Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme Vergadering van 24/05/2005
Vraag om uitleg van de heer John Vrancken tot de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, over de bescherming van het Afrikaans in Zuid-Afrika in het kader van de ontwikkelingssamenwerking
De voorzitter: Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Vrancken tot de heer Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, over de bescherming van het Afrikaans in Zuid-Afrika in het kader van de ontwikkelingssamenwerking.
De heer Vrancken heeft het woord.
De heer John Vrancken: Mijnheer de voorzitter, in zijn vraag om uitleg heeft de heer Roegiers over de historische banden tussen Vlaanderen en Congo gesproken. Mijns inziens bestaan die banden ook tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika.
In Zuid-Afrika spreken ongeveer 6 miljoen mensen, ofwel 13 percent van de bevolking, nog steeds het Afrikaans als eerste taal. Deze taal hoort niet exclusief bij de blanken: ook kleurlingen en zwarten spreken deze taal. Als ik me niet vergis, spreekt zelfs de heer Mandela Afrikaans.
In de zeventiende eeuw hebben Hollandse kolonisten het Nederlands naar Zuid-Afrika gebracht. In de loop der tijden is hun taal door het Duits, het Frans, het Portugees en door de talen van de zwarte bevolking beïnvloed. In 1925 is het Afrikaans uiteindelijk als een van de officiële talen in Zuid-Afrika erkend.
Het staat onmiskenbaar vast dat deze taal deel van het cultureel erfgoed uitmaakt en nog een belangrijke rol speelt. De uitzonderlijke band tussen Zuid-Afrika en Vlaanderen is onder meer een gevolg van het bestaan van het Afrikaans.
De jongste tijd komt de taal evenwel steeds meer onder druk te staan. Heel wat vooraanstaande Afrikaanse professoren vrezen voor het verdwijnen van het Afrikaans. Voor Zuid-Afrika zou dit ongetwijfeld een culturele verarming betekenen. Onlangs hebben we in de pers zelfs kunnen lezen dat Pretoria misschien van naam zou veranderen.
De Vlaamse Regering heeft Zuid-Afrika als een prioritaire partner in de ontwikkelingssamenwerking omschreven. In de beleidsnota van de minister staat dat hij rekening wil houden met de wens van president Mbeki om de ontwikkelingshulp maximaal in te zetten voor activiteiten die de overgang naar een ware regenboognatie versnellen. Volgens mij zou het verdwijnen van het Afrikaans alvast een kleurtje minder in deze regenboog betekenen.
Mijnheer de minister, op 1 mei 2005 hebben u en uw Zuid-Afrikaanse ambtsgenoot Zuma de Strategienota Ontwikkelingssamenwerking Vlaanderen- Zuid-Afrika ondertekend. In deze nota engageert de Vlaamse Regering zich om tussen januari 2005 en december 2010 22,5 miljoen euro voor de ontwikkelingssteun aan Zuid-Afrika vrij te maken. Minister Zuma heeft zich ondertussen bijzonder tevreden getoond over deze strategienota. Hij heeft in dit verband het volgende verklaard: 'Deze overeenkomst bevordert de samenwerking en versterkt de bilaterale banden'.
Mijnheer de minister, ik zou u in dit verband een aantal vragen willen stellen. Wat is uw houding ten aanzien van het voortbestaan van het Afrikaans in Zuid-Afrika? Hebt u in het kader van de ontwikkelingssamenwerking reeds initiatieven voor het behoud van het Afrikaans in Zuid-Afrika genomen? Zo ja, over welke maatregelen gaat het dan? Bent u van plan het voortbestaan van het Afrikaans aan de geest van de op 1 mei 2005 ondertekende strategienota te verbinden? Volgens minister Zuma zal dit akkoord de bilaterale banden versterken. Zult u er bij minister Zuma op aandringen de nodige maatregelen te treffen om het Afrikaans als een onderdeel van het cultureel erfgoed en van de bilaterale banden van onze gemeenschappen te beschermen?
De voorzitter: De heer Verstreken heeft het woord.
