Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 26/10/2004
Interpellatie van de heer Jan Penris tot mevrouw Kathleen Van Brempt, Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, over de mogelijke invoering van een zogenaamde snelwegtol
Vraag om uitleg van mevrouw Annick De Ridder tot mevrouw Kathleen Van Brempt, Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, over de implementatie van een Vlaams wegenvignet
Vraag om uitleg van de heer Tom Dehaene tot mevrouw Kathleen Van Brempt, Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, over het wegenvignet
De voorzitter: Aan de orde is de interpellatie van de heer Penris tot mevrouw Van Brempt, Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, over de mogelijke invoering van een zogenaamde snelwegtol met daaraan toegevoegd de vragen om uitleg van mevrouw De Ridder tot minister Van Brempt, over de implementatie van een Vlaams wegenvignet, en van de heer Dehaene tot minister Van Brempt, over het wegenvignet.
De heer Penris heeft het woord.
De heer Jan Penris: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, de Waalse minister voor Infrastructuur en Begroting, de heer Daerden, heeft zich onlangs uitgesproken voor de invoering van een péage, een soort tolsysteem, op de Waalse snelwegen. Dat leid ik tenminste af uit de krantenartikels daarover in De Morgen. De Tijd was iets genuanceerder. Daar zou minister Daerden hebben gepleit voor een wegenvignet. Volgens De Standaard en de Gazet van Antwerpen ging het zowel om een wegenvignet als om een kilometerheffing.
In het Vlaams regeerakkoord is er ook sprake van een gelijkaardig systeem. Het gaat dan meer bepaald over het wegenvignet waar u echter geen termijn wilt op plakken. Nu wordt stilaan duidelijk waarom u dat niet wilt. Bladzijde 62 van het regeerakkoord bepaalt: 'We streven naar de invoering van het wegenvignet ter vervanging van de verkeersbelasting, zodat voortaan iedereen, ook buitenlanders, betalen voor het gebruik van onze wegeninfrastructuur.' Dat is een interessant voorstel dat we tijdens het investituurdebat hebben gesteund.
Mevrouw de minister, in De Morgen van 14 oktober 2004 vond u het voorstel van uw collega van het Waalse Gewest, minister Daerden, een positief signaal. U kunt het Vlaams regeerakkoord pas concreet gestalte geven als ook de andere gewesten volgen. Het voorstel van minister Daerden en de positieve reactie daarop van uw Brusselse collega, minister Smet, sterkten u in uw voornemen. Nochtans wou u zich volgens De Morgen nog steeds niet uitspreken over de concrete vorm die zo'n bijkomende heffing moest aannemen. Het systeem van het wegenvignet, dat onder meer in Zwitserland en Oostenrijk bestaat, is breder dan wat Wallonië nu voorstelt. In onder meer Frankrijk en Italië bestaat een systeem van 'péage' dat wordt beperkt tot de autosnelwegen. De invoering van een wegenvignet is minder omslachtig en minder duur dan het bouwen van tolhuisjes zoals Wallonië voorstaat.
Een derde mogelijkheid is de elektronische tolheffing. In Duitsland wordt daaraan gedacht. Die vorm van kilometerberekening schijnt technisch heel moeilijk te zijn. We moeten in elk geval niet te lang wachten met het invoeren van een wegenvignet, al was het maar omdat de baten daarvan rechtstreeks ten gunste kunnen komen van onze infrastructuurinvesteringen.
Mevrouw de minister, waarom wacht u met de invoering van een wegenvignet tot de twee andere gewesten hun zegen hebben gegeven? Is er een onoverkomelijk grondwettelijk probleem? De bijzondere wet betreffende de financiering van de gewesten en de gemeenschappen van 16 januari 1989 bepaalt in artikel 3 dat de volgende belastingen gewestbelastingen zijn: de verkeersbelasting op de autovoertuigen, de belasting op de inverkeersstelling en het Eurovignet.
Ik kan daaruit afleiden dat de invoering van een wegenvignet in Vlaanderen geen onoverkomelijk grondwettelijk probleem is. Wellicht kunnen uw diensten daarover duidelijkheid verschaffen.
