Commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening Vergadering van 13/11/2003
Vraag om uitleg van de heer Cis Schepens tot de heer Ludo Sannen, Vlaams minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, over het nijpend tekort aan boswachters
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Schepens tot de heer Sannen, Vlaams minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, over het nijpend tekort aan boswachters.
De heer Schepens heeft het woord.
De heer Cis Schepens : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dames en heren, ik heb een vervelende vraag. Ik weet dat binnen de Vlaamse regering noch de minister van Ambtenarenzaken, noch de minister van Leefmilieu, noch de minister-president instaat voor de werving van boswachters. We zitten daar met een probleem.
Mijn vraag is ontstaan naar aanleiding van de droogte van de voorbije zomer. De veiligheid van sommige houtvesterijen in de Kempen kwam deze zomer in het gedrang door de onderbezetting van het boswachtersbestand ten gevolge van de recente uitstapregeling en de normale uitstroom zoals pensionering.
De administratie wou eerst de houtvesterijen aan bod laten komen die zich op zanderige bodems bevinden en waar het brandgevaar het grootst is. In een nota van de administratie staat dat er voor Turnhout vijf boswachters bij zouden komen, voor Bree vijf en voor Hechtel drie. De andere tekorten zouden later worden aangevuld. Er bestaan nog twee wervingsreserves, maar er zitten onvoldoende kandidaten in. Meestal gaat het om mensen uit Oost- en West-Vlaanderen, voor hen is het niet interessant om in de Kempen een baan te vinden.
U komt zelf het openbaar bos in Retie openen dat pas werd erkend. Het gebied van 47 hectare valt onder de categorie 'groot brandgevaar'. Ik deed enig onderzoek en ontdekte dat de meest recente grote werving gebeurde na de periode van felle bos- en heidebranden in de jaren '90. Het verbaasde me dat boswachter wordt gecatalogeerd als 'continu-functie' zodat ze bij uitstroom automatisch worden vervangen.
Dat gebeurt echter niet. Om de vervangende wervingen te kunnen uitvoeren, heeft men refertekredieten nodig, maar die worden beheerd op het niveau van de administratie die intussen wel uitbreidt. Ik heb nu gehoord dat men de administraties wat wil inbinden, dat lijkt me nuttig. De administratie moet die refertekredieten vrijgeven. De laatste stand die ik terugvond, dateert van mei 2002. Deze zomer werd meegedeeld dat de kredieten in september zouden worden toegekend en verdeeld. Voor zover ik weet, is dat niet gebeurd.
Tijdens de voorbije maanden stuurden de verantwoordelijken van Bos en Groen nota's om het tekort aan boswachters onder de aandacht te brengen van de administratie. Ze meldden dat ze de veiligheid niet langer konden garanderen. Op die nota kwam tot op vandaag geen reactie.
Plichtsbewuste houtvesters nemen nu al sommige taken van de boswachters over. Dat is in de houtvesterij Turnhout bijvoorbeeld een dagelijks feit geworden. Ik ben me ervan bewust dat de invulling van die boswachters niet evident is door de steeds moeilijker en complexer wordende materie. We moeten daar echter iets aan doen.
Hopelijk moet het niet opnieuw tot een brand komen om nieuwe aanwervingen mogelijk te maken. Bent u op de hoogte van het gevaarlijke tekort aan boswachters in ons uitbreidend bosareaal? Kan de continu-functie niet tot gevolg hebben dat de vervanging een automatisme wordt?
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Mijnheer de voorzitter, ik wil me aansluiten bij de vraag van de heer Schepens. Ik ben in de afgelopen week tot tweemaal toe gecontacteerd door een plaatselijk mandataris. Hij meldde een tweetal problemen met een bosgebied. We hebben duidelijk een veiligheidsprobleem, maar ook het beheer zit niet goed. Soms doet Natuurpunt het onderhoud, soms de gemeente. Op welke manier wilt u dit oplossen? Is het mogelijk om het beheer beter te structureren via een samenwerkingsovereenkomst? Kan dat een steun betekenen voor de gemeenten? Kunnen zij op die manier boswachters aanwerven?
De voorzitter : Minister Sannen heeft het woord.
