Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid Vergadering van 22/04/2004
Vraag om uitleg van de heer Kris Van Dijck tot mevrouw Marleen Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over het kopiëren van partituren in het deeltijds kunstonderwijs
Vraag om uitleg van de heer Luc Martens tot mevrouw Marleen Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de vergoeding voor uitgevers en componisten voor werken die in het onderwijs gebruikt worden
Vraag om uitleg van de heer Dany Vandenbossche tot mevrouw Marleen Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over vergoedingen voor het kopiëren van muziekpartituren in het deeltijds kunstonderwijs
De voorzitter : Aan de orde zijn de samengevoegde vragen om uitleg van de heer Van Dijck tot mevrouw Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over het kopiëren van partituren in het deeltijds kunstonderwijs, van de heer Martens tot minister Vanderpoorten, over de vergoeding voor uitgevers en componisten voor werken die in het onderwijs gebruikt worden, en van de heer Vandenbossche tot minister Vanderpoorten, over vergoedingen voor het kopiëren van muziekpartituren in het deeltijds kunstonderwijs.
De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck : Mevrouw de minister, in het uitgebreid onderwijskundig artikel in het tijdschrift Imago met als titel 'Kopiëren van partituren in het DKO : afdeling Muziek, Woord en Dans' schetst de heer Bal nauwgezet de huidige situatie. Hij roept op om de violen binnenkort eindelijk gelijk te stemmen.
In zijn inleiding zegt hij dat het DKO tijdens de examenperiode van juni 2003 werd opgeschrikt door enkele agressieve acties van SEMU, de beheersvennootschap van muziekuitgevers. Zaken als het op pad sturen van gerechtsdeurwaarders en het dreigen met gerechtelijke stappen tegen individuele leerkrachten en tegen schoolbesturen klinken niet onmiddellijk als muziek in de oren.
Ondertussen zouden de gemoederen bedaard zijn, en heeft SEMU gesprekken aangeknoopt met het OVSG om tot een licentieovereenkomst te komen waarbij ook de andere onderwijskoepels en de culturele sector vertegenwoordigd zijn. Om u een beter zicht te geven op deze problematiek geef ik graag de huidige situatie weer.
Korte fragmenten mogen worden gekopieerd voor onderwijsdoeleinden zonder dat de toestemming van de auteur of auteurs vereist is. Als tegenprestatie betaalt de gebruiker een vergoeding voor reprografie aan de representatieve beheersvennootschap Reprobel. Het merendeel van de gemeenten - en het DKO is meestal gemeentelijk onderwijs - heeft echter voor zijn onderwijsinstellingen een contract met Reprobel afgesloten dat normaliter afliep op 31 december 2003. Toch moet worden aangedrongen op een vermindering van de vergoeding voor reprografie omdat er duidelijke ontwikkelingen zijn op Europees vlak. De Europese richtlijn inzake auteursrecht stelt dat iemand in de toekomst steeds de uitdrukkelijke toestemming van de auteur moet hebben om bladmuziek te kopiëren, of het nu om korte fragmenten gaat of niet. Met andere woorden, het reprografierecht voor partituren zal op termijn verdwijnen. Er zal dan ook een aanpassing aan de tarieven van Reprobel moeten gebeuren. In september 2003 was deze Europese richtlijn nog altijd niet omgezet in Belgisch recht. Dit moest normaal gezien uiterlijk tegen 22 december 2002 gebeurd zijn.
Volledige partituren kopiëren zonder toestemming van de auteur is wettelijk verboden. Iedereen zal dus voor dit gebruik een vergoeding moeten betalen aan ofwel de auteur, ofwel zijn uitgever, ofwel zijn beheersvennootschap, ofwel de beheersvennootschap van de uitgever. SEMU is een erkende beheersvennootschap van muziekuitgevers. Volgens SEMU wordt er op grote schaal illegaal gekopieerd.
