Commissie voor Algemeen Beleid, Financi?n en Begroting Vergadering van 12/11/2003
Interpellatie van de heer Erik Matthijs tot de heer Dirk Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening,Wetenschappen en Technologische Innovatie, over de effecten van de begrotingsrichtlijn van de minister voor het bedrijfsleven
Interpellatie van de heer Johan Sauwens tot de heer Dirk Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening,Wetenschappen en Technologische Innovatie, over de rondzendbrief van de minister met richtlijnen voor de begroting 2003
Vraag om uitleg van de heer Erik Matthijs tot de heer Dirk Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening,Wetenschappen en Technologische Innovatie, over de begrotingscontrole 2003
De voorzitter : Aan de orde zijn de samengevoegde interpellaties van de heer Matthijs tot de heer Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, over de effecten van de begrotingsrichtlijn van de minister voor het bedrijfsleven en van de heer Sauwens tot minister Van Mechelen, over de rondzendbrief van de minister met richtlijnen voor de begroting 2003 met daaraan toegevoegd de vraag om uitleg van de heer Matthijs tot minister Van Mechelen over de begrotingscontrole 2003.
De heer Matthijs heeft het woord.
De heer Erik Matthijs : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, in augustus ontvingen de verschillende departementen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, de VOI's en de DAB's een rondzendbrief van uw kabinet, die was bedoeld om het overschrijden van de begrotingsnorm te vermijden. Het was duidelijk dat het netto te financieren saldo was gestegen tot bijna 1 miljard euro. De begrotingsuitvoering bleek door een combinatie van factoren niet te beantwoorden aan de vooropgestelde objectieven. U hebt een reeks maatregelen genomen om te vermijden dat de toestand van de begroting zou escaleren.
Naast de restrictie om gedurende een aantal maanden slechts 1/15 in de plaats van 1/12 van de kredieten vrij te geven, werden ook de vastleggingsmogelijkheden bevroren indien de totaliteit van de reeds gedane vastleggingen per minister de totaliteit van de vrijgegeven mogelijkheden overtroffen. Dat stond in de rondzendbrief.
De gevolgen van dit beleid worden vandaag duidelijk. Vanuit verschillende hoeken komen er onheilspellende berichten over onbetaalde facturen met oplopende verwijlinteresten en zelfs schadeclaims. Het niet-nakomen van aangegane verbintenissen heeft natuurlijk ook gevolgen voor de betrokken ondernemingen. Sommige bedrijven wachten al meer dan 4 maanden op hun geld. Dat zorgt voor een cascade effect waardoor de aannemers de onderaannemers of leveranciers niet meer kunnen of willen betalen. Sommige bedrijven hebben daardoor te kampen met liquiditeitsproblemen. Als deze situatie nog lang blijft aanslepen, zullen er onvermijdelijk ontslagen en faillissementen volgen.
Op het einde van de vorige maand heeft de Nacebo aan de alarmbel getrokken. De bouwsector beweert sterk afhankelijk te zijn van gesubsidieerde en overheidsinvesteringen. Die maken immers meer dan 1/3 uit van de totale omzet in die sector. In 2002 was die omzet 30,8 miljard euro. Een belangrijk deel van de investeringen komt van de Vlaamse overheid en van de lokale overheden. In de Vlaamse begroting 2003 is in bijna 2 miljard euro voorzien voor investeringen in infrastructuurwerken. Door de rondzendbrief van augustus heeft de Vlaamse regering beslist om onder andere de voorziene begrotingsmiddelen voor infrastructuurwerken en investeringen aan een langzamer tempo vrij te geven. Dat betekent dat de Vlaamse overheid in 2003 aanzienlijk minder zal investeren dan was gepland in de begroting. Dat is wat de bouwsector zegt.
Als de regering van augustus tot december middelen vrijmaakt aan het regime van 1/15 in de plaats van 1/12 per maand, betekent dat dat er dit jaar 8 percent of 160 miljoen euro minder zal worden geïnvesteerd in infrastructuur dan werd gebudgetteerd en goedgekeurd door het parlement. De bij de Nacebo aangesloten aannemers wijzen op de problemen in de gezondheidssector en op de investeringen in ziekenhuizen en rusthuizen. Ze wijzen ook op de investeringen in de wegenbouw, de burgerlijke bouwkunde en de restauratiesector.
Volgens de Nacebo wordt de werkgelegenheid in de sector aangetast. In het laatste kwartaal van 2003 zal de tijdelijke werkloosheid waarschijnlijk aanzienlijk toenemen. Er zullen 4 tot 5.000 bouwvakkers tijdelijk werkloos worden. Aangezien de Vlaamse ministers heftig hebben gereageerd tegen de situatie bij Ford Genk en het onverantwoorde gedrag van de directie aan de kaak hebben gesteld, vind ik dat ze ook de hand eens in eigen boezem moeten steken. De begroting werd immers goedgekeurd, en volgens mij moet een goedgekeurde begroting worden uitgevoerd.Wat voor nut heeft een ondernemingsconferentie eigenlijk, wanneer de Vlaamse regering de Vlaamse bedrijven in de gesubsidieerde sector de prijs laat betalen voor de gratispolitiek die tot nu toe werd gevoerd?
Welke maatregelen zult u nemen om de uitgestelde betalingen aan firma's en aannemers zo snel mogelijk te laten gebeuren? Er werden slechts in zeer uitzonderlijke gevallen afwijkingen van de richtlijnen mogelijk gemaakt. Zult u zich nu soepeler opstellen? Indien u nu afwijkingen toestaat of de blokkering van de kredieten opheft, binnen welke tijdspanne kunnen de boekhoudkundige cellen de achterstand dan wegwerken? Wat bent u van plan indien de betaling niet meer kan gebeuren voor het einde van het jaar en de kredieten vervallen? Hoeveel verwijlinteresten moeten er ten gevolge van die maatregel reeds worden betaald in de ministeries van de Vlaamse Gemeenschap, de VOI's en de DAB's.
Mijn vraag om uitleg is grotendeels achterhaald omdat ze dateert van 1 oktober 2003. Ik heb het daarin vooral over die 221 miljoen euro die de Vlaamse Gemeenschap zou krijgen van de federale overheid. Hoe staan de zaken in dat verband? Dat zal waarschijnlijk duidelijk worden tijdens de bespreking van de tweede aanpassing 2003. Heeft een en ander te maken met veranderde economische parameters in 2002 en 2003?
De voorzitter : De heer Sauwens heeft het woord.
De heer Johan Sauwens : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik heb het gevoel dat we op een bijzondere manier worden bestuurd in Vlaanderen. Ik heb dit tijdens de 18 jaar die ik al in het parlement heb doorgebracht, nog nooit meegemaakt. Op de agenda staat de begrotingscontrole, terwijl de stukken nog rustig binnenkomen. Op geen enkele gemeenteraad in België zou zoiets mogelijk zijn. (Opmerkingen)
Minister Dirk Van Mechelen : Ik wil navraag doen bij de voorzitter van het parlement, maar ik denk dat de begrotingsdocumenten nog nooit zo snel werden ingediend. Het bureau zou dat eens moeten controleren voor de voorbije 10 jaar.
De heer Johan Sauwens : Ik vind het als parlementslid ongehoord dat we vandaag nog toelichtingen ontvangen, terwijl deze voorzitter en de meerderheid de besprekingen al op de agenda hebben geplaatst. We zullen daar straks nog over praten.
De manier waarop er een loopje wordt genomen met het parlement blijkt trouwens ook uit de antwoorden die we al dan niet hebben ontvangen, op vragen over de kastoestanden. Ik herinner me dat er in mei reeds besprekingen zijn geweest over het saldo van de HRF. Ik herinner me ook dat de heer Van Rompuy op 18 februari reeds een vraag heeft gesteld over het doorschuiven van uitgaven om de begroting 2002 op te smukken. U antwoordde toen dat er niets aan de hand was.
Eind augustus kregen de Vlaamse volksvertegenwoordigers het rapport van de Vlaamse regering over het gevoerde beleid in verband met de kasschuld en het waarborgbeheer voor de Vlaamse Gemeenschap in 2002. Op pagina 28 staat : 'De doorstorting van de dotaties 2002 aan de VOI's bleef beperkt tot wat nodig was om de liquiditeitstekorten bij de instellingen af te dekken. Ook op het einde van 2002 werden de saldi van de dotaties bewust niet overgemaakt aan de instellingen omwille van een dubbele reden. Vooreerst was er geen liquiditeitstekort bij de instellingen en tegelijkertijd kon de Vlaamse Gemeenschap zo haar engagement ten aanzien van de federale overheid waarmaken.'
