Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Huisvesting en Stedelijk Beleid Vergadering van 04/11/2003
Vraag om uitleg van de heer Bart De Smet tot de heer Paul Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, over de stand van zaken in het Elia-dossier einde oktober 2003
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer De Smet tot de heer Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, over de stand van zaken in het Elia-dossier einde oktober 2003.
De heer De Smet heeft het woord.
De heer Bart De Smet : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, in het dossier over de compensaties voor het verlies van dividenden door de lokale besturen heeft de federale premier in oktober vorig jaar voorgesteld om dat te doen via de Elia-heffing. Het is algemeen bekend dat het einde van oktober een belangrijke vervaldag is in het Elia-dossier.
Mijnheer de minister, ook u hebt in antwoord op mijn interpellatie over een belangrijk moment gesproken. Er werd een duidelijke oplossing voor de lokale besturen in het vooruitzicht gesteld. Op 22 oktober zei de fractievoorzitter van de VLD in de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement dat de federale minister van Energie de komende dagen een beslissing zou nemen.
Ik hoor dat er bij de opmaak van de begrotingen op het lokale niveau heel wat ongerustheid is. Sommige gemeentebesturen achten het niet haalbaar om een begroting in evenwicht voor te leggen zonder ingrijpende besparingen en afvloeiingen.
Mijnheer de minister, is er een oplossing uitgewerkt, en zo ja, wat zijn daarvan de krachtlijnen? Wellicht is dit de laatste keer dat ik u met deze vraag lastigval. Als u negatief antwoordt, dan zal dat desastreuze gevolgen hebben voor de lokale besturen.
De voorzitter : De heer Verfaillie heeft het woord.
De heer Jan Verfaillie : Mijnheer de minister, we wensen duidelijkheid. Het is geen 5 voor 12, het is een honderdste van een seconde voor 12. De gemeenten zijn al in overtreding met de wettelijke bepalingen over de goedkeuring van de begroting. Die stipuleren dat dit de zoveelste week van oktober moet gebeuren, maar iedereen weet dat dit vrij wordt geïnterpreteerd.
Gisteravond heb ik in ons schepencollege gezegd dat de begrotingsbesprekingen voor 2004 voorlopig worden opgeschort omdat we over onvoldoende informatie beschikken om die te laten goedkeuren. Ik heb gegevens opgevraagd van verschillende West-Vlaamse energie-intercommunales. Alle West-Vlaamse gemeenten ontvangen samen 33 miljoen euro minder van de energie-intercommunales voor 2004. In 2005 loopt dat op tot 50 miljoen euro. Dat betekent 63 euro per inwoner in 2003, 33 euro in 2004, en opnieuw een halvering in 2005. Mijnheer de minister, wij vragen daarover duidelijkheid.
De voorzitter : De heer Loones heeft het woord.
De heer Jan Loones : Mijnheer de minister, de gemeenten zijn gelukkig omdat er een begin is gemaakt met een compensatie. Dat is het enige positieve nieuws. Voor de rest sluit ik me aan bij de zorgen die hier werden verwoord. De gemeenten willen weten hoeveel ze kunnen inschrijven in de begroting. Zolang ze dat niet kunnen, is het moeilijk om op die begrotingen toe te zien. Ook de intercommunales kunnen hier geen antwoord op geven. Ze verwijzen naar een belofte die werd gemaakt in een regeerakkoord. Dit tekent de negatieve houding die er bestaat tegenover de politieke klasse. Daarom moet die politieke klasse ervoor zorgen dat dit niet te lang aansleept.
De voorzitter : De heer Laloo heeft het woord.
De heer Boudewijn Laloo : We onderschatten de financiële gevolgen nog steeds. Destijds werd in de begrotingsonderrichtingen die naar de gemeenten werden gestuurd, gezegd dat ze in een meerjarenplanning een percentage moesten hanteren inzake de te verwachten daling van dividenden. Achteraf werd gezegd dat we zelf contact moesten opnemen met de elektriciteitsintercommunales om meer te weten te komen. Hadden we die percentages aanvankelijk gehanteerd, dan zou dat een ander beeld geven.
De stad Brugge valt van 8 miljoen euro aan elektriciteitsdividenden terug op 700.000 euro voor volgend jaar. Ik vraag me af hoe de stad dat verschil moet recupereren.
De voorzitter : De heer Van der Poorten heeft het woord.
De heer Mark Van der Poorten : We horen overal en van iedereen hetzelfde geluid. Het is voor de gemeenten niet meer te doen. Er moeten heel dringend maatregelen worden genomen. We kunnen de loze bewoordingen niet langer aanvaarden. Ik beschuldig de premier van een nalatige houding ten aanzien van de gemeentebesturen. Wat kan het een haan schelen dat hij op een mesthoop staat, als hij maar kan kraaien.