Voorlopig beschikt SEMU niet over gemachtigde agenten - zoals bijvoorbeeld wel het geval is voor Sabam - die vaststellingen kunnen doen. SEMU doet daarom een beroep op gerechtsdeurwaarders. Dit betekent echter nog altijd niet dat de organisatie automatisch toegang heeft tot de school. De vraag of een leslokaal onder de grondwettelijke gewaarborgde onschendbaarheid van de woning valt, geeft nog altijd aanleiding tot discussie. Niettemin kan een gerechtsdeurwaarder tijdens een openbaar examen vaststellingen komen doen. Het dossier wordt dan hetzij voor de correctionele, hetzij voor de burgerlijke rechtbank gebracht. De straffen en boetes zijn niet min : tot 500.000 euro!
Wil een schoolbestuur exploitatiedaden stellen waarvoor de toestemming van de auteur is vereist, zoals het kopiëren van de partituur van een muzikaal werk in zijn geheel, dan kan deze toestemming bekomen worden door middel van een licentieovereenkomst. Met andere woorden, SEMU is sterk vragende partij om een niet-exclusieve licentieovereenkomst af te sluiten met de schoolbesturen. De grote vraag die de schoolbesturen zich echter stellen is of de betrokken uitgever - en dus de auteur - wel door deze beheersvennootschap, in casu SEMU, wordt vertegenwoordigd. Daarom vraagt het onderwijsveld aan SEMU om een lijst voor te leggen van de uitgevers die zij vertegenwoordigt. De beheersvennootschappen weigeren dit echter. Zij moeten enkel ter plaatse inzage verlenen. Bovendien kunnen er andere auteurs, uitgevers, beheersvennootschappen, enzovoort, opduiken die hun rechten niet hebben toevertrouwd aan SEMU en dus eveneens reproductierechten kunnen claimen.
Het is duidelijk dat dit probleem uitgeklaard moet worden.
Tot september 2003 liepen de besprekingen nog. Afhankelijk van het antwoord van de controledienst op de vraag over de representativiteit van SEMU, zullen de gesprekken in een bepaalde richting worden voortgezet, zo wordt beweerd, ofwel komt er een licentieovereenkomst die het DKO volledig dekt.
Het kan in ieder geval geen kwaad dat de schoolbesturen zich beraden over het gebruik van partituren in de toekomst, zoals bijvoorbeeld enkel originelen aankopen, eventueel een boekenfonds aanleggen, overeenkomsten afsluiten met individuele auteurs of uitgevers, of op zoek gaan naar goedkopere en legale alternatieven.
Mevrouw de minister, klopt mijn situatieschets? Bent u op de hoogte van de agressieve houding van SEMU? Wat vindt u van de handelwijze van SEMU om gerechtsdeurwaarders naar de openbare examens te sturen? Hebt u hierover klachten ontvangen? Zo ja, over hoeveel klachten gaat het?
Kunt u mij een actuele stand van zaken geven? Hoe staat het met de besprekingen met SEMU? Wat zegt de controledienst voor beheersvennootschappen over de representativiteit van SEMU? Is de vraag van het onderwijsveld aan SEMU om een lijst voor te leggen van de uitgevers die zij vertegenwoordigt, niet gerechtvaardigd?
Er is hier sprake van het DKO, maar geldt dit niet voor alle scholen? Ook in het gewone onderwijs wordt gebruik gemaakt van kopieën. Er wordt hier over de gemeenten gesproken. Betalen het vrije net en het gemeenschapsonderwijs ook aan Reprobel en SEMU? Worden zij ook betrokken in deze discussie? Welke gemeenten betaalden in 2003 niets aan Reprobel? Zijn de contracten die afliepen op 31 december 2003 al hernieuwd? Wat zijn de gangbare tarieven? Is er inderdaad sprake van een vermindering in tarieven?
Is de Europese richtlijn inzake auteursrecht van 22 mei 2001 nu al omgezet in Belgisch recht en verschenen in het Staatsblad?
