Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 23/09/2003
Vraag om uitleg van de heer André-Emiel Bogaert tot de heer Gilbert Bossuyt, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de slechte toestand van de wegmarkeringen op de Vlaamse gewestwegen
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Bogaert tot de heer Bossuyt, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de slechte toestand van de wegmarkeringen op de Vlaamse gewestwegen.
De heer Bogaert heeft het woord.
De heer André-Emiel Bogaert : Mevrouw de voorzitter, op het gevaar af door de minister te zullen worden bekritiseerd, zal ik deze vraag toch maar stellen.
Mijnheer de minister, mijn vraag handelt over een zaak die de regionale problematiek overstijgt. Het gaat over het algemeen Vlaams belang. Ik wil mijn vraag echter ophangen aan een zwaar ongeval in het Aalsterse, daar dit een belangrijk nieuwsitem was in prime time op de eerste schooldag. Het onderzoek ter zake is nog gaande. Ik ben ook ter plaatse geweest. Alle betrokken instanties, zowel gerechtelijk als technisch, gaan ervan uit dat op de plaats van het ongeval de wegmarkeringen zich in een slechte toestand bevonden. Dat was de aanleiding voor mijn vraag. Ook in de media werd immers ingegaan op deze slechte wegmarkeringen die een aanleiding zouden hebben gevormd voor dat ongeval.
Steden en gemeenten mogen per definitie niet raken aan de gewestwegen, dus ook niet aan de wegmarkeringen. Die vallen volledig onder de verantwoordelijkheid van de gewestelijke administratie van openbare werken. Uit dit voorval en heel wat andere ongevallen op gewestwegen blijkt dat de wegmarkeringen op en om gewestwegen minstens dringend moeten worden vernieuwd. Ik beweer niet dat dit op alle plaatsen en in alle deelregio's het geval is. Maar er komen heel wat klachten, zeker bij wintertoestanden, over het onvoldoende gemarkeerd zijn van delen van het wegdek waar een aanleiding tot een ongeval zou kunnen bestaan. Op diverse zeer gevaarlijke plaatsen - de zwarte punten - zijn de zebrapaden en de aanduidingen van fietspaden vrijwel niet meer zichtbaar. Ik ben die plaatsen gaan bezichtigen, niet omdat ik aan ramptoerisme wou doen, maar om te onderzoeken of wat er in Aalst aan de hand is ook op andere plaatsen bestaat. Dat is inderdaad het geval.
Het heeft geen zin om ter zake de persoonlijke toer op te gaan, wat in Aalst helaas is gebeurd. Op een bepaald ogenblik heeft een lokale werkgroep de onveiligheid van de gewestwegen op Aalsters grondgebied aangeklaagd, en er een studie aan gewijd, die deze week aan het stadsbestuur van de stad Aalst is overhandigd. Het gaat over de gewestwegen in de regio. Wat zich op 1 september heeft voorgedaan op het beruchte kruispunt, zou ook op andere plaatsen aan de hand zijn. Het is natuurlijk gemakkelijk voor deze werkgroep om alles en iedereen de schuld te geven. Daarom neem ik het document van de werkgroep met een korrel zout. De waarheid ligt wellicht in het midden.
Toch, mijnheer de minister, zou ik graag van u vernemen of het zo is dat er problemen rijzen inzake de wegmarkeringen op de Vlaamse openbare wegen, die onder de verantwoordelijkheid vallen van het Vlaams Gewest. Rijzen er problemen inzake het onderhoud van deze wegen, inzake de contracten? Wordt er te lang gewacht? Worden sommige regio's bevoordeeld ten koste van andere? Konden uw diensten inmiddels reeds een technisch verslag opstellen naar aanleiding van het voornoemde ongeval op de gewestweg, als voorbeeld? Zo ja, kan hieruit worden afgeleid dat er wel degelijk sprake is van slecht onderhouden en/of niet meer zichtbare wegmarkeringen voor zwakke weggebruikers? Hebt u weet van het feit dat heel wat gewestwegen zich in een vrij slechte tot zeer slechte staat van aanleg en/of onderhoud bevinden wat wegmarkeringen betreft? Zo ja, hebben uw diensten hiervan een geactualiseerde prioriteitenlijst opgesteld? Die bestaat wel voor gewestelijke fietspaden. Bestaat die ook voor de wegmarkeringen? Op welke objectieve wijze worden de op het grondgebied van Vlaanderen verspreide gewestwegen deelgebied per deelgebied aangepakt, met het oog op hernieuwing en/of onderhoud? Wat is de situatie van de gewestwegen in de regio Aalst-Oudenaarde in uw meerjarenplan?
De voorzitter : Minister Bossuyt heeft het woord.
Minister Gilbert Bossuyt :Mijnheer Bogaert, vooreerst moet ik u iets niet onbelangrijks meedelen. Met betrekking tot uw vraag over de wegmarkeringen op de Vlaamse gewestwegen vraagt de burgemeester me te melden dat de plooien met de administratie Wegen en Verkeer Oost-Vlaanderen glad zijn gestreken. Dat is een mededeling die uw burgemeester me vroeg te doen. Ik wil gerust haar tolk ter zake zijn, daar de vraag voornamelijk over die situatie handelde.
