Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 20/01/2004
Vraag om uitleg van de heer Jacky Maes tot de heer Gilbert Bossuyt, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over zwerfvuil en rietopslag in de IJzermonding
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Maes tot de heer Bossuyt, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over zwerfvuil en rietopslag in de IJzermonding.
De heer Maes heeft het woord.
De heer Jacky Maes : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het natuurreservaat De IJzermonding vormt samen met het Zwin het laatste slikken- en schorrengebied in ons land. De laatste jaren hebben die slikken en schorren heel wat negatieve invloeden ondergaan. Zeer grote oppervlakten aan slikken en schorren werden opgespoten en omgevormd. In het geval van de IJzermonding gebeurde dat met de bedoeling er een moderne jachthaven van te maken, wat ook het toerisme ten goede komt.
Een tijd geleden leek het erop dat het waardevolle natuurreservaat helemaal zou worden opgeslokt. In 1993 werd met het Plan Zeehond een alarmkreet gelanceerd voor het behoud van De IJzermonding. Acht jaar later waren grote delen van het herstelplan uitgevoerd en kregen we in de IJzermonding een echt natuurgebied met heel wat ontwikkelingskansen.
Een drietal jaren geleden werd begonnen met de regelmatige omhaling van het zwerfvuil langs de oevers van de IJzer. Ondanks deze opruiming blijven er echter enorme hoeveelheden zwerfvuil en rietopslag in het reservaat, vooral afkomstig van de zee en de IJzer. Dat heeft een verstikkende werking, waardoor de typische zilte vegetatie sterk is achteruitgegaan. Nu de tweede fase van het Plan Zeehond is afgewerkt en de resultaten daarvan heel wat positieve reacties uitlokken van omwonenden en toeristen, is het wenselijk dat dit probleem wordt aangepakt. Nog steeds worden grote hoeveelheden rietopslag en zwerfvuil aangevoerd, van dierenkadavers tot bierflesjes, plastieken flessen en ijzeren tonnen.
Mijnheer de minister, deze bevaarbare waterloop valt onder uw bevoegdheid. Ik vraag dan ook uw aandacht voor dit probleem. Het is noodzakelijk bij het sluizencomplex een rooster met een ophaalbak te plaatsen. Dat is al gebeurd in het buitenland en op vele kleine afwateringssluizen in de vele poldergebieden in ons land. Mits een goede constructie moet het mogelijk zijn ook in Nieuwpoort zo'n systeem aan te brengen.
Is er al een evaluatie gemaakt van de omhaling van het zwerfvuil langs de IJzeroevers door de gespecialiseerde firma? Wordt met het oog op de verdere modernisering van het sluizencomplex onderzocht wat de mogelijkheden zijn om daar roosters met een ophaalbak te plaatsen? Ziet u andere mogelijkheden om deze problematiek aan te pakken? Is er hiervoor geen samenwerking nodig met andere departementen en, aangezien een deel van de vervuiling van de Noordzee komt, met de federale overheid?
De voorzitter : Minister Bossuyt heeft het woord.
Minister Gilbert Bossuyt :Mevrouw de voorzitter, collega's, nadat het vroegere contract verlopen was, werd begin 2003 het omhalen van drijvend vuil op de IJzer en de andere bevaarbare waterlopen door de afdeling Waterwegen Kust van AWZ opnieuw aanbesteed. Bij het opmaken van het nieuwe bestek werd rekening gehouden met de ervaringen opgedaan met het vorige contract.
Voor de IJzer werd de opdracht gegund aan de firma Braet uit Nieuwpoort. Tot op heden heeft deze firma de werken tot volledige voldoening van het bestuur uitgevoerd. Het contract voor het verwijderen van zwerfvuil voorziet niet in het systematisch verwijderen van riet, aangezien dat een natuurlijk materiaal is. Ik moet er ook aan toevoegen dat de verwachtingen op het vlak van natuur niet volledig worden ingelost.