Moeten we toch niet uiterst voorzichtig zijn met deze materie? Ik denk dan aan de gevolgen voor de leerlingen en vooral ook voor de portefeuille van de ouders. Dreigt het DKO door deze nieuwe richtlijnen niet - en ik wik mijn woorden - nog meer elitair te worden? Zullen de schoolkosten voor de ouders hierdoor niet blijven oplopen? Op welke manier denkt u hiertegen te ageren?
Kunt u me een vergelijkende situatieschets geven in verband met het kopiëren van teksten, lesmateriaal en dergelijke in het leerplichtonderwijs?
Mijnheer de voorzitter, ik ben me ervan bewust dat dit een hele boterham is, maar dat mag misschien wel bij mijn laatste vraag om uitleg van deze legislatuur. Ik ben toch benieuwd naar een aantal verduidelijkingen ter zake.
De voorzitter : De heer Martens heeft het woord.
De heer Luc Martens : Na de goede inleiding van mijn kartelgenoot kan ik bijzonder kort zijn. Hij heeft zich onze manier van denken en spreken reeds eigen gemaakt.
Ik zal het niet meer hebben over de problematiek als dusdanig, maar wil me toespitsen op een aantal bijkomende vragen. Hoe ver staat het met akkoorden op het niveau van het onderwijs zelf? Is het zo dat er inzake muziekonderwijs reeds akkoorden tot stand zijn gekomen in het gemeenschapsonderwijs en in het vrij onderwijs? In welke mate zijn dat dan akkoorden die analoog zijn met de akkoorden die het OVSG heeft afgesloten?
De heer Van Dijck heeft verwezen naar de rol van SEMU. Hij was daarbij een beetje kritisch, maar op dat niveau is wel degelijk een akkoord afgesloten met het OVSG. De vraag is alleen in welke mate andere netten ook voor hun scholen een akkoord hebben kunnen afsluiten.
Deze aangelegenheid ligt ook een beetje moeilijk omdat ze de Vlaamse instellingen en Vlaamse kinderen sterk raakt, terwijl het toch een federale bevoegdheid is. Het doet me een beetje denken aan de problematiek van het leenrecht in bibliotheken, waarover we jarenlang hebben gediscussieerd. De vraag is of er hier enige analogie is. De Vlaamse Gemeenschap heeft zich uitdrukkelijk geëngageerd, ook budgettair, om het leenrecht voor de bibliotheken te betalen en dat niet te verhalen op de gebruiker. Mevrouw de minister, de vraag is of u hetzelfde denkspoor volgt en of u bereid bent en ook de budgettaire mogelijkheden hebt om eenzelfde antwoord te geven, dan wel bij de federale regering een vrijstelling te bekomen. Het is namelijk zo dat de federale overheid regelmatig maatregelen neemt waarvoor de Vlaamse overheid dan middelen moet vrijmaken om ze te kunnen uitvoeren. Met andere woorden : de middelen die Vlaanderen ter beschikking stelt, zijn de facto niets anders dan een vorm van financiering van federale maatregelen. Dat is zo bij het leenrecht, maar dat geldt ook op veel andere terreinen.
Het zou trouwens nuttig kunnen zijn om eens na te gaan wie, als men maatregelen neemt, daar dan de verantwoordelijkheid voor opneemt. Dat zal niet meer kunnen in deze legislatuur, dat zal iets voor de volgende legislatuur zijn. Ik zou daarom ook willen vragen in welke mate er stappen werden gezet om bij de federale regering een vrijstelling te krijgen.
De voorzitter : De heer Vandenbossche heeft het woord.
De heer Dany Vandenbossche :Mijnheer de voorzitter, ik heb me het denken en het spreken van de twee vorige sprekers nog niet eigen gemaakt en ik zie dat ook niet onmiddellijk gebeuren. Toch wil ik me bij hun uiteenzettingen aansluiten. Ik heb niet veel nieuwe vragen.
