voor de verkoop ongewijzigd gebleven? Is er een versnelling of vertraging van de plannen? Wat is de stand van zaken?
Wat zijn de resultaten van het overleg met de andere overheden? Hoe staat het met de eventuele herhuisvesting? Zijn er kandidaat-kopers voor het gebouw? Is er overleg met de mensen van de Academie over de verdere evolutie van het dossier?
De voorzitter: De heer Deckmyn heeft het woord.
De heer Johan Deckmyn: Mijnheer de voorzitter, ook de Vlaams-Belangfractie heeft in het verleden haar bezorgdheid geuit over het idee tot verkoop van het gebouw van de Koninklijke Academie voor Taal- en Letterkunde te Gent.
Het Vlaams Belang heeft hierover in Gent een motie ingediend, en in het Vlaams Parlement hebben we het voorstel van resolutie van Groen! gesteund. Ik kan me dus perfect aansluiten bij de vragen van mevrouw Dua over de plannen voor de verkoop van het Huis van Oombergen.
Bijna cynisch zou ik de vraag kunnen stellen of we het plan tot verkoop niet kunnen herbekijken. De verkoop is immers een louter financiële operatie, en onlangs kwamen financiële meevallers ter sprake.
De voorzitter: Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: Mevrouw Dua, ik ben het met u eens dat het Huis van Oombergen een schitterend gebouw is, en het is mij niet ontgaan dat mijn voornemen tot verkoop ervan op veel protest stuitte. Nochtans wil ik hier herhalen dat het gebouw voor zijn huidige functie, namelijk de huisvesting van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, wel veel prestige heeft, maar in feite absoluut niet functioneel is.
In 1999 werd de procedure van open oproep door de Vlaamse Regering voor het eerst toegepast voor dat gebouw. De renovatie en restauratie werd opgenomen in de publicatie van de Open Oproep 2000. Eind 2000 werden 5 ontwerpteams weerhouden en in 2001 koos het selectiecomité unaniem voor het project van de Gentse ontwerper Meyer.
Na veelvuldig overleg met Monumenten en Landschappen, dat het voorgelegde ontwerp afkeurde, werd besloten dat er geen vergelijk mogelijk was en werd het project stopgezet. Het ontwerp gaf onder meer een oplossing voor de zeer gebrekkige circulatie, de problemen van het boekendepot, waarvoor het gebouw compleet ongeschikt is, en de toegang voor minder validen.
Mijn conclusie is dat het Huis van Oombergen bijgevolg niet geschikt is voor zijn huidige functie en dat een efficiënte werking van de Koninklijke Academie daardoor bemoeilijkt wordt. Ik meen dat een andere invulling het gebouw veel beter tot zijn recht kan doen komen, maar als minister van Cultuur zie ik niet onmiddellijk een eigen alternatief. Om deze reden heb ik, toen ik naar bijkomende middelen op zoek was om de cultuurbegroting in evenwicht te brengen, besloten tot verkoop.
Ik heb deze verkoopplannen sindsdien niet gewijzigd. Ik heb aan de Participatiemaatschappij Vlaanderen de opdracht toevertrouwd om de schatting van het gebouw, het onderzoek van de markt en de benadering van mogelijke kopers te behartigen.
In de resolutie die door het Vlaams Parlement werd aangenomen werd aan de Vlaamse Regering gevraagd overleg te starten met de stad Gent en de provincie over de plannen tot verkoop en een mogelijke andere huisvesting van de KANTL in Gent.
Ik heb hierover al verscheidene informele gesprekken gevoerd met verantwoordelijken van de stad en de provincie. Ik denk dat dit overleg in een stroomversnelling zal terechtkomen op het moment dat het schattingsverslag afgewerkt is. Dit moet volgens de planning in de komende weken gebeuren. Met de KANTL ben ik tot op heden nog niet tot overleg gekomen.
De voorzitter: Mevrouw Dua heeft het woord.
Mevrouw Vera Dua: Mijnheer de minister, dat laatste is natuurlijk een beetje verontrustend. Het zou goed zijn als u met de Academie zelf zou spreken.
We mogen niet onderschatten wat dit dossier teweegbrengt in het Gentse. Er is natuurlijk kritiek mogelijk op het gebouw. Ik heb zelf het huis bezocht, en er moet inderdaad iets gebeuren. Ik heb ook gehoord dat de oorspronkelijke plannen zo sterk afweken van de aard van het gebouw dat ze niet uitvoerbaar waren. Ik vraag me af of er echt geen tussenoplossing mogelijk was waarbij het gebouw kon worden gevaloriseerd voor de huidige functie en de waarde werd behouden voor de Academie en de stad Gent.
Blijkbaar wordt doorgewerkt aan de verkoopplannen. Mijnheer de minister, het is interessant te horen dat u informele gesprekken voert. Ik weet niet wat ik me daarbij moet voorstellen. Ik vermoed dat u samen een pint drinkt en dan spreekt over de KANTL. Als er overleg was, wat is dan het resultaat?
Is een lokaal bestuur bereid om middelen op tafel te leggen? Ik denk van niet. Als dat niet het geval is, en u gaat door met de plannen, wat kan dan nog met het gebouw gebeuren? Zal het een hotel worden of iets anders? Er is in Gent terecht ongerustheid over wat met het gebouw zal gebeuren. Mijnheer de minister, uw antwoord maakt ons absoluut niets wijzer.
De voorzitter: Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: Mevrouw Dua, op het moment dat het schattingsverslag klaar is, en u weet dat daaraan wordt gewerkt, zullen de gesprekken in een stroomversnelling komen. U moet begrijpen dat ik, om een eventuele verkoop niet te hypothekeren, geen voorbarige conclusies kan trekken uit gesprekken die op dit ogenblik worden gevoerd.
Mevrouw Vera Dua: Is er interesse bij de provincie en de stad Gent om een pak geld op tafel te leggen? Dat is de essentiële vraag, want hierdoor zouden veel problemen worden opgelost. Het is belangrijk te weten of het gebouw al dan niet in privé-handen zal komen.
Minister Bert Anciaux: Ik denk dat er zeker interesse bestaat. Alles hangt ervan af hoe groot dat pak geld moet zijn.
Mevrouw Vera Dua: Dat hangt ervan af hoe veel u wilt krijgen, natuurlijk.
Minister Bert Anciaux: Dat hangt af van het schattingsverslag.
De voorzitter: Het incident is gesloten.