De voorzitter : Minister Van Grembergen heeft het woord.
Minister Paul Van Grembergen : Mijnheer de voorzitter, collega's, ik heb in deze zaak altijd de belangen van de gemeenten verdedigd. Ik heb nooit gewild dat de gemeenten oren worden aangenaaid in het Elia-dossier. In de programmawet van 2002, in de regeerverklaring van de nieuwe regering in 2003 en in de programmawet van 2003 staat dat er compensatie komt voor het geleden verlies van de gemeenten. In een schriftelijk engagement aan de Vlaamse regering verzekert de eerste minister dat de federale regering instaat voor een regeling van de volledige compensatie van het verlies. Het is goedgekeurd bij wet, het is genotuleerd, er is briefwisseling over gevoerd, en het is nog steeds niet geregeld. Ik blijf dus aandringen bij de federale regering op een oplossing van dit probleem.
Enkele weken geleden werd meegedeeld dat die oplossing eind oktober zou worden gegeven. Op een vraag van de heer De Smet heb ik dit trouwens in deze commissie al gezegd. Het is nu begin november. De besprekingen zijn bezig, maar ik heb geen signaal, buiten wat in de kranten wordt gemeld, over de grootte van de compensaties.
De federale regering moet vrij snel een antwoord geven omdat alle gemeenten volgens de gemeentewet gehouden zijn om hun begrotingen in november of december, voor het einde van het jaar dus, goed te keuren. Ik besef goed dat gemeentebesturen en gemeenteambtenaren in grote verwarring zijn over wat er nu in hun begrotingen moet worden ingeschreven. U zult begrijpen dat ik in deze zaak niet de bestuurder ben van het apparaat, maar degene die met u ijvert voor het nakomen van de gedane engagementen en akkoorden.
Het lijkt me noodzakelijk dat de vragen die hier met kracht worden geformuleerd, met evenveel kracht zouden worden geformuleerd in het federale parlement en dat daar een antwoord op wordt gegeven. Ikzelf heb het Gemeentefonds met grote kracht verdedigd en ingevuld ten aanzien van de gemeenten. Er is weliswaar een beperkte vermindering van wat in het decreet op het Gemeentefonds wordt bepaald, in de relatie tot de economische situatie. Dat zal bij de begrotingsbespreking aan bod komen Onze dotatie aan de gemeenten is ook afhankelijk van de algemene economische situatie en het BNI. Dat is de houding die we hebben aangenomen.
Tot mijn spijt zijn de besprekingen om uitvoering te geven aan de federale programmawet momenteel nog steeds niet beëindigd, ondanks de genomen beslissing door het Overlegcomité van 22 september. Ook op het Overlegcomité, waar de problemen tussen de verschillende regeringen en entiteiten van de federale staat aan bod moeten komen, werd dit door ons aan bod gebracht. Mijn kabinet is ervan op de hoogte dat de federale overheid de laatste weken druk bezig is om een sluitende oplossing te geven aan het federale engagement. De oplossing, uitgewerkt in het Overlegcomité, is echter juridisch uiterst complex. Men deelt me mede dat de federale regering zich deze week nogmaals buigt over dit dossier en het hoopt rond te krijgen.
Heb ik daar nu vertrouwen of wantrouwen in? Ik ga uit van gegeven engagementen en gesloten akkoorden. Als ik vandaag niet meer uitga van gesloten akkoorden, accepteer ik reeds de situatie. Dat zal ik niet doen! Ik heb begrip voor de complexiteit van het probleem. In het Franstalig landsgedeelte heeft men geen enkele behoefte aan een dringende oplossing. Als de Franstaligen al meemarcheren in een oplossing, mag voor hen 4,3 evengoed 2,2 euro zijn. Wij gaan echter uit van de volledige compensatie.
Er is echter een diabolisch gegeven. Wanneer ik als minister van Binnenlandse Aangelegenheden en handelend als een soort vertegenwoordiger van de gemeenten, eis dat de volledige compensatie gebeurt, zijn er anderen die dan zeggen dat de verhoging van de elektriciteitskosten het gevolg is van het feit dat de Vlaamse gemeenten compensatie eisen voor de verloren dividenden. U begrijpt in welke diabolische positie men én de gemeenten én de Vlaamse regering plaatst. Men zal het rechtstreeks verband leggen met de verhoging van de elektriciteitskost, want omdat de gelden moeten worden overgemaakt aan de gemeenten moeten ze uiteindelijk ook eerst binnenkomen.
Ook dat is deel van de politieke discussie. Ik heb er geen belang bij u iets anders te vertellen. Ik eis dus de uitvoering van het akkoord met alle complicaties eraan gekoppeld. Dit is het basisstandpunt dat ik altijd heb verdedigd en ook de komende dagen verder zal verdedigen.
