Commissie voor Economie, Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme Vergadering van 16/10/2003
Vraag om uitleg van de heer Gilbert Vanleenhove tot de heer Renaat Landuyt, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, over de illegaliteit van twee Middelkerkse campings
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Vanleenhove tot de heer Landuyt, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, over de illegaliteit van twee Middelkerkse campings.
De heer Vanleenhove heeft het woord.
De heer Gilbert Vanleenhove : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, twee jaar geleden heb ik ditzelfde thema aangesneden. Mijnheer de minister, ik heb u toen gevraagd naar uw standpunt over de illegale, zonevreemde privé-campings Jacques Junior en Cosmos in het duingebied van Middelkerke, waartegen blijkbaar niet wordt opgetreden. Ik heb daarover ook vragen gesteld aan de ministers Bossuyt en Van Mechelen.
Mijnheer de minister, u hebt toen geantwoord dat de zaak gerechtelijk moest worden afgehandeld, omdat u zelf geen campings kon sluiten. U kon er met andere woorden niet op afstappen om de 'bareel' te sluiten en niemand meer binnen te laten.
U hebt aan het aankoopcomité gevraagd om een minnelijke procedure op te starten waardoor de gronden kunnen worden verworven op een niet-gerechtelijke manier. Ik heb de krantenartikels opnieuw gelezen omwille van een schriftelijke vraag. Daaruit blijkt dat de onverzettelijkheid van zowel de eerste exploitant van de camping als zijn zoon bijzonder groot is.
Twee jaar geleden zei u dat u de procureurs zelf zou contacteren, niet om de gang van zaken te beïnvloeden, maar om erop aan te dringen dat dringend orde op zaken zou worden gesteld. Ondertussen is er nog niets verbeterd, integendeel. Enkele maanden geleden werd 400 vierkante meter prachtig duingebied afgegraven om er een parking aan te leggen. Bovendien is er ruzie tussen de uitbaters van camping Cosmos en camping Jacques Junior, die naast elkaar liggen. De uitbaters zijn trouwens familie van elkaar. Het resultaat van de ruzie is dat de riolering van camping Jacques Junior werd afgekoppeld. Het riool- en toiletwater van de camping loopt zo de duinen in. Tegen deze open riool wordt niet opgetreden. Aan de zeezijde werden in het zand enorm veel brokken steen en zelfs autowrakken ingegraven om als versteviging te dienen voor de camping. Hoe lang kan dit alles nog blijven duren?
We leggen belangrijke verplichtingen op aan andere campings opdat ze in orde zouden zijn volgens het campingdecreet. Bijzonder grote investeringen gaan daarmee gepaard. Campinguitbaters zijn bereid om te investeren, want ze merken dat ze anders uit de markt worden gerangeerd. Ze willen hun eigen toekomst beveiligen. Hoe is het mogelijk dat daarnaast cowboys kunnen blijven exploiteren in een schitterend duingebied?
Ik weet wel dat de beide campings zich al op hun huidige stek bevonden, lang voor de wet op de stedenbouw van 1962 en voor het duinendecreet. Voormalig minister Stevaert nam de goede beslissing om te onteigenen. Wat nu gebeurt, kan niet langer door de beugel. Na meer dan twee jaar is er nog steeds geen verbetering merkbaar.
Mijnheer de minister, ik vraag u niet om de camping eigenhandig te sluiten, want dat kunt u niet, maar ik zou graag horen waarom de zaak zo lang blijft aanslepen. Hebt u daarvoor tijdens uw contacten enige redenen kunnen ontdekken?
Kunt u ook een gedetailleerde stand van zaken geven van het optreden van de overheid tegen deze illegale, zonevreemde campings? Met de overheid bedoel ik niet alleen het Vlaams Gewest, maar ook de lokale overheid. Het is immers in de eerste plaats de lokale overheid die schuldig moet pleiten. Er wordt immers bijzonder laks omgegaan met deze grove overtreding op hun grondgebied. Ik heb reeds vele hallucinante verhalen gehoord, die ik niet navertel, want ik heb er geen bewijzen voor. In welke mate volgt u deze zaak op?
