Commissie voor Economie, Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme Vergadering van 05/02/2004
Vraag om uitleg van mevrouw Veerle Declercq tot de heer Renaat Landuyt, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, over het banenverlies bij Bombardier
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Declercq tot de heer Landuyt, minister vice president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, over het banenverlies bij Bombardier.
Mevrouw Declercq heeft het woord.
Mevrouw Veerle Declercq : Mijnheer de voorzitter, in de pers zijn verschillende artikels over de Brugse vestiging van de Canadese constructeur van spoorwegmateriaal Bombardier verschenen. Regelmatig duiken onrustwekkende berichten op. Zo zouden 140 banen op de helling staan. Hoewel de directie heeft verklaard niet voor een sluiting te vrezen, is het personeel er niet gerust in.
Het Management Center for Inter City Trains is naar Berlijn verhuisd. De voorbije maanden heeft Bombardier een Britse bestelling van spoorwegmateriaal gemist. Blijkbaar kent de Britse spoorwegmarkt een sterkere terugval dan iedereen had verwacht. Bovendien is de geplande bestelling van 90 metrostellen door de MIVB aan het Spaans-Baskische CAF toegewezen. Hoewel voorlopig geen arbeiders worden afgedankt, is iedereen vrij ongerust. Het bedrijf verwacht bijkomende bestellingen, onder meer van de NMBS.
Mijnheer de minister, ik ken uw grote bekommernis om de tewerkstelling in het Brugse. Hebt u meer gegevens over deze bestellingen? Hebt u reeds initiatieven genomen om meer duidelijkheid te krijgen? Ik weet dat het hier om een delicate aangelegenheid gaat. U hoeft hier geen uitspraken over de concurrentiële positie van het bedrijf te doen. Ik wil hier enkel mijn bezorgdheid voor de tewerkstelling in deze regio uitdrukken.
De voorzitter : De heer Van Goethem heeft het woord.
De heer Roland Van Goethem : Mijnheer de voorzitter, wat me in dergelijke dossiers het meest verontrust, is de aard van de arbeidsplaatsen die verdwijnen. Ik heb hier al heel wat verklaringen en toespraken van ministers over de evolutie naar een kenniseconomie gehoord. We zien evenwel dat weer een onderzoekscentrum, namelijk dat van Bombardier, naar het buitenland is verhuisd. Wat onze hoogopgeleide mensen betreft, worden we met een aantal problemen geconfronteerd. De belastingdruk en de sociale lasten zijn hier al vaak ter sprake gekomen. Hoewel de bevoegde ministers al heel wat verklaringen hebben afgelegd, is op het terrein nog niet veel gebeurd om deze mensen of de tewerkstellende firma's in Vlaanderen te houden.
Mijnheer de minister, u zult overleg moeten plegen met uw federale collega, met wie u zo goed opschiet. We weten al lang dat een aantal federale bevoegdheden zouden moeten worden overgeheveld. Er zijn echter federale materies die ook invloed zouden moeten hebben op dit gebied. Ik denk daarbij aan de sociale zekerheid, belastingen, enzovoort.
Indien die evolutie zich doorzet, zal de kenniseconomie die we willen ontwikkelen, ons ook ontglippen. Mijnheer de minister, hebt u plannen om te verhinderen dat dit gebeurt?
De voorzitter : Minister Landuyt heeft het woord.
Minister Renaat Landuyt : Mijnheer de voorzitter, geachte leden, het klopt dat op 20 januari 2004 Bombardier Transportation aan de ondernemingsraad heeft gemeld dat ze de intentie heeft over te gaan tot het collectief ontslag van 140 kaderleden en bedienden. Als gevolg daarvan wordt er nu, in uitvoering van de wet-Renault, een informatie- en consultatieprocedure gehouden in de ondernemingsraad. De onderneming zou op basis van deze procedure een beslissing ten gronde nemen. Interferentie vanuit het politieke niveau is op dit ogenblik dan ook niet zinvol.
