Commissie voor Algemeen Beleid, Financi?n en Begroting Vergadering van 18/01/2005
Vraag om uitleg van de heer Eric Van Rompuy tot de heer Dirk Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, over de begrotingsresultaten 2004
De voorzitter: Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Van Rompuy tot de heer Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, over de begrotingsresultaten 2004.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
De heer Eric Van Rompuy: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, zoals elk jaar hebt u een perscommuniqué gegeven over de begrotingsresultaten 2004. Voor de commissie is het belangrijk dat we daar even dieper op ingaan.
Er is heel wat commotie over geweest. Ik verwijs naar de regeringsonderhandelingen. Op een bepaald moment werd daar gezegd dat er een speling was van 500 miljoen euro ten aanzien van de norm. Er is ook een hele discussie gevoerd over de kastekorten. In de zomermaanden waren die opgelopen tot 1 miljard euro.
Mijnheer de minister, u hebt gezegd dat de begroting uiteindelijk is afgesloten met een overschot van 443 miljoen euro en het kasresultaat voor 2004 klokte af op 142 miljoen euro, waarvan 77 miljoen euro op de zichtrekening staat en 65 miljoen euro in beleggingsrekeningen werd gestopt.
U zegt dat Vlaanderen aan de norm voldoet. Wat zijn echter de eenmalige ontvangsten die meetellen voor het vorderingensaldo? Ik wil daarmee niet aangeven dat die ontvangsten per se de indruk geven dat er geen structurele maatregelen zijn genomen. Bij elke begroting zijn er eenmalige inkomsten. In de loop van de laatste maanden van 2004 zijn er echter toch een aantal operaties geweest waarover enige duidelijkheid moet worden geschapen.
We hebben de norm van 377 miljoen euro gehaald. Welke operaties zitten er echter allemaal in vervat en in welke mate zijn bepaalde zaken doorgevoerd? We hebben een berekening gemaakt uit wat we kunnen opmaken uit de door ons vergaarde informatie over de uitzonderlijke ontvangsten die in 2004 meetellen voor het vorderingensaldo. De opbrengst van de verkoop van onroerend was goed voor zo'n 218 miljoen euro. Het gaat daarbij om de verkoop van het Conscience-gebouw, de zetel van de VLM, en de zetel van Kind en Gezin. Meer precies bracht dit 217,6 miljoen euro op.
De opbrengst van de verkoop van de waterwinningsgebieden bedroeg 80 miljoen euro. Het gaat om de verkoop van de waterproductiecentra van Kluizen en De Blankaart voor watervoorziening. Die inkomsten worden beschouwd als een deel van de opbrengst van de verkoop van het Vlaams aandeel in de Vlaamse Watermaatschappij. Het totale verwachte bedrag wordt geschat op 120 miljoen euro.
De dividenden van de GIMV zijn bepaald op 24 miljoen euro en de dividenden van de VMH die worden gestort in het MINA-fonds bedragen 21 miljoen euro. De verkoop van de aan het Vlaamse Gewest toebehorende gronden van de Oosterweel-verbinding, die noodzakelijk zijn voor de aanleg van die verbinding, werden verkocht aan de BAM. Het bedrag ervan is gestort in het VIF. Het gaat om twee operaties: de verkoop van risicogronden voor 3 miljoen euro, te betalen bij het verlijden van de akte, en de verkoop van de overige gronden voor 177 miljoen euro, te betalen vanaf 2005 in twintig jaarlijkse schijven. Die twee operaties brengen dus 180 miljoen euro op. De federale overheid stort 18 miljoen euro terug van de in 2002 te veel betaalde afcentiemen.
In totaal gaat het om 541 miljoen euro. Er wordt daarbij geen rekening gehouden met de uitzonderlijke opbrengsten, zoals het Vlaams aandeel in Alesh ten belope van 138,5 miljoen euro. Deze ontvangsten moeten worden gebruikt voor schuldreductie en verhogen dus de HRF-norm.
De doorstorting van de Eenmalige Bevrijdende Aangifte is naar verluidt niet doorgegaan. In mijn berekening heb ik ook abstractie gemaakt van inkomsten die het vorderingensaldo niet verbeteren. Ik denk daarbij aan de liquidatie van Staal Vlaanderen ten belope van een bedrag van 165,8 miljoen euro.