Waarom heb ik deze vraag gesteld? Zoals de heer Martens reeds zei, wordt het beleid, weze het het cultuurbeleid of het mediabeleid, heel sterk beïnvloed door maatregelen die worden genomen inzake auteursrecht. Nu moet er natuurlijk wel worden gesteld dat de maatregelen die zijn genomen inzake dat auteursrecht, in veel gevallen de uitvoering vormen van Europese richtlijnen. Dat is met name ook het geval bij het leenrecht, waarover we lang hebben gediscussieerd maar waarover ondertussen wel een akkoord werd bereikt. Het klopt inderdaad - en daar heb ik ook geen probleem mee - dat dit verschillend werd vertaald in de beide landsgedeelten.
Terecht werden ook vragen gesteld over de beheersvennootschappen, omdat die altijd moeilijk te doorgronden vennootschappen zijn. Er zijn in het verleden al heel veel discussies gevoerd over auteursbeheersvennootschappen. Bij SEMU rijst hetzelfde probleem, hoewel ik moet zeggen dat de beheersvennootschappen in de meeste gevallen overeenkomsten met elkaar afsluiten en in sommige gevallen ook voor niet-leden optreden.
Eigenlijk moet ik de zaak een beetje nuanceren, omdat ik er uiteraard absoluut geen probleem mee heb dat auteurs en uitgevers op hun rechten binnen de auteurswet staan. Op een of andere manier moeten we er echter toch voor zorgen dat het innen van auteursrechten geen belemmering vormt voor bijvoorbeeld cultuuruitingen en voor onderwijs. Dat lijkt hier toch het geval te worden als men in de toekomst inderdaad op deze wijze gaat innen. Men zal daar dan een heleboel middelen voor nodig hebben.
Mijn vraag sluit aan bij wat de heer Martens vroeg : neemt het departement Onderwijs een globaal initiatief om deze problematiek van de baan te helpen?
De voorzitter : De heer Voorhamme heeft het woord.
De heer Robert Voorhamme : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, in verband met de problematiek waar individuele scholen op dit ogenblik mee worden geconfronteerd vanuit SEMU, via een deurwaarder, wil ik voortborduren op wat reeds door enkele collega's is gezegd. Het DKO wordt voor 85 percent georganiseerd door de gemeenten. Het is dus niet zo eigenaardig dat het OVSG een initiatief heeft genomen om wat meer klaarheid te scheppen.
Er is een onderhandeling geweest tussen vertegenwoordigers van SEMU en van het OVSG die heeft geleid tot een voorstel van akkoord, maar waar nog heel wat vragen over blijven bestaan. Mijns inziens is dat helemaal niet representatief voor de hele sector van het DKO. Er is ook DKO buiten de steden en gemeenten.
Er is een pre-akkoord van het OVSG waarbij scholen een overeenkomst zouden afsluiten met SEMU. Deze overeenkomst is vrij duur : het gaat over een tarief van 7 euro per leerling. Dat is in vergelijking met Nederland, waar men met dezelfde Europese richtlijn wordt geconfronteerd, 25 tot 30 maal meer. We kunnen ernstige vragen stellen in hoeverre men daardoor is afgedekt. Op een vraag aan federaal minister Moerman in de Kamer over dezelfde problematiek - want de auteursrechten zijn federale materie - antwoordde ze dat de ministerraad van 5 maart 2004 de Europese richtlijn 'Auteursrechten in de informatiemaatschappij' heeft goedgekeurd.
Ik wil uit het antwoord van minister Moerman enkele elementen naar voren brengen. Een eerste element is dat SEMU op dit moment de enige beheersvennootschap is die zich bezighoudt met de exclusieve reproductierechten van bladmuziek. Ze zegt er echter uitdrukkelijk bij dat het betalen van een vergoeding aan SEMU geen enkele absolute garantie biedt voor de onderwijsinstellingen op het vrijwaren. Het is best mogelijk dat er nog andere vennootschappen het beheer van exclusief recht inzake bladmuziek in hun maatschappelijk doel opnemen en dus later het betalen van 8 euro, zoals SEMU het aanvankelijk vroeg, of van 7 euro, zoals in de overeenkomst met het OVSG, kunnen vragen. Juridisch kan SEMU daar geen garantie voor bieden. SEMU kan geen andere vennootschappen binden. Ik heb ernstige vragen bij het voorstel van overeenkomst dat het OVSG terzake heeft uitgewerkt.
