Commissie voor Cultuur, Media en Sport Vergadering van 01/04/2004
Vraag om uitleg van mevrouw Riet Van Cleuvenbergen tot de heer Paul Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, over de haalbaarheid van een totaalproject rond pelgrimsroutes in Vlaanderen
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Van Cleuvenbergen tot de heer Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, over de haalbaarheid van een totaalproject rond pelgrimsroutes in Vlaanderen.
Mevrouw Van Cleuvenbergen heeft het woord.
Mevrouw Riet Van Cleuvenbergen : Mijnheer de voorzitter, deze vraag om uitleg betreft een onderwerp waar ik al een tijdje mee bezig ben, namelijk een totaalproject rond pelgrimsroutes in Vlaanderen. Eigenlijk zou ik deze vraag beter pas na de goedkeuring van het ontwerp van decreet houdende de organisatie en subsidiëring van een cultureelerfgoedbeleid stellen. Aangezien ik vreesde dat ze misschien niet meer aan bod zou kunnen komen, heb ik ze evenwel niet langer willen uitstellen.
In alle beleidsbrieven en in alle initiatieven die het Vlaams Parlement en de bevoegde minister hebben genomen inzake het cultuurbeleid en de monumentenzorg, staat een integrale visie op ons erfgoed en op ons monumentenbeleid centraal. Het betreft hier zowel het roerend erfgoed van de vorige generaties als het immateriële erfgoed in onze eigen omgeving.
Dit onderwerp is in de recentste beleidsbrief van de minister nog aan bod gekomen. Hij heeft toen concrete acties en nieuwe initiatieven in het vooruitzicht gesteld om het integraal cultuurbeleid duidelijk aan bod te laten komen. De minister heeft steeds verklaard dat de actieve cultuurparticipatie van de gewone mensen bijzonder belangrijk is. In zijn recentste beleidsbrief heeft hij bovendien het internationaal cultuurbeleid centraal gesteld. Hij is van mening dat op dit vlak moet worden samengewerkt met de aanverwante sectoren, zoals toerisme, ruimtelijke ordening en leefmilieu. De regelgeving moet zo coherent mogelijk worden opgesteld. De decreten betreffende de erfgoedlandschappen en betreffende de bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezichten gaan trouwens al in deze richting. In de praktijk werken de projecten rond het cultureel erfgoed reeds sectoroverschrijdend. Op heel wat plaatsen werken de verschillende bestuurlijke niveaus, de toeristische verenigingen, de historische genootschappen en dergelijke reeds samen.
Bij de totstandkoming van themaroutes wordt het verband tussen toerisme en natuur gelegd. Hoewel de nadruk hierbij soms op sport of op toerisme wordt gelegd, is de culturele component steeds van groot belang. Themaroutes worden zo opgesteld dat de landschappelijke elementen, de grote en kleine monumenten en de inspirerende streekgewoonten de nodige aandacht krijgen. De ondersteuning door vrijwilligersorganisaties en door lokale en provinciale overheden garandeert de participatie van de plaatselijke bevolking.
Veel routes bestaan los van elkaar. Voorzover ik weet, beschikken we slechts over een enkele overkoepelende route, namelijk de Fietsroute Vlaanderen. Hoewel in verband met deze route al aandacht aan monumenten is besteed, ben ik van mening dat we in veel grotere mate deze weg moeten opgaan. We zouden eigenlijk een totaalproject moeten realiseren rond de pelgrimsroutes die Vlaanderen doorkruisen. Hoewel sommige naar andere bestemmingen leiden, vormen de bestaande routes meestal een onderdeel van de zogenaamde Jacobspaden, pelgrimsroutes die uiteindelijk naar Santiago de Compostella leiden. Op dit ogenblik maken ze onder meer deel uit van de langeafstandsroutes van de fietsnetwerken, van de GR-routes, van de zogenaamde trage wegen en van allerlei lokale initiatieven.
In de omgeving van deze routes en deze al dan niet verdwenen wegen vinden we een combinatie van mooie, vaak historische landschappen terug. In deze landschappen bevinden zich tal van monumenten, van kerken tot hospitalen. In de lokale plaatsnamen komt de naam Jacobus vaak terug. Bovendien is in de omgeving een enorm kunstpatrimonium te vinden, vooral bestaande uit historisch overgeleverde elementen uit de religieuze en uit de volkscultuur. Heel wat van deze monumenten hebben een internationaal karakter. Wie de overblijfselen van deze historische wegen in Vlaanderen onderzoekt, komt enkel op basis van de naamgeving al in meer dan 50 gemeenten terecht. Al deze plaatsen staan in diverse wetenschappelijke werken vermeld.