Het bedrag van 621 miljoen euro bestaat uit 218 miljoen euro dat werd verkregen door de verkoop van onroerend goed, 80 miljoen euro uit de verkoop van waterwinningsgebieden, 24 miljoen euro aan dividenden bij de GIMV, 21 miljoen euro aan dividenden bij de VMH, 180 miljoen euro voor de Oosterweel-verbinding en 18 miljoen euro via het terugstorten van de te veel betaalde afcentiemen door de federale overheid. In totaal betekent dit 541 miljoen euro.
Het is niet duidelijk of de vervroegde en gedeeltelijke betaling van de vergoeding voor de verlenging van de DHL-concessie ten belope van 80 miljoen euro, waarover werd beslist op 14 mei 2004, mag worden bijgeteld als een ontvangst die het vorderingensaldo verbetert. Indien dit het geval is, zouden de eenmalige ontvangsten kunnen oplopen tot 621 miljoen euro.
Mijnheer de minister, ik wil hier niet mee zeggen dat elke eenmalige ontvangst een taboe is. In elke begroting zitten eenmalige ontvangsten. Hier gaat het echter om een zeer belangrijk bedrag. Dit verklaart deels waarom de norm werd gehaald. We wisten ook dat een aantal structurele besparingen op jaarbasis wellicht onvoldoende zouden opbrengen om het verschil ten aanzien van de norm op te vangen.
Mijnheer de minister, welke eenmalige ontvangsten zijn er dit jaar al dan niet doorgevoerd? Klopt het dat een deel van de ontvangsten voor 2005 eind 2004 nog werden gebruikt om de doelstellingen te halen? Is er een imputatie gebeurd op wat normaal voor 2005 is ingeschreven?
In uw communiqué staat dat u zich nog niet definitief kunt uitspreken over het feit of de norm al dan niet gehaald is, aangezien de resultaten van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap moeten worden geconsolideerd met de resultaten van de Vlaamse overheidsinstellingen en de Diensten met Afzonderlijk Beheer. 'Het is nog te vroeg om de juiste ESR-begrotingsoverschotten bekend te maken. Uit een voorzichtig ingeschatte monitoring van die geconsolideerde uitgaven blijkt echter dat Vlaanderen opnieuw zal voldoen aan de strengste normen van de HRF'.
Mijnheer de minister, hoever staat het inzake de consolidatie met de resultaten van de VOI's en de Diensten met Afzonderlijk Beheer? We weten dat sinds vorig jaar het interen op reserves ook wordt meegerekend. Twee jaar geleden hebben we hierover een discussie gehad. In welke mate is er sprake van intering op reserves?
In 2003 hebben we een uitvoerig debat gevoerd over De Lijn. Vorig jaar ging het over de vraag of De Lijn alle ingeschreven kredieten voor 2004 had ontvangen. Daarbij moeten nog de achterstallen worden geteld van 2003. Is er al dan niet opnieuw een lening aangegaan? Wat is er bij het afsluiten van de begroting voor 2004 precies gebeurd met het uitkeren van de dotaties? Werd ook de achterstand van 2003 ontvangen? Dit alles zal natuurlijk ook gevolgen hebben voor 2004.
Mijnheer de minister, dit is een technische vraag. Ze biedt u echter de gelegenheid om ons precieze informatie te geven, zodat we een juist beeld krijgen van de wijze waarop de begroting voor 2004 werd afgesloten.
De voorzitter: Minister Van Mechelen heeft het woord.
Minister Dirk Van Mechelen: Mijnheer de voorzitter, geachte leden, op 4 januari 2005 heb ik inderdaad een perscommuniqué - een jaarlijks weerkerende klassieker - gegeven. Ik heb toen een rapport gegeven van het huiswerk dat de diensten hebben gemaakt tijdens het kerstreces, een periode waarin anderen meestal met iets anders bezig zijn. Ik wil dan ook van de gelegenheid gebruik maken om Abafim van harte te danken voor de inspanningen die ze heeft geleverd om zo snel mogelijk met correcte cijfers naar buiten te komen.
Mijnheer Van Rompuy, zoals reeds eerder gezegd, is het nog te vroeg om de zaak hiermee af te sluiten. In de schoot van de regering heb ik afgesproken dat ik rond 28 januari 2005 een eerste formele rapportering zal overmaken. We zullen vanzelfsprekend nog langer moeten wachten vooraleer we de volledige gegevens kunnen vrijgeven. We moeten immers ook rekening houden met de consolidatie met de VOI's en de DAB's.
