Commissie voor Onderwijs, Vorming, Wetenschap en Innovatie Vergadering van 30/06/2005
Vraag om uitleg van mevrouw Sabine Poleyn tot de heer Frank Vandenbroucke, vice-minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, over de plaats van zingeving binnen DynaMo2
De voorzitter: Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Poleyn tot de heer Vandenbroucke, vice-minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, over de plaats van zingeving binnen DynaMo2.
Mevrouw Poleyn heeft het woord.
Mevrouw Sabine Poleyn: Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, sinds 1994 bestaat DynaMo2. Dankzij dit initiatief kan tot 2000 euro subsidie worden uitgekeerd voor elk project dat bijdraagt tot de realisatie van vakoverschrijdende eindtermen. In het antwoord op een schriftelijke vraag over de toepassing van DynaMo2 vallen verscheidene zaken op. Elk jaar worden ongeveer 200 projecten gesteund. De afgelopen vijf jaar is slechts 55 percent van de aanvragen goedgekeurd. Voor het schooljaar 2004-2005 zijn 492 aanvragen ingediend; daarvan zijn er 209 goedgekeurd.
Leerkrachten weten dat DynaMo2 erg interessant is om vakoverschrijdende projecten aan te bieden. De goedkeuring ervan vereist vooraf echter veel administratief werk.
De projecten moeten betrekking hebben op een van de volgende vijf werkvelden: het groene werkveld, het democratische, het gezonde, het bedrijvige en het muzisch-creatieve. Verenigingen die persoonlijke- ontwikkelingsvragen, zingevingsvragen en relationele vorming centraal stellen, komen op het eerste gezicht niet in aanmerking, want deze activiteiten horen niet thuis in die werkvelden. Dat is spijtig, want precies die thema's zijn een mogelijke hefboom om te werken aan zaken als preventie van zelfmoord bij jongeren, verbondenheid en solidariteit.
Het aanbod voor die domeinen wordt steeds moeilijker realiseerbaar. Wie op dat vlak actief is, heeft te kampen met een gebrekkig statuut. Er zijn alsmaar minder mogelijkheden om kosten door te rekenen, en tegelijk is men onderworpen aan de noodzakelijke kwaliteitsbewaking. Als oplossing voor die knelpunten pleit ik voor de erkenning van zingeving als een werkveld binnen DynaMo2.
Ik wil daarover enkele vragen voorleggen aan de minister. Hoe worden de bovenvermelde problematische vaststellingen inzake DynaMo2 geëvalueerd door de DynaMo2-stuurgroep zelf? Welke opvolging heeft men daaraan gegeven? Denkt men aan een inkorting van de procedure? DynaMo2 bestaat tien jaar. In die periode is de visie op zaken als de vakoverschrijdende eindtermen en de brede school geëvolueerd. Is dat geen gelegenheid om na te gaan of DynaMo2 wel bijdraagt tot de realisatie van de beleidsdoelstellingen? Is het juist dat vorming over persoonlijke-ontwikkelingsvragen en zingevingsvragen en relationele vorming in de praktijk niet worden erkend binnen DynaMo2? Indien dat zo is, kan men er dan niet voor zorgen dat zingeving, naast de vijf huidige werkvelden, in aanmerking zou komen voor een projectaanvraag?
Mevrouw Monica Van Kerrebroeck: Dit onderwerp bekommert me zeer. In dat verband ga ik akkoord met het standpunt van professor Elchardus, namelijk dat zingeving en relatievorming zeer belangrijk zijn in een totale opvoeding. Het lijkt me de moeite waard om dat op te nemen in de lijst van werkvelden van DynaMo2. Ik dring er bij de minister op aan om dat te onderzoeken.
De voorzitter: Minister Vandenbroucke heeft het woord.
Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, scholen kunnen elk jaar een DynaMo2-ondersteuning aanvragen binnen vijf werkvelden: het groene, het muzische, het bedrijvige, het democratische en het gezonde. Deze vijf werkvelden sluiten aan bij de eindtermen, de ontwikkelingsdoelen en de vakoverschrijdende eindtermen van het onderwijs en werden op die basis gekozen. Ze zijn richtinggevend en ruim van opzet. De projecten over persoonlijke-ontwikkelingsvragen, zingevingsvragen en relationele vorming kunnen en worden ook effectief ingediend binnen verschillende werkvelden, al naargelang de hoofddoelstelling van het project. Dit jaar werden er binnen het gezonde werkveld bijvoorbeeld projecten ondersteund rond preventie van zelfmoord en binnen het democratische werkveld acties voor de aanvaarding van andere culturen of van personen met een handicap.
Gezondheid en democratie zijn volgens de filosofie van DynaMo2 ruime begrippen die staan voor het welbevinden en voor maatschappelijke en persoonlijke vorming. In de DynaMo2 brochure wordt overigens - naast de cognitieve en motorische aspecten - ook veel aandacht besteed aan de affectieve of persoonlijkheidsvorming van kinderen en jongeren.
Het overkoepelende begrip van de DynaMo2-werking, over de verschillende werkvelden heen, is maatschappelijke en persoonlijke vorming. Dat is ook de hoofddoelstelling van het onderwijs in Vlaanderen. Zoals ik ook in mijn beleidsnota stelde, is de aandacht voor de affectieve - de persoonlijke en sociale - ontwikkeling van kinderen en jongeren een van de prioriteiten in deze beleidsperiode. De door mevrouw Poleyn vermelde voorbeelden passen perfect in deze filosofie en in de filosofie van DynaMo2. Eigenlijk zijn ze dus al opgenomen in de overkoepelende doelstelling van dit project.
In de werking van DynaMo2 zijn er inderdaad een aantal knelpunten. De stuurgroep is zich daarvan bewust. Dit jaar werden slechts 207 van de 498 projecten ondersteund omwille van de beperkte financiële ruimte van 225.000 euro. Voor het volgende werkjaar - de projecten voor het schooljaar 2006-2007 - wordt het budget alvast met 75.000 euro verhoogd en wordt er onderzocht welke andere groeimogelijkheden er nog zijn. Er zijn ook initiële gesprekken bezig met andere departementen om te bekijken of een gezamenlijke financiële inspanning mogelijk is, zodat meer projecten kunnen worden ondersteund op basis van een grote Vlaamse en maatschappelijke betrokkenheid.
DynaMo2-projecten moeten niet anderhalf jaar maar vier maanden vóór het volgende schooljaar worden ingediend. Deze indientermijn is nodig om de Cultuurcel de mogelijkheid te geven alle projecten te beoordelen en administratief te verwerken - controle van de voorgestelde begrotingen, vastlegging van de middelen, opmaken van de besluiten enzovoort - en om de projecten vanaf september te kunnen laten opstarten. Denkpistes om DynaMo2-projecten bijvoorbeeld pas in september te laten aanvragen, worden onderzocht. Dat zou wel impliceren dat die projecten ten vroegste op 1 december van dat schooljaar kunnen starten. De indientermijn heeft overigens ook het voordeel dat scholen het project in hun jaarwerking en schoolwerkplan kunnen integreren.
De voorzitter: Mevrouw Poleyn heeft het woord.
Mevrouw Sabine Poleyn: Ik onthoud vooral dat de minister in principe de mogelijkheid openlaat om dergelijke projecten te erkennen in het kader van DynaMo2. Aangezien iedereen dit een belangrijk thema vindt, zou ik willen suggereren om het ook op te nemen in onze discussie over de brede school. Ik weet dat u daarover praat met minister Anciaux, die daarover bekommerd is. Als ik me niet vergis, werkt u in dat verband aan een samenwerkingsakkoord over uw bevoegdheidsdomeinen heen. Misschien moeten we dat thema ook buiten deze commissie ter sprake brengen.
Ik hoop dat DynaMo2 een efficiënt instrument is om de beleidsdoelstellingen te realiseren. Wellicht hebt u gelijk als u zegt dat DynaMo2-projecten niet anderhalf jaar maar vier maanden vóór het volgende schooljaar moeten worden ingediend. Ik zal het zelf eens uittesten.
De voorzitter: Het incident is gesloten.