Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid Vergadering van 22/01/2004
Vraag om uitleg van de heer Jos De Meyer tot mevrouw Marleen Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de uitvoering van CAO's voor de personeelsleden van het onderwijs
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Jos De Meyer tot mevrouw Marleen Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de uitvoering van CAO's voor de personeelsleden van het onderwijs.
De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, geachte collega's, tot op heden werden er zes collectieve arbeidsovereenkomsten afgesloten voor de personeelsleden van het onderwijs. Op 3 oktober 2003 diende ik hierover een schriftelijke vraag in om te vernemen welke bepalingen van deze CAO's nog geen of geen volledige uitvoering hebben gekregen.
Mevrouw de minister, een aantal weken nadien deelde u me laconiek mee 'dat momenteel een volledig overzicht van maatregelen per CAO wordt opgemaakt met de verwijzing in welke regelgeving de maatregel uitwerking vindt'. Gelet op het feit dat het antwoord slechts één zin beslaat, voel ik me verplicht om mijn vraag in deze commissie te herhalen.
Mevrouw de minister, aan welke bepalingen van deze CAO's is geen of nog geen volledige uitvoering gegeven? Kunt u me daar een schematisch overzicht van geven? Waaraan is een eventuele vertraging dan te wijten? Voor welk van deze punten neemt u deze legislatuur nog een initiatief?
Wanneer zal dat gebeuren? Welke punten worden doorgeschoven naar een volgende legislatuur en waarom?
De voorzitter : Minister Vanderpoorten heeft het woord
Minister Marleen Vanderpoorten : Mijnheer de voorzitter, geachte leden, ik heb een aantal lijsten bij met de overzichten van de verschillende CAO's. Ik stel voor die als bijlage bij het verslag te voegen.
Ik zal een stand van zaken geven van de drie CAO's waarmee wij tijdens deze legislatuur werden geconfronteerd. Zo is er de CAO IV, die begin 1999 werd afgesloten, maar die voor het overgrote deel door deze regering werd uitgevoerd. Daarnaast hebben we zelf nog twee CAO's afgesloten, namelijk CAO V en CAO VI.
De akkoorden van 1 april 1999 voor de CAO IV waren van toepassing voor de jaren 1997 en 1998, die van 23 mei 2000 voor CAO V voor de jaren 1999 en 2000 en, ten slotte, die van 23 april 2002 voor de CAO VI voor de jaren 2001 en 2002. In de meeste gevallen werden omzendbrieven gestuurd, zodat het onderwijsveld en de administratie de CAO-afspraken kennen en effectief toepassen.
Voor zover er een decretale rechtsgrond nodig was, werd die opgenomen in het decreet van 13 juli 2001 betreffende het verzameldecreet onderwijs XIII en het decreet van 14 februari 2003 betreffende het verzameldecreet onderwijs XIV. Op dit ogenblik past het departement Onderwijs de diverse besluiten van de regering aan, voor zover dat nog niet is gebeurd.
Ik wil toch even duidelijk stellen dat tijdens deze legislatuur drie CAO's - waarvan er twee door mij werden afgesloten - quasi volledig zijn uitgevoerd. Dat kan niet worden gezegd van mijn voorgangers. Mijn moto is dat wat ik zelf ben overeengekomen, mijn verantwoordelijkheid is en ook door mij wordt uitgevoerd. Ik trek er ook de middelen voor uit.
Het is wel zo dat in de uitvoering een aantal CAO-afspraken nog niet aan bod zijn gekomen. Dat is het geval voor wat de gevolgen betreft van het mandaatsysteem bij directieleden, zoals gestipuleerd in CAO V, de herwaardering van de leerkrachten die ter beschikking zijn gesteld wegens ontstentenis van betrekking - eveneens bepaald in CAO V - en de invoering van de functiebeschrijving als prestatiestelsel, gestipuleerd in CAO VI.