Op deze plaatsen neemt de aandacht voor het verleden toe en krijgt de samenwerking tussen toeristische, culturele en natuurverenigingen vaste vorm. Deze samenwerking wordt ondersteund door alle mogelijke plaatselijke verenigingen, door geschiedkundige genootschappen en door afdelingen van allerlei fondsen.
In Nederland bestaat deze ondersteuning reeds lang. De Nederlandse overheid ondersteunt en subsidieert het Pelgrimspad en garandeert op die manier de eenvormigheid van de route. Ook Wallonië beschikt over een officiële,met een sint-jacobsschelp gemarkeerde pelgrimsroute. Deze schelp is tevens in vele Franse gemeenten terug te vinden en maakt het mogelijk om de verschillende pelgrimsroutes in dit land te vinden.
Het samenbrengen van alle bestaande Vlaamse initiatieven in een totaalproject rond de Vlaamse pelgrimsroutes zou de basis en een cultuur-historische hefboom van een vernieuwde ontwikkeling in Europees verband kunnen vormen. Een paar jaar geleden heeft de Raad van Europa immers een oproep gelanceerd om internationale projecten rond deze routes op te zetten. De pelgrimsroutes sluiten aan bij de levensstijl van mensen die van een actieve en gezonde doe-vakantie willen genieten, die nieuwe zaken willen ontdekken, die het verleden respecteren, die internationale uitwisseling nastreven en die innerlijke rust willen vinden.
In uw recentste beleidsbrief hebt u acties en projecten inzake de ontwikkeling van een integraal beleid op het erfgoed- en het monumentenbeleid aangekondigd. Mijnheer de minister, welke acties zijn in dit verband reeds ondernomen of worden op dit ogenblik voorbereid? Hebt u de mogelijkheid al overwogen of hebt u al stappen gezet om een in het Europese cultuurbeleid kaderend cultuurhistorisch totaalproject rond het pelgrimeren in Vlaanderen op poten te zetten?
De voorzitter : Minister Van Grembergen heeft het woord.
Minister Paul Van Grembergen : Mijnheer de voorzitter, om diverse redenen voel ik eigenlijk zeer veel voor de teneur en de inhoud van de vraag van mevrouw Van Cleuvenbergen. Ik ben het eens met de stelling dat een project rond het pelgrimeren in Vlaanderen vanuit cultuurhistorisch oogpunt en vanuit een integrale visie op de erfgoedzorg waardevol zou kunnen zijn. Als mens heb ik steeds veel voor de levenswijze en de cultuur van pelgrims gevoeld. Als minister wens ik evenwel een zakelijk antwoord op deze vraag om uitleg te geven.
We hebben de voorbije maanden en jaren veel werk geleverd. Wat cultuur, monumenten- en landschapszorg betreft, hebben we heel wat belangrijke decreten tot stand gebracht. Ik twijfel aan onze materiële mogelijkheden om alle aspecten van dit beleidsdomein tegelijkertijd een invulling te geven.
In een beleidsdomein waarin nog zoveel werk aan de winkel is, bestond mijn taak in eerste instantie erin de juiste voorwaarden te creëren om zulke integrale projecten mogelijk te maken, en ervoor te zorgen dat individuen of groepen zelf initiatieven kunnen nemen en projecten kunnen indienen op basis van eigen keuzes. Zo zouden ze ook omtrent pelgrimage een project kunnen uitwerken en er overheidssubsidies voor kunnen aanvragen.
Het ontwerp van erfgoeddecreet, dat straks hopelijk door de commissie wordt goedgekeurd, bevat een aantal voorbeelden van zulke projecten. We voorzien in ontwikkelingsgerichte projectsubsidies. Samenwerking tussen musea wordt mogelijk gemaakt, en het systeem van erfgoedconvenants krijgt eindelijk een decretale basis.
Een project omtrent pelgrimsroutes zou bijvoorbeeld een gezamenlijk project van verschillende convenants kunnen zijn, in samenwerking uiteraard met de vele andere actoren die een rol spelen, zoals het Vlaams Centrum voor Volkscultuur of Toerisme Vlaanderen.
