Commissie voor Wonen, Stedelijk Beleid, Inburgering en Gelijke Kansen Vergadering van 14/04/2005
Vraag om uitleg van de heer Stefaan De Clerck tot de heer Marino Keulen, Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, over de verdere uitbouw van het participatief stedenbeleid in Vlaanderen
De voorzitter: Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer De Clerck tot de heer Keulen, Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, over de verdere uitbouw van het participatief stedenbeleid in Vlaanderen.
De heer De Clerck heeft het woord.
De heer Stefaan De Clerck: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, mijn vraag is ingegeven door de wens de mensen te laten participeren aan het lokale beleid. Het voornaamste aspect betreft de handelsdistricten. Ik zou daarover graag uw mening kennen.
Eerst wil ik het echter hebben over de vele debatten die in heel wat steden over het stedenbeleid zijn georganiseerd. Ook in Kortrijk was dat het geval, en onze ervaring daarmee is positief. Het was natuurlijk niet allemaal perfect, en er daagt natuurlijk maar een kleine groep mensen op. Toch zijn we tevreden. Mijnheer de minister, hoe evalueert u die discussie over het stedenbeleid?
Een discussie over participatie aan het stedelijke beleid is relevant, want in het ontwerp van gemeentedecreet is sprake van wijkbudgetten en methoden om mensen per straat en per wijk te laten participeren. Het is een interessant idee, dat echter alleen wat zal opleveren als het wordt ingepast in een doordachte strategie. Mijnheer de minister, kunt u daar wat meer over vertellen? Wellicht is het de bedoeling dat de gemeenten een en ander zelf financieren. Goede ideeën zijn natuurlijk welkom, maar hierover moeten we toch even nadenken.
Deze vorm van participatie is een nieuw, Angelsaksisch idee. Het ontstond in de VS en is overgewaaid naar Groot-Brittannië. Volgens mij kan het bij ons goed worden toegepast. Naar het voorbeeld van het Britse model van het Business Improvement District kunnen we het hebben over handelsdistricten: afgebakende ruimten waar met de steun van het lokale bestuur wordt beslist of men een bepaald gedeelte van een bestaande of nieuwe belasting gebruikt om tijdens een vooraf bepaalde periode en in functie van de aangewende handelsoppervlakte in die ruimte een bepaalde actie te voeren. Die actie kan betrekking hebben op afvalophaling, veiligheid, marketing of wat dan ook.
Het grote voordeel is wel dat het om een vooraf bepaald initiatief gaat, in samenwerking met de privé-sector gebeurt, en voor iedereen op dezelfde wijze geldt. Dat laatste is belangrijk, want dikwijls werken aan stadsontwikkeling een aantal handelaars wel mee, maar anderen lijken daarbij veeleer parasieten. Als iedereen op dezelfde wijze wordt verplicht om mee te doen, dan wordt iedereen beter bij de zaak betrokken. Dan realiseer je meer zelfbestuur. Hierin kan worden gevarieerd. Het is allemaal niet strak, maar kan heel flexibel worden gehanteerd. Is het niet nuttig om dit als instrument ter beschikking te stellen? Kan dit volgens u worden ingevoerd zonder decreetswijziging? Er bestaat al een omslagbelasting waarbij een stad of gemeente een bepaald bedrag kan innen. Om dat bedrag te bekomen, moet het worden verdeeld onder diegenen die aan de voorwaarden voldoen. Is dat systeem hanteerbaar? Er wordt me gezegd dat zo'n Business Improvement District kan worden ingevoerd zonder decreetswijziging. Als toch een decretale wijziging nodig is, vind ik het de moeite waard om een en ander te laten onderzoeken naar aanleiding van het debat over het nieuwe gemeentedecreet. Ik ben ervan overtuigd dat dit een nuttig instrument is.
Mijnheer de minister, wat is uw appreciatie van deze nieuwe methode om handelaars te betrekken bij het stedelijke beleid? Het gaat niet om een sociale politiek, maar om een bewust economische politiek die een stadscentrum of wijk moet activeren. Als u dat een goed idee vindt, is dan een wijziging van het decreet nodig?
De voorzitter: De heer Gatz heeft het woord.
De heer Sven Gatz: Mevrouw de voorzitter, dit is een interessante vraag. Ik wil even ingaan op de link tussen de wijkbudgetten en de BID's. Mijnheer de minister, hoe zal uw beleid inzake de wijkbudgetten in de nabije toekomst evolueren? Heel wat steden en gemeenten werken reeds met een minimale invulling van het wijkbudget. Ze hebben een aantal buurtcomités waaronder voor bepaalde zaken een budget wordt verdeeld. Dat is minimaal, maar wel lovenswaardig.