Dat is duidelijk diplomatiek taalgebruik, mijnheer de minister. U bent bijzonder goed in het opsmukken van de realiteit. U laat de reële financiële en budgettaire situatie van Vlaanderen mooier lijken dan ze is. In april 2003 heeft de heer Matthijs u een vraag gesteld over het grote kastekort dat na drie maanden was ontstaan. Volgens u was er echter geen probleem. Bij de plenaire bespreking van de begrotingscontrole 2003 op 25 juni 2003 heeft de heer Van Rompuy u opnieuw gevraagd hoe het kwam dat het kastekort na 5 maanden zo hoog was opgelopen. Weer werd door u ontkend dat er een probleem was. In uw rondzendbrief van augustus staat letterlijk : 'Door een combinatie van factoren blijkt de begrotingsuitvoering 2003 voorlopig niet te beantwoorden aan de vooropgestelde objectieven. Dit is duidelijk zichtbaar in de maandelijkse evolutie van het netto te financieren saldo.' U houdt dit parlement constant voor de gek, mijnheer de minister. U liegt dat u zwart ziet. Ik vind dit een parlementaire behandeling anno 2003 werkelijk onwaardig.
Minister Dirk Van Mechelen : Mijnheer de voorzitter, ik wil formeel protesteren tegen deze uitspraak.
De heer Johan Sauwens : Wij protesteren tegen de wijze waarop u het voorbije jaar keer op keer ontwijkende antwoorden hebt gegeven op zeer pertinente vragen van onze fractie. We zullen trouwens nog wel zien hoe transparant deze begroting 2004 is opgemaakt en hoe de woorden van deze regering totaal niet overeenkomen met de budgettaire feiten. U hebt altijd gezegd dat er geen budgettair probleem is, dat er geen sprake is van besparingen en dat men evenveel kan uitgeven als werd begroot, alleen wat minder snel. Dat zegt de rondzendbrief. De rondzendbrief wordt echter onmiddellijk geminimaliseerd. U zegt : 'het gaat louter om goed beheer, het beter spreiden van de uitgaven, het afremmen van het uitgaventempo, het aanpassen van het tempo van de uitgaven aan het tempo van de ontvangsten'. Mijnheer de voorzitter, als er ooit iemand een bloemlezing zou willen samenstellen van eufemismen voor besparingen, dan zijn de uitspraken van deze Vlaamse regering en van deze minister van Financiën en Begroting een zeer unieke bron. Men kan daarmee inderdaad een boek vullen. Noem belastingen 'een eeuwigdurende renteloze lening die zal worden terugbetaald als de overheid geld te veel heeft' en niemand klaagt nog over de te hoge belastingsdruk.
In de praktijk leidt de toepassing van de rondzendbrief op tal van domeinen tot blokkeringen van het beleid, mijnheer de minister. Ook de werking van de administratie wordt belemmerd. Zoals de heer Matthijs reeds heeft aangegeven, zijn er ook een aantal belangrijke investeringen die terugvallen.
Ik wil u nog een aantal cijfers meegeven, hoewel ik ook wel weet dat ze week na week evolueren. Wat de wegenkredieten betreft, zijn er voor 29 miljoen euro aan blokkeringen, zodat zelfs de noodzakelijke onderhoudswerken aan onze wegen niet meer kunnen gebeuren. Deze cijfers dateren van 2 weken geleden. Wat er intussen in de regering gedeblokkeerd is geraakt, zullen we nog moeten afwachten. Er is 21 miljoen euro geblokkeerd voor het gemeenschappelijk vervoer. Op het domein van minister Byttebier is er in de infrastructuur voor de persoonsgebonden aangelegenheden een blokkering van 54 miljoen euro op 134 miljoen euro, in de gehandicaptenzorg een blokkering van 34 miljoen euro en is het budget in de bejaardenzorg bijna volledig geblokkeerd. In de huisvesting is 156 miljoen euro geblokkeerd, in de tewerkstelling 65 miljoen euro en in de beroepsopleiding 97.000 euro. In leefmilieu is 30 miljoen van de 74 miljoen euro geblokkeerd, in volksontwikkeling 1,6 miljoen euro, in algemeen cultuurbeleid 15 miljoen euro en in Monumenten en Landschappen 30 miljoen euro. CD&V is trouwens niet de enige die dit durft te zeggen, iedereen zegt dat. In een interview met minister Sannen, dat vorige zaterdag in een dagblad is verschenen, zegt de interviewer : 'Er is veel uitgegeven'. 'Te veel,' antwoordt minister Sannen daarop, 'er is onverantwoord veel geld uitgegeven'. Aangaande die Monumenten en Landschappen heb ik minister Van Grembergen vorige week nog ondervraagd.
Ik citeer even uit zijn antwoord : 'De laatste jaren stegen de vastleggingskredieten en werd bijgevolg de beleidsruimte in de sector Monumenten en Landschappen uitgebreid. Deze stijging werd echter onvoldoende gevolgd in de betalingskredieten, ondanks het herhaald aandringen van mijn kabinet tijdens de begrotingsbesprekingen en de begrotingscontroles in de afgelopen 2 jaar.Deze uitdrukkelijke en gemotiveerde verzoeken werden telkens door het kabinet Begroting afgewezen. Vandaag is het tekort opgelopen tot nagenoeg 20 miljoen euro in de sector van de restauratiepremie.' De blokkeringen zetten zich door in alle sectoren. Daardoor wordt het beeld dat men van Vlaanderen heeft, aangetast. Het is een feit dat Vlaanderen de voorbije 10 jaren een vrij goede naam heeft opgebouwd als goede beheerder. Momenteel gaat deze Vlaamse regering echter in alle gemeentehuizen van Vlaanderen en op alle vergaderingen van VZW's die te maken hebben met de Vlaamse Gemeenschap, over de tong als de regering die haar woord niet houdt. Dit Vlaams bestuursniveau - waarvoor wij als parlementsleden ook verantwoordelijk zijn - wordt beschouwd als het bestuursniveau dat dingen belooft die niet worden uitgevoerd, als een totaal onbetrouwbare partner.
De heer André Denys : Ik heb daarover nochtans nog niets gehoord. Ik hoor net zeggen dat deze regering veel investeert.
De heer Johan Sauwens : Mijnheer Denys, misschien durft men u daarover niets te zeggen. Ik zou u trouwens de vraag willen stellen in hoeverre u de evolutie van de verwijlintresten die op ons afkomen opvolgt. Zeker in het kader van de begroting 2004 zou ik duidelijke cijfers willen krijgen in verband met die verwijlintresten.
Het is huilen met de pet op. Er wordt hier gedaan aan onbehoorlijk bestuur. De contracten die men heeft met de andere partners in de zo belangrijke maatschappelijke domeinen, worden compleet verbroken. Dat is onbehoorlijk bestuur in het kwadraat. Er zijn onbetaalde rekeningen en een verlamde administratie. Alleen al de karikaturen in het eigen personeelsblad van de Vlaamse Gemeenschap laten niets aan de verbeelding over : 'De Vlaamse boswachters kunnen geen olie meer kopen om hun motorzagen te laten draaien'.
Minister Dirk Van Mechelen : Dat is een karikatuur.
De heer Johan Sauwens : Dat weet ik ook wel, maar het onderwerp leeft duidelijk wel bij uw administratie.
De heer Eric Van Rompuy : Er wordt ook gedaan aan dienstbetoon. Als er een probleem is dat wordt aangehaald op de televisie, is het de dag daarna opgelost.
De heer Johan Sauwens : Bij Aminal moest men het kopieerpapier gaan weghalen bij andere diensten. (Opmerkingen van minister Dirk Van Mechelen)
Ik vraag van u antwoorden op de feiten. Ik weet goed waarover u spreekt en daarom ben ik ook zo verontwaardigd. Ik ben ziek van de wijze waarop Vlaanderen - slecht - wordt bestuurd. Het strafste van de zaak is nog dat de mensen die er een rechtstreeks slachtoffer van zijn, er niet mee naar buiten durven komen wegens het schrikbewind dat wordt gevoerd. Er is ook lobbywerk van plaatselijke VLD-parlementsleden. Ik heb onlangs nog gesproken met een zoon van een VLD-mandataris, die werkte in de restauratiesector. Hij zei me dat hij had gehoord dat zijn dossier in orde was. Ik vroeg hem van wie hij dat had gehoord en dat bleek het kabinet-Van Mechelen te zijn. Dat is dus een deblokkering à la carte. Dat is de realiteit van vandaag.