Mevrouw de minister, u merkt in het artikel in De Morgen op dat de directe realisatie van het wegenvignet, los van de mogelijke grondwettelijke problemen, ook een Europese component heeft. Dat is de Europese richtlijn 1999/62EG van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen, de zogenaamde Eurovignetrichtlijn.
Momenteel zijn er besprekingen bezig over het voorstel tot wijziging van die richtlijn, dat de Europese Commissie heeft ingediend op 23 juli 2003. Het gaat om de invoering van een Europese kilometertaks. De bedoeling is om de nationale systemen voor tolgelden en gebruiksrechten te harmoniseren. De tarieven moeten voor de gebruikers zo transparant mogelijk worden, zodat ze weten waarvoor ze betalen.
De mogelijkheid wordt geboden om heffingen te variëren naar het type voertuig, het tijdstip en de plaats van gebruik. Duitsland wacht niet op de nieuwe Europese richtlijn, stapt nu reeds af van het Eurovignetsysteem, en vervangt het door een variabel elektronisch systeem van kilometerheffing. Andere EU-landen zullen volgen, maar waarschijnlijk niet voor 2007.
Mevrouw de minister, er is dus een Europees probleem. Waarom moeten we die wijziging afwachten als Duitsland dat ook niet doet? Aangezien u in de regeringsverklaring laat inschrijven dat een wegenvignet zal worden ingevoerd, kunt u dan nog het Waalse voorstel voor een 'péage' volgen? Kunt u een wegenvignet invoeren als Wallonië en Brussel vasthouden aan die 'péage' met fysieke barrières? Binnen welke termijn kan, gelet op de mogelijke grondwettelijke en Europese obstakels, in Vlaanderen een wegenvignet worden ingevoerd?
De voorzitter: Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Annick De Ridder: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, het principe van het wegenvignet is in het regeerakkoord opgenomen, maar het is moeilijk te realiseren als de andere gewesten niet meewillen. We zouden een totaal versnipperd landschap hebben, waarbij buitenlandse gebruikers ons Vlaams wegennet mee moeten betalen en over de taalgrens niet meer. Ik ben verheugd te vernemen dat uw Waalse en Brusselse collega's daarin meestappen.
Het verontrust me wel dat er over een 'péage' wordt gesproken, een soort van snelwegtol op de Waalse autosnelwegen. Dat mag niet resulteren in een verkapte belastingsverhoging, want het regeerakkoord spreekt heel duidelijk over een invoering ter vervanging van de verkeersbelasting voor de Vlaamse inwoners. Vlaanderen moet hierin een voortrekkersrol vervullen.
Mevrouw de minister, wilt u conform het regeerakkoord het initiatief nemen om met uw Waalse en Brusselse collega's te overleggen om een eenvormige oplossing te zoeken? Is reeds onderzoek verricht naar andere mogelijke systemen, zoals rekeningrijden of wegentol? Vindt u dat alleen het wegenvignet naar Zwitsers model, zoals opgenomen in het regeerakkoord, een haalbare oplossing is? Kunt u verzekeren dat de invoering van zo'n wegenvignet geen verdoken belastingverhoging inhoudt? Kunt u hiervoor een timing opstellen? Wilt u dit binnen deze legislatuur realiseren?
De voorzitter: De heer Dehaene heeft het woord.
De heer Tom Dehaene: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, geachte collega's, ik zal hier niet herhalen wat reeds over de voorgeschiedenis is verteld. Samen met jullie stel ik vast dat Duitsland en Oostenrijk met een variabel systeem werken. De Benelux en Denemarken werken met een forfaitair bedrag voor het vrachtwagenvervoer, in de vorm van een jaarlijkse wegenbelasting. Andere landen werken met een péage-systeem.
Ik heb vragen over het vrachtwagenvervoer. Belgische en Vlaamse vrachtwagenbestuurders hebben het vrij gemakkelijk om zo'n vignet aan te kopen, maar buitenlanders hebben het soms moeilijk om zo'n vignet te bemachtigen. Zou men niet aan alle grensovergangen de kans moeten krijgen om zo'n vignet aan te kopen? En zou dat ook niet via internet mogelijk moeten zijn? Hoeveel controles zijn er sinds 2000 gebeurd om na te gaan of het verplicht wegenvignet ook effectief is aangekocht? Hoeveel overtredingen zijn vastgesteld, en hoeveel daarvan werden begaan door ingeschrevenen van Vlaanderen? Op korte termijn is het wegenvignet het eenvoudigste systeem om in te voeren. Mevrouw de minister, overweegt u ook om het Oostenrijkse en Duitse systeem van een variabele kilometervergoeding in te voeren?