Het zou een stap verder zijn dat steden of gemeenten beslissen om een deel van het budget over te dragen aan een nader te bepalen orgaan. Dat is een moeilijker hanteerbare vorm van wijkbudget. Zijn dat denkkaders die u voor ogen hebt? Kent u voorbeelden uit andere landen? In Nederland bijvoorbeeld wordt dat op kleine schaal al gedaan. Bent u van plan om dit soort experimenten te stimuleren? Of wilt u dit van onderuit laten groeien? Kan dit niet projectmatig worden opgestart via het Stedenfonds? Ik neem aan dat we daar naar aanleiding van uw beleidsbrief in de toekomst nog over zullen debatteren.
De voorzitter: Mevrouw Berx heeft het woord.
Mevrouw Cathy Berx: Mevrouw de voorzitter, dit is inderdaad een erg interessante vraag. We hebben naar aanleiding van de bespreking van de beleidsnota Stedenbeleid een korte discussie gehad over een 'zone franche'. In steden kan zo'n specifieke zone worden gecreëerd waar afwijkingen op een aantal regels bestaan. Op die manier kunnen handelsactiviteiten worden bevorderd. Het is misschien nuttig om dit in een algemeen concept te bekijken.
De minister van Onderwijs werkt in zijn terrein met proeftuinen. Dit kan misschien ook hier een idee zijn. Op specifieke zones zijn bepaalde decreetsbepalingen niet van toepassing. Ze worden regelarm gemaakt, om zo veel meer ruimte te bieden aan lokale besturen om aan ontwikkeling te doen. U kunt daarover misschien eens met uw collega-minister praten zodat u kunt nagaan of dit ook hier kan worden gebruikt.
De voorzitter: Minister Keulen heeft het woord.
Minister Marino Keulen: Mevrouw de voorzitter, in De Tijd heeft ooit een artikel gestaan over handelsdistricten. De betrokken journalist heeft me toen gevraagd wat ik daarvan vond. Ik vind dit een superinteressant idee. Het is een invulling van subsidiariteit en een antwoord op de vraag hoe we omgaan met lokale uitdagingen.
De administratie houdt zich heel erg op de vlakte over wat mogelijk is en doet geen definitieve uitspraken. Over deze materie is het laatste woord dan ook nog niet gezegd. Ik stel voor dat leden van mijn kabinet, de administratie en ambtenaren van Kortrijk rond de tafel gaan zitten om tot een definitie te komen. Tot op heden is het niet heel erg duidelijk wat daar allemaal in vervat zit.
Vandaag is het mogelijk dat binnen een wijk met een vzw wordt gewerkt waarin het stadsbestuur participeert. In het decreet zijn wijkbudgetten opgenomen. Dit is een vorm van budgethouderschap waarbij de ambtenaar de mogelijkheid krijgt om een bepaald resultaat te bewerkstelligen. Hij krijgt daarvoor instrumenten, waaronder ook financiële. Het is de bedoeling om alles vlot en soepel te laten verlopen en om het paraplusysteem tegen te gaan. Op die manier willen we maximaal resultaat behalen en worden de bewoners betrokken bij de inrichting van de buurt. Ze krijgen de ruimte om eigen accenten te leggen en zelf voorstellen te doen.
Met een ander belangrijk aspect is de administratie bezig. Het sluit aan bij wat de heer De Clerck heeft gezegd en is ook opgenomen in het regeerakkoord onder het hoofdstuk 'sterke lokale besturen'. We willen de mogelijkheid creëren voor lokale besturen om te werken met een gemoduleerde fiscaliteit op het vlak van onroerende voorheffingen. Om bepaalde buurten of wijken te stimuleren, moet de fiscaliteit kunnen worden gemoduleerd. Het tarief van de opcentiemen bijvoorbeeld moet kunnen worden verlaagd. Op die manier wordt het voor potentiële investeerders en potentiële bewoners interessant. De administratie is daarmee bezig, maar dit kan ook worden ingepast in dit concept. Het fiscale aspect is het instrument bij uitstek om beleid te voeren. Het is een rechtvaardige en meetbare manier om stimulansen te geven.
Ik ben gewonnen voor het idee van een handelsdistrict, maar het moet worden uitgewerkt. Daarom stel ik voor om allemaal samen rond te tafel te gaan zitten om dit te definiëren en te bepalen hoe we het beleid kunnen ontwikkelen. We verrichten daarmee pionierswerk.
Ik vind het zelf nogal leuk omdat het commerciële aspect vaak de motor is om opnieuw leven te brengen in bepaalde buurten of wijken, zeker als het gaat om een centrum. Straten die overdag heel aangenaam zijn, zijn 's avonds of op andere momenten waarop er geen potentiële klanten aanwezig zijn, vaak erg desolaat en onaangenaam.
