Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 21/04/2005
Vraag om uitleg van mevrouw Marie-Rose Morel tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over de definitieve naamswijziging van het Paleis voor Schone Kunsten (PSK) in Bozar en de mogelijke Vlaamse subsidiring van Bozar
De voorzitter: Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Morel tot de heer Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over de definitieve naamswijziging van het Paleis voor Schone Kunsten (PSK) in Bozar en de mogelijke Vlaamse subsidiring van Bozar.
Mevrouw Morel heeft het woord.
Mevrouw Marie-Rose Morel: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, in maart 2003, bij de voorstelling van het seizoen 2003-2004, stelde het Paleis voor Schone Kunsten zijn nieuwe naam en logo voor, namelijk Bozar, of de fonetische spelling van Palais des Beaux Arts. De Nederlandstalige leden van de raad van bestuur protesteerden tegen deze blijkbaar eenzijdige beslissing want dit betekende vanzelfsprekend een uiting van de eentaligheid van het Paleis voor Schone Kunsten.
Aanvankelijk werd gedacht dat het om een tijdelijk logo ging. Intussen blijkt echter dat kosten noch moeite zijn gespaard om het logo overal te drukken. De benaming Bozar zal dan ook blijven.
Deze naamsverandering drukt een Franstalige stempel op het Paleis voor Schone Kunsten. Nochtans is het PSK een biculturele instelling en mag het zijn activiteiten niet uitsluitend op een of andere taalgroep richten.
Het PSK is een federale instelling en werd formeel opgericht bij wet van 7 mei 1999 in de vorm van een NV van publiek recht met sociale doeleinden. In artikel 3 van de beheersovereenkomst van 2002 staat dat de volledige tweetaligheid van het PSK bewaard moet blijven. Voor mij is tweetaligheid nog steeds Frans en Nederlands. Er zijn andere voorbeelden in Brussel waar dat wel kan zoals het Kunsten-Festival-des-Arts en De Munt-La Monnaie.
Aangezien Bozar een federale dotatie krijgt voor het gebouw en voor de personeelskosten, moet de overeenkomst die met de federale overheid is gesloten op het vlak van tweetaligheid op zijn minst worden nageleefd. Bozar heeft ook fondsen nodig voor zijn werking en doet daarvoor regelmatig een beroep op de Franse Gemeenschap maar ook op de Vlaamse Gemeenschap. De marketingnaam Bozar klinkt zeer Frans. Wanneer het PSK zich Franstalig wil orinteren, moet het geen middelen komen vragen aan de Vlaamse Gemeenschap. In het kader van het kunstendecreet rekent Bozar op een subsidie van 1,2 miljoen euro, alsook op een structurele vastlegging daarvan op lange termijn.
In het kader van het kunstendecreet hebben de beoordelingscommissies hun vaststellingen meegedeeld. Terzijde wil ik even wijzen op een spellingsfout, meer bepaald de dubbele -e- in de hoofding van de VOBK, de Vereenigde Organisatievormen Beeldende Kunst Bozar heeft tweemaal een negatief advies gekregen omdat er op twee verschillende criteria is beoordeeld. Inhoudelijk zou Bozar te receptief zijn. Ook op zakelijk vlak is er een probleem omdat Bozar middelen krijgt van de federale overheid maar ook nog komt aankloppen bij de Vlaamse Gemeenschap. De boekhoudkundige regels die worden gehanteerd, blijken niet echt duidelijk te zijn.
Bovendien heeft toenmalig minister Van Grembergen in 2003 een rechtstreekse subsidie toegekend van 624.000 euro. Het ging over de subsidies die vroeger werden toegekend aan de Filharmonische Vereniging van Brussel, de Vereniging voor Volksconcerten en de vzw Paleis.