Minister Ludo Sannen : Mijnheer de voorzitter, dames en heren, het probleem van een tekort aan boswachters is mij gemeld door mijn administratie. In antwoord op uw vraag kan ik u volgende informatie geven over het verloop van het personeelsbestand van de boswachters binnen Bos en Groen.
De bos- en heidebranden hebben als argumentatie gediend om de werving van 15 boswachters en 11 natuurwachters via herschikking van beleidskredieten voor Leefmilieu, namelijk Bos en Groen, naar algemene middelen, in 2001 te laten goedkeuren als nieuw initiatief. Deze 15 vacatures werden pas in de loop van 2002 volledig ingevuld. Zij begonnen met een contractueel statuut, maar 3 van hen werden ondertussen als statutair opgeroepen, vermits zij geslaagd waren in een wervingsexamen. Een vierde zal in januari opgeroepen worden, nadat hij zijn loopbaanonderbreking beëindigd heeft.
Boswachters krijgen een ambtsgebied toegewezen, de zogenaamde boswachterij. Deze ambtsgebieden worden, tevens rekening houdend met administratieve grenzen, ingedeeld met het oog op een gelijkmatige verdeling van de taken. Via voormelde wervingen kregen niet alle ambtsgebieden een titularis, zodat een aantal titularissen via herschikking van gebieden bijkomende taken toegewezen kregen.
In 2001 werd een personeelsplan opgemaakt met de bedoeling de bestaande personeelssituatie in eerste instantie te bestendigen, het zogenaamde 'PEP (personeelsplan) as is' met refertedatum 1 december 2001. Dit personeelsplan bevat 107 functies voor boswachter en 10 functies voor adjunct houtvester, een bevorderingsgraad voor boswachters, met leidinggevende, coördinerende taken ten aanzien van boswachters en bijzondere taken met betrekking tot terreinbeheer, zoals onder meer de preventie en de veiligheid bij de werken.
Op datum van 31 oktober 2003 zijn in vergelijking met de toestand van 1 december 2001 - 'PEP as is' - 11 vacatures voor boswachter en 3 voor adjunct-houtvester ontstaan door afvloeiingen via pensioen, vervroegde uittreding, mutatie en één overlijden. Buiten de voormelde wervingen van de 15 boswachters met contractueel statuut, vonden geen andere wervingen plaats. Ondertussen zijn er dus 11 ambtsgebieden zonder titularis bijgekomen, evenals drie vacatures voor adjunct-houtvester.
Momenteel loopt er een bevorderingsronde voor twee functies van adjunct-houtvester. Voor deze twee functies hebben alleen boswachters gekandideerd, zodat op korte termijn nog eens twee ambtsgebieden voor boswachters vrij komen.
Via Selor is er tevens een procedure van wervingsexamen voor boswachters aan de gang. Dit examen werd opgestart omdat de bestaande werfreserves kwamen te vervallen en om zodoende in een nieuwe reserve te voorzien, waaruit bij het bekomen van een wervingsmachtiging snel kan worden geput. Een dergelijk wervingsexamen is ook als sluitstuk te beschouwen van een zware opleiding ter voorbereiding van het examen tot het behalen van het bekwaamheidsgetuigschrift bosbouw, dat als wervingsvoorwaarde geldt.
Het bericht destijds van de 1-op-1-vervanging voor boswachters, heeft vele geslaagden van het examen bosbouwbekwaamheid aangespoord om aan het wervingsexamen deel te nemen. Het uitblijven van wervingen zal voor vele geslaagden een domper op hun enthousiasme zijn. Bovendien zijn de meest bekwame kandidaten na verloop van tijd niet meer beschikbaar op de arbeidsmarkt. Tot zolang er geen wervingsmachtiging wordt verleend op basis van beschikbare refertekredieten kan echter niet tot effectieve werving worden overgegaan.
Dit refertekrediet is de beperkende factor voor bijkomende aanwervingen. Dit refertekrediet werd indertijd berekend op basis van de personeelsleden die in 2001 in dienst waren, plus de open vacatures.
Het idee erachter was dat dit personeelsbestand moest volstaan voor de lopende opdrachten en niet verder kon toenemen. De enige mogelijkheid voor bijkomend personeel was het indienen van een nota bij de Vlaamse regering met een motivatie waarom er 'omwille van uitzonderlijk maatschappelijk belang' bijkomend personeel nodig was.