De wet betreffende auteursrechten en naburige rechten bepaalt dat de beheersvennootschappen verplicht zijn inzage te verlenen van het repertoire waarvan ze het beheer waarnemen. Dat heeft SEMU tot op vandaag geweigerd, en daar bestaan ernstige vragen over. Volgens wat mensen uit de sector mij vertellen, zou de dekkingsgraad van SEMU ten overstaan van het totaal aantal partituren dat wordt gebruikt, niet zo hoog zijn. Dat is geen verwijt aan SEMU, en het is ook niet zo onbegrijpelijk, want auteursrechten kunnen via verschillende kanalen worden opgeëist. Het feit dat het repertoire dat SEMU dekt, niet wordt voorgelegd, betekent een fundamenteel tekort als men welke overeenkomst ook wil afsluiten. Als een onderwijsinstelling een heleboel partituren kopieert voor examens, studie en dergelijke, maar geen enkele ervan behoort tot het repertoire van SEMU, dan is dit pure geldklopperij. Het is een wettelijke verplichting inzage te geven in het repertoire en elke beheersvennootschap die aanspraak maakt om rechten te innen, moet hieraan voldoen. Minister Moerman heeft dat bevestigd. Tot op vandaag gebeurt het echter niet.
Minister Moerman kreeg ook de vraag hoe het zit met de tarifering van dit soort auteursrechten : zijn die ongelimiteerd, kan men zomaar wat vragen wat men wil? Er bestaan geen richtlijnen inzake tarieven, maar er is wel in een soort begrenzing voorzien. Die begrenzing houdt onder meer in dat gebruikers onderling niet mogen worden gediscrimineerd. Scholen of inrichtende machten die individueel worden aangeschreven, moeten de absolute garantie krijgen dat ze onderling niet worden gediscrimineerd. Dat is een nagenoeg onmogelijke opdracht als er geen algemene overeenkomst komt voor het hele onderwijs, wat nochtans een wettelijke voorwaarde is.
Ik wijs erop dat dit een vrij dure operatie is. Het OVSG heeft berekend dat het oorspronkelijke voorstel van SEMU aan het DKO 485.000 euro zou kosten op jaarbasis. Na onderhandelingen is dat teruggebracht op 312.000 euro per jaar, wat een niet onaanzienlijk bedrag is dat door iemand moet worden betaald. Als dit wordt doorverrekend aan de leerling, dan betekent dit dat het DKO nog minder toegankelijk wordt dan het nu al is. De leerlingen hebben al heel wat kosten, zoals de huurprijs van een instrument. We moeten vermijden dat het DKO té elitair wordt, want op die manier zouden we de klok flink terugdraaien. Het OVSG zegt dat de overheid het dan maar zelf moet betalen, maar dat is natuurlijk gemakkelijk. Het alternatief is dat de gemeenten het bedrag betalen, maar u zult begrijpen dat ik ook daarvoor niet sta te popelen.
De scholen en inrichtende machten die hiermee worden geconfronteerd, worden bijzonder slecht geïnformeerd. Er is veel vaagheid en desinformatie. Er worden nu zogenaamde akkoorden afgesloten, onder dreiging van een deurwaarder. Die akkoorden lopen juridisch mank in het licht van de Europese richtlijn en de federale wetgeving. We moeten voorkomen dat er in Vlaanderen door een slecht georganiseerde aanpak veel meer moet worden betaald voor hetzelfde recht dan bijvoorbeeld in Nederland. Ik zie niet in waarom er in Nederland tot twintig maal minder moet worden betaald voor hetzelfde. Het gaat om Europese regelgeving en dat betekent dat elke leerling in Europa dezelfde kostprijs moet betalen. Daar moet nauwer op worden toegezien.