De recente ontwikkelingen bij Bombardier zijn het gevolg van een aantal gebeurtenissen op de externe, internationale markt. Zo is er een beperktere expansie dan verwacht in Groot-Brittannië. Ook het niet doorgaan van het MIVB-contract voor de metro van Brussel heeft gevolgen.
De consequenties op het vlak van het personeel worden momenteel verder onderzocht bij de besprekingen in de ondernemingsraad. Ongeacht de uitkomst van deze besprekingen kan ik melden dat er in het recente verleden investeringen zijn gebeurd en dat er werd gekeken naar de inzetbaarheid van het personeel van het bedrijf. In samenwerking met de Vlaamse overheid werden er twee initiatieven genomen. Een reeks omscholingsprojecten werd, samen met de VDAB, opgezet. Zo werden onder meer bekleders omgeschoold tot lassers of machinebedieners. Er werd opleidingssteun toegekend aan het bedrijf voor het project Midland Mainline. Dit vormt een belangrijke bijdrage voor de toewijzing van de volledige productie voor de Engelse markt.
Deze voorbeelden tonen aan dat het bedrijf wel inspeelt op de mogelijkheden van opleidingssteun. Dit is ook de weg die de Vlaamse overheid bewandelt. We wensen de opbouw van de kenniseconomie te stimuleren. Dit heeft niet enkel te maken met de kennis van het kaderpersoneel maar ook met de vaardigheden van het andere personeel. Zoals u weet, is de kracht van de Brugse vestiging van Bombardier de kunde van het personeel.
Het is echter niet aangewezen nu reeds concrete initiatieven aan te kondigen. We moeten het sociaal overleg alle kansen geven. Dat is trouwens steeds de basishouding in deze fase van een pijnlijke operatie in een bedrijf. We wensen niet te interveniëren bij de uitvoering van de wet-Renault. We willen de procedure maximale kansen geven.
Als Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme volg ik de ontwikkelingen uiteraard op de voet. Waar de wet het me toelaat, tracht ik dit bedrijf, dat belangrijk is voor Vlaanderen, zo goed mogelijk te ondersteunen.
De voorzitter : Mevrouw Declercq heeft het woord.
Mevrouw Veerle Declercq : Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. We wensen dat, waar het wettelijk kan, alles op alles wordt gezet om steun te geven en de tewerkstelling in de regio te bevorderen.
Minister Renaat Landuyt :Wat de NMBS betreft, moet er bij de besprekingen rekening worden gehouden met een aantal aanbestedingsprocedures. De NMBS en Bombardier Internationaal weten hoe belangrijk de site in Brugge voor de Vlaamse en de Belgische overheid is.
De voorzitter : De heer Van Goethem heeft het woord.
De heer Roland Van Goethem : Bij gebrek aan bestellingen is het vanuit economisch oogpunt logisch dat een productielijn wordt gesloten. In dit geval gaat het echter om de overdracht, delokalisatie van het onderzoekscentrum. Dat centrum heeft niet onmiddellijk iets te maken met het aantal orders. Het werkt voor de Bombardier-vestigingen in heel Europa. Ik vrees dat we in de toekomst zullen worden geconfronteerd met gelijkaardige problemen. Ik heb daar niet onmiddellijk een antwoord op.
Minister Renaat Landuyt : De zaak is iets ingewikkelder dan dat. Een en ander zou te maken kunnen hebben met een vorm van rationalisatie, zowel internationaal als in Brugge. Het gaat om meer dan de delokalisatie van een afdeling. Ik vrees dat een en ander ook te maken heeft met de afbouw van het kader en de bedienden ten opzichte van de arbeiders.
De voorzitter : Een andere reden zou kunnen zijn dat Duitsland bij Bombardier belangrijke bestellingen heeft geplaatst. Als tegenprestatie heeft Bombardier misschien beslist het kenniscentrum te verhuizen naar Duitsland. We kunnen dat echter niet met zekerheid zeggen.
Mevrouw Declercq heeft het woord.
Mevrouw Veerle Declercq : Mijnheer de minister, het belangrijkste is dat al wat mogelijk is, ook gebeurt voor dat bedrijf.
De voorzitter : Het incident is gesloten.