Minister Dirk Van Mechelen : Mijnheer de voorzitter, dit is een beschuldiging die ik formeel niet neem. Ofwel komt men met feiten, ofwel zwijgt men. Geef dan de precieze informatie.
De heer Johan Sauwens : Neen.
Minister Dirk Van Mechelen : Het spreekt voor zich dat iedereen die op mijn kabinet om informatie vraagt, die ook kan krijgen. Moet ik eens zeggen welke CD&V-parlementsleden ik de voorbije drie weken heb ontvangen en over welke dossiers het ging?
De heer Johan Sauwens : U geeft het dus toe.
De heer Eric Van Rompuy : We moeten op de duur wel aan dienstbetoon doen.We zijn afhankelijk van uw goodwill om geblokkeerde dossiers los te krijgen voor onze gemeentes. Zo ver is het nu al gekomen.
De heer Johan Sauwens : Mijnheer de minister, u bevestigt het nu. Dat is de oude politieke cultuur zoals die zich de voorbije 10 jaar in Vlaanderen niet meer heeft voorgedaan. Ik citeer uit een interview met u vandaag in De Morgen, waarin het gaat over het kasbeleid : 'Het enige wat we doen is de geplande uitgaven strikter plannen, niet erin snoeien. Elke minister die met een sterk dossier kon argumenteren waarom hij of zij gepland geld iets vroeger nodig had, kon dat ook verkrijgen. Ik heb geen enkele vraag in die zin afgewezen'. U hebt zonet ook gezegd dat dit niet enkel geldt voor ministers maar ook voor parlementsleden. De afwijkingen die worden toegestaan door de minister van Begroting openen de weg naar een nieuwe vorm van dienstbetoon en favoritisme. De paarse coalitie speelt met het vertrouwen in de overheid en in de politiek. (Opmerkingen van minister Dirk Van Mechelen)
Ik wil toch graag uitspreken, mijnheer de voorzitter.
De voorzitter : Dan dient u uw stijl misschien een beetje aan te passen, mijnheer Sauwens.
De heer Johan Sauwens : Ik ben verkozen voor dit parlement en dus heb ik recht van spreken. Ik wil dat mijn spreekrecht wordt gewaarborgd.
Mijnheer de minister, er wordt inderdaad een karikatuur gemaakt van uw beleid, dat zegt u zelf. Als er geen probleem is, dan kan die rondzendbrief onmiddellijk worden ingetrokken en afgeschaft. Ik wil u trouwens ook vragen of over deze rondzendbrief formeel werd beraadslaagd binnen de regering en of en wanneer daarover een beslissing werd genomen door de Vlaamse regering.
Ik heb in september minister-president Somers ondervraagd. Hij heeft de voorbije maanden veel aangekondigd, onder meer dat deze rondzendbrief zou worden ingetrokken. Ik had graag geweten of dat zo blijft. Ofwel is er geen begrotingsprobleem en kan die rondzendbrief worden ingetrokken, ofwel is er wel een begrotingsprobleem en dan wordt dat beter gezegd en moeten er andere maatregelen worden genomen. Volgens de normale democratische en parlementaire geplogenheden komen we dan tot een discussie over een budgetwijziging en een herschikking van de prioriteiten voor 2003.We kunnen echter niet zomaar door een superminister laten bepalen welke goed beargumenteerde dossiers al dan niet kunnen worden uitgevoerd en hoe.
Een van de weinige prerogatieven die het parlement uiteindelijk nog heeft en die grondwettelijk werden vastgelegd, is trouwens het opstellen van de begroting. Daaraan kan dus niet worden getornd, maar dat gebeurt hier vandaag wel. U zult ongetwijfeld zeggen, zoals vandaag in de kranten, dat er geen probleem is maar dat de rondzendbrief toch zal blijven bestaan. Dan is de grote vraag wat er in december zal gebeuren. Worden de geblokkeerde vastleggingskredieten dan allemaal vrijgegeven of vervallen ze? Wat zal er gebeuren met de geblokkeerde betalingskredieten? Zal men betalingen uitstellen tot begin 2004? Wanneer vindt dan de budgetcontrole 2004 plaats? Zal men die vervroegen in functie van de naderende verkiezingen? Zal het huidige parlement zijn normale rol kunnen spelen of blijft men gewoon alles - zoals het er nu naar uitziet - voor zich uit schuiven? Het verschuiven van de betalingen die de begroting 2004 bezwaren, zou wel eens een probleem voor na de verkiezingen, dus voor de volgende regering, kunnen worden.
Bovendien heeft de Vlaamse regering er de jongste jaren de gewoonte van gemaakt om, in plaats van de meerjarenbegroting in november samen met de oorspronkelijke begroting in te dienen, dit uit te stellen tot april van het daaropvolgende jaar, samen met de begrotingscontrole. Als er geen begrotingscontrole zou zijn, dan is dus ook die last van deze Vlaamse regering weer weg en is men van die last van die meerjarenbegroting af.
Last but not least, er is ook de truc met de HRF-normen. Dat is trouwens een van de redenen waarom mijn taalgebruik daarnet vrij sterk was, mijnheer de voorzitter. Tijdens het septemberoverleg tussen de federale regering en de gewesten en gemeenschappen werden de HRF normen van de gewesten en gemeenschappen aangepast. Zo leveren ze een grotere bijdrage voor het realiseren van de doelstellingen van het stabiliteitsprogramma. In de bijlage van de algemene toelichting 2004 vindt men de weergave van de beslissingen van het Overlegcomité.
Voor Vlaanderen betekent de toepassing van de afspraken dat de begrotingsnormen in 2003 en 2004 zouden worden opgetrokken met respectievelijk 36 en 69 percent. Ik neem nu de cijfers van 2003. Het is dus niet 325 miljoen euro waarin werd voorzien, maar 442 miljoen euro. Toch schrijft u in uw algemene toelichting : 'De beslissingen van het Overlegcomité van 22 september zijn nog niet in de begrotingscijfers verwerkt. Hierdoor zullen zowel in de middelenbegroting als in de uitgavenbegroting een aantal aanpassingen moeten worden doorgevoerd. Met de voorzitter van de HRF is evenwel afgesproken dat er pas met dergelijke beslissingen wordt rekening gehouden op het ogenblik dat er goedgekeurde notulering is. Deze door het Overlegcomité goedgekeurde notulering is er voorlopig niet, hetgeen betekent dat er pas formeel een aanpassing van de middelen- en uitgavenbegroting zal komen naar aanleiding van de begrotingscontrole 2004'. Als er geen begrotingscontrole komt voor de verkiezingen, dan moeten de normen zogezegd niet worden verhoogd en wordt het probleem doorgeschoven naar de volgende regering. Opmerkelijk is wel dat de Vlaamse regering de dotatie van 9,6 miljoen euro aan het pensioenfonds van de VRT in 2004 schrapt, omdat 'via overleg met de federale regering overheid zal aangestuurd worden op een identieke regeling voor de VRT als de RTBF wat betreft de pensioenregeling'. In de ontwerpnotulen van het Overlegcomité van 22 september 2003 is er zelfs niets opgenomen over dit item, maar toch wordt het al toegepast in de begroting in plaats van te wachten op de begrotingscontrole 2004. Met andere woorden : u gebruikt de elementen die u goed uitkomen nu reeds en de elementen die u niet of slecht uitkomen worden gewoon verschoven naar de volgende regering.
Ik geef u nog een ander voorbeeld : investeringen. In de toelichting 2004 lees ik er niets meer over, alhoewel het een verplicht onderdeel is van ieder begrotingsdocument dat wordt opgemaakt. Zowel u als de heer Dewael en de heer Stevaert hebben altijd gezegd dat de onderinvesteringen die Vlaanderen de voorbije jaren heeft gekend, zullen worden weggewerkt, onder meer dankzij het Financieringsfonds schuldafbouw voor de Eenmalige Investeringsuitgaven (FFEU). Dat is een klinkklaar fabeltje. Ook daarom was mijn woordgebruik zo sterk. U maakt dit parlement constant dingen wijs,mijnheer de minister. De investeringen in Vlaanderen zijn de voorbije jaren alleen maar gedaald. In 1999 beliepen ze 607 miljoen euro, in 2000 707 miljoen euro en in 2001 was er een piek van 1.010 miljoen euro. In 2002 liepen de investeringen terug tot 782 miljoen euro en in 2003 tot 639 miljoen euro. In 2003 ligt dat bedrag dus 47 percent lager dan in 2001. Nominaal is er in 2003 wel een stijging met 5 percent ten opzichte van 1999, maar als we de inflatie van 8,5 percent in rekening nemen, is er een daling van de investeringskredieten van 2003 ten opzichte van die van 1999. Dat is verdedigbaar en misschien bespreekbaar, maar men moet niet doen alsof men dankzij het FFEU zoveel extra investeringen kan doen en alsof men zo kan voorzien in het onderhoud van de wegen en dergelijke. Dat is dus klinkklare onzin. U maakt de mensen op die manier iets wijs. Het FFEU is op zichzelf trouwens een perfecte techniek om hetzelfde geld dubbel te verkopen.