De voorzitter: Mevrouw Guns heeft het woord.
Mevrouw Dominique Guns: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, geachte collega's, ook ik vind het belangrijk dat goed wordt onderzocht of en hoe het wegenvignet moet worden ingevoerd.
Het vrachtvervoer is een arbeidsintensieve sector. We mogen dat vignet dus niet op een lichtzinnige wijze invoeren, en we moeten er zeker voor zorgen dat de invoering ervan onze eigen vrachtondernemingen niet benadeelt. Zo moeten Belgische en Vlaamse bedrijven het Eurovignet aankopen, maar vrachtwagenbestuurders die uit het buitenland komen, kunnen of willen dat niet aanschaffen. Verder is er ook nog de BTW op het personenvervoer, in uitvoering van artikel 21, paragraaf 3 van het wetboek op de BTW. Worden die belastingen geïnd en wordt dat gecontroleerd?
In Duitsland wordt vanaf 1 januari 2005 het Toll Collect-systeem ingevoerd. Vandaag is het Eurovignet van toepassing op de Benelux, Duitsland, Denemarken en wellicht ook Zweden. Stapt Duitsland uit dat systeem zodra het land het Toll Collect-systeem invoert? Moet dat Eurovignetsysteem dan niet worden aangepast? Als alles bij het oude blijft, moeten gebruikers van de Duitse wegen een dubbele belasting betalen. Is dat op Europees niveau al onderzocht?
Als bij ons een wegenvignet wordt ingevoerd, wordt dan het Eurovignet afgeschaft? Het wegenvignet mag geen bijkomende kost zijn voor de Vlaamse en Belgische ondernemers. Het moet de bedoeling zijn dat de invoering van het wegenvignet leidt tot een vermindering van de totale verkeersbelasting die vandaag wordt betaald. Een harmonisering op Europees niveau is echt wenselijk. Vandaag vinden we in een vrachtwagen een call box, een Toll Collect, een vignet, enzovoorts. Binnenkort moeten de vrachtwagens groter worden gemaakt om alles geplaatst te krijgen!
De voorzitter: De heer Martens heeft het woord.
De heer Bart Martens: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, geachte collega's, ik zal hier niet in herhaling vallen. Ik wil wel opmerken dat er verschillende manieren zijn om zo'n systeem in te voeren.
De invoering van een wegenvignet betekent dat we de ene forfaitaire belasting door een andere vervangen. Het voordeel is wel dat we doorvoerverkeer laten meebetalen. Hoe dan ook levert dat onze samenleving winsten op. Ik denk dat het nog interessanter zou kunnen zijn als we de jaarlijkse wegentaks kunnen vervangen door een variabele belasting die de vervoerders aanzet om rationeler gebruik te maken van hun wagen of vrachtwagen. Het Duits experiment moet goed worden opgevolgd als het op 1 januari 2005 wordt ingevoerd. Als het Duitsland lukt een werkbaar systeem van kilometerheffingen voor vrachtwagens op te starten, waarom zouden we dan niet onderzoeken of we ons daarbij kunnen aansluiten? Zo krijgen we een betere greep op het doorgaand verkeer en zetten we wegvervoerders aan rationeler te rijden. Het kan een opstapje zijn naar het gebruik van andere, meer duurzame vervoersmodi.
Moeten we wachten tot er een Europees initiatief wordt genomen? Er ligt een voorstel tot wijziging van de Eurovignetrichtlijn op tafel. Het is wenselijk een Europees systeem uit te werken, al is het maar om de verschillende vormen van variabele heffingen interoperabel te maken. Zo wordt het mogelijk om met de on board unit die in het Duitse systeem wordt gebruikt, ook in andere lidstaten te werken. Het zou niet goed zijn als elke lidstaat een eigen elektronisch systeem invoert.