Het is niet alleen de naam Bozar die me stoort, maar ook de programmering. Normaal gezien moet de programmering beide landsdelen bedienen. Visionair Belgi, cest arriv prs de chez nous, Magritte en de fotografie, Art Deco, Art Nouveau, Studio Belgique, het komt me allemaal heel Franstalig voor. De enige Vlaamse inbreng is afkomstig van de Vlaamse kunstcollectie waar onder andere het Groeningemuseum in Brugge aan deelneemt.
De programmatorische invulling die wordt gegeven aan een biculturele instelling is niet correct. Beide landsdelen moeten worden bediend. Ik wil overigens ook verwijzen naar een resolutie die in 1999 in dit parlement is goedgekeurd. Daarin staat dat op termijn de biculturele instellingen in aanmerking moeten komen voor de overdracht aan de twee deelstaten.
Minister Bert Anciaux: In de commissie voor Brussel is daarover vanmorgen een vraag om uitleg gesteld.
Mevrouw Marie-Rose Morel: Mijnheer de minister, als de benaming Bozar dan toch vastligt, dan wil ik u vragen om de nodige druk op de ketel te zetten. Dat kan altijd wanneer het over geld gaat.
Het PSK is een culturele instelling voor beide landsgedeelten. Als federale instelling in Brussel staat het ter beschikking van de Nederlandstaligen en de Franstaligen. Het lijkt me dan ook niet meer dan logisch dat de officile naam in beide talen zou worden weergegeven.
Mijnheer de minister, wat vindt u van de benaming Bozar? Bent u bevoegd om de federale overheid daarover aan te spreken en de eventuele toekenning van Vlaamse subsidies in het kader van het kunstendecreet daaraan te koppelen? Kunt u meer duidelijkheid geven over de subsidies van 2003? Ik heb daar geen contract of dergelijke over teruggevonden. Als ik tot slot het artistieke programma van Bozar bekijk, dan vraag ik me af waar we de gerespecteerde samenwerking tussen de verschillende gemeenschappen en culturen in Brussel als interculturele stad kunnen terugvinden.
De voorzitter: De heer Vanackere heeft het woord.
De heer Steven Vanackere: Nomen est omen, zegt men soms. Maar toch: een van de best functionerende culturele instellingen in Brussel die door de Vlaamse Gemeenschap wordt aangestuurd, heet de Ancienne Belgique. Die naam, en het feit dat de naam leeft, getuigt van de capaciteit van de Vlaamse gemeenschap om in de hoofdstad op een niet-verkrampte manier aanwezig te zijn. Een taalpuristische invalshoek leidt niet tot het ontwarren van de echte problemen. Het echte probleem wordt in de vraag van mevrouw Morel een heel klein beetje aangekaart en het behelst niet de naam van de instelling. De politiek relevante vragen die in deze commissie aan bod zouden mogen komen, hebben betrekking op de werking en het programma. De discussie mag zich niet beperken tot een debat over de naam van de instelling. Ik zeg niet dat mevrouw Morel dat doet, maar ze heeft haar vraag wel opgehangen aan iets wat mijns inziens een detail van het cultuurbeleid in Brussel is. De Brusselaars en de Vlamingen met een hart voor Brussel en cultuur liggen echt wel van andere zaken wakker.
De voorzitter: De heer De Clerck heeft het woord.
De heer Stefaan De Clerck: Ik ben erg blij met de uiteenzetting van de heer Vanackere. Ik wil er enkel nog aan toevoegen dat onze Brusselse instellingen een Vlaamse, maar ook een Europese en internationale rol hebben. We moeten daarom de kracht opbrengen om niet alleen onze eigen winkel te beheren, maar om ook oog te hebben voor onze plaats als Vlamingen in Brussel, in Europa en de wereld. Ook op dat vlak moeten we kunnen scoren, en onze minister heeft op dat vlak een verantwoordelijkheid.
De voorzitter: De heer Marginet heeft het woord.
De heer Werner Marginet: We hebben in Vlaanderen jaren tegen de verfransing van namen van openbare gebouwen, winkels, bedrijven en andere zaken gevochten. Vandaag hoor ik hier eigenlijk zeggen dat men pas een goede Vlaming is als men tolerant staat tegenover Franse namen van Vlaamse instellingen, en als men dat niet is, dat men dan verkrampt is. Het zijn vreemde uitspraken.