De heer Johan Verstreken: Mijnheer de voorzitter, ik zou me kort bij de vraag van de heer Vrancken willen aansluiten. Ik veronderstel dat niemand hier iets tegen de bescherming van het Afrikaans als cultureel erfgoed kan hebben. In de Commissie voor Cultuur heb ik het al een paar maal over dialecten gehad. Het Afrikaans is uiteraard geen dialect, het is een sterke taal. Aangezien er absoluut een band tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika is, kan ik begrijpen waarom de heer Vrancken om de bescherming van het Afrikaans vraagt.
De voorzitter: Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois: Mijnheer de voorzitter, alvorens de vragen te beantwoorden, wil ik even iets toelichten. In 1996 is de Zuid-Afrikaanse grondwet gewijzigd. Sindsdien heeft iedereen in Zuid-Afrika het recht de taal van zijn keuze te gebruiken. De Zuid-Afrikaanse grondwet erkent elf officiële talen, waaronder het Afrikaans. De Zuid-Afrikaanse overheid bevordert de meertaligheid.
Om de gelijke status van de elf officiële talen te bevorderen, is in 1995 de Pan South African Language Board in het leven geroepen. Dit orgaan is bevoegd om klachten over overtredingen van de taalwetgeving te onderzoeken en maakt de bevolking bewust van het recht in de eigen taal te worden geholpen door overheidsinstellingen. In 2003 is het National Language Policy Framework gelanceerd. Dit beleidskader schuift onder meer het principe van de bescherming en de bevordering van de taalkundige en culturele diversiteit van Zuid-Afrika naar voren. De provinciale en lokale overheden in Zuid-Afrika moeten dit beleidskader implementeren.
Ik kan enkel toejuichen dat het Zuid-Afrikaans beleid de meertaligheid erkent en bevordert. Vlaanderen draagt het principe van de culturele diversiteit hoog in het vaandel. Binnen de Unesco werkt Vlaanderen actief mee aan het opstellen van een kaderconventie over de culturele diversiteit.
De bescherming en de bevordering van meertaligheid behoren evenwel niet tot de kernactiviteiten van de ontwikkelingssamenwerking. De ontwikkelingssamenwerking is in eerste instantie op de armoedebestrijding gericht. Initiatieven die de meertaligheid willen bevorderen, horen wel in de culturele en de onderwijskundige samenwerking tussen Zuid-Afrika en Vlaanderen thuis.
Vlaanderen heeft in dit verband trouwens al heel wat initiatieven gesteund. De Nederlandse Taalunie werkt op dit vlak samen met de Zuid-Afrikaanse overheid. De NTU stelt haar ervaring met taal- en spraaktechnologie en met toetsing en certificering ter beschikking van de Zuid Afrikaanse overheid.
De reeds vermelde strategienota omvat de afspraken die Vlaanderen en Zuid-Afrika inzake ontwikkelingssamenwerking hebben gemaakt. Zoals ik daarnet al heb verklaard, behoort de bevordering van de meertaligheid in Zuid-Afrika tot het domein van de culturele en onderwijskundige bilaterale relaties. De NTU speelt hierbij een belangrijke rol.
De voorzitter: De heer Vrancken heeft het woord.
De heer John Vrancken: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik meen echter dat in uw beleid ten aanzien van Zuid-Afrika de taal de ontwikkelingssamenwerking overstijgt. Het lijkt me belangrijk dat de taal gehandhaafd blijft, zeker tussen de Vlaamse en Zuid-Afrikaanse bedrijven.
Minister Geert Bourgeois: Ik zal straks meer uitleg geven over de verschillende programma's inzake landbouw, voedselveiligheid, agrotoerisme, enzovoort. Dit zijn programma's die in wezen geen culturele programma's zijn. Nogmaals, ik vind dat dit een taak is voor de Taalunie.
De voorzitter: De heer Verstreken heeft het woord.
De heer Johan Verstreken: Ik stel voor dat dit punt wordt geagendeerd op de volgende bijeenkomst van de Taalunie.
De voorzitter: Het incident is gesloten.