We moeten wel niet wachten op zo'n Europese regeling. Op Europees niveau bestaat de procedure voor versterkte samenwerking. Als een Europese regeling er niet komt, kunnen we die aanwenden. De lidstaten die nu al het Eurovignet gebruiken, zouden al kunnen overeenkomen om dat vignet te vervangen door een variabele gebruiksheffing. Duitsland heeft wel degelijk de bedoeling om dat systeem in te voeren in plaats van het Eurovignet.
Het huidige voorstel tot richtlijn is een maand geleden door de Europese raad van energie- en transportministers gekelderd. Er zijn grote meningsverschillen over de cross financing en over de vraag of de opbrengsten mogen worden gebruikt voor investeringen in andere vervoersmodi. Het is absoluut wenselijk dat in andere vervoersmodi wordt geïnvesteerd die meer oplossingen bieden voor congestie dan nieuwe wegen of infrastructuur. Waarom zouden we ons de kans ontzeggen om dat ook effectief te doen? Er bestaat nog onduidelijkheid over de kosten die mogen worden doorgerekend. We moeten opteren voor een maximale visie. De lidstaten moeten de kans krijgen om externe milieukosten en congestiekosten via dat systeem door te rekenen.
We moeten echter niet op de Europese richtlijn wachten. We kunnen lering trekken uit buitenlandse initiatieven, zoals het Duitse, om met een eigen systeem van wal te steken.
De voorzitter: Minister Van Brempt heeft het woord.
Minister Kathleen Van Brempt: Mijnheer de voorzitter, collega's, op sommige vragen ken ik het antwoord nog niet, maar het geeft aan dat het debat bijzonder complex is. Op korte of middellange termijn moeten er zeker antwoorden komen en moeten de juiste beslissingen worden genomen. Er bestaan vele soorten systemen, en we moeten de juiste keuze maken voor de komende 10 jaar.
Wat de vraag betreft over de mogelijkheid van gelijkaardige taksen in de twee gewesten, kan ik alvast het volgende stellen. Voor de invoering van het wegenvignet ter vervanging van de verkeersbelasting is een samenwerkingsakkoord tussen de verschillende gewesten nodig. Een wegenvignet kunnen we immers beschouwen als een verkeersbelasting. Het is zeker de bedoeling om in de toekomst een wegenvignet in te voeren in plaats van de huidige verkeersbelasting, zodat er geen dubbele belasting of een verhoging van de huidige verkeersbelasting komt.
De verkeersbelasting valt onder de gewestelijke belastingen volgens de bijzondere financieringswet van 16 januari 1989. Als men de belasting alleen zou toepassen op wagens die niet toebehoren aan vennootschappen, autonome overheidsbedrijven en verenigingen zonder winstoogmerk, zou u in principe gelijk hebben. In dat geval zou geen samenwerkingsakkoord nodig zijn, maar dat is niet de bedoeling, want dan zou elke bedrijfswagen worden vrijgesteld van een toekomstig wegenvignet. Er is geen akkoord nodig indien de belasting alleen op natuurlijke personen wordt toegepast, maar wel als ze op alle voertuigen op onze weg wordt toegepast.
Wat de tweede vraag betreft, moet ik eerst en vooral meedelen dat het momenteel onduidelijk is waar de andere gewesten naartoe willen, maar hetzelfde kan van ons worden gezegd. Het is dus geen verwijt. Het is wel belangrijk dat de weg is geopend om met een zelfde principe, namelijk het principe dat de vervuiler betaalt, aan de slag te kunnen. U gaat ervan uit dat het Waalse Gewest ons voor zou zijn, maar dat is niet het geval. In onze regeerverklaring staat de mogelijkheid van een wegenvignet vermeld, maar het doel kan ook op een andere manier worden bereikt. In de regeerverklaring staat nog een andere mogelijkheid impliciet aangegeven: de Vlaamse Regering neemt namelijk de krachtlijnen uit het Mobiliteitsplan Vlaanderen als uitgangspunt voor haar mobiliteitsbeleid.
