Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 07/10/2003
Vraag om uitleg van de heer Johan Sauwens tot de heer Gilbert Bossuyt, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de aanpassingen van het investeringsplan van de NMBS en de gevolgen ervan voor Limburg
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Sauwens tot de heer Gilbert Bossuyt, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de aanpassingen van het investeringsplan van de NMBS en de gevolgen ervan voor Limburg.
De heer Sauwens heeft het woord.
De heer Johan Sauwens : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, in aanvulling op mijn vorige vraag wil ik een aantal specifieke vragen stellen over infrastructuurdossiers die heel belangrijk zijn voor de mobiliteit in Vlaams-Brabant en Limburg.
De minister heeft verwezen naar de bocht van Leuven, ik verwijs ook naar de verlenging van de kruising van het station van Sint-Truiden, de IJzeren Rijn, de elektrificatie en uitbreiding van het station Genk Goederen en het ontdubbelen van het spoor van de lijn Alken-Landen. Dit is een van de grote knelpunten. De studie over lijn 18, Genk-Neerpelt, voorziet werken voor 2011-2012.
Wat betekent de herziening van het investeringsprogramma voor deze projecten?
We willen het openbaar vervoer promoten tot in de kleinste gehuchten. Als gebruiker van een van de 5 of 6 overgebleven Limburgse stations, doe ik er - met een rechtstreekse verbinding en zonder vertraging - 1 uur en 45 minuten over om in Brussel te raken.
Het gaat om enorm belangrijke investeringen om de files en verkeersdruk op de E313, E314 en E40 te verminderen. Wat zijn de mogelijkheden om het investeringsprogramma voor deze projecten te versnellen?
De voorzitter : De heer Geraerts heeft het woord.
De heer Jean Geraerts : Mijnheer de minister, de bocht van Leuven is prioritair voor het Limburgse personenvervoer. De bocht moet zeker voorrang krijgen bij de ontwikkeling van een spoorlijn tussen Hasselt en Sint-Truiden. De bocht moet met andere woorden zo snel mogelijk een feit worden.
In de vraag van de heer Sauwens vind ik niets terug over lijn 20, de lijn tussen Hasselt en Maastricht. Die lijn is ontzettend belangrijk voor de ontwikkeling van de TUL. Er is een akkoord tussen de NMBS, de NS en een aantal privé-bedrijven te Lanaken, waaronder het grote papierbedrijf Sappi.
Minister Gilbert Bossuyt : Mijnheer Geraerts, ik heb vorige week een antwoord gegeven op die vragen.
De voorzitter : Mijnheer de minister, volgens het Reglement kan ik een parlementslid niet beletten om elke keer opnieuw hetzelfde te vragen.
De heer Jean Geraerts : Mijnheer de minister, mijn vraag gaat heel specifiek over het akkoord. De LRM is bereid om te financieren. Naar het schijnt ligt dit dossier nu bij uw kabinet. Ik zou graag vernemen hoe ver het ermee staat. Kan het onmiddellijk worden afgewerkt?
De voorzitter : Minister Bossuyt heeft het woord.
Minister Gilbert Bossuyt : Mevrouw de voorzitter, mijnheer Sauwens, u hebt de gegevens pas gisteren ontvangen en dat kon u niet weten bij het indienen van uw vraag. Ik heb dus begrip voor de situatie.
In de communicatie over het investeringsplan traden slechts een paar zaken op de voorgrond. Het plan omvat echter heel wat meer. Ook de provincie Limburg komt ruimschoots aan bod. De bocht van Leuven, of lijn 35/36, de werken te Sint-Truiden, de start van de werken voor het dubbel spoor lijn 21, de IJzeren Rijn en Genk Goederen zijn alle in de planning voorzien. De heropening van lijn 18 en de afwerking van lijn 21 dubbel spoor, zullen volgens planning worden uitgevoerd.
Met betrekking tot uw vraag betreffende de studie over de uitbouw van het openbaar vervoer en het spoorwegennet, het zogenaamde Stimuli-plan, kan ik meedelen dat het zich in de eindfase bevindt. Momenteel wordt het ontwerp van eindrapport nog aangepast. Eenmaal ook de synthese is afgerond, wordt het geheel conform de beslissing van de Vlaamse regering overgemaakt aan de Vlaamse regering. Het project dateert reeds van december 2001.
De lijn Hasselt-Maastricht waarvan sprake, is gelegen tussen twee papierfabrieken. Het gedeelte van de papierfabriek Sappi tot aan de grens bedraagt ongeveer 1,2 kilometer. We zijn overeengekomen dat we dat deel van de lijn zullen aanleggen. De NMBS voert terzake gesprekken met de privé-sector. Ik kan ook al aankondigen dat de bocht van Leuven gerealiseerd zou moeten zijn tegen de uurregeling van het jaar 2006.