De besteding van het refertekrediet werd via de beslissing van de Vlaamse regering van 21 november 2001 gekoppeld aan de vrijheid van de leidend ambtenaar van de betrokken administratie om als overheidsmanager autonoom te kunnen oordelen over de meest dringende personeelsbehoeften en om binnen het toegekende refertekrediet de nodige verschuivingen te doen. De beslissing over verlenging van contracten of verschuivingen ligt dus niet bij mij, maar bij de leidend ambtenaar van Aminal.
Ik stel ondertussen wel vast dat de geest van het refertekrediet onvoldoende gehonoreerd is. De normale verhogingen noodzakelijk om CAO's en indexeringen op te slorpen, werden niet volledig toegekend, waardoor er volgens mijn diensten vandaag een verschil is van 6 percent tussen het bedrag dat vandaag zou overeenstemmen met het personeelsbestand van 2001 en het werkelijk toegekende bedrag. Voor mijn administratie komt 6 percent omgerekend neer op ongeveer 50 VTE's (voltijdse eenheden). Het zijn VTE's die dus niet kunnen worden ingevuld. Ik heb dit probleem aangekaart bij mijn collega, minister Van Grembergen.
Ik ben er persoonlijk van overtuigd dat het toekennen van het statuut 'continu-functie' de facto een automatische vervanging met zich mee moet brengen, maar doordat het refertekrediet hier de beperkende factor is, is dit in de praktijk niet het geval. Ik wil er echter nogmaals op wijzen dat het mij als minister niet toekomt om aan te geven waar er, binnen het refertekrediet, meest dringend personeel moet worden geworven, maar dat dit de taak van de directeur-generaal is.
Gezien het nijpend tekort zal ik de Vlaamse regering vragen om alsnog goedkeuring te verlenen voor de aanwerving van een aantal bijkomende boswachters. Ik verheel u niet dat dit een moeilijke discussie zal worden in de regering omwille van het totaalpakket aan bijkomende aanwervingen door de Vlaamse overheid. Ik heb het gevoel dat de administratie van Aminal de dupe is omdat het een jonge administratie is. Het gevolg daarvan is dat de loonkost wel stijgt, maar dat er weinig uitstroom is. Andere administraties hebben wel uitstroom via pensioneringen en krijgen er middelen bij, waarmee bijna twee nieuwe jonge krachten kunnen worden gefinancierd. Het probleem is dus specifiek voor jonge administraties zoals Aminal. Het antwoord zal u wellicht niet bevredigen, maar het schetst het kader waarbinnen ik moet functioneren.
Er werd nog een bijkomende vraag gesteld over de samenwerkingsovereenkomsten. Ik weet niet of ze een oplossing kunnen bieden. Voor het beheer van bossen is er reeds een goede regeling. Ik weet niet of het nodig is om bijkomend, onrechtstreeks te financieren via de gemeenten. Ik heb het voorstel alvast genoteerd en zal laten onderzoeken of het een mogelijkheid kan bieden om het nijpend probleem te ondervangen. Ik ben echter geen voorstander van het oplossen van probleemsituaties via ad-hocoplossingen. Ik verkies om eerst een nota te sturen naar de regering waarin ik wijs op de noodzaak om meer boswachters aan te werven.
De voorzitter : De heer Schepens heeft het woord.
De heer Cis Schepens : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord waarin u mijn bevindingen grotendeels bevestigt. Ik weet dat u als minister niet instaat voor de aanwervingen, maar in het geval dat er grote branden ontstaan, zijn de burgemeester van de betrokken gemeente en de minister wel rechtstreeks verantwoordelijk. Daarom stelde ik mijn vraag hier aan u. Als u een nota richt tot de regering, dan zal ik daar een brief op laten volgen aan de ministers van mijn partij om mijn bezorgdheid aan te kaarten.
U noemt Aminal een jonge administratie. Ik stel vast dat die administratie nog steeds aangroeit. Er komen veel jonge mensen bij, maar die werken vooral in de administratie, niet op de vloer. Ik wil er samen met u voor vechten om iets aan dit probleem te doen.
Minister Ludo Sannen : Mijnheer Schepens, ik heb duidelijk gemaakt waar de verantwoordelijkheden zich bevinden. In een modern gestuurde staat moeten we ons daaraan houden. Het is dus de directeur-generaal die de keuzes maakt.
De voorzitter : Het incident is gesloten.