De voorzitter: Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, geachte collegas, tot spijt van wie t benijdt, zal ik hier mijn persoonlijke mening verwoorden. Ik hoop dat dit kan zonder dat daar veel politieke commotie aan wordt verbonden. In antwoord op de eerste vraag in verband met het nieuwe logo of de nieuwe roepnaam voor het Paleis van Schone Kunsten of het Palais des Beaux Arts kan ik u meedelen dat ook ik niet zo gelukkig was en ben met het beperkte overleg en de ongelukkige communicatie over deze marketingingreep. Voorafgaandelijk overleg met de Nederlandstalige leden was zeker opportuun geweest en het zoeken naar een consensus had niet misstaan. Over het al dan niet tijdelijke karakter van deze marketingcampagne kan ik mij niet uitspreken, maar wat dat betreft zal ik niet nalaten de raad van bestuur om uitleg te vragen.
Terzijde wil ik toch beklemtonen dat het hier een marketingimago-ingreep betrof die blijkbaar kaderde in een omvangrijker communicatieproces dat deze markante cultuurhistorische plek mede moest bevrijden van haar bestofte blazoen en oubollige imago. Ik vind dat goed. We moeten durven toegeven dat deze ingreep resultaten heeft opgeleverd. Het logo Bozar werkt. Dit logo laat ook toe dat de naam wordt aangevuld naargelang van het deelterrein: bijvoorbeeld Bozar Music en Bozar Expo. Overigens is de naam Paleis voor Schone Kunsten niet verdwenen. Zo komt hij in drie talen voor op de jongste seizoenfolder. Bovendien merk ik op dat de naam Paleis voor Schone Kunsten niet echt een sprankelende naam was.
De tweede vraag gaat over de subsidiring in het kader van het kunstendecreet. Zoals u correct aangeeft, heeft het Paleis voor Schone Kunsten een aanvraag voor structurele ondersteuning in het kader van het kunstendecreet voor de periode 2006-2009 ingediend. Ik heb akte genomen van de preadviezen. Zoals u weet, loopt momenteel de procedure. Uiterlijk op 15 mei verwacht ik een definitief advies. Op basis van alle elementen die binnenkort voorliggen, zal ik zowel voor het PSK als voor alle andere organisaties die een aanvraag hebben ingediend, een voorstel van beslissing voorleggen aan de Vlaamse Regering. Ik wil en kan daarover nu geen uitspraken doen.
Wat uw derde vraag betreft, vind ik het nogal overdreven om te stellen dat de marketingoperatie Bozar getuigt van weinig respect voor de Nederlandstalige bezoeker. Op dat laatste komt uw opmerking uiteindelijk neer. Het neologisme BOZAR getuigt van een zekere dichterlijke vrijheid dat doet denken aan de grote James Ensor die het had over de Beausards wanneer hij de kunstzinnige elite wilde schofferen.
Het klopt dat in het PSK momenteel Visionair Belgi loopt. De tentoonstelling biedt een kritische kijk op dit land door de bril van een Zwitsers curator en via de kunsten die zich per definitie al kritisch opstellen. Van een echte propagandatentoonstelling voor Belgi zou ik niet durven gewagen, maar eerder van een lucide kijk op de geschiedenis van de belgitude. Het is overigens een aanrader. Gezien de belangrijke plaats die dit gebouw de voorbije eeuw letterlijk en figuurlijk heeft ingenomen in het cultuurlandschap van dit land, lijkt het mij bijna vanzelfsprekend dat die specifieke tentoonstelling daar plaatsvindt. Want over het belang en de betekenis van dit Horta-gebouw zijn we het, naar ik mag hopen, toch eens.