Er worden af en toe nogal makkelijke uitspraken gedaan over het fileprobleem. Pas als ons wordt toegestaan om voldoende te investeren, kunnen we iets aan de problemen proberen te doen. De Vlaamse regering heeft reeds heel wat inspanningen geleverd. Denken we maar aan de inspanningen om het goederenvervoer te verleggen van de weg naar het water. Daarvoor zijn heel wat investeringen nodig en die gebeuren nu ook. Zo is er het kaaimurenproject dat wordt gerealiseerd via PPS. De kaaimuren worden aangelegd op voorwaarde dat een bepaald gewicht aan vracht via het water wordt vervoerd. Een heel pak vrachtwagens worden op die manier van de weg gehaald. Er lopen ongeveer 80 projecten. Ongeveer een derde ervan loopt reeds. We hopen dat dankzij het project 1 miljoen vrachtwagens van de weg worden gehaald. Dit project vergt grote inspanningen gedurende vele jaren. Dit jaar wordt opnieuw in een aanzienlijk bedrag voorzien.
Als reactie op het fileprobleem is er ook de 'basismobiliteit'. Ook daaraan besteden we een paar miljard per jaar. Het gaat over noodzakelijke investeringen. Het is onze bedoeling om een pak auto's van de weg te halen. We moeten daarbij voor twee zaken zorgen. Vanzelfsprekend moeten de mensen bereid zijn om een beroep te doen op het openbaar vervoer. Daarnaast moet het aanbod interessanter worden gemaakt. Het decreet op de basismobiliteit werd goedgekeurd in het parlement. Het is een prachtige verwezenlijking.
De heer Johan Sauwens : Mijnheer de minister, het is niet nodig dat u uw beleid verdedigt, want ik ben heel goed op de hoogte van de problematiek.
Minister Gilbert Bossuyt : Mijnheer Sauwens, het gaat niet alleen over mijn beleid. Het is een noodzakelijk beleid voor iedere weldenkende regering en voor de steden en gemeenten die met de problematiek begaan zijn. Al te vaak horen we de opmerking dat mensen in de file hebben gestaan en dat de overheid daar niets aan doet. Als we succes willen boeken, is er ook medewerking van de weggebruikers nodig op het vlak van veiligheid en van vervoerskeuze. Daarom worden ook een aantal initiatieven genomen die eerder op psychologisch vlak spelen. Die initiatieven zijn natuurlijk niet allemaal van staatsbelang en sommige worden een beetje smalend onthaald, maar ik hoop dat ze een beetje bijdragen aan het wijzigende beeld over het zich verplaatsen. We zetten al veel middelen in, maar het zouden er nog meer moeten zijn. Het spoor blijft een heikel thema. Het zou moeten aansluiten op De Lijn. Hopelijk kan ik daar binnenkort zinnige gesprekken over voeren. In elk geval worden nu reeds miljarden geïnvesteerd om het mobiliteitsprobleem te verlichten.
De heer Johan Sauwens : Mijnheer de minister, ik begrijp de problemen volledig. Destijds heb ik zelf een ontwerp van decreet mogen indienen over de oprichting van de VVM, tien jaar geleden heb ik de eerste opdracht gegeven tot het bouwen van een kaaimuur te Meerhout, en ik heb de investeringskredieten voor stads- en streekvervoer die in de jaren tachtig waren teruggeschroefd, met heel veel inspanning opnieuw omhoog gekregen. Vlaanderen levert inderdaad een bijzondere inspanning, maar de grote frustratie blijft bestaan. Het is duidelijk dat de ruggengraat van een modern openbaar vervoer het spoorvervoer is. Het spoorvervoer van de NMBS blijft echter de zwakke schakel van de Vlaamse mobiliteit. De opeenvolgende plannen werden onvoldoende uitgevoerd en er wordt steeds opnieuw te weinig tegemoetgekomen aan de vragen die we formuleren. Dat is de grote frustratie van mijn tien jaar ervaring met het Vlaams vervoersbeleid.
Minister Gilbert Bossuyt : Mijnheer Sauwens, dit is het Vlaams Parlement. Ik kan er niets aan doen dat onder meer aan ABX de voorrang wordt gegeven. We mogen de bevoegdheden niet door elkaar blijven halen, want dan krijgen de mensen een verkeerde indruk.
De heer Johan Sauwens : Mijnheer de minister, uw partijvoorzitter pleit voor het regionaliseren van de spoorwegen. Ik steun hem daarin volledig en hoop dat er zo snel mogelijk werk van wordt gemaakt. De spoorinvesteringen moeten worden afgedwongen. Ik blijf de zaak opvolgen, ook al verveelt u dat soms.
Mijnheer de minister, de vooropgestelde data blijven behouden voor alle projecten?
Minister Gilbert Bossuyt : Ze werden, zoals voorzien, opgenomen in de begroting.
De voorzitter : Het incident is gesloten.