De essentie van uw vraag was wat nu de eenmalige ontvangsten zijn die in de loop van 2004 werden gerealiseerd en die ook meetellen bij de berekening van het vorderingensaldo. Ik moet anders antwoorden dan u van me verwacht: er is immers een verschil tussen het begrip 'ontvangst' en het begrip 'inkomst'. Ik zal daar vooraf een technisch antwoord op geven.
Sommige zaken mogen mee als inkomst worden gerekend bij de bepaling van het ESR vorderingensaldo. Dat wil echter niet zeggen dat ze daarom in 2004 als ontvangst staan geboekt. Ik verwijs naar de verkoop van de gronden voor de Oosterweel-verbinding voor een bedrag van 180 miljoen euro.
Omgekeerd zijn sommige ontvangsten effectief binnengekomen. We mogen ze voor de ESR echter niet aanrekenen als inkomsten bij de bepaling van het vorderingensaldo. Zo was er de terugstorting van 80 miljoen euro door de NV Liefkenshoek, de terugbetaling van de vordering op NV Staal van het Vlaamse Gewest voor 165,8 miljoen euro en de afrekening van de afcentiemen op de personenbelasting ten belope van 14,8 miljoen euro. Die ontvangsten werden gerealiseerd, maar we mogen ze voor de ESR niet aanrekenen als inkomsten. Ze hebben in feite dus ook geen effect op het vorderingensaldo.
Naast die inkomsten en ontvangsten is er ook nog de combinatie van de twee. Zo is er bijvoorbeeld de erfpachtovereenkomst voor de gebouwen. De totale prijs bedroeg 233,7 miljoen euro. In 2004 zullen we dat bedrag volledig ESR-matig aanrekenen als inkomsten van het vorderingensaldo. Op dit ogenblik hebben we echter maar 14,7 miljoen euro effectief ontvangen als voorschot op deze transactie.
Als we de optelsom maken van een en ander, dan krijgen we de verklaring waarom het kassaldo op het einde van 2004 lager was dan het kassaldo op het einde van 2003. Er waren nogal wat middelen die we hadden gerealiseerd en die we ESR-matig aanrekenen in het vorderingensaldo. De ontvangsten zullen echter pas geschieden in de loop van de volgende weken.
Wat zijn nu de eenmalige ESR-aanrekenbare inkomsten, zoals die zijn opgenomen in het vorderingensaldo van 2004? Laat me duidelijk zijn, het doel was de norm opnieuw te halen. Voor ons was die - gecorrigeerd - vastgelegd op 373,24 miljoen euro. Uit alle voorafbeeldingen die we tot op heden hebben gemaakt, blijkt dat we deze norm halen en waarschijnlijk zullen overschrijden. Dit hangt echter af van een aantal imponderabilia, waarop echter ook de Nationale Bank nog geen duidelijk zicht heeft.
We hebben vier kantoren verkocht. Het Conscience-gebouw bracht 173,65 miljoen euro op. Het gebouw aan de Koolstraat leverde 16,16 miljoen euro op, dat van Kind en Gezin 19,76 miljoen euro en dat van de VLM 24,15 miljoen euro. In totaal gaat het om 233,7 miljoen euro.
We hebben ook de gronden verkocht om de realisatie van de Oosterweel-verbinding mogelijk te maken. Voor de ESR gaat het hier om een bedrag van 177 miljoen euro. Het verschil met die 180 miljoen euro spruit voort uit het feit dat er gronden waren waarvoor er een probleem was met de bodemattesten. De akten daarvan worden in 2005 verleden. We zullen dat bedrag dan ook in 2005 aanrekenen.
Een volgende transactie die nog moet worden afgerond en waarvoor we dus moeten afwachten of we ze zullen opnemen in het vorderingensaldo voor 2004-2005, is de verkoop van de waterbekkens. Zoals u weet, wordt de hele opbrengst uit de verkoop van de VMW geraamd op ongeveer 170 miljoen euro. Op voorstel van het kabinet van minister Peeters wordt dit bedrag in twee gesplitst. Enerzijds is er de verkoop van de wachtbekkens die we voor de ESR wel mogen opnemen in het vorderingensaldo, anderzijds is er de transactie die we niet mogen opnemen, waarbij het gaat om een saldo van 40 miljoen euro.