Het mobiliteitsbeleid zoals het principieel is goedgekeurd door de Vlaamse Regering, stelt dat met het huidige Eurovignetsysteem dat van toepassing is op vrachtwagens van meer dan 12 ton, dezelfde weg wordt opgegaan als in Duitsland. Het is althans de bedoeling om dezelfde weg op te gaan. We willen afstappen van het Eurovignetsysteem en het vervangen door een variabel systeem van kilometerheffing. Dat staat in het Mobiliteitsplan Vlaanderen.
Het is de intentie van de Vlaamse Regering om alle opties te onderzoeken en de juiste weg te bewandelen. Deze materie verandert ook op Europees vlak. De mogelijkheid bestaat dat Europa binnenkort richtlijnen zal geven waarbinnen de lidstaten hun eigen beleid kunnen uittekenen. Ik verwijs naar de richtlijn met betrekking tot het Eurovignet, maar ook naar het voorstel van richtlijn inzake de aanpassing van de verkeersbelasting.
Mocht Europa duidelijk de voorkeur geven aan één bepaald systeem, dan zullen de gewesten allicht volgen, ongeacht het systeem dat een of ander gewest zelf in gedachten had. In een ideale wereld en een goed functionerend Europa zou er vandaag een Europees systeem bestaan dat een billijke vergoeding representeert van het vervoer op de weg met alle kosten inbegrepen. Vandaag is Europa daar nog niet aan toe. Dat ligt aan een gebrek aan slagkracht, maar het betekent dat wij daar niet op wachten. Wij zullen binnen de Europese context zelf pro actief optreden. De Vlaamse Regering stelt momenteel een standpunt op over de ontwikkelingen op Europees vlak. Intussen willen we zelf een eigen weg bewandelen, het liefst met zoveel mogelijk andere partners en gewesten en mogelijks andere lidstaten.
Ik kan vandaag geen datum plakken op de timing voor het invoeren van het wegenvignet. Het gaat om een bijzonder ingewikkelde materie. Er zijn andere vragen die eerst moeten worden beantwoord. We bekijken de mogelijkheden om positieve stimulansen in te voeren voor een veilig rijgedrag. We moeten eveneens ingaan op de vraag of er geen ecologisch verantwoorde voertuigen moeten worden ingevoerd. Alvorens in te gaan op de invoering van een wegenvignet in Vlaanderen moeten tal van zaken op het vlak van beleid, op het juridisch-technische en het financiële vlak worden opgelost. We verwachten bovendien ook beweging op Europees vlak.
Mevrouw De Ridder, er wordt inderdaad op korte termijn gestart met overleg. Eerst moet er klaarheid komen binnen de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement en er moeten cruciale vragen worden beantwoord. Nadien moet zo snel mogelijk overleg worden opgestart met het Waals en het Brusselse Gewest. Het zou goed zijn samen een aantal onderzoeken op te starten om samen de vragen te kunnen beantwoorden.
Onderzoek naar mogelijke systemen is er nog niet. Ik wil de materie het liefst eerst grondig onderzoeken. Het is weinig waarschijnlijk dat het Zwitsers model volledig in overeenstemming is met de Europese regelgeving van vandaag, maar ik sluit geen enkele oplossing op voorhand uit. Ook wat de timing betreft, moeten eerst een aantal vragen worden beantwoord en een uitgebreid onderzoek worden gevoerd. Op basis daarvan moet de juiste beslissing worden genomen.
Mijnheer Dehaene, u vraagt of het mogelijk is om het Eurovignet aan te kopen aan de grensovergangen en havens en via het internet. Het Eurovignet is te koop tijdens de kantooruren bij openbare besturen en bij een beperkt aantal tankstations bij sommige grensovergangen. Het Eurovignet wordt gezamenlijk in het kader van het zogenaamde Eurovignetverdrag door een Duitse firma voor rekening van België, Nederland, Luxemburg, Denemarken en Zweden verkocht aan buitenlandse vrachtwagenbestuurders. Tot voor kort zat ook Duitsland in dat systeem. Er zijn nieuwe verkooppunten ingevoerd, onder andere aan de grens tussen Nederland en Duitsland.