85 percent van het DKO is gemeentelijk onderwijs. Ik pleit niet tegen het principe van auteursrechten, laat dat duidelijk zijn. Ik ben er mij van bewust dat als er geen regeling is, er misbruiken zijn in de praktijk. Het kan echter niet dat er geen eenvormige regeling is voor de toepassing van auteursrechten. Elke leerling in Vlaanderen moet op dezelfde manier worden behandeld en er moet worden overeengekomen wie welke kosten draagt. Zo niet, voeren we op een valse manier concurrentie en dat is ontoelaatbaar.
Als minister van Onderwijs moet u een initiatief nemen en de nodige klaarheid scheppen ten aanzien van de sector.U moet duidelijk maken dat de overheid bereid is om de Europese richtlijn inzake auteursrechten toe te passen, maar dat dit niet mag leiden tot rechtsonzekerheid en misbruik van een recht dat is toegestaan aan een aantal beheersvennootschappen.
Het OVSG heeft weliswaar een initiatief genomen, maar dat vind ik onbevredigend. Bent u bereid om als minister van Onderwijs met uw federale collega, minister Moerman, waarvan ik aanneem dat u er een uitstekende communicatie mee hebt, een coördinerend initiatief te nemen dat iedereen veel meer rechtszekerheid biedt, en de garantie dat we niet te veel zullen betalen?
De voorzitter :Mevrouw Van Nieuwenborgh heeft het woord.
Mevrouw Gracienne Van Nieuwenborgh : Mijnheer de voorzitter, ik sluit me volmondig aan bij de woorden van de vorige sprekers.
Ik wil nog een aantal elementen benadrukken. We zijn heel blij met het DKO. We vinden dat dit een zeer relevante maatschappelijke rol speelt, maar we merken dat de kosten om deel te nemen aan dit DKO almaar stijgen. Zelfs in het verslag van het Rekenhof wordt gesteld dat het inschrijvingsgeld bovenmatig gestegen is. Zoals de heren Voorhamme en Vandenbossche reeds zeiden, kan dit ertoe leiden dat een aantal kinderen en volwassenen op den duur niet meer kunnen deelnemen aan dat deeltijds onderwijs. Dat is niet onze bedoeling.
Het voorliggende voorstel van akkoord tussen SEMU en het OVSG brengt ook de inrichtende machten in het gedrang. Meer bepaald heb ik het over de gemeenten, die 85 percent van de kosten voor hun rekening nemen. Er wordt gesproken over een betaling met terugwerkende kracht. U weet dat alles wat niet in een begroting staat, ook niet kan worden betaald. De gemeenten hebben dit niet in hun begroting staan. Als u het ook niet kunt betalen, mevrouw de minister, dan blijft er maar één persoon over om dit te betalen : de leerling zelf. Dan zitten we weer met een bijkomende kost die we niet meer kunnen uitleggen. Men kan niet plots op het einde van het schooljaar vragen aan de leerlingen dat ze nog eens even 7 euro gaan ophoesten.
Daarom vraag ik dat u maatregelen zou nemen en er bij de federale overheid op zou aandringen dat dit voor iedereen gelijk zou zijn. Ook roep ik u op voor dit jaar alleszins al een oplossing te zoeken, en duidelijkheid te scheppen over de dreigende houding die SEMU aanneemt. Als lid van de inrichtende macht was mijn eerste reactie immers : laat hen dan maar eerst een proces voeren. Ze eisen nu dat dit aan hen wordt betaald, terwijl ze zelf niet eens voldoen aan de wettelijke verplichtingen. Dan heb ik het bijvoorbeeld over het bekendmaken van de componisten.
Ik vraag u dus hier iets aan te doen. Misschien valt voor dit dossier een oplossing te overwegen naar analogie met het leenrecht voor bibliotheken. Ik vind dat noch de studenten, noch de steden, noch de inrichtende machten dit moeten betalen.
De voorzitter : De heer Ramon heeft het woord.