In de cijfers van 2003 heb ik rekening gehouden met de cijfers zoals ze vandaag nog in de begroting staan, maar dat kan nog veranderen. Als uw maatregel van de truc met de vijftienden wordt doorgevoerd en als u half december beslist dat die resterende drie vijftienden niet worden uitbetaald om uw begrotingsresultaat op te smukken, dan zal dat bedrag namelijk nog serieus naar beneden gaan. Ik heb trouwens ook voldoende ervaring op andere banken om te weten dat het bijzonder moeilijk zal zijn om in december een beslissing inzake de deblokkering van kredieten nog om te zetten in vastleggingen. Dat is quasi uitgesloten. Dat betekent feitelijk dat men besparingen doorvoert. Ik zou graag hebben dat u aan dit parlement nu eens duidelijk zegt waar het echt om gaat, want de situatie is vrij complex geworden met de volledige blokkering sinds augustus en de deblokkering à la carte sinds september.
Ik weet wel dat u dit dossier 2 jaar geleden hebt geërfd van minister-president Dewael. Het zag er niet zo geweldig uit. (Opmerkingen van minister Dirk Van Mechelen) Ik heb 2,5 jaar gezwegen. U weet trouwens heel goed dat ik er binnen de regering steeds dezelfde stelling op na heb gehouden, namelijk dat men geen geld moet uitgeven dat men niet heeft en dat men geen cadeaus moet geven op ogenblikken dat men er geen geld voor heeft. Dat blijf ik zeggen, en iets luider dan de vorige jaren. Ik heb immers doelbewust een tijd gezwegen. De wijze waarop Vlaanderen financieel aan de grond wordt geholpen door deze paarse regering is een regelrechte schande! De manier waarop minister-president Dewael via de achterdeur uit dit parlement is vertrokken heeft onder meer hiermee te maken. Het is gemakkelijker 100 asielzoekers uit hun huis te zetten dan de verantwoordelijkheid op te nemen voor een goed, sober budgettair beleid in Vlaanderen. Ik vraag u toe te geven dat er grote problemen zijn, dat u voor een moeilijke begrotingsronde staat en dat er besparingen nodig zijn. Dat zou van moed getuigen, maar nu hanteert u een rondzendbrief als truc, waarbij u zorgt voor een totale chaos om het eindresultaat op te kunnen smukken. Het ingrijpen bij de VOI's bewijst dat ten overvloede. Mijn fractie eist duidelijkheid over de begroting 2003 en de uitvoering ervan, alvorens we zullen deelnemen aan de besprekingen van de begroting 2004. De parlementaire logica en deontologie vereisen dat.
De voorzitter : De heer Van Goethem heeft het woord.
De heer Roland Van Goethem : Als we, los van alle beschouwingen van de heer Sauwens, naar de essentie van het verhaal gaan, dan luidt de conclusie dat de uitvoering van de begroting een kastekort veroorzaakt. Daarvoor kunnen drie redenen bestaan. Ofwel hebt u de inkomsten te hoog ingeschat. Ofwel heeft er een vertraging plaatsgevonden wat de ontvangsten betreft. Ofwel hebt u uw uitgaven te snel gedaan, zodat er geen evenwicht is tussen de inkomsten en de uitvoering.Wat is er aan de hand? Welke van de drie redenen is de echte? Als er sprake was van een te hoog inschatten van de inkomsten, dan begin ik me toch vragen te stellen bij wat er ons wordt voorgeschoteld.
De voorzitter : Minister Van Mechelen heeft het woord.
Minister Dirk Van Mechelen : Mijnheer de voorzitter, ik weet niet precies wie er aanwezig was tijdens de commissievergadering van 9 september 2003. Toen is er, zoals de heer Denys terecht stelde, gedurende 3 uur een zeer correcte discussie gevoerd, waarbij we de hele situatie haarscherp hebben geanalyseerd en gedocumenteerd. Ik heb de Powerpoint-presentatie van toen nu ook bij me. Voor mij is dat immers een basisdocument dat schetst waar Vlaanderen nu staat en waar we heen gaan. Ik heb op 9 september getracht uw kreten dat Vlaanderen op een ramp afstevent haarfijn te analyseren. Ik geef één cijfer. Mijnheer Sauwens, Vlaanderen heeft het tijdens deze regeerperiode, waarin u zelf een belangrijke verantwoordelijkheid hebt gedragen, 2,136 miljard euro beter gedaan dan het pad van de HRF-norm. Voor een groot deel van mijn antwoord wil ik verwijzen naar de uiteenzetting van september. Straks beginnen we aan de bespreking van de begroting 2003-2004, al dan niet in aanwezigheid van uw fractie. We hebben in september al haarscherp gereageerd op de kritiek.
U weet dat de kaspositie maandelijks wordt gepubliceerd en overgemaakt aan de voorzitter van het parlement. Deze documenten bewijzen dat wat ik op 9 september heb gesteld nu ook in de praktijk gebeurt. Eind september was er een kasoverschot van 126,918 miljoen euro. Mijnheer Matthijs, wie de moeite neemt om dat te lezen, weet dat er dus sprake is van normale curven wat de kaspositie betreft.
De heer Erik Matthijs : Neen, dat waren geen normale fluctuaties. Er was sprake van verschillen van 1 miljard euro met dezelfde periode in 2002.
Minister Dirk Van Mechelen : Mijnheer Matthijs, u hebt de uiteenzetting van 9 september gevolgd. We hebben toen perfect uitgelegd waar een aantal dingen zich voordoen. Op jaarbasis blijkt de kaspositie trouwens positief te zijn. Dat blijkt uit het rendement van de beleggingen dat we behalen.
De heer Eric Van Rompuy : Die 127 miljoen euro van 1 januari tot 1 september was het vergelijkbare cijfer vorig jaar. Men zit er dus 500 miljoen euro naast in vergelijking met vorig jaar. Meer wil ik daarover niet zeggen, maar men vertelt altijd maar halve waarheden.
Minister Dirk Van Mechelen : Mijnheer Van Rompuy, ik denk dat ik veel mensen misschien nog veel moet uitleggen, maar u moet weten dat er een verschil is tussen een kaspositie en een begrotingssituatie. Sommigen creëren, al dan niet bewust, een onvoorstelbare verwarring over de impact van de rondzendbrief. Ik herhaal nogmaals : het doel van de rondzendbrief is het op elkaar afstemmen van de ontvangsten en de uitgaven. Op 9 september heb ik gesteld en cijfermatig gedocumenteerd dat het betalingsritme in de zomer van 2003 veel hoger lag dan het ontvangstenritme. Wellicht na een actie van uw fractie, wat uw volste recht is, heeft een journalist van De Morgen me gisteren namiddag gebeld. Het enige dat hij niet had vernoemd was het element van de investeringen. Daarom heb ik ook nog een tabel bij met cijfers die op 5 november werd besproken op een vergadering van het Vlaams Bouwoverlegcomité. Die tabel is opgesteld door de administratie. Ook hier kunt u ons niet betichten van dienstbetoon. Die tabel geeft weer hoe de investeringen de voorbije jaren zijn geëvolueerd. Over de rondzendbrief werd overlegd binnen de Vlaamse regering. Er is ook sprake van terugkoppeling naar de Vlaamse regering. Ik heb bij alle regeringsleden al tweemaal verslag uitgebracht over de stand van zaken. Normaliter zal ik dat in de loop van de volgende week opnieuw doen, nadat de laatste doorlichting is gebeurd. Ik zal trouwens proberen dit parlement nog wat cijfers mee te geven. De uitvoering van de begroting is de verantwoordelijkheid van de Vlaamse regering, in het bijzonder van de minister van Financiën en Begroting. De politieke verantwoordelijkheid voor het toekennen van begrotingskredieten berust bij de hele Vlaamse regering. We zullen te allen tijde verantwoording afleggen.
