Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 10/03/2005
Vraag om uitleg van de heer Johan Verstreken tot de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, over opleidingen rond nieuwe media
De voorzitter: Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Verstreken tot de heer Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, over opleidingen rond nieuwe media.
Er was een discussie over welke minister bevoegd was. We hebben een oplossing gevonden.
De heer Verstreken heeft het woord.
De heer Johan Verstreken: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, in Vlaanderen is de jongste tijd veel gesproken over interactieve tv en nieuwe mediaplatformen. Deze nieuwe technologie zou eraan moeten komen.
Tegelijk blijkt dat er vanuit Vlaanderen zo goed als geen opleidingen worden georganiseerd binnen het Media-programma van de Europese Unie.
Binnen dit programma zijn nochtans budgetten beschikbaar voor mediaopleidingen en wordt 50 percent van de kosten gefinancierd. Dit programma staat ook open voor opleidingen rond nieuwe media. Wat die mensen organiseren, ziet er vrij goed uit. Ik heb er zelf kennis mee gemaakt bij MIP-TV en Mipcom tijdens de televisiebeurs in Cannes.
Eveneens blijkt de deelname van Vlamingen aan dergelijke opleidingen, die in het buitenland worden georganiseerd, zeer beperkt te zijn. We zullen dus wel een platform en technologie hebben, maar niet altijd de vereiste knowhow om content te produceren voor die platformen.
Het Belgische aanspreekpunt voor de mediaopleidingen binnen de Europese audiovisuele programma- industrie is Media Desk België-Vlaamse Gemeenschap. Media Desk heeft als doelstelling bedrijven, organisaties en personen in Vlaanderen te stimuleren om deel te nemen aan het Mediaprogramma en hen daarbij te ondersteunen. In het verleden werkte Media Desk echter zeker niet optimaal. Er is wel behoefte aan. Bovendien kent niet iedereen Media Desk. De Vlaamse Gemeenschap maakt er ook budgetten voor vrij. Media Desk was een paar maanden onbemand. Onlangs werd een nieuwe medewerkster in dienst genomen De beperkte werking van Media Desk zal wellicht een van de redenen zijn voor het lage aantal opleidingen en deelnemers uit Vlaanderen. Een andere reden is wellicht het gebrek aan overleg tussen enerzijds de mensen die bezig zijn met de technologie, zoals bijvoorbeeld IBBT, Siemens, Telenet, Belgacom, en de mensen die bezig zijn met de content, zoals bijvoorbeeld filmscholen.
Mijnheer de minister, wat is uw visie op de noodzaak aan overleg tussen enerzijds de technologie- providers en anderzijds de content-providers?
Zijn er in Vlaanderen initiatieven die zorgen voor overleg tussen deze twee groepen? Erkent u dat er, in het kader van de nieuwste ontwikkelingen omtrent digitale televisie, in ons land een grote nood is aan degelijke opleidingen inzake digitale televisie en andere platformen van nieuwe media?
Tot welk kabinet moet ik me wenden om antwoorden te krijgen op vragen over deze materie?
(Gelach)
De voorzitter: De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen: Ik begrijp de bekommernis van de heer Verstreken. Het is ook boeiend om te zien hoe de bevoegdheden over dit onderwerp verspreid zitten.
Uit de contacten die ik heb bij de content- en technologieproviders blijkt niet zozeer de nood aan mensen die de techniek kennen, maar veeleer de nood aan unieke content en concepten die de concurrentie op de digitale platformen aankunnen.
Die strijd is al bezig. We moeten dan ook voorzichtig zijn met het politiek sturen van een overleg bij diverse technologie- en contentproviders.
Ik denk dat dit automatisch zal gebeuren.
Daarnaast denk ik dat we de opleidingen inzake digitale televisie en toepassingen kunnen terugvinden bij Onderwijs, meer bepaald bij communicatie en audiovisuele opleidingen. Mijnheer Verstreken, u hebt gelijk dat de werking van Mediadesk niet optimaal is. Het is bijzonder moeilijk om bij Mediadesk mogelijkheden te ontdekken.
U en ook ikzelf hebben dat aan den lijve donderdag 10 maart 2005 ondervonden. Mediadesk is veeleer een adviesinstelling.
Zij geeft uitleg over de richtlijnen, procedures en deadlines van de verschillende procedures in Europa. Ik vraag me af of hier geen grote rol weggelegd is voor Flanders Image en voor het VAF. Flanders Image moet dan de producten audiovisueel promoten in binnen- en buitenland.
Mijnheer de minister, bent u bereid om een overleg te starten met het VAF en alle andere betrokken organisaties om die digitale contentontwikkeling te stimuleren? Hebt u daar al over nagedacht?
De voorzitter: Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois: Mijnheer de voorzitter, dames en heren, er bestaat een misvatting over het Media-programma. Het gaat over het mediaprogramma van de Europese Unie. Media is een acroniem en staat voor mesures d'encouragement pour le développement de l'industrie audiovisuel.
Dit programma streeft ernaar de competitiviteit van de Europese audiovisuele industrie te verbeteren door een aantal specifieke steunmaatregelen op het vlak van vorming van het audiovisueel beroep, de ontwikkeling van audiovisuele producties, de distributie en de promotie van Europese audiovisuele werken en steun aan filmfestivals. De benaming is een beetje misleidend. Het programma viseert nadrukkelijk de audiovisuele industrie en niet de audiovisuele media. Daarom zal minister Anciaux antwoorden op het merendeel van uw vragen.