Tot slot heb ik nog twee bedenkingen. Ik stel met ongenoegen vast dat in de vieringen van 175 jaar Belgi en 25 jaar Vlaanderen het tweede luik amper aan bod komt. Dat stoort me fundamenteel. Verder herhaal ik dat ik met alle middelen waarover ik beschik, uitvoering zal geven aan de resolutie waarin wordt gesteld dat we moeten streven naar de omvorming van bi-communautaire instellingen naar co-communautaire instellingen.
De voorzitter: Mevrouw Morel heeft het woord.
Mevrouw Marie-Rose Morel: Ik dank de minister voor zijn antwoord. Ik ben zeer verheugd te kunnen vaststellen dat een en ander de minister stoort. Ik ga echter helemaal niet akkoord met de heer Vanackere. Ook in Antwerpen staan er de Mtallurgie en andere bedrijven en instellingen met een Franse naam. Die restanten tonen aan dat we eens op taalkundig vlak zijn onderdrukt. Ik vind echter niet dat we vandaag de klok moeten terugdraaien en van het Paleis voor Schone Kunsten Bozar moeten maken.
Mijnheer De Clerck, uw argument wat betreft de internationale rol, houdt geen steek. Als u aan een Amerikaan zegt Lets go to the Bozar, dan weet die niet dat dit iets te maken heeft met het Palais des Beaux Arts. Ik ga daar niet mee akkoord, tenzij u enkel op de Franstalige markt mikt. Ik ga ervan uit dat u met het internationale meer bedoeld dan enkel Frankrijk.
Mijnheer de minister, ik ben blij dat u mijn bezorgdheid deelt.
Minister Bert Anciaux: U mag dat ook niet overroepen. Ik heb het langs beide kanten proberen te relativeren.
Mevrouw Marie-Rose Morel: Dit leeft onder de Vlaams-nationalisten. Ik begrijp dat dit misschien minder bij u leeft, maar het is belangrijk voor de Vlamingen.
De voorzitter: De heer De Clerck heeft het woord.
De heer Stefaan De Clerck: U hebt dat monopolie niet. We leven allemaal onder Vlamingen en hebben een gezonde Vlaamse reflex.
Bozar functioneert, ook op het Europese en internationale niveau. Deze dimensie moet nu eenmaal meespelen omdat dit een belangrijke instelling is voor Brussel, Vlaanderen en Belgi. Marketing is belangrijk en de naam moet dan ook een goede drager zijn. Zeg maar eens aan een Amerikaan: Lets go to the PSK.
Mevrouw Marie-Rose Morel: Het had net zo goed een woordspeling op het Nederlands kunnen zijn.
De heer Stefaan De Clerck: We kunnen daarover redetwisten, maar dit gaat over marketing. Uw partij heeft altijd de onverbeterlijke neiging om in te grijpen in de programmatie. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Het komt terug naar boven.
Ik ben het met de minister eens dat 25 jaar federalisme wat meer aan bod had mogen komen.
Minister Bert Anciaux: Dat is niet de schuld van het PSK.
De heer Stefaan De Clerck: Laten we in eigen boezem kijken.
De voorzitter: De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron: Mijnheer de minister, in het aanvraagdossier van het PSK dat nog steeds wordt gebruikt als de officile juridische naam, maakt de instelling een uitdrukkelijke beweging waarbij voor de artistieke werking steeds meer de hand wordt gereikt naar de gemeenschappen. Het gebouw en de basiswerkingskost vallen onder een federale bevoegdheid, maar toch wil het PSK de samenwerking met de gemeenschappen opbouwen. Dat is een heel belangrijk facet, veel meer dan de naamgeving. Het feit dat een federale culturele instelling de hand reikt naar de gemeenschappen en ermee wil samenwerken, is een erkenning van de rol van de gemeenschappen.
Ik nodig u uit om het programma van het PSK door te lichten. Onze Vlaamse orkesten, dansgezelschappen en dergelijke meer, komen in zeer ruime mate aan bod. Ze vinden daar het meest belangrijke internationale plateau. Het PSK is een ambassadeur voor de Vlaamse cultuur in het buitenland.
