Commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening Vergadering van 18/03/2004
Interpellatie van de heer Christian Van Eyken tot de heer Jef Tavernier, Vlaams minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, over de nachtvluchten vanuit Zaventem en de aanvraag van een nieuwe milieuvergunning door BIAC
De voorzitter : Aan de orde is de interpellatie van de heer Van Eyken tot de heer Tavernier, Vlaams minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, over de nachtvluchten vanuit Zaventem en de aanvraag van een nieuwe milieuvergunning door BIAC.
De heer Van Eyken heeft het woord.
De heer Christian Van Eyken :Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, we hebben in de commissie al vaak gesproken over de nachtvluchten. Ik dacht dat we tot een vergelijk waren gekomen, en er tegen september een beslissing zou worden genomen over DHL. Nu blijkt dat door het indienen van een milieuvergunningsaanvraag van BIAC de zaken versnellen.
Het koerierbedrijf DHL wil vanaf 2008 het aantal nachtvluchten verhogen tot ongeveer 34.000 per jaar. Dat is het dubbele van vandaag.
Iedereen herinnert zich nog de federale ministerraad in Gembloux. Toen werd gezegd dat DHL zeker in België kan blijven, en zelfs kan uitbreiden. Tegen september zou er een antwoord komen over de uitbreiding van DHL in Zaventem of elders.
In het Vlaams Parlement is regelmatig gezegd dat we moeten proberen om DHL in Zaventem te houden, omdat dit nuttig is voor de werkgelegenheid.
Het is misschien belangrijk voor de werkgelegenheid, maar we mogen de volksgezondheid van de mensen uit de buurt niet vergeten.
De milieuvergunning van BIAC loopt begin 2005 af. De bestendige deputatie van Vlaams-Brabant legde bij de aflevering van die vergunning extra voorwaarden op, zoals een maximum van 25.000 nachtvluchten per jaar. BIAC heeft in januari 2004 een aanvraag ingediend voor een hernieuwing van de vergunning. Er is daarover een openbaar onderzoek gehouden. De omwonenden van de luchthaven waren niet akkoord met deze voorgestelde uitbreiding van de activiteiten.
Het openbaar onderzoek heeft maar in vier gemeenten gelopen : Machelen, Kortenberg, Zaventem en Steenokkerzeel. Onmiddellijk hebben een aantal actiecomités tegen het vliegtuiglawaai protest geuit. Volgens hen zou de aanvraag tamelijk vaag zijn, en wil BIAC haar verantwoordelijkheid ontlopen. Dit stelden onder andere de Bond Beter Leefmilieu en de vereniging Air Libre Brussel. Door Air Libre Brussel werd ook gezegd dat de hinder wordt gespreid over de drie gewesten, maar dat maar één gewest de macht heeft over het al dan niet toelaten van deze hinder. Volgens Air Libre moet er ook in Brussel een openbaar onderzoek worden gehouden.
In Machelen werden 2.937 bezwaarschriften ingediend, in Steenokkerzeel 1.002, 555 in Zaventem en 429 in Kortenberg. Er werden ook bezwaarschriften ingediend vanuit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ik heb vernomen dat de provincie Vlaams-Brabant ook een kopie van de milieuvergunningsaanvraag heeft overgemaakt aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Naar verluidt voorziet de milieuvergunningsaanvraag dus in een eventuele aanpassing van het plafond van 25.000 nachtvluchten per jaar. Dit is in strijd met de afspraken die tijdens de speciale federale ministerraad in Gembloux werden gemaakt. Daar werd beslist dat het debat over de mogelijke uitbreiding van DHL pas in september wordt gevoerd. Nu vraagt BIAC een aanpassing van het aantal nachtvluchten. Verder wordt nog geopperd dat BIAC bij haar aanvraag aanstuurt op een afschaffing van alle voorwaarden over nachtlawaai die aan de huidige vergunning zijn gekoppeld.
Een aantal actiecomités en inwoners van zowel de noord- als de oostrand vrezen dat de provincie Vlaams Brabant in mei een nieuwe vergunning zal afleveren voor BIAC. De beslissing van september van de federale regering zou daardoor op voorhand achterhaald zijn. Ik heb ook vernomen dat minister Gosuin van de Brusselse regering aan het Vlaams Gewest heeft gevraagd om de inhoud van de vergunningsaanvraag te krijgen. Maar noch de Vlaamse, noch de federale regering of BIAC waren bereid een kopie te sturen. Vlaams Brabant heeft als enige dat wel gedaan.