Overleg tussen technologie- en contentproviders is wenselijk. In dat verband wil ik een aantal Vlaamse initiatieven vermelden. Medianet Vlaanderen is door het Instituut voor Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie sinds 2003 officieel erkend als een Vlaams Innovatie Samenwerkingsverband of VIS. Medianet Vlaanderen ontstond in 1994 als een krachtenbundeling van enkele belangrijke spelers in de media en de telecommunicatie tegen een mogelijke overrompeling van de Vlaamse mediamarkt door buitenlandse mediatycoons. Alle Vlaamse uitgevers en televisiegroepen zijn erin vertegenwoordigd, maar ook hardwareleveranciers. Deze vzw verenigt dus zowel content-leveranciers, zoals de grote omroepen VRT, VMMa, VT4, regionale zenders en uitgeverijen zoals Roularta, Concentra, De Tijd, als de audiovisuele industrie: de grote hard- en softwareleveranciers, verschillende productiehuizen, facilitaire bedrijven. In overleg zoeken beide groepen via workshops en studiedagen samen naar oplossingen voor de concrete uitdagingen waar de AV-sector nu voor staat. Het gaat met name over interactieve digitale tv, digitale archivering, convergentie tussen media en telecom. Het is onder andere dankzij Medianet Vlaanderen dat in Vlaanderen gekozen is voor het Multimedia Home Protocol als gemeenschappelijke standaard voor het ontwikkelen van interactieve tv-applicaties.
Ook binnen Vlaanderen Interactief werken technologieleveranciers en content-providers nauw samen om een gepast antwoord op Vlaamse schaal uit te werken voor de grote technologische uitdagingen van interactieve digitale tv. Het gaat hierbij om een samenwerkingsverband waar de content-leveranciers VMMa, VRT, VT4 en de distributeurs Telenet en Interkabel bij betrokken zijn.
Vlaanderen Interactief is een project dat uniek is in zijn soort, door het ruime consortium van kabeloperatoren en mediamaatschappijen dat erbij betrokken is. Dat is een niet evidente maar noodzakelijke vereiste om te kunnen komen tot een standaardplatform waarop toekomstige diensten en inhoudleveranciers eenvoudig kunnen aansluiten.
Voor de Vlaamse overheid gaat het om een belangrijk project, dat met een subsidie van 12,5 miljoen euro wordt ondersteund. Ook binnen het IBBT, het Interdisciplinair Instituut voor Breedbandtechnologie, werken content-leveranciers en ICT-bedrijven samen met de academische wereld en de overheid aan oplossingen voor de technologische uitdagingen voor morgen, zoals digitale archivering en ontsluiting van inhoud en informatie via elektronische breedbandcommunicatienetwerken naar verschillende toestellen: multikanaalmultidevice.
Er is natuurlijk ook de Vlaamse Mediaraad, waarin beide partijen vertegenwoordigd zijn en dat het adviesorgaan bij uitstek is inzake het Vlaamse mediabeleid. Mijnheer Verstreken, er bestaat natuurlijk een behoefte aan opleidingen rond digitale tv en andere platformen. Dat wordt bewezen door het bestaande aanbod. Ik signaleer hierbij twee initiatieven. Via Medianet Vlaanderen worden workshops en studiedagen georganiseerd - content- leveranciers, ICT bedrijven - inzake digitale tv. Bedrijven die nu al digitale televisie maken, komen er hun ervaring delen met nieuwkomers in de sector. Daarnaast liep in het Mediacentrum van de KU Leuven van professor De Grooff een betalende reeks opleidingen inzake iDTV.
In een ruimere context kan ik ook verwijzen naar een recente evolutie binnen het onderwijs, waar stemmen opgaan om af te stappen van het klassieke literair georiënteerde onderwijs en meer audiovisuele en multimediale vorming in de leerplannen op te nemen. Het is niet echt mijn domein, maar het afgelopen jaar voerde Canon, de Cultuurcel van het departement Onderwijs, in samenwerking met het steunpunt IAK - het Initiatief Audiovisuele Kunsten - gesprekken met de administratie Cultuur en met mijn administratie, waarbinnen het filmbeleid ressorteert maar evenwel niet onder mijn bevoegdheid valt. Het was de bedoeling te komen tot een stimulerende samenwerking tussen onderwijs, cultuur en media. Later volgden de resultaten van een onderzoek. Deze samenwerking wordt nog altijd voortgezet en deze mensen overtuigen mij en mijn collega's van de zinvolheid om bruggen te slaan tussen onderwijs, cultuur en media.
De voorzitter: De heer Verstreken heeft het woord.
De heer Johan Verstreken: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Het overleg is inderdaad noodzakelijk. Zoals de heer Verstrepen heeft gezegd, is het misschien nuttig om contact op te nemen met het Vlaams Audiovisueel Fonds. Er zijn immers een aantal raakpunten.
Minister Geert Bourgeois: Dames en heren, misschien was ik daarnet niet duidelijk. Dat is de bevoegdheid van minister Anciaux. U kunt dat beter aan hem vragen. Dat geldt ook voor Flanders Image. Het grootste deel valt onder de bevoegdheid van de directeur-generaal. Hij dient twee heren.
De voorzitter: Het incident is gesloten.