Voor acties of projecten die nu reeds zijn uitgewerkt als voorbeelden van een integraal erfgoedbeleid, verwijs ik naar de door Vlaanderen geïnitieerde erfgoeddag en de op gang komende samenwerking met de Open Monumentendag. Op dit ogenblik lijkt het me evenwel niet mogelijk dat zulke projecten allemaal door de overheid worden gedragen.
Bij uw vraag naar ondersteunende initiatieven van de overheid denk ik aan de vele decreten die tijdens de voorbije regeerperiode het licht hebben gezien, zoals het decreet op de erfgoedlandschappen, het archiefdecreet, het topstukkendecreet, en dit ontwerp van erfgoeddecreet. We hebben die decreten zo goed mogelijk op elkaar afgestemd, zodat ze elkaar ook aanvullen. Ik geef toe dat dit geen eindpunt is. Er moet nog verder worden gewerkt aan een perfect geïntegreerd erfgoedbeleid.
Inzake internationaal erfgoedbeleid zijn we de jongste tijd zeer goed gaan samenwerken en inspelen op initiatieven van de Unesco. We spelen zelfs een erg actieve rol, bijvoorbeeld bij het totstandkomen van de Conventie voor het behoud van Immaterieel Cultureel Erfgoed, die intussen werd goedgekeurd en die we zo snel mogelijk willen ratificeren. Met Nederland worden ideeën over beleidsinitiatieven uitgewisseld. Op 14 mei vindt bijvoorbeeld in Tilburg voor een publiek van Nederlandse beleidsmakers een studiedag plaats over het Vlaams erfgoedbeleid. Er is immers ook in Nederland heel veel belangstelling voor de wijze waarop we dit in Vlaanderen aanpakken.
Wist u dat Santiago de Compostella voor pelgrims, ook die uit onze streken, eigenlijk niet het eindpunt was? Nadat ze de stad hadden bezocht, trokken velen door naar het verste punt van Europa dat uitsteekt in de Atlantische Oceaan, Finisterra in Galicië. Het is een plek van zeer grote schoonheid, woest en wat gelijkend op de Noorse fjorden. Helaas heeft ze moeten delen in de ellende van de bijna misdadige olieramp voor de Galicische kust.
Daar legden de pelgrims hun oude gewaden af. Een hedendaagse kunstenaar heeft op die klip, vele meters boven de oceaan, een beeld gemaakt van achtergebleven schoenen en kleren. Ik herinner me niet meer of de legende wil dat de vermoeide pelgrims zich daarna in zee stortten, dan wel gelouterd en gereinigd terug naar huis keerden. Ik hoop voor hen dat het dat laatste was, en dat zal het ook wel geweest zijn.
Wat u aanbrengt, is zeer waardevol. Zowel de administratie als de parlementsleden moeten oog hebben voor die waarden. Dit moet dan ook zeker nog een weerklank vinden in het verdere beleid. We zijn nu echter op het einde van een regeerperiode waarin zeer veel is gebeurd. Ik hoop dat de lijn die u trekt, en die ook door anderen wordt aangevoeld, in de komende regeerperiode materieel verder kan worden ingevuld.
De voorzitter : Mevrouw Van Cleuvenbergen heeft het woord.
Mevrouw Riet Van Cleuvenbergen : Mijnheer de minister, ik dank u voor dit tweeledige antwoord, met zowel een emotionele als een zakelijke reactie. Ze zijn allebei waardevol. Ik heb vrij lang gewacht met dit dossier, omdat het mijns inziens het best past in het ontwerp van decreet dat nu wordt besproken. In de praktijk kan er inderdaad nu niets mee gebeuren, maar ik vond het toch te belangrijk om het element aan te brengen.
Het was eveneens belangrijk deze vraag te stellen in de commissie voor Cultuur. Ik had dat ook kunnen doen in de commissie die bevoegd is voor Toerisme, maar bij zo'n thema moet altijd de band met cultuur in het oog worden gehouden.
U zei dat er projecten kunnen worden ingediend. De erfgoedcellen kunnen er met hun huidige mogelijkheden al op inspelen. Er bestaan al bepaalde ideeën. We moeten er echter voor oppassen dat met al te ver uiteenlopende projecten alles niet te verschillend wordt ingevuld. Ik pleit er niet voor dat de overheid dit regelt, maar ze kan wel stimuli geven en het kader bewaken, zodat er een onderlinge afstemming komt, al was het maar op het vlak van signalisatie, zoals Wallonië enkele jaren geleden heeft gedaan.
Uw antwoord is wellicht een aanzet om hier in de volgende regeerperiode mee verder te gaan.
De voorzitter : Het incident is gesloten.