De bezwaarschriften moesten worden onderzocht voor 11 maart 2004. Vandaag wordt vastgesteld dat de geluidsnormen die op dit ogenblik van kracht zijn, worden overschreden. Ik heb bijvoorbeeld rapporten over geluidsmetingen in Brussel kunnen inkijken. Daaruit blijkt dat Haren, het noordwesten en het oosten van Brussel, en het centrum van de stad de meeste geluidshinder te verwerken krijgen. In Haren overschrijden gemiddeld 120 vliegtuigen de drempel van 65 decibel. 's Nachts zijn er dat slechts vijftien. In het noordwesten van de stad, in Neder-over-Heembeek, zijn er overdag gemiddeld 80 vluchten die meer dan 65 decibel halen. In Laken zijn er dat 30. 's Nachts zijn er acht tot twaalf vluchten te lawaaierig.
Overdag worden in Evere, Sint-Lambrechts-Woluwe en Sint-Pieters-Woluwe gemiddeld meer dan 30 vluchten geregistreerd waarvan het lawaai de 65 decibel overschrijdt. 's Nachts blijft dit gebied wel gespaard van hinder.
Mijnheer de minister, gisterenavond was er een uitzending van Telefacts, waarin duidelijk werd gezegd dat de nachtvluchten voor ernstige gezondheidsproblemen zorgen. Er werd gesteld dat verscheidene duizenden mensen, zowel in de noord- als in de oostrand, over hun gezondheid klagen. Het gaat om slaapstoornissen, depressies, enzovoort. Het nachtlawaai is dus wel degelijk een ernstig probleem.
Mijnheer de minister, uw voorganger heeft beloofd dat er metingen zouden worden uitgevoerd. Wat zijn de resultaten van deze metingen in de oostrand, met name in de meest getroffen gemeentes, zoals Sterrebeek, Kraainem, Tervuren, Wezembeek-Oppem, en in de noordrand, vooral in Vilvoorde, Machelen, Grimbergen en Meise?
Ik ben zelf van de zuidrand. Er wordt 's nachts hinder veroorzaakt door één of twee vliegtuigen. Dit kan niet als een zware last worden beschouwd. Toch wil ik weten of er metingen zijn gebeurd in de zuidrand of de westrand?
De provincie Vlaams-Brabant stelt dat als de Vlarem-bepalingen worden gevolgd, het onderzoek een groter gebied moet bestrijken. Waarom gebeurt dat openbaar onderzoek slechts in Zaventem, Machelen, Steenokkerzeel en Kortenberg? Voor het parlement is het belangrijk de inhoud van de vergunningsaanvraag te kennen en te weten wat het standpunt is ten opzichte van een eventuele uitbreiding van de nachtvluchten. Er zou ook een milieueffectenstudie worden uitgevoerd. Wat is het resultaat daarvan?
De voorzitter : Minister Tavernier heeft het woord.
Minister Jef Tavernier : Mijnheer de voorzitter, geachte leden, ik zal trachten een zo concreet mogelijk antwoord te geven op de vragen. Het is wel duidelijk dat het om een zeer belangrijk dossier gaat.
Mijnheer Van Eyken, het openbaar onderzoek inzake een milieuvergunningsaanvraag voor in klasse 1 ingedeelde inrichtingen verloopt volgens de bepalingen van hoofdstuk V van Vlarem. Daarin staat klaar en duidelijk dat het openbaar onderzoek individueel ter kennis moet worden gebracht aan de eigenaars en gebruikers van gebouwen in een straal van 100 meter rond de perceelsgrenzen van de inrichting. Dat is de bepaling van Vlarem en die hebben we toegepast.
De betrokken percelen liggen in de gemeenten Zaventem, Machelen, Steenokkerzeel en Kortenberg. Daarnaast moet het openbaar onderzoek bekendgemaakt worden in minimum twee dag- en/of weekbladen waarvan één met regionaal karakter. Eerst worden dus individuen aangeschreven en daarnaast volgt er een algemene bekendmaking. Iedereen, elke burger, kan de documenten dan inkijken. Als de exploitatie van de inrichting negatieve en significante effecten op het milieu van een ander gewest zou kunnen hebben, moet de bevoegde vergunningverlenende overheid - in casu de bestendige deputatie van de provincieraad van Vlaams-Brabant - een exemplaar van de milieuvergunningsaanvraag bezorgen aan de bevoegde autoriteit van dat ander gewest. Als minister Gosuin daarover een vraag heeft gesteld, heeft hij dus een antwoord gekregen van de bevoegde overheid. De Vlaamse minister van Leefmilieu kan niets worden verweten.