Er is nog een gekend bedrag dat in de budgettaire onderhandelingen met de federale overheid geneutraliseerd was. Het gaat om het fiscaal voordeel van 138,5 miljoen euro dat we krijgen in het kader van de Alesh-operatie. Dat bedrag is overgemaakt aan Vlaanderen. We mogen het beleidsmatig echter niet aanwenden. Het heeft geleid tot een correctie van de norm. Het gaat dus om eenmalige opbrengsten, die echter niet mogen worden aangewend. Ik vraag me dan ook af of we ze mogen beschouwen als eenmalige ontvangsten.
We hebben dezelfde oefening gemaakt voor de verkoop van de schoolgebouwen in Duitsland, waar een bedrag van 1,4 miljoen euro mee gemoeid is. In totaal komt dit dus overeen met een kleine 140 miljoen euro die moeten worden geneutraliseerd bij het vastleggen van de eenmalige ontvangsten.
Afhankelijk van het feit of de verkoop van de waterbekkens wordt aangerekend in 2004-2005 ligt het bedrag tussen 410 en 480 miljoen euro dat mee is opgenomen in het ESR vorderingensaldo. De 140 miljoen euro van Alesh en de schoolgebouwen worden eerst opgeteld maar worden nadien terug afgetrokken door de normverzwaring. Qua begroting inzake het vorderingensaldo brengt dit ons geen stap verder.
Wat wel belangrijk is bij de ESR-afrekening, is de consolidatie met de resultaten van de VOI's en de DAB's. Daarom moeten we nog even wachten op de exacte cijfers. Die consolidatie gebeurt sinds 2003. Vanzelfsprekend zijn we nu ook afhankelijk van de juiste inschatting van het begrotingsresultaat van deze VOI's en DAB's. Uiteindelijk blijkt dat de juiste rapportering nog enkele maanden op zich zal laten wachten.
Het probleem is gekend. Enerzijds werken de VOI's en de DAB's met een economische boekhouding, wat niet altijd hetzelfde is als een klassiek systeem van ESR-aanrekeningsregels. Dat is net de kracht van het comptabiliteitsdecreet, waarbij we trachten alle entiteiten op één lijn te brengen. Anderzijds moeten de VOI's en de DAB's hun rekeningen pas veel later a. eggen. Dit houdt in dat we meestal rond juni een precies zicht zullen krijgen op het werkelijke uitvoeringscijfer.
Dit betekent vanzelfsprekend niet dat we blind varen bij de monitoring van de begroting. De directeur-generaal van Abafim heeft een mechanisme ontwikkeld voor de monitoring van de VOI's en de DAB's op basis van hun cash flow. Daardoor kunnen we vrij goed zien welke middelen ze opnemen. Uit ervaring hebben we geleerd dat daar een foutenmarge op zit, maar die is vrij beperkt. Op dit moment kan die marge worden geraamd op 30 miljoen euro. Het resultaat is meestal iets beter dan wat was geschat. Abafim geeft met andere woorden een vrij conservatieve inschatting van de middelen die moeten worden aangerekend.
Er is een intering van in totaal 536,8 miljoen euro. In de begrotingscijfers voor 2004 was er een intering ingeschreven van 815 miljoen euro. Daarvan zit 287 miljoen euro bij de DAB's en 249 miljoen euro bij de VOI's. We hebben beslist om de grote kasreserves bij de VOI's en DAB's geleidelijk af te bouwen. Nu we sinds 2003 hebben gezorgd voor een consolidatie, maakt het geen verschil uit bij wie het geld zit. Iedere euro die wordt uitgegeven en betaald, wordt aangerekend in het vorderingensaldo. Het gaat eigenlijk om een vestzak-broekzakoperatie. Door de consolidatie gaat het om een nuloperatie voor het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Daar moeten we vanzelfsprekend rekening mee houden.
Bij deze 536,8 miljoen euro houden we geen rekening met De Lijn. In dit cijfer zit geen consolidatie van de vervoersmaatschappij. Tot en met 2003 is ze niet geconsolideerd. De enige vraag die nu overblijft, is wat de Nationale Bank en het Instituut voor Nationale Rekeningen in de loop van de komende weken en maanden zinnens zijn met de consolidatie van De Lijn. Hiervoor zijn we afhankelijk van het oordeel van deze twee instellingen.