Ik wil de opmerking van de minister over 25 jaar federalisme relativeren. Binnenkort loopt er een tentoonstelling van Ensor tot Bosch. Het gaat om een Vlaamse kunstcollectie uit Vlaamse topmusea, aangevuld met een aantal internationale topstukken van Vlaamse kunstenaars. Bozar heeft de beste relatie met topmusea uit de wereld. We zullen kunnen laten zien wat een ongelooflijke kunstcollectie we hebben. Het is niet allemaal kommer en kwel.
De voorzitter: De heer Vanackere heeft het woord.
De heer Stefaan Vanackere: Ik wist dat ik met een relativerende opmerking over de naam, de wind van voren zou krijgen. Ik wilde alleen maar zeggen dat er in de discussie over het cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap in Brussel, er meer belangrijke onderwerpen zijn dan de naamgeving. We hebben met deze commissie een bezoek gebracht aan het PSK, waarbij jammer genoeg niemand van het Vlaams Belang aanwezig was. We hebben er gesproken over datgene wat echt van tel is.
Deze morgen hebben we nog een debat gevoerd over Flagey, wat ook nogal Frans klinkt. We zijn daar tot een oplossing gekomen die de Vlaamse Gemeenschap toelaat om op een heel prominente manier leiderschap te nemen in de hoofdstad op het culturele vlak. Als we gezegd hadden dat we pas tevreden zouden zijn als Flagey Schild en vriend heette, dan zou ik dezelfde opmerking hebben gemaakt. Het is veel belangrijker dat de Vlaamse Gemeenschap op een correcte manier in de hoofdstad aan haar trekken komt op het vlak van onthaal, programmatie en beheer. We moeten de capaciteit hebben om zoiets als naamgeving te relativeren en mogen daar niet het eerste punt van maken.
Als in de familie een kind wordt geboren, heb ik soms ook bedenkingen bij de naam. Ik zet me daar snel overheen en kijk naar het kind zelf. We moeten hetzelfde doen met Bozar. Om het met een Chinees spreekwoord te zeggen, moeten we kijken naar welke muizen de kat vangt. We moeten niet kijken naar de kleur of de naam die ze heeft.
De voorzitter: Ik dank u voor de Nederlandse vertaling van de Chinese uitdrukking.
Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: Mijn absolute aandacht gaat naar het artistieke project, het versterken ervan en in de toekomst misschien ook de samenwerking tussen de gemeenschappen. Ook al is dit niet het meest belangrijke, toch besef ik dat de naamgeving enige gevoeligheid kan opwekken, gelet op de geschiedenis.
We hebben het hier ook al eens gehad over het gebruik van BXL. Voor heel wat jongeren staat dat voor Brussel, maar voor mij roept dit herinneringen op aan de periode waarbij BXL anti- Vlaams was. Het was het symbool van het FDF in Brussel. Misschien word ik oud en is dat allemaal achterhaald, maar het ligt gevoelig. Hetzelfde geldt voor het PSK. In het verleden was het respect voor de Nederlandstalige inbreng, voor de Nederlandstalige cultuur en de Vlaamse aanwezigheid binnen het PSK niet zo vanzelfsprekend. Er is daar een grondige evolutie in. Het woord Bozar heeft een Franstalige weerklank, maar ik relativeer dat. In de toekomst zal de commotie hierover zonder enige twijfel wegvallen. Met enige creativiteit zou ook een marketingoperatie kunnen worden opgezet met een neutrale naam.
Ik heb niet zozeer problemen met de naam, maar wel met het gebrek aan overleg daarover. Ik verontschuldig me ervoor dat ik er ook beaux arts in hoor.
De heer Stefaan De Clerck: Het is alleszins beter dan Bazar.
Minister Bert Anciaux: Misschien was dat minder gevoelig geweest. De voorzitter had me dat ook al gesuggereerd.
De voorzitter: Het incident is gesloten.