De heer Frans Ramon : De voorgaande sprekers hebben dit probleem op een uitmuntende wijze en in alle aspecten geschetst.
De fundamentele vraag luidt hoe we omgaan met auteursrechten binnen het onderwijs. Dan gaat het niet alleen over het deeltijds kunstonderwijs en de partituren, maar ook bijvoorbeeld over het kopiëren van literaire teksten. Ik deel de bekommernis van de andere leden dat er terzake een goede regeling zou komen. Het lijkt me een goed voorstel dat u zou overleggen met federaal minister Moerman. Dit moet in zijn totaliteit worden opgelost. Zelfs indien alle gemeenten in Vlaanderen zouden betalen, dan nog is het probleem niet opgelost. Dit moet in een ruimere context worden bekeken. Ik sluit me aan bij de voorstellen die werden gedaan.
Het deeltijds kunstonderwijs is nog steeds zeer toegankelijk. Het zou een slechte zaak zijn mocht die toegang worden bemoeilijkt doordat de kosten stijgen. Scholen hebben al lasten genoeg. Dan denk ik onder meer aan Reprobel en SEMU. De kosten blijven maar stijgen. Wie zal dit betalen? Dat blijft een belangrijke vraag. Ook rijst de vraag of dit te rechtvaardigen is.
De voorzitter :Minister Vanderpoorten heeft het woord.
Minister Marleen Vanderpoorten : Mijnheer de voorzitter, geachte leden, vooreerst zou ik willen opmerken dat het artikel van de heer Bal al dateert van september 2003 en dat een aantal elementen die erin voorkomen voor een deel achterhaald zijn. Ik heb overigens mijn verontwaardiging over de agressieve houding van SEMU reeds verwoord in mijn antwoord op een vraag van de heer Martens in de zomer van 2003.
Collega's, uw vragen zijn achterhaald, in die zin dat SEMU inmiddels een licentieovereenkomst heeft gesloten met het OVSG en ook zinnens is dit te doen met het vrij onderwijs en het gemeenschapsonderwijs. Tot nu toe heeft SEMU enkel het deeltijds kunstonderwijs benaderd.
De beheersvennootschap wenste het daar bereikte resultaat af te wachten vooraleer acties te ondernemen ten aanzien van andere onderwijsniveaus. Bovendien zijn er bij mijn weten nog geen andere beheersvennootschappen van uitgevers - ook niet van andere publicaties dan partituren - met licentievoorstellen naar de koepels of de scholen van de verschillende onderwijsniveaus gestapt. Bij het voorleggen van de afgesloten licentieovereenkomst aan de scholen zal SEMU een lijst van de vertegenwoordigde uitgevers meegeven.
Zoals u vermeldt, hebben de verschillende door SEMU geviseerde partijen gezamenlijk een vraag aan de controledienst van de beheersvennootschappen gericht om de verwarring inzake de representativiteit van SEMU uit te klaren. Uit het antwoord blijkt dat de wet zich verzet tegen een monopoliepositie van één beheersvennootschap, al moet een beheersvennootschap om erkend te worden eerst een zekere representativiteit aantonen. SEMU is op dit ogenblik de enige beheersvennootschap voor muziekuitgevers in België, maar kan eventuele licentienemers niet vrijwaren tegen claims van derden.
Er wordt gesproken over de vergoedingen aan Reprobel en SEMU. SEMU ontvangt als lid van Reprobel de door Reprobel geïnde reprografievergoedingen voor bladmuziek. Aangezien de overeenkomst tussen OVSG en SEMU het fotokopiëren van volledige partituren regulariseert, wordt hierin het aan SEMU te betalen bedrag met een bepaald bedrag verminderd om de Reprobelvergoeding te compenseren. Als het reprografierecht voor partituren verdwijnt, vervalt deze vermindering. Bovendien zijn het inderdaad niet enkel de gemeenten die een vergoeding aan Reprobel betalen. Het Gemeenschapsonderwijs en het vrij onderwijs zaten trouwens samen met OVSG en SEMU aan de onderhandelingstafel. Het departement Onderwijs heeft de verschillende partijen rond de tafel gebracht en heeft enkel een bemiddelende rol gespeeld. Het zijn de koepels die de gesprekken hebben gevoerd.