Ik kan voorlopig geen cijfers meedelen over de controles sinds 2000 op het verplicht Eurovignet en het aantal overtredingen. Wij zijn daar zelf immers niet voor bevoegd. Ik heb de gegevens opgevraagd bij mijn federale collega. Zodra ik daarover beschik, zal ik ze u bezorgen.
In het regeerakkoord is inderdaad sprake van het wegenvignet. Via het Mobiliteitsplan Vlaanderen is echter ook de kilometerheffing voor vrachtwagens in het regeerakkoord opgenomen. Het lijkt me zinvol om al die mogelijkheden grondig te onderzoeken.
Het systeem dat Duitsland vandaag bijvoorbeeld kiest, is een duur systeem. Het gaat om een hoogtechnologisch systeem waarbij de controle makkelijker verloopt. Een wegenvignet is heel eenvoudig en kan heel gemakkelijk worden ingevoerd, maar kan heel moeilijk worden gecontroleerd en is daardoor bijzonder fraudegevoelig.
Ik denk dat iedereen het erover eens is dat niet alleen de Belgische chauffeurs van vrachtwagens en personenwagens moeten betalen voor de aanleg en het onderhoud van de wegen en voor het volledige mobiliteitsvraagstuk, maar alle bestuurders die gebruik maken van onze wegen. We moeten nagaan hoe de technologie ons daarbij kan helpen.
De voorzitter: De heer Penris heeft het woord.
De heer Jan Penris: Mevrouw de minister, u hebt geen duidelijkheid gegeven over de essentie van de zaak.
De Belgische staatsstructuur is inderdaad heel complex. U verwijst daarbij impliciet naar artikel 4, paragraaf 3 van de bijzondere wet ter financiering van de gemeenschappen. We zijn wel bevoegd voor bepaalde gewestbelastingen die betrekking hebben op verkeersaangelegenheden. We kunnen die belastingsreglementering wijzigen, maar dan alleen voor het personenvervoer. Van zodra het om een vennootschap of een bedrijf gaat, kunnen we dat niet. Het lijkt me dan ook aangewezen om met de andere gewesten rond de tafel te gaan zitten om snel een oplossing te vinden voor dit probleem.
Mevrouw de minister, u hebt ook gezegd dat Europa een probleem zou kunnen vormen. Ik ben het op dat punt niet met u eens. Als Duitsland zijn ding kan doen, met of zonder Europa, dan moet ook Vlaanderen samen met de andere gewesten, stappen kunnen ondernemen.
U hebt verwarring gezaaid, terwijl het doel van een interpellatie net is om klaarheid te scheppen over de regeringsstandpunten. Op bladzijde 62 van het regeerakkoord staat duidelijk dat deze regering een wegenvignet zal invoeren. Nu zegt u dat het evengoed een kilometerheffing kan worden naar Duits model omdat in het regeerakkoord ook wordt verwezen naar het Mobiliteitsplan Vlaanderen waar in die mogelijkheid wordt voorzien. Ofwel wordt het een wegenvignet, ofwel wordt het een kilometerheffing. Een van beide zal uit het regeerakkoord moeten worden geschrapt.
Ik ben voorstander van een wegenvignet op voorwaarde dat een aantal andere bestaande verkeerstaksen worden afgeschaft. Een wegenvignet is makkelijk invoerbaar en kan eenvoudig worden geïnd. Bovendien kan ook het transitvervoer daaraan worden onderworpen. Het laat ons ook toe om kortingen te geven aan onze eigen vrachtvervoerders. Tot slot is er ook geen kostelijke infrastructuur voor vereist.
De voorzitter: Mevrouw de Ridder heeft het woord.
Mevrouw Annick De Ridder: Mevrouw de minister, er zijn al studies terzake uitgevoerd in Duitsland en Zwitserland. Misschien kunnen we die opvragen om dubbel werk te vermijden. We moeten er natuurlijk wel rekening mee houden dat het gaat om totaal verschillende wegennetten.
Ik herhaal dat ik het wegenvignet, zoals opgenomen in het regeerakkoord, de beste oplossing vind. Het is natuurlijk aan de regering om nog andere mogelijkheden te onderzoeken.
De voorzitter: De heer Dehaene heeft het woord.
