Commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening Vergadering van 05/02/2004
Vraag om uitleg van de heer Frans De Cock tot de heer Ludo Sannen, Vlaams minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, over de exploitatie van een openbaar waterdistributienetwerk en de problematiek van de watermeterhuur
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer De Cock tot de heer Sannen, Vlaams minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, over de exploitatie van een openbaar waterdistributienetwerk en de problematiek van de watermeterhuur.
De heer De Cock heeft het woord.
De heer Frans De Cock : Mijnheer de voorzitter, geachte leden, mijnheer de minister, ik wil eerst en vooral gebruik maken van deze gelegenheid om u te feliciteren voor uw inspanningen inzake de aankoop van de bossen de Merode. Ik ben u daar zeer erkentelijk voor.
Mijn vraag betreft de problematiek van de watermeterhuur binnen een openbaar waterdistributienetwerk. In mei 2002 hebben we in dit parlement een ontwerp van decreet goedgekeurd betreffende water bestemd voor menselijke aanwending. Dit decreet van 24 mei 2002 is gericht op de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk, minder op de gebruikers. In het decreet legt de Vlaamse wetgever de exploitanten de verplichting op om watermeters te plaatsen uiterlijk op 31 december 2007. Dat is natuurlijk een zorg voor deze exploitanten.
Het decreet kwam er in uitvoering van de Europese richtlijn van 3 november 1998, die werd gepubliceerd op 5 december 1998. Mijns inziens bevat die enkel richtlijnen voor de lidstaten inzake de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water. Minister Dua, die in 2002 bevoegd was voor Leefmilieu, heeft tijdens de voorbereidende werkzaamheden herhaaldelijk gesteld dat de kosten voor het plaatsen van deze watermeters in eerste instantie moeten worden gedragen door de drinkwatermaatschappijen.
Momenteel is men bij de Antwerpse Waterwerken blijkbaar bezig met deze bemeteringscampagne. De AWW nodigt eigenaars van gebouwen uit deze meters te plaatsen. Nadat de meter is geplaatst, wordt dit schriftelijk bevestigd door de AWW, die een vergoeding aanrekent voor de huur van de watermeter. Volgens mijn informatie zouden noch de richtlijn, noch het decreet hiervoor enige rechtsgrond bevatten. Ook het reglement zelf van de AWW zou geen bepaling terzake bevatten, tenzij het tegendeel wordt bewezen. De watermeter blijft immers de eigendom van de AWW. Meer nog : hij behoort krachtens het voornoemde decreet tot het openbare waterdistributienetwerk, daar het huishoudelijke leidingnet pas onmiddellijk na de watermeter begint.
Mijnheer de minister, kan een gebruiker worden verplicht huur te betalen voor iets wat tot het openbare waterdistributienetwerk behoort? Kan de exploitant gebruik maken van de verplichtingen van het voornoemde decreet om de kosten voor het plaatsen van die watermeter via deze jaarlijkse huurgelden te recupereren van de gebruiker? Dient de exploitant voor de aanrekening van eventuele huurgelden niet de procedure te volgen voor de aanpassing van de tarieven of de aanrekening van kosten? Kunt u bij de diverse exploitanten inzake waterdistributie opvragen welke exploitanten huur aanrekenen voor het plaatsen van deze watermeters? Wat is de totale kostprijs van deze operatie? Wat kost het uiteindelijk aan de gebruiker?
De voorzitter : Minister Sannen heeft het woord.
Minister Ludo Sannen :Mijnheer de voorzitter, geachte leden, de abonnee kan inderdaad worden verplicht om de meterhuur te betalen. Het feit dat de meter tot het openbaar waterdistributienetwerk behoort en eigendom blijft van de maatschappij is hier niet relevant. De huurgelden voor een watermeter zijn trouwens bij de AWW, en ook bij de Pidpa en andere maatschappijen, reeds langer in voege, nog van voor het in werking treden van het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending.
De exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk hoeft zich niet te beroepen op het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending om huurgelden voor watermeters aan te mogen rekenen. Het decreet vermeldt niets over de wijze waarop de kosten voor de meters worden aangerekend. Voor het plaatsen zelf van de meter worden normaal geen kosten aangerekend, omdat dit valt onder de kosten voor onderhoud en instandhouding van het openbaar waterdistributienetwerk, ten laste van de exploitant van het openbaar waterdistributienetwerk zelf.
De tarieven die de exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk aanrekent, zowel voor de meterhuur als voor het vast recht voor aansluiting, als de prijs per kubieke meter water, zijn inderdaad onderworpen aan toelating door de minister van Economische Zaken. In het geval van de AWW is dit ook gebeurd, en werd een maximumprijs voor de meterhuur vastgesteld door de minister.
Voor leidingen met een diameter kleiner dan 30 millimeter, die gebruikelijk zijn voor huishoudelijke aansluitingen, rekenen alleen de AWW en de Pidpa een huurgeld van 11,85 euro per jaar aan. De Gemeentelijke Regie van Knokke-Heist rekent een huurprijs van 6,48 euro per jaar aan, maar dan weer geen vast recht. De andere maatschappijen beschouwen de meterhuur als inbegrepen in het vast recht voor de kleine leidingdiameters,maar rekenen soms wel een extra huurvergoeding aan voor grotere diameters. Ik heb mijn administratie opdracht gegeven om de door u gevraagde informatie hierover te verzamelen bij de exploitanten van openbare waterdistributienetwerken. Zodra ik daarover beschik, zal ik u dit zo spoedig mogelijk meedelen.
De voorzitter : De heer De Cock heeft het woord.
De heer Frans De Cock : Mijnheer de minister, ik dank u voor dit uitgebreide antwoord en de beloofde cijfergegevens die ik nog zal krijgen. We zullen dit aandachtig bestuderen. Ik neem aan dat het antwoord ook volstaat voor de betrokkenen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.