In het kader van de continue opvolging van de geluidsimmissie beschikt het Vlaams Gewest, met name Aminal, naast het uitgebreide meetnet van BIAC, over een eigen meetnet dat in opdracht van mijn kabinet tijdens deze legislatuur is uitgebouwd tot een net van zes permanente meetstations in Koningslo, Grimbergen, Diegem, Meise, Erps-Kwerps en Tervuren. Sinds begin december is een zevende meetpunt geïnstalleerd in de oostrand in het verlengde van de dwarsbaan 20-02, dat wil zeggen in Wezembeek-Oppem. De meetgegevens worden door Aminal continu verwerkt en gecorreleerd met vluchtdata verstrekt door de diensten van Belgocontrol en BIAC. De resultaten werden in het verleden gerapporteerd in de vorm van periodieke rapporten. Misschien heeft het Brussels gewest andere gegevens ; dat valt buiten onze bevoegdheid.
Ik heb bij de betrokken dienst de eerste resultaten opgevraagd van de analyse van het jaar 2003, die ik u naar aanleiding van uw vraag graag ter beschikking stel. De resultaten voor het aantal dag- en nachtgemiddelde overschrijdingen boven de door u aangehaalde drempel van 65 decibel zijn de volgende : voor Koningslo 103 overdag, 10 's nachts ; voor Grimbergen 90 overdag, 10 's nachts ; voor Diegem 194 overdag, 12 's nachts ; voor Erps-Kwerps 193 overdag, 18 's nachts ; voor Tervuren 17 overdag, 8 's nachts en voor Meise 40 overdag en 7 's nachts. Voor het meetpunt in Wezembeek-Oppem, dat pas sinds begin december 2003 actief is, zijn de resultaten gebaseerd op de 3 voorbije maanden : 70 overdag, 2,6 's nachts. Dit zijn gemiddelde waarden gebaseerd op een analyse van het aantal vluchtgecorreleerde geluidsgebeurtenissen met een maximaal geluidsdrukniveau, boven 65 decibel en gebaseerd op de dagindeling conform de bepalingen in Vlarem, in het hoofdstuk Vliegvelden. Daarmee bedoel ik een nachtperiode van 23 tot 6 uur. Indien we uitgaan van een 8 uur durende nachtperiode van 23 tot 7 uur liggen de cijfers voor de nachtperiode natuurlijk hoger - tot 50 percent - en voor de dagperiode bijgevolg lager. De verschillen kunnen voor bepaalde meetpunten aanzienlijk zijn.
De vermelde gegevens maken deel uit van een jaarrapport 2003 dat in voorbereiding is. Daarnaast wordt een regelmatige publicatie op internet van actuele meetgegevens voorbereid. Ze zouden worden weergegeven in de vorm van maandelijkse statistieken van de geluidsimmissie van zowel dag- als nachtvluchten zoals deze continu geregistreerd worden op de voornoemde meetpunten. In verband met de geluidsbewaking van de luchthaven van Zaventem, moet tevens worden opgemerkt dat niet alleen de Vlaamse administratie, maar ook BIAC en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, meetgegevens verzamelen. Alle meetgegevens in verband met de nachtelijke geluidsimmissie worden momenteel op een gecoördineerde wijze samengebracht, geanalyseerd en gerapporteerd door de Adviescommissie Luchthaven Brussel-Nationaal, opgericht in het kader van de opeenvolgende federale akkoorden over de nachtvluchten en onder gezamenlijk voorzitterschap van beide gewesten. Een rapport over de nachtelijke geluidsimmissie tijdens het jaar 2003 is in voorbereiding.