Mijnheer Sauwens, blijkbaar draagt u mijn voorganger niet meer in het hart. Het is me trouwens een raadsel waar die haat voor uw collega's, die vandaag doorschemert in uw interpellatie, vandaan komt. Tal van beleidsbeslissingen die we vandaag uitvoeren en die een zware druk leggen op de begrotingen 2003 en 2004, zoals de CAO voor de sociale sector en de CAO voor het onderwijs, de basismobiliteit en de 15.000 sociale woningen hebben we samen met u goedgekeurd. Ook inzake monumenten en de zorgsector hebben we een gigantische inhaalbeweging op gang gebracht. De cijfers spreken voor zich. Dat zijn stuk voor stuk beslissingen die we in die periode hebben goedgekeurd en die nu consequent worden uitgevoerd.
Wat de maatregelen inzake vastleggingen betreft, per maand wordt er 1/15e vrijgegeven. Momenteel is dus 11/15e vrijgegeven.
Een andere maatregel is de maatregel inzake ordonnanceringen. Die komt er op neer dat we proberen het ordonnanceringsritme aan te houden van de vergelijkbare maand van het vorige jaar, met een kleine correctie. Dat moet er voor zorgen dat de onderbenutting, die in de Vlaamse begroting is ingeschreven en werd goedgekeurd, echt wordt gehaald. Dat is immers een doelstelling van de goedgekeurde begroting. Het is inderdaad zo dat een aantal administraties het in het begin duidelijk moeilijk hadden met deze instructies, omdat ze dit niet gewoon waren. De voorbije 5 of 6 jaar kon Vlaanderen inderdaad rustig zijn gang gaan, maar nu streven we naar een grotere responsabilisering van de vakministers, en niet meer alleen van de minister van Financiën en Begroting. In het kader van het comptabiliteitsdecreet zal dit meer dan nodig zijn, omdat we evolueren naar een enveloppefinanciering. Dat past ook in het beter bestuurlijk beleid : zo komt de politieke verantwoordelijkheid immers terecht bij de vakminister. Het is dus belangrijk dat de administraties en VOI's veel strenger kunnen worden gestuurd.
Ik neem aan dat u van dat beter bestuurlijk beleid geen afstand neemt. Op die manier evolueren we naar een volledig nieuw concept van begrotingsuitvoering. Eens de maatregelen voor een beter bestuurlijk beleid in werking treden, net als het comptabiliteitsdecreet, zal de begrotingsuitvoering meer dan ooit een verantwoordelijkheid zijn van de vakministers, en veel minder van de minister van Financiën en Begroting, die aan een soort algemene controle zal doen. Het voornoemde ontwerp van decreet zal worden besproken in dit parlement. Dit is een keuze die het parlement zal maken. Dit alles brengt met zich mee dat de Abafim en de Inspectie van Financiën een nieuwe rol krijgen in dit geheel.
Misschien hebben niet alle ministers de moed te zeggen welke keuzes ze hebben gemaakt, maar dat laat ik aan hen over. Uit mijn contacten met mijn collega's blijkt echter dat zowel de administraties als de vakministers nu perfect bezig zijn met dit systeem van monitoring van uitgaven in hun eigen departement. De ministers hebben daarover individueel een brief gekregen van mij. Het behoort niet alleen tot mijn verantwoordelijkheid, maar ook tot de hunne om de ontvangsten die ze in hun begroting hebben opgenomen ook daadwerkelijk te realiseren. Of het nu gaat over milieuheffingen of verkopen die geprogrammeerd zijn, dit moet worden uitgevoerd, of de middelenbegroting klopt helemaal niet meer. Ook daar zijn alle ministers geresponsabiliseerd. Desnoods moeten ze in een aantal dossiers contact opnemen met federale ministers. Een voorbeeld is de evolutie van de inkomsten van de trekkingsrechten.
Toen we deze zomer de begrotingsrichtlijn uitvaardigden, werden kredieten ten bedrage van 8,5 miljard euro onderhevig aan deze richtlijn. Dit bedrag is ondertussen gedaald tot 3,7 miljard euro. Eind juni 2003 lag het ordonnanceringsritme meer dan 5 percent hoger dan in juni 2002. U weet dat dit zelfs opgelopen is tot bijna 7 percent. Als gevolg van de maatregelen is dit eind september gedaald tot 1,5 percent. Dat was toen het verschil tussen ontvangsten en uitgaven. Door een aantal vrijgaven die we hebben gedaan, zou dit in oktober opnieuw zijn gestegen tot een kleine 3 percent. Dit zijn de laatste, nog niet definitieve cijfers. Dit is immers een enorm werk. Wel zien we verbeteringen bij een aantal VOI's.We zitten dus op de koers die we willen volgen. Ook de volgende weken zullen we de ontvangsten en uitgaven nauwgezet blijven volgen. Vrijdag is tijdens de bijeenkomst van de regering afgesproken dat ik uiterlijk volgende week de jongste stand van zaken aan alle collega's zal meedelen, zodat ze exact weten waar we staan en welke vastleggingen we kunnen doen in de loop van de volgende weken.
Wat de HRF-norm betreft, deze regering heeft nog steeds de ambitie een voldoende groot overschot te realiseren. Daar gaat het immers over. Het gaat hier niet over het wegwerken van tekorten. Wij moeten overschotten opbouwen om het totaaltekort van de twee entiteiten deels te corrigeren. We zetten daartoe een aantal stappen. U vroeg me of er aan dienstbetoon wordt gedaan. Het is me bijzonder pijnlijk om dit te moeten horen. Ik vind dat geen stijl. (Opmerkingen van de heer Johan Sauwens)
Ik zal even ingaan op de manier van werken, als het u interesseert. Er is een arbitragecel opgericht. Dat staat in de rondzendbrief. U hebt die toch gelezen? De arbitragecel bestaat uit vertegenwoordigers van de Abafim en de Inspectie van Financiën. Het is deze cel die de inkomsten en uitgaven volgt en daarover regelmatig verslag uitbrengt. Aan de hand van die resultaten wordt nagegaan tot op welk niveau kredieten kunnen worden vrijgegeven. Dit lijkt me niet meer dan ordentelijk financieel beleid. Zoals ik gisteren zei tegen de journalist van De Morgen : als hij in juli zijn loon van augustus en september uitgeeft, dan zal hij in oktober stilaan problemen hebben.Welnu, wat wij doen, is proberen er voor te zorgen dat ontvangsten en uitgaven op elkaar zijn afgestemd.
De heer Eric Van Rompuy : Er is dus wel een probleem?
Minister Dirk Van Mechelen : U kunt niet leven als er geen problemen zijn. Tot mijn spijt moet ik u dan straks meedelen dat het economisch beter zal gaan. Dat zal u niet bevallen : het moet catastrofaal slecht gaan.
De heer Eric Van Rompuy : De conjunctuur bevond zich immers maar in een dipje. Ik zal mijn betoog van vorig jaar eens voorlezen, en uw antwoord daarop. Dat zal grappig zijn.
Minister Dirk Van Mechelen : U doet maar.
De heer Eric Van Rompuy : Toen stelde u nog een groei van 2 percent voorop.
Minister Dirk Van Mechelen : Straks moeten we 2,1 percent inschrijven, mijnheer Van Rompuy. Dat is het economisch budget, vastgesteld door het INR. Al 2 jaar pas ik daar een correctie op toe. In de begrotingscontrole 2003 reserveren we daarvoor 0,4 percent, een bedrag van ondertussen bijna 44 miljoen euro. Volgend jaar, wanneer we officieel 2,1 percent inschrijven, reserveren we opnieuw bijna 38 miljoen euro conjunctuurprovisie, om er voor te zorgen dat, mocht wat we officieel in de begroting inschrijven geen werkelijkheid worden, dit wordt opgevangen. Men kan me veel verwijten, maar ik ken mijn cijfers. Misschien werkt dat op uw zenuwen. Zonder dat ik heb afgeluisterd wat tijdens uw fractievergaderingen is gezegd, heb ik tijdens de Septemberverklaring onmiddellijk haarfijn op al uw insinuaties kunnen antwoorden. Als u natuurlijk niet graag hoort dat we correcte cijfers geven, dan kan dat storen. Dat weet ik, maar het is zo. De heer Dehaene, die ik tijdens een voetbalwedstrijd in Brugge ontmoette, zei me dat hij dat een van de betere grappen van de laatste jaren vond. Het is een giller, dit verhaal van de afluisterpraktijken die me in staat zouden hebben gesteld tijdens het debat over de Septemberverklaring te zeggen hoe de vork in de steel zit. Mijnheer Sauwens, we nemen hier structurele voorzorgsmaatregelen om er voor te zorgen dat, wanneer we de BNI-doelstellingen niet halen, we dit opvangen.