De heer Tom Dehaene: Mevrouw de minister, u hebt niet geantwoord op mijn vraag of het aankopen van een Eurovignet via internet mogelijk is.
Het Duitse systeem is inderdaad een heel duur systeem. Oostenrijk heeft nog een ander systeem, het zogenaamde Go-box-systeem dat met microgolven werkt. Misschien moet ook die mogelijkheid eens worden bekeken.
Anderzijds kan het ook niet de bedoeling zijn dat vrachtwagens en personenwagens binnenkort rondrijden met zeven stickers en tien kastjes. Ik ben dan ook blij dat alle opties voorlopig open blijven.
De voorzitter: Mevrouw Guns heeft het woord.
Mevrouw Dominique Guns: Mevrouw de minister, is er, nadat Duitsland uit het systeem van het Eurovignet is gestapt, overleg geweest over een lagere kostprijs van het Eurovignet? Valt Duitsland, inzake de inkomsten, ook buiten de Eurovignetzone?
De voorzitter: De heer Martens heeft het woord.
De heer Bart Martens: Mevrouw de minister, ik ben verheugd dat u alle opties openlaat. Het maakt niet uit of de kat wit of zwart is, als ze maar muizen vangt. We moeten lering trekken uit de voorbeeldprojecten die in andere Europese landen worden opgezet. Het is evident dat die systemen duur zijn. Ze moeten natuurlijk bepaalde inloopkosten maken, waarvan we kunnen meegenieten. Ze hebben het nadeel van de wet van de remmende voorsprong.
Europa heeft misschien nog geen algemeen kader voor een correcte kostenberekening voor het wegtransport, maar wel een dure satelliet, Galileo. Het Duitse systeem maakt gebruik van die satelliet. Het zou me niet verwonderen dat dit systeem de Europese standaard zal worden. We moeten nu niet bij één systeem zweren, we kunnen beter de tijd nemen om alle systemen af te tasten en te evalueren. Hopelijk moeten we niet de ene forfaitaire heffing door een andere vervangen en kunnen we werk maken van een verdere variabilisering van de belastingen op verkeer.
De voorzitter: Minister Van Brempt heeft het woord.
Minister Kathleen Van Brempt: Dit is het eerste van vele debatten dat we hierover zullen voeren. Ik wil de commissieleden nauw betrekken bij alles wat daarover gebeurt, want het is een belangrijke maatschappelijke optie die we moeten nemen voor de volgende jaren.
Mijnheer Penris, ik ben het absoluut oneens met u. In het regeerakkoord gaat het over een wegenvignet. Daar staat niet bij of het een sticker wordt, of iets anders. Dat hangt nauw samen met de controle. Een sticker is het goedkoopste systeem, maar het moeilijkst om te controleren. Een hoogstaande technologische optie is heel duur, maar gemakkelijk te controleren. Als iemand ons land binnenrijdt, kunnen we onmiddellijk controleren of er werd betaald. Die keuze moeten we maken.
Een andere keuze gaat over een al of niet forfaitaire heffing. Dan moeten we ook een onderscheid maken tussen vrachtwagens en personenvervoer. Het zou dom zijn om ons nu al toe te spitsen op één optie. Laten we de tijd nemen om te onderzoeken welke de beste opties zijn om de immense mobiliteitsproblemen op te lossen. Daarom vraag ik dat de moties in die richting gaan. We moeten dit grondig onderzoeken en de buitenlandse onderzoeken mee in overweging nemen.
Mevrouw Guns, uw vraag over vrachtwagens naar Duitsland heeft de vorige regering al geregeld.
De voorzitter: De heer Penris heeft het woord.
De heer Jan Penris: Het woord vignet wordt een heel rekbaar begrip, maar ik zal ermee leren leven.
De voorzitter: Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Annick De Ridder: In het regeerakkoord staat 'ter vervanging van de verkeersbelasting'. Dat duidt op een forfaitaire heffing die de wegenbelasting vervangt.
Met redenen omklede moties
De voorzitter: Door de heer Penris en door de meerderheidsfracties werden tot besluit van deze interpellatie met redenen omklede moties aangekondigd. Ze moeten zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het incident is gesloten.