Vooreerst kan worden vermeld dat de inhoud van de vergunningsaanvraag tijdens het openbaar onderzoek op de 4 gemeenten kon worden geraadpleegd, door iedereen, inwoner of niet. De op 5 januari 2004 door de NV BIAC ingediende milieuvergunningsaanvraag strekt tot het bekomen van de milieuvergunning voor het verder uitbaten van een luchthaven omvattende een vliegveld met drie start- en landingsbanen. Twee parallelle banen zijn noordoost-zuidwest georiënteerd, tegen de overheersende windrichting : de 25L en 25R. Gebruikt in omgekeerde richting, bij noorden- of oostenwind, worden deze banen respectievelijk 07R en 07L genoemd. Een derde, noord-zuid-georiënteerde baan kruist deze banen en draagt de benaming 02/20. Dat is dus de vergunningsaanvraag.
Overeenkomstig de Vlarem-procedure moet de beslissing over de aanvraag in eerste aanleg uiterlijk op 16 mei 2004 worden genomen. De bestendige deputatie van de provincieraad van Vlaams-Brabant heeft wel de mogelijkheid de behandelingstermijn met maximaal 2 maanden te verlengen, dus slechts uitspraak te doen ten laatste op 16 juli 2004. In geval van beroep bij mijn ambt, geldt voor de afhandeling van dit beroep een termijn van 5 maanden. Het is pas op dat ogenblik dat ik te maken krijg met de aanvraag op zich.
Deze behandelingstermijn kan bovendien, indien er sprake is van een beroep, met maximaal 1 maand worden verlengd, tot 6 maanden.
De cel Milieueffectrapportering van mijn administratie heeft aangegeven dat er voor deze milieuvergunningsaanvraag geen voorafgaand milieueffectrapport is opgesteld vanuit de bestaande juridische context. Ik geef toe dat er terzake wel wat discussie is. Niettemin werd recent, in het kader van het opmaken van een MER, het vooroverleg tussen de cel Milieueffectrapportering en BIAC opgestart met het oog op het opstellen van een kennisgeving. Met het indienen van de kennisgeving brengt de initiatiefnemer de administratie formeel op de hoogte van zijn voornemen een milieueffectenrapport op te stellen. Wij vinden dat belangrijk : dat lijkt me logisch.
BIAC heeft zich nog niet uitgesproken over de vraag wanneer zij deze kennisgeving zou indienen. Wel is deze organisatie begonnen met de opmaak van dit document en zijn de deskundigen voor de opmaak van het MER aangesteld. Voor de duur van de milieueffectenrapportage wordt momenteel uitgegaan van een termijn van ongeveer 1 jaar. Dat is toch wel een probleem, in het kader van de vergunningsaanvraag. Mijn administratie zal, conform de bepalingen van het MER/VR-decreet, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest mee informeren over deze rapportage.
Terzake is er geen probleem tussen de gewesten. Deze gegevens worden uitgewisseld. Het decreet voorziet in de mogelijkheid om, op basis van het kennisgevingsdossier, commentaar te geven over de inhoudsafbakening van het voorgenomen MER.
Mijnheer Van Eyken, ik denk dat ik u hiermee een aantal concrete gegevens heb bezorgd, zeker in verband met de metingen, en u duidelijkheid heb verschaft met betrekking tot de procedure. Het is mijn vaste wil de gegevens uit te wisselen en een zo groot mogelijke openheid te hebben in dit dossier, los van mijn houding ten gronde. Dit is een belangrijke maatschappelijke discussie. U kent mijn persoonlijk standpunt terzake : zolang er geen sprake is van een afbouw van de nachtvluchten, moet er een zo billijk mogelijke spreiding zijn. Andere elementen, zoals de verhoging van de plafonds, zijn wat mij betreft niet bespreekbaar. Er is een milieuwetgeving, en die moet worden nageleefd.
De voorzitter : De heer Van Eyken heeft het woord.
De heer Christian Van Eyken : Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Vooral één zaak blijft me bij. U zegt dat er een probleem is aangezien de MER-studie wel een jaar in beslag zou kunnen nemen. Dan zouden we eventueel voor een voldongen feit kunnen staan in het licht van de door u aangehaalde termijnen. De bestendige deputatie kan de termijn verlengen met 2 maanden. Als er een beroep is, wordt de termijn verlengd met 5 maanden, plus nog 1 maand. Dat is in totaal 8 maanden.
Naderhand zou er een MER kunnen komen, dat het tegenovergestelde zegt van de vergunning. Die vergunning zou echter al zijn verleend. BIAC en anderen zouden zich daarop kunnen beroepen om dat MER aan hun laars te lappen. Dan zou het dus te laat zijn. De Vlaamse regering zou misschien kunnen beslissen dat er geen vergunning wordt verleend alvorens dat MER is afgerond, want anders zou die studie neerkomen op vijgen na Pasen.