De voorzitter : De heer Maes heeft het woord.
De heer Jacky Maes : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het zal u niet verbazen dat de heer Vanleenhove en ik ons over deze zaak op dezelfde golflengte bevinden. We komen allebei uit de kustgemeente Bredene, die 31 campings rijk is. Al die campings zijn in orde. Aan de kust wordt gepraat over de cowboys. Bovendien vraagt de campingsector zelf dat die cowboys uit hun sector zouden worden verwijderd.
Naast het negatieve nieuws, is er echter ook positief nieuws te melden. Vandaag zijn 242 van de 345 Vlaamse kampeerterreinen in orde. De uitbaters beschikken over een exploitatievergunning. Dit betekent dat 2.488 hectare kampeergebied en 55.000 plaatsen gegarandeerd kwaliteit en hygiëne bieden. Over deze plaatsen wordt nooit gesproken ; enkel de plaatsen die niet voldoen aan de voorwaarden staan in de belangstelling.
Het is heel negatief dat er al meer dan drie jaar, de eerste vervaldatum van het kampeerdecreet, nog steeds kampeerbedrijven bestaan zonder vergunning. Dat is vooral een slechte zaak voor de sector. Die kampeerbedrijven exploiteren ten volle en dat is oneerlijk tegenover de velen die geen kosten noch moeite hebben gespaard om wel in orde te zijn.
Het is voor velen onbegrijpelijk dat de regelgeving in de ene gemeente wel, maar in de andere gemeente niet wordt toegepast. We hoopten dat het gerechtelijk vervolgingsbeleid vruchten zou afwerpen, maar dat is niet het geval. In een aantal zaken ligt men te verzuipen in een moeras van oneindige juridische procedures. Geen enkele vooruitgang wordt geboekt. Deze zaak is voor het gerecht in West-Vlaanderen duidelijk geen prioriteit. Wij klagen dat aan.
De heer Vanleenhove had het over de symbooldossiers van camping Cosmos en de voormalige camping Cristal Palace, de huidige camping Jacques Junior. Er liggen echter nog andere campings in het natuurgebied. Naast camping Cosmos ligt camping Noordduinen, die gedeeltelijk is vergund door de gemeente Koksijde. Er zijn ook het militair vakantiecentrum te Nieuwpoort, camping Petit Bruxelles, camping Ramon en Ostend Camping te Oostende. Al deze campings zijn illegaal omwille van hun ligging, maar zijn evenmin in orde voor wat de brandveiligheidsvoorschriften betreft. De dag dat er iets gebeurt met de aanwezige gasflessen zal de beschadiging van het imago van onze kust enorm zijn.
Mijnheer de minister, u probeert zoveel te doen om het imago van de Vlaamse kust te verbeteren. We moeten andere denksporen volgen en een ander vervolgingsbeleid voeren. Misschien kan het kampeerdecreet worden gewijzigd waardoor aanzienlijke administratieve boetes kunnen worden geïnd door Toerisme Vlaanderen. Dat denkspoor wordt ook gevolgd door de CKVB, de campingfederatie.
De voorzitter : Mevrouw Declercq heeft het woord.
Mevrouw Veerle Declercq : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het zal u niet verbazen dat ook ik me aansluit. Het onderwerp is al dikwijls aan bod gekomen. Op den duur wordt getwijfeld aan de politieke wil om echt iets te doen aan de situatie van de campings in natuurgebieden. We hadden een vrij goede overeenkomst bereikt waarbij heel wat compromissen werden gesloten. Het resultaat was goed, maar blijkbaar kan niet worden opgetreden tegen de overtreders. Ik vraag om toch iets te doen aan die campings in natuurgebieden, op welke wijze dan ook.