Er zijn aantijgingen van dienstbetoon. Ik neem aan dat dit in deze commissie blijft, want als men daar verder op ingaat, dan behoud ik me het recht voor om daar in de meest scherpe termen op te antwoorden. Uit de modaliteiten en voorwaarden van de rondzendbrief mag duidelijk zijn dat het systeem van blokkeringen van de vastleggingsmogelijkheden zo is opgebouwd dat alle aangegane verbintenissen tijdig kunnen worden nagekomen. In eerste instantie werden de kredieten bestemd voor de uitbetaling van lonen en dotaties niet onderhevig gemaakt aan de maatregel.
De heer Erik Matthijs : Mijnheer de minister, u moet antwoorden op de vraag. We weten dat de lonen daar niet aan onderhevig zijn. We vragen informatie over de investeringskredieten.
Minister Dirk Van Mechelen : De rondzendbrief voorziet daarnaast expliciet in de mogelijkheid dat verschuivingen van de vrijgegeven kredieten, zowel binnen als tussen de programma's, door de bevoegde minister kunnen worden doorgevoerd. Het tweede deel geeft elke minister voor al zijn begrotingskredieten de vrijheid om te kiezen waar hij wil vastleggen.
Dit betekent dat elke minister van de Vlaamse regering vandaag de mogelijkheid heeft om binnen de vrijgegeven kredieten zijn prioriteiten te stellen. Dat wordt, in het kader van het nieuwe comptabiliteitsdecreet, de managementfunctie inzake begroting van elke vakminister. Het spreekt voor zich dat voor reeds aangegane verbintenissen die geen uitstel verdragen, in eerste instantie een oplossing wordt geboden door het herverdelen van beschikbare kredieten. In de rondzendbrief werd daarnaast ook in een afwijkingsmogelijkheid voorzien waardoor, indien de vrijgegeven kredieten niet volstaan, de onvermijdbare uitgaven kunnen worden opgevangen. Nadat de voornoemde herverdelingsmogelijkheden uitgeput zijn, kan elke minister dus een afwijking aanvragen in een aantal gevallen. Het gaat over vijf gevallen : verplichte uitgaven waarvan de betaaldatum decretaal is verankerd ; contractueel verplichte uitgaven ontstaan voor de invoering van de maatregel, die op een bepaalde datum moeten betaald zijn ; schadevergoedingen voortvloeiend uit arresten, dadingen en minnelijke schikkingen ; regeringsbeslissingen van voor de invoering van de maatregel waarvan het uitstel van de vastlegging niet opportuun is, omwille van hun impact ; alle andere beslissingen, mits verantwoording, waarvan wordt geoordeeld dat het uitstel van de vastlegging maatschappelijk niet verantwoord is.
Dat zijn de vijf mogelijkheden die worden getoetst wanneer een minister bovenop zijn individuele mogelijkheden en verantwoordelijkheden uiteindelijk een afwijking wenst te verkrijgen.
Voor dit type afwijkingen is er een procedure uitgewerkt waarbij vooraf het advies van de Inspectie van Financiën wordt ingewonnen en een voorafgaand onderzoek van de aanvraag door Abafim wordt ingesteld. Iedere aanvraag wordt door beide instellingen getoetst aan de zojuist vermelde criteria. Hierdoor wordt een evenwichtige beoordeling van de voorstellen gegarandeerd. Er kan dus geen sprake zijn van willekeur of dienstbetoon.
Op dit ogenblik werden ongeveer 100 afwijkingsaanvragen van dit type behandeld. Herverdelingen en afwijkingen worden maandelijks twee keer en in het begin zelfs drie tot vier keer in het boekhoudsysteem ingevoerd. De behandelingstermijn van de aanvragen is dus bijzonder beperkt. Indien een probleemsituatie wordt gesignaleerd, kan er in de praktijk een oplossing worden geboden binnen een tijdsbestek van 2 weken. Daardoor snijdt het verhaal van de verwijlinteresten geen hout.
Wat zal er eind december 2003 met de resterende 3/15 van de vastleggingskredieten gebeuren? Het gaat over een zeer klein pakket van kredieten. Het is bovendien de bedoeling dat we de begroting uitvoeren en dat we vastleggen waarin er is voorzien.
Wat de meerjarenbegroting betreft, hebben we in deze commissie duidelijk afgesproken dat we ze telkens zouden indienen bij de budgetcontrole van het jaar daarop. Op dat ogenblik liggen de parameters immers vast.We zullen straks duidelijk zeggen waarom we dat doen en welke gevolgen dat heeft voor de meerjarenbegroting.
Ik heb een tabel gekregen van de administratie. Het is een tabel die werd opgemaakt voor het Vlaams Bouwoverlegcomité (VBOC). Mijnheer Sauwens, u hebt daar zelf al regelmatig deel van uitgemaakt. We hebben daar de hele problematiek van de investeringsprogramma's voor 2004 toegelicht.
De heer Johan Sauwens : Ik heb daar niet over gesproken. Het gaat over de reële investeringen.We weten welke beloftes er gedaan zijn. Ik heb u de cijfers gegeven van wat er reëel is geïnvesteerd.
Minister Dirk Van Mechelen : Ik geef u dadelijk de investeringen van 1995 tot 2004. Daaruit zult u kunnen opmaken dat er bij de investeringen tussen 1999 en 2004 van daling geen sprake is. Ik hoop dus dat deze tabel kan bijdragen tot de sereniteit van het debat, tenzij cijfers niet meer worden aanvaard.
Mijnheer Matthijs, de milieusector is uw specialiteit. U zult aan uw trekken komen wanneer u ziet welke bijkomende inspanningen we zullen leveren om een antwoord te geven op een problematiek die al meer dan 10 jaar aansleept.
Ik zal het nu hebben over die 221 miljoen euro. Op 9 september 2003 heb ik gezegd dat een van onze problemen is dat de doorstortingen van middelen van onder andere de federale overheid niet snel genoeg gebeuren. De doorstortingen zijn minder dan waar we recht op hebben. Mijnheer Sauwens, u hebt daarover trouwens een interessante schriftelijke vraag gesteld. Het gaat om schriftelijke vraag nummer 173 van 19 september 2003. Ik heb daarop een uitgebreid antwoord gegeven.
Omdat minister Vande Lanotte in 2003 geen budgetcontrole heeft gedaan, zijn ook de parameters niet aangepast. Dat heeft tot gevolg gehad dat de doorstortingen aan de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest niet voldoende zijn. Dat heeft uiteraard een impact op de kasresultaten.
Als de trekkingsrechten in 2003 niet worden doorgestort, dan zit dat geld niet in mijn kas.We zitten in verband met de kaspositie dus met een hele reeks parameters en begrotingshandelingen en met doorstortingen die moeten gebeuren. We zijn dus enorm beïnvloedbaar, want we werken nog steeds met een dotatiebegroting van 80 percent. Bij de minste hapering en bij het nalaten van aanpassing van de parameters zijn er effecten merkbaar op de kasbegroting. De begroting gaat immers uit van het feit dat we die middelen zullen verwerven. Daarvandaan komt die permanente monitoring. Mijn voorgangers zouden op dezelfde manier hebben gereageerd.
Waar komt dat bedrag van 221 miljoen euro vandaan? Het is het resultaat van het verschil tussen de huidige federale doorstortingen en een eerste raming van de samengevoegde en gedeelde belastingen bij de federale begrotingscontrole 2003, die op dit ogenblik nog moet gebeuren. De federale begrotingsgegevens in verband met de samengevoegde en de gedeelde belastingen zijn dus bepalend voor onze kassituatie.
Ik denk dat er over de parameters ondertussen voldoende duidelijkheid is om uiteindelijk dit bedrag van 221 miljoen euro volledig te kunnen verantwoorden. Het is trouwens gestegen tot 223 miljoen euro.
Het Overlegcomité van 19 september heeft de knoop definitief doorgehakt. Op basis van de afgesproken parameters zal het bedrag dit jaar nog worden gestort door de federale overheid. Dat zal gebeuren naar aanleiding van de begrotingscontrole 2003 van de federale regering.