Er is momenteel sprake van een heffing van 4,3 euro per megawattuur. Ik kan nog geen uitspraak doen over het definitieve bedrag dat de gemeenten zullen ontvangen en evenmin over de vraag wanneer de gemeenten de opbrengsten van de heffing zullen ontvangen. Ik begrijp de hoogdringendheid van deze aangelegenheid aangezien alle gemeenten volop bezig zijn met de opmaak van de begrotingen. Ik zal onmiddellijk aanvullende onderrichtingen aan de gemeenten verstrekken zodra een definitief standpunt door de federale overheid wordt ingenomen.
De voorzitter : De heer De Smet heeft het woord.
De heer Bart De Smet : Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb u goed beluisterd en over vele zaken zijn we het eens, maar dat betekent nog niet dat er een oplossing is.
Ik wil op een niet-verwachte manier mijn repliek aanvatten. De Vlaamse regering en het Vlaams Parlement hebben hun verantwoordelijkheid ten aanzien van de financiering en de werking van de lokale besturen ten volle genomen. Ik denk aan het Gemeentefonds. De verhoging en de indexatie ten gevolge van besparingen in het verleden werden stopgezet. Deze regering heeft dat opnieuw ingevoerd. De samenvoeging van de fondsen, de administratieve vereenvoudiging, het Stedenfonds, het Stadsvernieuwingsfonds zijn allemaal tenietgedaan door beloftes gemaakt door de federale overheid die echter niet worden nageleefd. Voor de stad Antwerpen gaat het over meer dan 1 miljard frank. Alles wat Vlaanderen heeft gedaan om de financiële positie van de lokale besturen te verstevigen, wordt allemaal tenietgedaan. Zo krijgen we een pingpongspel.
Mijnheer de minister, u zegt dat er verwarring heerst bij de lokale besturen. Dat is zo. Die verwarring is echter een gevolg van uw huidige omzendbrief waarin u zegt zich te houden aan de cijfers die u van de intercommunales krijgt. In uw omzendbrief van vorig jaar stond dat de gemeenten onverkort het bedrag van het vorige jaar mochten inschrijven. Hier is de verwarring ontstaan. Eigenlijk is er nu duidelijkheid. In uw omzendbrief staat dat men zich moet houden aan de cijfers van de intercommunales. Het probleem is dat dat in de praktijk niet meer uitvoerbaar is en dat de gemeenten zich niet in staat achten om, rekening houdend met die cijfers en zonder zware ingrepen te plegen, hun begroting in evenwicht op te stellen.
Ook in deze commissie zijn fracties vertegenwoordigd die op het federale niveau evenzeer regeringsverantwoordelijkheid dragen. Nu wordt in het Vlaams Parlement gezegd dat we aan de overkant van de straat moeten zijn ; daarop zeg ik aan de leden van de VLD- en de sp·a-fractie, dat zij daar evenzeer verantwoordelijkheid dragen en ministers hebben. Het zou dus niet meer dan logisch zijn dat, wanneer u hier volmondig het protest steunt, u daar de zaak aanhangig zou blijven maken.
Mijnheer de minister, ik wil u uitdrukkelijk de vraag stellen of u deze zaak binnenkort opnieuw op het Overlegcomité zult agenderen. Ik meen dat het Vlaams Parlement moet uitkijken of het zelf geen alternatieven kan ontwikkelen om in die compensatie te voorzien.
Ik volg u volledig wanneer u zegt dat hoe meer u eist dat er wordt gecompenseerd, hoe duurder de stroom in Vlaanderen zal worden, zowel voor de gezinnen als voor de bedrijven. Het zal nog een concurrentieel nadeel opleveren ook. Ik en mijn fractie zijn vragende partij om op het Vlaamse niveau zelf na te denken over een oplossing. Ik ben het geloof in een positief resultaat van het Elia-verhaal volledig kwijt. Misschien ben ik iets minder optimistisch dan u, mijnheer de minister, maar het verleden heeft me al een en ander geleerd.
Mijnheer de minister, ik stel dus de vraag naar alternatieven en of u de zaak op het Overlegcomité zult aankaarten. Ik ben overigens ook benieuwd naar de mening van de sp·a- en de VLD-fractie die hier schijnbaar doof bij zitten, hoewel ik weet dat dat niet zo is.
De voorzitter : De heer Schepens heeft het woord.
De heer Cis Schepens : Wij zijn daar even bezorgd over en willen dit even vlot opnieuw op de agenda. Er wordt van alles aan gedaan en dat zal de volgende dagen blijken.
De voorzitter : Het incident is gesloten.