De voorzitter : De heer Vanleenhove heeft het woord.
De heer Gilbert Vanleenhove : Mijnheer de voorzitter, ik heb de vraag over het afkalven van de 400 vierkante meter duinen om te dienen als parking daarnet ook aan minister Van Mechelen gesteld. Hij antwoordde dat boetes worden opgelegd, maar dat die niet worden betaald. De heer Maes lanceert een goed idee, maar het is maar de vraag of het voor de overtreders iets zal uitmaken. 'Een kei kun je niet pellen,' luidt een West-Vlaamse uitdrukking en daarachter gaat een grote waarheid schuil.
De voorzitter : Mevrouw Declercq heeft het woord.
Mevrouw Veerle Declercq : Deze mensen leven in een aparte wereld. Een doorsnee argumentering en reglementering volgen zij niet. We moeten onze aanpak ernstig bestuderen.
De voorzitter : Minister Landuyt heeft het woord.
Minister Renaat Landuyt : We hebben systematisch voortgewerkt aan de uitvoering van het campingdecreet. Het moeilijke punt blijft de vaststelling van exploitatie zonder vergunning door een ambtenaar. Dat PV gaat naar het parket, dat een onderzoek start. Vlaanderen heeft er vanaf dat moment nog weinig mee te maken. Er bestaat een soort geïnstitutionaliseerd driemaandelijks overleg tussen de ambtenaren van Ruimtelijke Ordening en de parketten. Dit loopt via de parketten-generaal van de drie Vlaamse hoven van beroep. Ik ben daar zelf nog bij aanwezig geweest om het campingdecreet toe te lichten. Dat overstijgt immers Ruimtelijke Ordening, en is soms eenvoudiger. Soms werden de zaken daardoor sneller behandeld. We hebben er altijd voor gezorgd dat de PV's zo eenvoudig mogelijk werden opgesteld en geen enkele aanleiding konden geven tot een nevendiscussie. Zodra juridische zaken in een nevendiscussie uitmonden, gaat er ontzettend veel tijd verloren.
Volgens mij hebt u genoeg stof voorhanden om de federale minister van Justitie te interpelleren. U kunt uw collega's in de Kamer aanspreken. Dit moet een prioriteit worden voor de parketten van Brugge en Veurne. Er zijn overigens nog andere regio's waar dit het geval is. Dat zou zeer nuttig zijn om de normvervaging tegen te gaan. We zitten op een cruciaal moment. We moeten die zogenaamde cowboys laten voelen dat niet zomaar alles kan.
Ik kan de gemeenten geen richtlijnen opleggen, en de parketten al helemaal niet. Ik heb wel aan Toerisme Vlaanderen gevraagd om de dossiers die bij de rechtbank liggen, te groeperen en één advocaat per provincie aan te stellen. Ik geloof dat er te veel dossiers liggen om één advocaat voor heel Vlaanderen aan te stellen. Ik heb Toerisme Vlaanderen gevraagd om zich burgerlijke partij te stellen om dit beter te kunnen opvolgen. De burgerlijkepartijstelling gebeurt nu onsystematisch en wordt niet overal even goed aanvaard. Ik heb er bij de administrateur-generaal op aangedrongen de zaken niet louter informatief maar een beetje sturend te volgen.
Ik zal het verslag van deze vergadering overmaken aan de minister van Justitie met de vraag om de zaak met haar parketten te bespreken.
Ik zal u de stand van zaken in de twee campings geven. Cosmos 1 en Jacques Junior kunnen van geen enkele maatregel meer genieten. Ze kunnen nooit meer camping worden. Beide terreinen werden op 13 september 2001 geverbaliseerd door de gemachtigde ambtenaren van Toerisme Vlaanderen.