Daarnaast zijn er een aantal CAO-afspraken die nog niet volledig zijn afgewerkt omdat een aantal elementen van de afspraak nog niet volledig klaar zijn of omdat de gesprekken met syndicale organisaties over de concrete implementatie nog lopen. Daaronder horen onder andere een specifieke regeling inzake plage- en lestijden voor scholen die niet tot een scholengemeenschap behoren, zoals vervat in CAO VI. De regeling inzake plage- en lestijden op het niveau van de school vond wel zijn uitvoering. Een ander element gaat over de diverse bepalingen inzake verlof en sociale anciënniteit, zoals opgenomen in CAO IV. Deze regeling zal nu nog in circuit worden gezet. Ook de omkadering van internaten, waarover bepalingen zijn opgenomen in CAO IV, CAO V en CAO VI hoort bij deze lijst.
Over de harmonisatie van de verlofstelsels voor het hogeschoolonderwijs of voor de overige onderwijsniveaus werden reeds de eerste besprekingen gevoerd. De besprekingen over het geldelijk statuut van het meester-, vak- en dienstpersoneel werden reeds gevoerd. De draad zal terug worden opgenomen na de uitvoering van het reeds ondertekende protocol over de maatregel met betrekking tot de vergelijking van de lonen tussen het gemeenschapsonderwijs en het vrij gesubsidieerd onderwijs. Deze maatregel is opgenomen in CAO VI. Het prestatiestelsel van het administratief en technisch personeel van de hogescholen en de administratieve omkadering in het deeltijds kunstonderwijs is evenmin helemaal uitgewerkt.
Ik ben me ervan bewust dat het voor de aantrekkelijkheid van een onderwijsberoep belangrijk is dat de overheid zorg draagt voor de algemene arbeidsvoorwaarden. Afgesproken algemene arbeidsvoorwaarden moeten zo snel mogelijk operationeel zijn. Het is uiteraard de bedoeling de engagementen ten aanzien van de syndicale onderwijsorganisaties en het onderwijspersoneel in het algemeen zo snel mogelijk na te komen. Een snelle en volledige uitvoering van CAO-afspraken geeft de overheid een beter imago ten aanzien van zijn personeel.
Ik wil er wel de aandacht op vestigen dat het enige tijd in beslag neemt om voor een bepaalde CAO-afspraak zowel op het niveau van het decreet, besluit van de regering als de omzendbrief de wijzigingen rond te krijgen. In een aantal gevallen werkt de maatregel al effectief op het onderwijsveld, maar loopt de aanpassing van de regelgeving nog. Die aanpassing kan nog in een beginstadium zijn, ofwel beslecht worden tijdens een van de komende zittingen van de regering. In veel gevallen moet ook het elektronisch personeelsdossier via de bemiddeling van een externe firma worden aangepast. Een CAO-afspraak bevat meestal in algemene termen een resultaatverbintenis, wat met zich meebrengt dat er nog heel wat discussies moeten worden gevoerd over de concrete aanpak. Dit geldt zeker voor de laatste drie CAO-akkoorden die elkaar snel hebben opgevolgd en ongeveer een 150- tal afspraken bevatten.
Het onderhandelen en het omzetten van de resultaten daarvan in concrete besluiten gebeuren altijd door dezelfde mensen en lopen dus niet parallel. Het is dus materieel niet mogelijk nog sneller te werken. De volledige lijst wordt u bezorgd, zodat u in detail kunt nagaan wat volledig is uitgevoerd, waarover nog wordt onderhandeld en waar nog meer werk aan is.
De voorzitter : De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer : Mevrouw de minister, ik dank u voor uw informatie en voor het bezorgen van het volledige document. Het is inderdaad belangrijk dat de overheid, als ze engagementen aangaat, ze ook naleeft. Hoever staat het intussen met CAO VII?
Minister Marleen Vanderpoorten :We hebben het memorandum van de vakbonden begin december ontvangen. Er zijn data afgesproken waarop ze naar het kabinet komen om met mijn medewerkers een werkwijze en een timing af te spreken. Het memorandum is zeer zwaar, want het gaat over alle niveaus en over allerlei onderwerpen. Dat kan niet zomaar met dezelfde mensen worden besproken, de onderdelen ervan moeten worden voorbereid in werkgroepen.
De voorzitter : Het document wordt afzonderlijk aan alle leden bezorgd.
Het incident is gesloten.