Ik heb al gezegd dat we de wijkbudgetten beschouwen als een vorm van budgethouderschap. Ik heb daar ook mijn interpretatie van gegeven.
De stadsgesprekken verlopen tamelijk vlot. Ik was zelf aanwezig bij de stadsgesprekken in Antwerpen en Genk, twee erg verschillende steden. Tijdens het eerste anderhalf uur had ik de indruk dat ik in een cursus sociologie was terechtgekomen. Het ging toen vooral over theoretische begrippen en definities. Een en ander werd zeer academisch benaderd.
Vanaf het ogenblik dat de zaken concreter werden gemaakt, begonnen meer mensen aan de gesprekken deel te nemen en werd het heel interessant. De algemene sfeer die heerst na het beëindigen van zo'n gesprek is dat er niet te lang mag worden gewacht om er een vervolg aan te breien. Op 20 april zal hier in Brussel het laatste stadsgesprek worden gevoerd. Het is de bedoeling om tijdens de periode september-oktober 2005 uit te pakken met de evaluaties van die stadsgesprekken.
De visitatiecommissies zijn nu bezig met het evalueren van de bestaande beleidsovereenkomsten.
De resultaten daarvan zullen bekend worden gemaakt tijdens de periode oktober-november 2005 en zullen de fundamenten vormen van de beleidsbrief. Die brief moet een soort nota worden voor het stedenbeleid tijdens de rest van deze legislatuur.
Mijn medewerkers hebben een en ander in het lang en in het breed uitgeschreven. Ik zal u die tekst bezorgen. Ik denk echter dat ik nu de belangrijkste punten van het verhaal heb vermeld.
Het concept van de stadsgesprekken is zeer on- Vlaams en in die zin ook uniek. Toch zijn ze heel noodzakelijk om na te denken over de toekomst op middellange termijn. Ik denk daarbij aan een periode van 10 tot 20 jaar.
Tijdens stadsgesprekken zeggen mensen soms dat het zwembad na 20 uur moeilijk te bereiken is omdat er dan geen bussen meer langs rijden. Met een dergelijke opmerking moet zeker rekening worden gehouden, maar eigenlijk moeten de zaken breder worden bekeken en besproken.
De methodiek van de stadsgesprekken moeten we verder ontwikkelen. De gesprekken bieden een beleidsmatige meerwaarde, maar zijn ook belangrijk voor de mensen omdat wordt gesproken over de levenskwaliteit en over alles wat met de leefbaarheid van de steden te maken heeft.
De voorzitter: De heer De Clerck heeft het woord.
De heer Stefaan De Clerck: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb begrepen dat we nog uitgebreid de kans zullen krijgen om van gedachten te wisselen over het stedenbeleid.
Ik begrijp zeer goed dat het idee van de handelsdistricten u aanspreekt. We kunnen er samen aan werken. Het zou niet slecht zijn om bepaalde elementen te combineren. Als wordt gesproken over gemoduleerde fiscaliteit, zou een en ander kunnen worden getoetst aan dergelijke toepassingen.
Er moet minstens kunnen worden afgewogen of het werkbaar is om in bepaalde wijken voor verlagingen te zorgen uit sociale en/of andere overwegingen. In andere wijken kan bijvoorbeeld voor een minieme verhoging worden gezorgd, mits erbij wordt gezegd dat die in een pot zal terechtkomen. Op die manier wordt gewerkt in Londen en andere steden. Een meerderheid van de handelaars heeft daar beslist om een kleine verhoging door te voeren, waardoor een pot ontstaat die kan worden gebruikt om bepaalde initiatieven te nemen.
Ik ben een grote verdediger van een soort coöperatief model waarin mensen maximaal worden betrokken. Bovendien speelt het eigenbelang mee. Mensen willen mee beslissen over wat er met hun geld wordt gedaan.
Ik voel aan dat u oor hebt naar deze ideeën. Ik hou me beschikbaar om een casus uit te werken. Ik denk dat er wellicht een aantal steden geïnteresseerd zullen zijn om in een bepaalde omgeving een zone af te bakenen en te overleggen met de handelaars en eigenaars uit dat gebied. De stad Kortrijk is zeker vragende partij.
In Frankrijk heeft de regering gezorgd voor 'un droit à l'expérimentation'. Dat is een zeer leuke formule, want er kan met de goedkeuring van de overheid worden geëxperimenteerd zonder duidelijk te weten wat het eindresultaat zal zijn.
De voorzitter: Het incident is gesloten.