Uit onderzoek door de afdeling Waterwegen Kust blijkt dat het plaatsen van roosters met een ophaalbak aan het sluizencomplex te Nieuwpoort technisch niet aangewezen is. Deze roosters zouden de waterafvoer, met piekdebieten van 60 kubieke meter per seconde, te sterk hinderen zodat opwaarts op de IJzer nog meer problemen zouden kunnen ontstaan, met wateroverlast tot gevolg.
Mijn voorganger heeft reeds een gelijkaardig antwoord gegeven op de gelijkluidende schriftelijke vraag van 12 november 2001 van de heer Loones. Het toen ingenomen standpunt over dit rooster blijft behouden.
Naast het opkuisen van het aangespoelde vuil, zou de aanvoer van het zwerfvuil via de waterlopen die in de IJzer uitmonden, zo veel mogelijk moeten worden vermeden. Dat kan onder andere gebeuren door het plaatsen van roosters op die waterlopen. Het afvoerdebiet is daar kleiner, zodat een rooster de waterafvoer er minder hindert.
De waterlopen van de eerste categorie vallen onder de bevoegdheid van minister Sannen, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw. Aminal heeft op de noodoverlaat van de Ieperlee naar het kanaal Ieper-IJzer een rooster geplaatst dat belet dat zwerfvuil in de IJzer terechtkomt. Andere initiatieven van Aminal op waterlopen van de eerste categorie die de toevoer van zwerfvuil verminderen, zijn de volgende.
De roosters op de Verdronken Weiden, die geïnstalleerd werden om vuil uit de overwelfde IJzerwegbeek te houden, houden ook het zwerfvuil naar de Ieperlee tegen. De slibvang op de Handzamevaart houdt in mindere mate ook zwerfvuil tegen langs de randen. Zo'n slibvang zal door Aminal in de toekomst ook op de Martjesvaart worden gebouwd. De inrichtingswerken van de Handzamevaart te Diksmuide in opdracht van Aminal zullen door hun esthetisch karakter hopelijk ook het dumpen van afval voorkomen.
Volledigheidshalve dien ik nog te vermelden dat, naast de 6 waterlopen van de eerste categorie die zwerfvuil naar de IJzer kunnen afvoeren, er ook nog 10 waterlopen van tweede categorie, 10 van derde categorie en enkele niet geklasseerde waterlopen in de IJzer uitmonden. Deze waterlopen worden door de provincie, de gemeenten en de polders beheerd. Ook deze instanties dienen dus betrokken te worden in de strijd tegen het zwerfvuil op de IJzer. Mijn administratie zal dan ook het probleem blijven aankaarten in het bekkencomité waar al deze instanties vertegenwoordigd zijn.
Met Aminal is er zoals gezegd reeds het nodige overleg. Met de beheerders van de andere waterlopen zal in het bekkencomité verder worden overlegd. De aanvoer van zwerfvuil via de Noordzee kan moeilijk worden verhinderd buitengaats de IJzermonding. Zwerfvuil dat via de monding in de IJzer binnendringt, wordt verzameld en verwijderd door middel van de aannemingsopdracht vermeld in mijn antwoord op uw eerste vraag.
De voorzitter : De heer Maes heeft het woord.
De heer Jacky Maes : Mijnheer de minister, u hebt een overzicht gegeven, maar niet gezegd dat het probleem zal worden opgelost. Dat is nochtans het belangrijkste. Het zou nuttig zijn eens over de grens te kijken, want in Frankrijk wordt het systeem ook gebruikt op rivieren ter grootte van de IJzer. Het kan in elk geval niet blijven zoals het is. Het riet vormt trouwens het grootste probleem.
Minister Gilbert Bossuyt :We kunnen het overleg intensiever voeren, zodat we tot een gezamenlijke aanpak komen. Voor het riet wordt tot op heden gerekend op een natuurlijke verwijdering. Als die niet gebeurt, en we willen daarop ingrijpen, dan vergt dat ook een andere opvatting. Ik stel voor dat we die problemen in het bekkencomité aankaarten. Daar kan gezocht worden naar oplossingen waarbij iedereen betrokken is. De streek verdient het dat we daarvoor inspanningen leveren, en ik hoop dan ook dat we tot resultaten kunnen komen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.