Hoe dan ook werd er naar aanleiding van deze discussie beslist dat in ESR-termen de datum van het politieke akkoord, namelijk 19 september 2003, determinerend is voor het jaar van aanrekening van de 223 miljoen euro in de entiteit. Wat mij betreft is het leuk om nog eens gelijk te krijgen. Er is immers een groot verschil in de politiek tussen gelijk hebben en gelijk krijgen. Uiteindelijk wil dat zeggen dat de afcentiemen, die ons twee keer zijn aangerekend, moesten worden aangerekend op het ogenblik van het politieke akkoord. Dat is dus in het jaar 2001 en niet in 2002.
De Nationale Bank bevestigt deze redenering. Dat betekent dat onze HRF-norm eigenlijk moet worden gecorrigeerd met het bedrag van de afcentiemen. Daardoor wordt hij nog beter.
Ik zou niet weten waarom Vlaanderen in de begrotingsuitvoering het hoofd zou moeten buigen ten opzichte van de andere entiteiten.
Het verschil zit hem in de aanpassingen van de macro-economische parameters die stilaan naar boven komen. Ondertussen zult u het antwoord op de schriftelijke vraag van de heer Sauwens bij u hebben. U kunt dan zien dat de parameters met betrekking tot de inflatie, het BNI, de fiscale capaciteit, het aantal leerlingen in Vlaanderen en de denataliteitscoëffinciënt gevoelig worden aangepast.
Een van de belangrijkste aanpassingen is die van de parameter van de fiscale capaciteit. Het is misschien goed ze eens te overlopen. Dat is overigens ook nuttig voor de bespreking van de begroting 2004. Ten opzichte van de federale begrotingsopmaak is het inflatiepercentage voor 2002 bijgesteld van 1,50 naar 1,64 percent Voor 2003 is het inflatiepercentage verminderd van 1,40 naar 1,30 percent. Als ik bekijk wat er de afgelopen maanden is gebeurd, dan vrees ik dat we boven dat cijfer van 1,40 percent zullen uitkomen. Dat is van groot belang voor de Vlaamse begroting.
De heer Johan Sauwens : Wij vragen de toepassing van het reglement. De begroting kan hier niet worden behandeld. Ik wil van de minister graag een antwoord op de vraag.
Minister Dirk Van Mechelen : Ik antwoord op de vraag van de heer Matthijs.
De heer Johan Sauwens : De vraag is waarom de aanpassing van de norm die in september op het Overlegcomité is overeengekomen, niet wordt toegepast.
Minister Dirk Van Mechelen : Vergis ik mij, mijnheer Matthijs? Ik antwoord toch op uw vraag?
De heer Erik Matthijs : U hebt gelijk.
Minister Dirk Van Mechelen : Ik heb natuurlijk begrepen dat de begrotingsbespreking hier niet aan de orde is, waarmee alle vragen over de begroting 2004 zonder voorwerp zijn.
Wat de inflatie betreft, zijn de olieprijzen veel hoger dan was voorzien. De inflatie zal in 2003 vermoedelijk veel groter zijn dan was verondersteld. Ik hou er dus rekening mee dat dit kan leiden tot een positief effect op de begroting 2004. Het debat over parameters is een permanent debat, en het leidt uiteindelijk op budgettair vlak tot winnaars en verliezers. Tijdens de budgetcontrole wordt dat verrekend, zodat er budgettaire stabiliteit voor 2003 en 2004 wordt bereikt. Er is overeengekomen om de meerjarenbegroting in te dienen tijdens de budgetcontrole, als de meest correcte cijfers ter beschikking zijn. Tijdens het technisch overleg met de federale regering bleek dat noch de federale regering, noch de gewesten willen meemaken dat de toestand volkomen verkeerd wordt ingeschat en een herziening van de parameters voor een periode van drie jaar nodig is.
Wat de 223 miljoen euro betreft, bedraagt de opbrengst van de aanpassing voor de inflatiecorrectie 23,057 miljoen euro. Verder is er de gewijzigde BNI-groei.Terwijl het BNP in 2001 zeer groot was, leidde de aanpassing van het BNI voor 2001 voor ons tot een slechte afrekening van 0,50 percent. In 2002 en 2003 vloeit ten gevolge van een positieve ruilvoet uit het BNI een gunstige afrekening voort. Dat vertaalt zich in de wijziging voor 2002 van 0,9 naar 1,83 percent, en voor 2003 van 2,4 naar 2 percent. De wijziging voor 2002 is een nachtmerrie voor de federale regering. We hadden voor 2003 2 percent ingeschreven, en dat cijfer dan zelf gecorrigeerd met een conjunctuurprovisie van 0,4 percent. Volgens de laatste cijfers van het INR moeten we uitgaan van 2 percent, met als resultaat dat de middelen met 140 miljoen euro toenemen.
De gewijzigde fiscale capaciteit zal bij de bespreking van de begroting 2004 worden toegelicht. Op termijn zal die een belangrijke rol spelen in de herverdeling van de Lambermontmiddelen. De fiscale capaciteit van een bepaald jaar wordt berekend aan de hand van de resultaten van het aanslagjaar van het jaar ervoor, dus van de inkomsten van twee jaar ervoor. De fiscale capaciteit van 2001 wordt berekend aan de hand van de inkomsten van 1999. De afgelopen jaren stijgt de fiscale capaciteit van Vlaanderen voortdurend. Vlaanderen zit dus in een gunstige positie, en dat begint zich nu rechtstreeks maar ook onrechtstreeks in onze begroting te vertalen. Voor 2003 is er een bijstelling van 62.70 naar 63.06. In vergelijking met de voorgaande jaren levert dat voor Vlaanderen bijkomende middelen op ten belope van 53 miljoen euro.
De financieringswet heeft Vlaanderen in het begin parten gespeeld om ons rechtmatig deel te kunnen opeisen. Hoe meer de fiscale capaciteit een rol begint te spelen, hoe beter voor de Vlaamse begroting. Vanaf 2005 krijgen we zo via de herverdeling van de Lambermontmiddelen ongeveer 240 miljoen euro in handen.
De gewijzigde denataliteitscoëfficiënt speelt ook een rol.We profiteren ten dele van het feit dat we boven het cijfer '1' uitstijgen, dankzij de Franse Gemeenschap, waardoor de pot van de BTW-ontvangsten die naar de gemeenschappen gaat, stijgt, terwijl het Vlaamse deel ervan, berekend op basis van het aantal leerlingen, lichtjes daalt. De stijging van het eerste element is groter dan de daling van het tweede element. Dat levert 7,5 miljoen euro op.
De correctie van deze vier parameters levert 222,959 miljoen euro op voor de begroting 2003. Het is natuurlijk wel zo dat dit geld ook moet worden doorgestort en in onze kasmiddelen moet terechtkomen. Ik moet dat goed in het oog houden. Het is best mogelijk dat de Kamer van Volksvertegenwoordigers de begrotingscontrole 2003 pas in december zal goedkeuren. Dat geld zal wellicht pas tussen 15 en 20 december in mijn kas belanden. Anders gesteld : er wordt een positief scenario uitgevoerd, en we houden daar rekening mee. De aanpassingen aan de begroting 2003 hebben daarmee te maken.
Onze conjunctuurprovisie die diende om tegenslagen op te vangen, kan niet in het FFEU terechtkomen.
Men zegt hier dat ik geld twee keer gebruik. Als ik de conjunctuurprovisie ten opzichte van een economische realiteit, zou laten vervallen en als die in het FFEU zou terechtkomen, dan zou u gelijk hebben. Dat doen we echter niet. Het FFEU is niet meer of niet minder dan het systeem van de koptabel, die elke gemeente via zijn rekening terug in zijn begroting inbrengt in de loop van het daaropvolgende jaar. We hebben geen constructie uitgevonden van een andere planeet. Dit is een correcte constructie die de voorbije jaren heeft gezorgd voor heel wat economische dynamiek.
De cijfers zullen morgen worden bekendgemaakt. Ik geef er één, namelijk 37,5 miljoen euro die via het FFEU in IMEC komt. Op dit ogenblik is de clean room in opbouw. De werkzaamheden laten toe dat ze volgend jaar worden afgerond. Vandaag worden contracten afgesloten die de investering via het FFEU vertienvoudigd zal terugbrengen door aantrekking van researchcapaciteit van alle grote wereldgroepen die bezig zijn in de micro-elektronica. Het zijn wel degelijk hefboominvesteringen naar veiligheid, tewerkstelling, onderzoek en ontwikkeling. Tot spijt van wie het benijdt, zijn dit de cijfers. De contracten zullen ten gepasten tijde op tafel komen.
