Commissie voor Institutionele en Bestuurlijke Hervorming en Ambtenarenzaken Vergadering van 09/03/2004
Vraag om uitleg van mevrouw Mieke Van Hecke tot de heer Bart Somers, minister-president van de Vlaamse regering, over de overeenstemming van een advertentie in verband met Flanders DC, District of Creativity, met de code van goede praktijk voor communicatiecampagnes van de Vlaamse overheid
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Van Hecke tot de heer Somers, minister-president van de Vlaamse regering, over de overeenstemming van een advertentie in verband met Flanders DC, District of Creativity, met de code van goede praktijk voor communicatiecampagnes van de Vlaamse overheid.
Mevrouw Van Hecke heeft het woord.
Mevrouw Mieke Van Hecke :Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, in Vacature van zaterdag 14 februari 2004 is een advertentie verschenen over Flanders, District of Creativity, op initiatief van Vlaams minister van Economie, Patricia Ceysens. Die advertentie is in strijd met de in december 2001 door de Vlaamse regering goedgekeurde code van goede praktijk voor communicatiecampagnes van de Vlaamse overheid.
Deze code is van toepassing op alle mediacampagnes, in de ruimste zin geïnterpreteerd, en ook op de ontwikkeling van een website. Omdat een campagne niet tot doel kan hebben het imago van de betrokken mandataris of minister te bevorderen, mogen volgens die code de massamediale campagnes van de Vlaamse overheid geen namen of beeltenissen van de ministers bevatten. Vermelding van hun titulatuur is wel toegelaten.
In voornoemde advertentie wordt de naam Patricia Ceysens wel vermeld, wat in strijd is met de code. Op de webstek www.flanders-dc.net wordt zelfs niet eens naar de titulatuur van de minister verwezen. De openingszin van de webstek luidt als volgt : "Flanders DC is het initiatief van Patricia Ceysens en de hele Vlaamse regering om de creatieve economie in Vlaanderen op de kaart te zetten".
Mijnheer de minister-president, wat zult u doen om een einde te maken aan deze overtredingen van de code van goede praktijk voor overheidscampagnes?Wat zult u doen om de code beter te laten respecteren tijdens de komende verkiezingsperiode? Het stringent naleven van de eigen regels is een minimum.
De voorzitter : Minister-president Somers heeft het woord.
Minister-president Bart Somers : Mevrouw Van Hecke, de vermelding van de naam van minister Ceysens in de advertentie in Vacature van 14 februari 2004 is geen inbreuk op de code van goede praktijk. In artikel 4, punt 18 van de code, waarin beperkingen worden opgelegd aan het opnemen van namen en beeltenissen van ministers in communicatie van de Vlaamse overheid, is in paragraaf 3 in een uitzondering voorzien. Die uitzondering laat vermelding van naam en opname van beeltenis wel toe als het om functionele redenen voor de hand ligt, bijvoorbeeld als de campagne wil aanzetten tot interactieve beleidsvorming. De campagne van minister Ceysens wilde dat wel degelijk doen. De minister nodigt in haar advertentie geïnteresseerde burgers uit met haar in debat te treden.
Met het oog op een naamsvermelding van de minister werd vooraf het advies van de informatieambtenaar ingewonnen. Dat is een mogelijkheid waarin uitdrukkelijk wordt voorzien door de code. Het advies in kwestie luidde letterlijk : 'In deze kan geoordeeld dat het vermelden van de naam van minister Ceysens functioneel vereist is, aangezien geïnteresseerde burgers in elk geval op de hoogte dienen te zijn over met wie ze zullen discussiëren. De naamsvermelding van minister Ceysens kan hier dan ook behouden blijven.'
De code vermeldt dat de bepaling naamsvermelding om functionele redenen restrictief moet worden geïnterpreteerd. De toelating van de informatieambtenaar om in dit geval de vermelding van de naam van minister Ceysens toe te staan, doet geen afbreuk aan deze bepaling. De naamsvermelding op de website www.flanders-dc.net was wél een inbreuk op artikel 4, punt 18 van de code van de goede praktijk. Aan de betrokken minister is daar in een brief op gewezen.
Inmiddels is de naamsvermelding van de site gehaald. In het eerste geval is er dus geen sprake van een inbreuk. De procedure werd gevolgd, inclusief het inwinnen van voorafgaand advies van de informatieambtenaar. In het tweede geval was er een inbreuk, en daarom heb ik mijn verantwoordelijkheid opgenomen. De zaak is ondertussen rechtgezet.
Vrijdag zal ik aan de ministerraad voorstellen om tijdens de sperperiode een ingehouden communicatie te voeren. Zoals het hoort, zullen we onszelf een strenge gedragscode opleggen. Die code omvat natuurlijk de bestaande regels. Ik zal van de gelegenheid gebruik maken om alle ministers die spelregels in herinnering te brengen.
De voorzitter : Mevrouw Van Hecke heeft het woord.
Mevrouw Mieke Van Hecke : Ik dank de minister-president voor zijn antwoord. Ik heb de indruk dat hij dat op een correct manier wil opvolgen.
Ik heb wel wat problemen met zijn interpretatie van de inhoud van de advertentie. De functionele redenen om de naam van de minister te vermelden doen vragen rijzen. Dat zou gebeuren omdat men met haar in discussie treedt. In de advertentie staat dat echter niet zo. De discussie verloopt via een platform. Via het web kan men zijn of haar mening in een forum bekendmaken. De naam van de minister wordt vermeld omdat ze elke dag haar licht laat schijnen over vraagstukken van creatieve economie.
In elk geval zal het duidelijk zijn dat op dit vlak een alerte houding nodig blijft.
De voorzitter : Het incident is gesloten.