In december 2004 heb ik bij de regering rapport uitgebracht over de betekenis van de consolidering, want ze heeft een impact op het al dan niet realiseren van eenmalige ontvangsten. Als we de vervoersmaatschappij consolideren, dan betekent dit dat het vorderingensaldo van 2004 positief is. In 2004 heeft De Lijn immers extra ontvangsten gerealiseerd uit de dotatie.
Mijnheer Van Rompuy, dit is meteen een antwoord op uw volgende vraag. De Lijn heeft alle dotaties correct en volledig gekregen, inclusief het bedrag van 220 miljoen euro. De maatschappij heeft dit bedrag begin 2004 ontvangen. Mocht De Lijn geconsolideerd worden, is er een positief resultaat op het vorderingensaldo van de Vlaamse Gemeenschap. Indien De Lijn niet wordt geconsolideerd, dan blijft alles bij het oude en houden we enkel rekening met de dotatie zoals die was ingeschreven in de begroting. Er is dan een verschil in de afrekening van het vorderingensaldo.
Als we De Lijn consolideren, zal het saldo ongeveer met 84,3 miljoen euro worden verbeterd tot 164,8 miljoen euro. Als die operatie wordt doorgevoerd, moeten we, net als bij Aquafin, onderzoeken of De Lijn eventueel gezorgd heeft voor een extra schuldafbouw in 2004. Dat bedrag moet dan worden afgetrokken. Het gaat dan immers om geld dat de maatschappij heeft betaald. Dat moet ook worden geconsolideerd.
In 2004 ging het om een netto-schuldaangroei bij De Lijn van 32,12 miljoen euro. Het bedrag van 84,3 miljoen euro moet dan worden verminderd met 32,12 miljoen euro. Dit zou een verbetering geven van het ESR-vorderingensaldo van 52,2 miljoen euro. Als De Lijn post factum door de Nationale Bank wordt geconsolideerd, dan weten we dat er een positieve correctie is op de begroting. Voor 2004 is dat een goede zaak.
Met het kabinet van minister Peeters hebben we voor 2005 de oefening gedaan om te zorgen voor een nieuwe regeling voor de waterzuivering. Op 1 januari 2005 ontstaat er dan een nieuwe situatie, waarbij het de bedoeling is dat de NV Aquafin niet meer mee wordt geconsolideerd met de Vlaamse overheid. Dat is de bedoeling van de operatie die we hebben opgezet via het Programmadecreet. Zo krijgen we een nieuwe correctie voor 2005. Op dit ogenblik is de schuldaangroei bij Aquafin hoger. Het gaat om 80 tot 83 miljoen euro.
Als dit bedrag in 2005 uit het ESR-vorderingensaldo wordt gehaald, dan spreekt het voor zich dat het positief resultaat een eventueel negatief resultaat van De Lijn kan compenseren. Dit is echter allemaal nog voorbarig.
Het vorderingensaldo van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap is positief. Bij de transactie kijken we ook naar de eenmalige ontvangsten en - vooral - naar de intering van VOI's en DAB's. We hebben nu afgesproken om in de loop van de volgende week te zorgen voor een monitoring van de zeven grootste VOI's en DAB's, zodat we de intering op een zo exact mogelijke manier kunnen bepalen. We kunnen er redelijk gerust in zijn dat we andermaal zullen beantwoorden aan de strengste begrotingsnorm van de HRF.
Afhankelijk van het feit of De Lijn al dan niet wordt geconsolideerd, kan de toestand alleen maar verbeteren.
De voorzitter: De heer Van Rompuy heeft het woord.
De heer Eric Van Rompuy: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik wacht op het schriftelijk verslag van uw antwoord om te kunnen nagaan welke cijfers u hanteert. Als u die in de loop van de komende weken kan geven, dan zijn ze zeker welkom. Het duurt immers een tijdje vooraleer we de Handelingen ontvangen.
De operatie die wordt doorgevoerd, is heel ingewikkeld. Ik geloof wat u zegt, maar ik vind het allesbehalve eenvoudig om alles te vatten. Het is belangrijk dat in deze commissie, waar de eindafrekening wordt gemaakt, de zaak wordt besproken.
De voorzitter: Het incident is gesloten.