U zei dat u me de cijfers terzake kan bezorgen.
De voorzitter : Die zullen we ter beschikking stellen van de leden.
De heer Christian Van Eyken : Dat is zeer vriendelijk.
U stelt dat in de vergunning geen sprake is van nachtvluchten, maar geruchten doen de ronde dat door BIAC wordt aangespoord om het aantal nachtvluchten op te drijven. De druk van de privésector, onder meer van DHL, zou groot zijn. De sector dreigt ermee om weg te trekken als er niet meer nachtvluchten komen.
Ik begrijp uw standpunt. De gezondheid van de omwonenden is een heel belangrijke zaak. U somde zelf een aantal overschrijdingen op. Hoe zult u daarop reageren? Wat zult u doen tegen die overschrijdingen die worden vastgesteld op de meetpunten?
De voorzitter : De heer Malcorps heeft het woord.
De heer Johan Malcorps : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de heer Van Eyken suggereerde in zijn vraag dat er een vergunningsaanvraag bestaat waarin een eventuele aanpassing van het plafond van 25.000 nachtvluchten - al dan niet verdekt - wordt gevraagd. Kunt u dat bevestigen of ontkennen? Als u de aanvraag bevestigt, dan moeten we niet verwijzen naar Gembloux of de federale regering, maar moeten we vasthouden aan het duidelijk standpunt dat dit parlement heeft ingenomen. Voor ons ligt het absoluut plafond op 25.000 nachtvluchten.
Als er overschrijdingen van de drempels zijn, dan moet de milieu-inspectie optreden, want de meetposten staan er niet voor niets.
De voorzitter : Minister Tavernier heeft het woord.
Minister Jef Tavernier : Mijnheer de voorzitter, we moeten natuurlijk een beetje opletten dat we de zaken niet door elkaar gooien. Er is inderdaad sprake van een milieuvergunningsaanvraag en daarin mag de aanvrager natuurlijk vragen wat hij wil. In de milieuvergunning die wordt afgeleverd, is het aan de overheid om de criteria, de krijtlijnen en de limieten duidelijk te bepalen. Het is ieders goed recht om een open aanvraag in te dienen, maar het is de taak van de overheid om de limieten vast te leggen. (Opmerkingen van de heer Johan Malcorps)
Mijnheer Malcorps, de aanvraag werd niet bij mij ingediend. Ook ik heb vernomen dat het om een open aanvraag zou gaan. Nu is er een openbaar onderzoek aan de gang. Of er nu 20.000 of 100.000 nachtvluchten worden aangevraagd, het blijft de taak van de overheid om de limieten te bepalen.U hebt gelijk dat het Vlaams Parlement een plafond heeft vastgelegd op 25.000 nachtvluchten. Ook voor mij is dat het plafond. Ik ben trouwens voorstander van een afbouw van het aantal nachtvluchten. Die discussie kan echter pas worden gevoerd als het dossier bij mij terechtkomt, maar nu is het in handen van de bestendige deputatie.
Ik ben het eens met het probleem inzake de termijn van het MER. Ik betwijfel of het in het voordeel van de aanvrager is om een aanvraag te doen zonder dat er een MER is. De overheid die optreedt vanuit het voorzichtigheidsprincipe, zou wel eens strenger kunnen zijn omwille van het ontbreken van een MER. Ik heb u de termijnen meegedeeld.
De overtredingen die worden vastgesteld, moeten natuurlijk op de normale manier worden afgehandeld. Er is een juridische discussie aan de gang, maar ik wil daar nu niet dieper op ingaan. Er werd trouwens een nieuwe regeling in een ontwerp van decreet opgenomen door de Vlaamse regering en ik hoop dat dit ontwerp nog kan worden behandeld.
Ik vraag me trouwens af in wiens voordeel het is dat een juridische discussie wordt gevoerd - maar dat moeten anderen maar uitmaken.
Met redenen omklede motie
De voorzitter : Door de heer Van Eyken werd tot besluit van deze interpellatie een met redenen omklede motie aangekondigd. Ze moet zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het parlement zal zich daarover tijdens een volgende plenaire vergadering moeten uitspreken.
Het incident is gesloten.