De voorzitter : De heer Matthijs heeft het woord.
De heer Erik Matthijs : Mijnheer de minister, ik had wel verwacht dat u ons zou verdrinken in cijfers en gegevens, die we allemaal moeten checken. Ik had echter gevraagd of er verwijlintresten moeten worden betaald en of er schadeclaims zijn door de maatregelen die u begin augustus hebt genomen. Ik had ook gevraagd wat u van plan bent als de uitbetaling niet meer voor het einde van het jaar kan gebeuren en de kredieten hiervoor vervallen. U antwoordt hier niet op.
Minister Dirk Van Mechelen : Mijnheer Matthijs, moet ik herhalen wat ik zopas heb gezegd? U hebt niet goed geluisterd. Schadevergoedingen voortvloeiend uit arresten, dadingen en minnelijke schikkingen worden onmiddellijk vrijgegeven.
De heer Erik Matthijs : Ik heb gevraagd of er zijn, en hoeveel.
Minister Dirk Van Mechelen : Er zijn altijd schadevergoedingen en verwijlintresten.
De heer Erik Matthijs : Door die maatregel?
Minister Dirk Van Mechelen : Het systeem is zodanig opgebouwd dat er normaal geen onterechte bijkomende verwijlintresten kunnen komen. Er kan twee of drie weken verschil op zitten, dat is het enige. Ik verwijs nog eens naar een antwoord op een vraag over de verwijlintresten in deze commissie. Het federale KB is gewijzigd waardoor de ingangsdatum voor de berekening van de verwijlintresten is versneld, met meerkosten in 2002, 2003 en 2004. U moet volgend jaar dus niet komen zeggen dat u me in november hebt gezegd : u zult wel zien wat er gebeurt. Ik wil daarom het antwoord op die parlementaire vraag nog eens in herinnering brengen.
Vanzelfsprekend proberen we verwijlintresten te voorkomen en wanneer er een monitoring van inkomsten gebeurt, moet iedereen zijn verantwoordelijkheid nemen. De administratie Aminal was naar de pers gelopen en had haar aanvraag nog niet ingediend bij minister Sannen, laat staan bij de minister van Financiën en Begroting. Nadien zijn in briefwisseling de juiste cijfers en data naar boven gekomen en heb ik inmiddels de excuses aanvaard.
De voorzitter : De heer Sauwens heeft het woord.
De heer Johan Sauwens : Mijnheer de minister, u zegt veel, maar geeft niet altijd het antwoord op de gestelde vragen.
Ik wil een zeer duidelijk antwoord krijgen op volgende vraag. U hebt gezegd dat de drie vijftienden zouden worden vrijgegeven. Is dat zo?
U hebt gesproken over een honderdtal afwijkingen die werden behandeld. Ik had graag de lijst van de aanvragen van toegestane afwijkingen en van geweigerde afwijkingen.
De cijfers die ik daarnet heb genoemd in verband met de investeringen in de Vlaamse Gemeenschap, zijn niet de beloofde investeringen, maar de reële. Er is een serieuze daling merkbaar. Ik zal u over die cijfers nog een schriftelijke vraag stellen. Ze komen uit de algemene gegevensbank en zijn gebaseerd op gegevens uit de economische hergroeperingen. Het heeft wel een inspanning gevraagd om ze vast te krijgen. Het valt me trouwens op dat we tot nu toe nog geen enkel overzicht van de investeringen hebben. Vroeger was dat wel gebruikelijk.
Mijnheer de minister, u zegt dat er geen probleem is en de rondzendbrief de administratie en de collega-ministers moet aanzetten tot meer verantwoordelijkheid. U hebt niet geantwoord op mijn vraag of die rondzendbrief wordt ingetrokken.
Minister Dirk Van Mechelen : Ik heb gezegd dat de monitoring en de rapportering maandelijks wordt gedaan. Ik zal binnen tien dagen voor de derde keer rapporteren. Op dat ogenblik moet de Vlaamse regering beslissen of het nodig is dat we die monitoring voortzetten of niet.Volgens mij moet die trouwens permanent gebeuren zonder rondzendbrieven. Dat is een daad van goed huisvaderschap.
De heer Johan Sauwens : Het feit dat de rondzendbrief er is, de wijze waarop die aan de administratie en al wie met het Vlaams Gewest en de Vlaamse Gemeenschap te maken heeft, wordt opgedrongen en de oprichting van de arbitragecel wijzen op een crisissituatie. Dat staat haaks op de woorden van minister-president Somers dat deze rondzendbrief zou worden ingetrokken. Dat is tot nader order niet het geval, wat de geloofwaardigheid van de minister-president zeker niet dient.
Wat de HRM-norm betreft, is het overschot groot. Dit is volledig gelokaliseerd in de periode 1999- 2001. Op dit ogenblik tracht men dankzij een aantal trucs te scoren door het jaar af te sluiten met een gunstig saldo. Dit heeft echter pijn veroorzaakt, mijnheer de minister. Indien u had geweten welke weerslag dit zou hebben gehad, zou u dit niet gedaan hebben. Dit heeft verlies aan kwaliteit in het Vlaams bestuur en schade aan de goede naam voor Vlaanderen als bestuurder veroorzaakt.
Ik kondig een motie aan waarbij we de intrekking van de rondzendbrief vragen en zeggen dat we de werkwijze waarbij men ingrijpt in een begroting, besparingen wil forceren zonder het zo te noemen en de trucs die dit alles omkaderen, onmogelijk kunnen blijven aanvaarden.
De voorzitter : Minister Van Mechelen heeft het woord.
Minister Dirk Van Mechelen : Ik neem akte van het feit dat u voor de beslissingen genomen in 1999-2001 en de repercussies naar 2001 geen enkele politieke verantwoordelijkheid neemt.
De parameters spreken voor zichzelf. Mijnheer Sauwens, op het moment dat u mee de CAO voor de sociale sector en voor het onderwijs hebt goedgekeurd, gingen we uit van compleet andere parameters. Ik neem aan dat u het licht van de zon niet zult ontkennen. Als de Vlaamse regering haar gigantische engagementen ten opzichte van deze sectoren wil waarmaken, wordt de begroting onder druk gezet, dat heb ik nooit ontkend. In 2002 was er een terechte dubbele aanrekening van de afcentiemen, die ik blijf betwisten. Ik heb dat altijd in deze commissie gezegd, en ik krijg nu gelijk door de interpretatie van de Nationale Bank van België die zegt dat de aanrekening moet gebeuren op de dag van het politiek akkoord. Het geld was trouwens reëel doorgestort. Desondanks behaalden we in 2002 andermaal de norm. De norm van de Hoge Raad voor Financiën voor 2003 is door de ESRconsolidatie bijzonder moeilijk voor Vlaanderen. We zullen er tot op de laatste dag proberen naar te streven.
In het kader van het stabiliteitsakkoord van december 2000 hebben we een aantal mogelijkheden die we al dan niet kunnen aangrijpen. Het is trouwens ook besproken met de voorzitter van de HRF.
De heer Johan Sauwens : Wat is dan de norm voor 2003 en 2004?
Minister Dirk Van Mechelen : Wij gaan uit van de norm die is opgenomen in het akkoord van 15 december 2000. Hierbij is nu een discussie lopende, waarvan het verslag nog moet worden goedgekeurd, die erover gaat hoeveel van die fameuze ESR-code 8-klassificaties wij in Vlaanderen ten laste moeten nemen. De federale regering probeert een stuk code-8-klassificaties door te sturen naar de gemeenschappen en gewesten. We blijven er voor ijveren dit zo minimaal mogelijk te houden.
Er is een akkoord van 22 september in het Overlegcomité en er is afgesproken met de voorzitter van de HRF dat we die akkoorden zullen overmaken. Ten tweede is afgesproken dat we bij de eerstvolgende budgetcontrole de verrekening doen van wat in de akkoorden is opgenomen.
De heer Johan Sauwens : Dus na de verkiezingen?
Minister Dirk Van Mechelen : Mijnheer Sauwens, ik laat uw intentieproces voor uw rekening. De begroting is afgesloten op 14 september als ik me niet vergis. Voor alles wat na 14 september komt, zou er dan een nieuwe begroting moeten worden gemaakt.
Met redenen omklede motie
De voorzitter : Door de heer Sauwens werd tot besluit van deze interpellatie een met redenen omklede motie aangekondigd. Ze moet zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het parlement zal zich daarover tijdens een volgende plenaire vergadering moeten uitspreken.
Het incident is gesloten.