De procedure tegen Cosmos 1 werd op 23 september 2003 uitgesteld tot 13 april 2004. Ik vrees dat er dan opnieuw tot uitstel wordt beslist. Dat is de enige informatie die ik van het parket loskrijg ; daarom lijkt het me nuttig om zo'n dossier beter en sturend op te volgen. Het dossier tegen Jacques Junior zit nog in de fase van vooronderzoek door het parket van Brugge. Meer weet ik daar niet over. We vragen de stand van zaken telkens opnieuw op. Die informatie wordt besproken in de commissie Vervolgingsbeleid voor Leefmilieu en Ruimtelijke Ordening, de overlegcommissie tussen de administratie en de parketten.
Voor beide campings werd op 6 juli 2000 een onteigeningsbesluit ondertekend dat op 8 september 2000 aan de eigenaars van de terreinen werd betekend. Het parket wou met deze procedure al die discussies over Ruimtelijke Ordening en al dat uitstel vermijden. Ik kan me zo voorstellen dat de campingeigenaars omwille van de onteigeningsprocedure precies uitstel hebben gevraagd. Ik heb vernomen dat 'de dossiers zich nog steeds bevinden bij het bevoegde aankoopcomité te Brugge ; in overleg met de eigenaars wordt er echter getracht een minnelijk onteigeningsakkoord te bereiken, dit om een langdurige gerechtelijke procedure met onzekere uitkomst te vermijden.
De onderhandelingen worden dus voortgezet. De ambtenaar zit waarschijnlijk te goeder trouw te wachten op een snelle afhandeling van de procedure. Dit maakt echter duidelijk dat de eigenaars niet te goeder trouw handelen.
Mijnheer Vanleenhove, ik geef u de informatie zo volledig mogelijk. Er bestaat een mogelijkheid om aan te dringen bij het parket. Ik zal aandringen bij de bevoegde minister om de onteigeningsprocedure te versnellen en niet te rekenen op onderhandelingen.
De voorzitter : De heer Vanleenhove heeft het woord.
De heer Gilbert Vanleenhove : Mijnheer de minister, u hebt gelijk dat het parket dit prioritair moet behandelen. Wat u zegt over de minnelijke schikking, heb ik twee jaar geleden al gehoord. We moeten onmiddellijk ophouden over die minnelijke schikking en het in handen van de rechtbank leggen, zodat het vooronderzoek over Jacques Junior zo snel mogelijk ernstig kan worden gedaan en er uitspraken op kunnen volgen.
Op mijn schriftelijke vraag van juli antwoordt minister Bossuyt dat voor Cosmos een oplossing in het verschiet ligt, ook al wordt het pas op 13 april 2004 behandeld voor de rechtbank. Ik weet niet of dat klopt.
Mijnheer de minister, ik vraag u om dit niet los te laten. Onze fractie zal dat ook niet doen. U hebt gesuggereerd om de minister van Justitie daarover te interpelleren. We zullen dat ook doen. Zo zal ze ten minste weten hoe haar parketten en procureurs-generaal werken in de verschillende diensten.
De voorzitter : Mevrouw Declercq heeft het woord.
Mevrouw Veerle Declercq : Mijnheer de minister, er zijn ook twee campings in Vlaanderen die in een natuurgebied liggen. Hoe is dat gegaan?
Minister Renaat Landuyt : Ik durf niet te veel namen op tafel te leggen. We hebben lijsten met namen. Het enige wat ik weet, is dat het niet vlug gaat. Het arrondissement Dendermonde werkt wel wat vlugger. Zoals de heer Maes heeft gezegd : er moeten prioriteiten worden gesteld. We kunnen dat nog eens voorzichtig vragen aan de procureur des Konings van Brugge. Die heeft er toch voor gezorgd dat het dossier-Bredene werd gedeblokkeerd toen er een vraag was naar naaktrecreatie.
De heer Gilbert Vanleenhove : Mijnheer de minister, gelukkig hebben we een goede procureur-generaal in Brugge, maar hij moet ook het dossier van de campings opnemen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.