De omzetting van de door u aangehaalde Europese richtlijn inzake het auteursrecht wordt rond deze tijd bekeken door federaal minister Moerman. Deze richtlijn bepaalt onder meer dat de lidstaten beperkingen kunnen opleggen op het exclusieve reproductierecht van de auteur ten aanzien van reproducties op papier of een soortgelijke drager, met uitzondering van bladmuziek. Deze uitzondering voor bladmuziek dwingt iedereen die muziek speelt van partituren uiteraard tot extra uitgaven. Het gaat hier vaak om leerlingen en studenten. Om die reden heb ik minister Moerman gecontacteerd en gevraagd om in de mate van het mogelijke, naast de auteursrechten, ook rekening te houden met de onderwijsrechten.
Wat de vraag van de heer Martens betreft, heeft SEMU inderdaad een licentieovereenkomst met het OVSG gesloten. Bij mijn weten is dit nog niet gebeurd met het gemeenschapsonderwijs en het vrij onderwijs. De beheersvennootschap heeft evenwel te kennen gegeven gelijkaardige overeenkomsten te willen afsluiten met de andere koepels.
Het secundair en het hoger kunstonderwijs werden nog niet benaderd met voorstellen omdat SEMU naar eigen zeggen het resultaat van de onderhandelingen met het deeltijds kunstonderwijs wilde afwachten.
Ik heb vandaag een brief van het OVSG ontvangen, dat de vraag doorschuift naar de Vlaamse overheid. De brief is mee ondertekend door kanunnik De Wolf. Er wordt niet alleen de vraag gesteld naar de betaling, maar er wordt in de eerste plaats een onderhoud aangevraagd. De gesprekken worden dus voortgezet. In de begroting is niet in het bedrag voorzien.
De complexiteit van het probleem werd duidelijk naar voren gebracht door de vraagstellers. Ik heb in mijn antwoord aangegeven dat het departement als bemiddelaar optreedt tussen de verschillende betrokkenen. De zaak is op dit moment niet afgerond. Wij zullen onze inspanningen voortzetten om voor iedereen een zo gunstig mogelijke regeling te treffen. Mijn rol bestaat erin de contacten met de federale minister te intensifiëren zodat er uiteindelijk een resultaat wordt bereikt.
De voorzitter : De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck : Ik dank de minister voor haar antwoord. Ik was op de hoogte van het feit dat het artikel al van vroeger dateerde.
Uit het antwoord van de minister blijkt evenwel dat het probleem nog steeds even acuut is. Ik wil daarom toch het volgende benadrukken. Er moet aandacht blijven uitgaan naar de kostprijs. In die optiek is het overleg met het federale niveau belangrijk. De heer Voorhamme heeft ook al gewezen op het belang van de rechtszekerheid voor de scholen. SEMU kan wel optreden, maar men is niet zeker dat al het gebruikte materiaal ook gedekt is. Daar moet klaarheid over worden geschapen.
De heer Dany Vandenbossche : Ik dank de minister voor haar antwoord. Ik wil er nog twee zaken aan toevoegen. Omdat er inzake het auteursrecht zo veel beweegt, zou daarover permanent overleg moeten worden georganiseerd. Dat geldt niet alleen voor de onderwijssector, maar ook voor de cultuursector en de mediasector. Ik verwijs naar de discussie over de inning van de billijke vergoeding van de lokale radio's. Heeft het OVSG niet te snel en onbedachtzaam een overeenkomst afgesloten met een beheersvennootschap, waarvan nog niet zeker is wie ze zal vertegenwoordigen? Bij beheersvennootschappen is dat niet altijd zo duidelijk, maar in de meeste gevallen hebben ze een overeenkomst met andere beheersvennootschappen. Voor auteurs is dat toch zo.
De voorzitter : Het incident is gesloten.