Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 05/10/2004
Vraag om uitleg van mevrouw An Michiels tot mevrouw Kathleen Van Brempt, Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, over de toepassing van de taalwetgeving door De Lijn
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Michiels tot mevrouw Van Brempt, Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, over de toepassing van de taalwetgeving door De Lijn.
Mevrouw Michiels heeft het woord.
Mevrouw An Michiels : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, geachte collega's, op het gevaar af in herhaling te vallen, wil ik toch een vraag stellen over de toepassing van de taalwetgeving door De Lijn op de lijnen die het tweetalig gebied Brussel aandoen. Op die lijnen zijn de opschriften 'Brussel-Bruxelles' gelijktijdig of alternerend aangebracht, zelfs als ze door eentalig Vlaams gebied rijden. Tevens stelt De Lijn in een intern dienstbevel dat de folders op een lijn met gemengd taalregime, die dus Brussel aandoet, in twee talen beschikbaar moeten zijn. Over het uitreiken van documenten aan klanten wordt gezegd dat die moeten worden uitgereikt in de taal van de klant, ongeacht de plaats waar het voertuig zich bevindt. Ook over het geven van mondelinge inlichtingen aan klanten wordt gezegd dat de chauffeur op die lijnen de taal van de klant moet gebruiken, ongeacht de plaats waar het voertuig zich bevindt. Een reiziger die bijvoorbeeld opstapt in Lennik en afstapt in Roosdaal kan dus in het Frans worden bediend als hij daarom vraagt.
Al deze maatregelen zijn een verkapte vorm van faciliteiten en dus in strijd met de taalwetgeving én met de geest van de politiek in verband met de Vlaamse Rand. Die beklemtoont immers dat Halle-Vilvoorde behoort tot het eentalig Nederlandstalig gewest. Deze maatregelen geven aan de inwoners de foutieve indruk dat zelfs gemeenten als Asse, Lennik, Roosdaal of Grimbergen tweetalig zijn.
Reeds meer dan 2 jaar geleden ondervroeg de heer Van Hauthem toenmalig minister van Mobiliteit Stevaert hierover. Hij antwoordde toen dat er met De Lijn afspraken zijn gemaakt over de praktische toepassing van de taalwetgeving, en dit naar aanleiding van een studie van professor Boes, namelijk 'Vernederlandsing van het straatbeeld - verfijning van de bestuurstaal'. Een van die afspraken betrof de elektronische filmaanduidingen, die een uitgebreide technische aanpassing en investering vergden. Intussen zijn we meer dan twee jaar verder en nog steeds rijden deze bussen met tweetalige opschriften door Vlaams-Brabant! Ook bereikten ons de laatste tijd meer en meer klachten over het taalgebruik van de chauffeurs van De Lijn in Vlaamse gemeenten, zoals Zaventem, waar de chauffeur de busgebruikers eentalig in het Frans aanspreekt. Ook op dit vlak wordt de taalwetgeving nog steeds geschonden.
Mevrouw de minister, welke maatregelen zijn er al genomen om de toepassing van de taalwetgeving te laten naleven door De Lijn? Zijn er intussen concrete afspraken gemaakt met De Lijn om de taalwetgeving toe te passen? Zo ja, welke? Indien er concrete afspraken zijn, kunt u dan nagaan in hoeverre die ook worden nageleefd door De Lijn? Hoever staat De Lijn met de technische aanpassingen om de tweetalige opschriften te vervangen door eentalig Nederlandstalige bij het binnenrijden van Vlaanderen?
De voorzitter : Minister Van Brempt heeft het woord.
Minister Kathleen Van Brempt : Mijnheer de voorzitter, geachte collega's, de Vlaamse regering heeft er zich toe geëngageerd om de bevindingen van de studie van professor Boes met als titel 'Vernederlandsing van het straatbeeld - Verfijning van de bestuurstaal' te respecteren en uit te voeren. Ook De Lijn doet dat. Bovendien zal ik over deze studie het standpunt van de Vlaamse minister bevoegd voor Binnenlands Bestuur vragen. Ik zal mij richten naar dit standpunt en dat ook meedelen aan De Lijn.
Wat meer in het algemeen de toepassing van de wetgeving op het gebruik van de talen in bestuurszaken door de Vlaamse Vervoersmaatschappij en de controle erop betreft, meen ik dat het volstaat te verwijzen naar het zeer geringe aantal klachten. Er zijn sinds de oprichting van De Lijn 25 klachten in verband met deze materie binnengekomen. De meeste van deze klachten blijken bovendien ongegrond.
De Lijn bereidt een aantal technische aanpassingen voor opdat met behulp van een GPS-systeem de digitale opschriften in de bus automatisch worden aangepast wanneer de grens van het Vlaamse grondgebied wordt overschreden. Deze technologie staat echter nog niet op punt. Het systeem moet dus nog in de bussen worden ingebouwd, al is het project al opgestart.
Wat betreft de tweetalige folders waarover in de inleiding van de vraag is gesproken, kan ik meedelen dat er op de bussen enkel eentalige brochures aanwezig zijn en dat in er de faciliteitengemeenten aan de gebruikers wordt meegedeeld dat op aanvraag een Franstalige brochure kan worden verkregen.
De voorzitter : Mevrouw Michiels heeft het woord.
Mevrouw An Michiels : Mevrouw de minister, ik stel vast dat de aanpassingen al lang worden beloofd. Ik hoop dat er dan ook snel werk van wordt gemaakt. U zegt dat u zich zult oriënteren op het standpunt van de Vlaamse minister bevoegd voor Binnenlands Bestuur. Misschien kan dan ook aan De Lijn worden gesuggereerd om klanten niet langer aan te spreken in hun eigen taal, maar het initiatief van de provincie Vlaams-Brabant te volgen en anderstaligen aan te sporen de taal van de streek te spreken.
De voorzitter : Minister Van Brempt heeft het woord.
Minister Kathleen Van Brempt : Ik moet dat niet doen, want De Lijn weet dat. Als zich incidenten voordoen en daaromtrent klachten zijn, zal ik reageren. Tot vandaag gaat het slechts om 25 klachten sinds de oprichting van De Lijn. U hebt het wel over concrete problemen, maar noch ikzelf, noch De Lijn hebben er weet van. Als er effectief klachten worden ingediend, zal ik de eerste zijn om in te grijpen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.