Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 02/06/2005
Vraag om uitleg van de heer Werner Marginet tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over de aanwerving van tien toptrainers en de uitvoering van het Topsportactieplan
De voorzitter: Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Marginet tot de heer Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over de aanwerving van tien toptrainers en de uitvoering van het Topsportactieplan.
Minister Van Brempt antwoordt in naam van minister Anciaux.
De heer Marginet heeft het woord.
De heer Werner Marginet: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collegas, minister Anciaux heeft het licht op groen gezet voor de aanwerving van 10 trainers als eerste stap in de uitvoering van het Topsportactieplan dat hij aan het begin van de regeerperiode voorstelde. Deze 10 trainers vormen een eerste groep van mogelijk 42 trainers die door de Vlaamse Gemeenschap zullen worden betaald.
In deze fase betekent dat een kost van ongeveer 700.000 euro.
Het Topsportactieplan moet ervoor zorgen dat in Vlaanderen een nieuwe generatie topatleten wordt begeleid met medaillekansen op de Olympische Spelen van 2012 en 2016. Toch zouden deze toptrainers in deze eerste fase slechts een contract van bepaalde duur, maximum tot eind 2008, het jaar van de Olympische Spelen in Peking, krijgen.
Waarom bestaat de huidige aanwerving uit slechts 10 trainers? Zullen de andere 32 voorziene betrekkingen nog worden ingevuld? Zo niet, waarom niet? Zo ja, wat is de timing? Wie is verantwoordelijk voor de aanwerving en op basis van welke objectieve criteria gebeurt de selectie? Met andere woorden, hoeveel kandidaten werden voorgesteld door topsportmanager Ivo Van Aken? Heeft de minister daar zelf nog uit geselecteerd of namen aan toegevoegd? Waarom wordt gekozen voor contracten van bepaalde duur, terwijl het weinig realistisch is om op amper 3 jaar een nieuwe generatie topsporters te ontdekken en klaar te stomen om EK-medailles, WK-finales en acht plaatsen op de Olympische Spelen te veroveren, wat als doel werd vooropgesteld? Wordt er aandacht geschonken aan de minder gekende en kleinere sporten? Kunt u daar voorbeelden van geven?
De voorzitter: Minister Van Brempt heeft het woord.
Minister Kathleen Van Brempt: Mijnheer de voorzitter, dames en heren, in 2005 is er binnen het werkingskrediet van het Bloso ruimte om reeds 10 van de 42 toptrainers op te nemen. In het Topsportactieplan 2005-2009 staat dat de 32 overige toptrainers ook zullen worden ingevuld binnen deze termijn. De timing zal tijdens een volgende vergadering van de Stuurgroep Topsport worden vastgelegd.
De objectieve criteria zijn opgesomd in document 52 van de Stuurgroep Topsport, nummer 11 van 3 mei 2005. Het doel is zeer duidelijk: het behalen van een EK-medaille, een WK-finale, een top-8 plaats op de Olympische Spelen, zomer of winter, of een medaille op de Paralympics. Dit doel moet zich in deze eerste fase binnen de olympiade 2005- 2008 situeren. De sportfederaties die menen te beschikken over atleten die deze prestaties kunnen neerzetten maar niet beschikken over de noodzakelijke toptrainer, kunnen een kandidaat-toptrainer voordragen. De kandidaat-toptrainer moet voldoen aan de criteria uit document 52 van de Stuurgroep Topsport. Het is dus niet de topsportmanager die de namen van de kandidaat-toptrainers voordraagt, maar de sportfederatie. Het is niet de minister die selecteert of namen toevoegt, maar de Stuurgroep Topsport, voorgezeten door de topsportmanager die beslist op advies van het Bloso.
Aangezien het einddoel zich moet situeren binnen de olympiade 2005-2008 en er voor topsport altijd tussentijdse resultaatsverbintenissen moeten worden vastgelegd, is de keuze voor een contract van bepaalde duur noodzakelijk. Het ABCD-project mikt op 2012-2016. De generatie die voldoet aan de ontwikkelingslijn om in die periode te scoren wordt daardoor ook perfect opgevangen. Met deze eerste 10 toptrainers willen we niets aan het toeval overlaten om de huidige topsporters zo goed mogelijk voor te bereiden op de Olympische Spelen van 2008.
De gekendheid en de grootte van de sporttak bepalen de kansen op een toptrainer niet, wel het feit dat de sporttak een of meerdere atleten heeft die een rele kans hebben om een EK-medaille, een WK-finale, een top-8 plaats op de Olympische Spelen of een medaille op de Paralympics te behalen. Aangezien de federaties hun kandidaturen nog moeten insturen, kan ik u nog geen voorbeelden geven.
De voorzitter: De heer Marginet heeft het woord.
De heer Werner Marginet: Het doel zou zich situeren binnen de olympiade 2005-2008, terwijl Ivo Van Aken in een interview in Knack zegt: Ik weet dat mijn beleid geen directe invloed zal hebben op de prestaties in 2008. In 2012 mogen we iets verwachten van de federatie die nu goed aan het werken is. Ik ben ervan overtuigd dat ik de boel in beweging krijg, maar we zullen tijd nodig hebben. We weten ook dat het maken van een topsporter 10 jaar duurt. Als uitzondering daarop noemt hij Kim Clijsters en Justine Henin. Het lijkt me dan ook onlogisch dat het contract van bepaalde duur, waar ik op zich niets op tegen heb, slechts loopt tot 2008 terwijl dan alles nog moet beginnen.
De voorzitter: Minister Van Brempt heeft het woord.
Minister Kathleen Van Brempt: Het ene sluit het andere niet uit. Die twee fases hebben een doel. Ik zou de minister van Sport oneer aandoen indien ik zou zeggen dat hij geen ambitie heeft, ook voor de komende Olympische Spelen en het EK en WK. Het selecteren van de eerste toptrainers heeft een belangrijke doelstelling, en die staat niet haaks op de doelstellingen die verder in de toekomst liggen.
De voorzitter: De heer Marginet heeft het woord.
De heer Werner Marginet: Mevrouw de minister, ik kan het u als plaatsvervangend minister niet kwalijk nemen dat u het hele dossier niet hebt opgevolgd. In 2008 moet een en ander allemaal nog beginnen, ofwel gaat de minister ervan uit dat de man in 2008 een verlenging van zijn contract krijgt als hij goed werk levert. Het zou jammer zijn dat er op dat moment een einde komt aan de overeenkomst.
De voorzitter: Minister Van Brempt heeft het woord.
Minister Kathleen Van Brempt: Mijnheer Marginet, het is uiteraard de bedoeling dat contracten van bepaalde duur worden verlengd. Ze worden natuurlijk wel gekoppeld aan een resultaatsverbintenis die moet worden gehaald in 2008. Tot 2008 moet worden gewerkt met het huidige potentieel aan talenten. De vraag is dan welke behoeften er zijn om die talenten te begeleiden naar de Olympische Spelen. Voor de periode tot 2012 en 2016 kan er eventueel worden begonnen met een nieuwe generatie. Een verlenging van het contract is uiteraard niet uitgesloten.
De voorzitter: Het incident is gesloten.