We hebben naar aanleiding van uw vraag de toestand ter plaatse laten bekijken door de administratie Wegen en Verkeer. Daaruit is gebleken dat de voorrangsregeling reglementair is aangeduid en dat het wegdek niet in slechte staat verkeert. Als gevolg van wegenwerken ontbrak op het ogenblik van het ongeval echter een gemarkeerde omgekeerde driehoek op de rechter rijstrook van de afrit. Een zelfde omgekeerde driehoek was nog wel aanwezig op de linker rijstrook voor het zebrapad en het fietspad op het kruispunt. De markeringen ter plaatse waren inderdaad niet in optimale conditie, maar zeker nog voldoende zichtbaar om de voorrangsregeling voor de weggebruikers aan te duiden.
In de marge wil ik opmerken dat de betrokkenen bij het ongeval vaak gebruik maakten van dit kruispunt en dus vanuit het oogpunt van de voorrang niet verrast konden zijn. Dat is ook het antwoord van mijn administratie, maar ik heb een zekere schroom wat dit betreft, daar ik me niet wil mengen in de juridische kwesties ter zake. Begrijp me dus niet verkeerd. Ik bevind me wat dit betreft in een moeilijke situatie.
De toestand van de gewestwegen wordt op systematische wijze gecontroleerd door de afdeling Wegenbouwkunde van de administratie Wegen en Verkeer. De recentste metingen wijzen uit dat de laatste jaren de onderhoudstoestand van de wegen verbeterd is.
Voor meer details verwijs ik naar mijn antwoord op een vraag van 20 juni 2003 van de heer Decaluwe, die me regelmatig ondervraagt over de staat van de gewestwegen en het gevoerde en het geplande onderhoud op deze wegen. U weet het misschien, maar naar aanleiding van die vraag is duidelijk gebleken dat we een hele periode hebben gekend waarin, onder andere omwille van de economische situatie en allerlei maatregelen, er minder middelen zijn gegaan naar het onderhoud van wegen. Dat had natuurlijk tot gevolg dat we, vanaf het ogenblik dat we budgettair meer mogelijkheden hadden, dan plots in een versneld tempo zijn beginnen te werken. Nu de grootste knelpunten zijn aangepakt, kunnen we ons dus afvragen of we niet beter opnieuw een wat normaler ritme aannemen.
Ik zeg niet dat de situatie momenteel overal perfect is ; ze is alleszins reeds gevoelig verbeterd. U hebt reeds verwezen naar de zwarte punten. We zijn dus van plan om in een beperkte tijd toch zo'n 800 van de zwarte punten die reeds in kaart zijn gebracht, aan te pakken. We hebben daarvoor in de begroting in de nodige middelen voorzien.
De metingen van de afdeling Wegenbouwkunde vormen een leidraad bij de opstelling van de behoefteanalyse voor de werken van structureel onderhoud. Naast de vermelde behoefteanalyse, die nog heel wat andere invalshoeken heeft dan enkel structureel onderhoud, worden de programma's van wegenwerken uiteraard nog aangestuurd door andere praktische overwegingen. Ik denk bijvoorbeeld aan de noodzaak van eventuele onteigeningen en de samenhang met andere dossiers, zoals gecombineerde rioleringswerken. Dat is soms wel een ingewikkeld kluwen, maar ik meen toch te mogen zeggen dat we in Vlaanderen toch niet meer de situatie kennen uit een ver verleden, toen het er veel willekeuriger aan toe ging. We zitten reeds een tijdje in een stramien waarbij de voorbereiding op een ernstige manier gebeurt.
Voor de geplande werken op de gewestwegen in de regio Aalst-Oudenaarde verwijs ik naar het goedgekeurd driejarenprogramma 2003-2005 dat aan het Vlaams Parlement werd meegedeeld. Ten slotte - en dit is misschien nog wel het belangrijkste punt - wens ik erop te wijzen dat ondertussen ook het programma voor de aanpak van gevaarlijke punten loopt. Het betreffende kruispunt is opgenomen in de meerjarenplanning van de gevaarlijke punten. Het is dus niet zo dat men de situatie onderschat. Deze kwestie zal in november worden behandeld in de Provinciale Commissie Verkeersveiligheid en de uitvoering van de aanpassingswerken is voorzien voor 2004.
We hebben dus aan iedere provincie gevraagd om de zaken in een aangepaste werkgroep te bekijken en een rangorde op te stellen van de gevaarlijke punten. De meeste provincies hebben die punten reeds gepubliceerd. Wat dat betreft, zitten we dus reeds op schema. Nu zitten we in de concrete voorbereidingsfase en in 2004 zullen de aanpassingswerken worden uitgevoerd. We hebben dus niet gewacht op dit ongeval om de verbeteringswerken te plannen. Dit alles vraagt natuurlijk wel wat tijd. Bij de bespreking van de begroting zult u merken dat we voor volgend jaar in 100 miljoen hebben voorzien voor het wegwerken van die gevaarlijke punten. Het is de bedoeling om hiermee binnen 4 tot 5 jaar klaar te zijn en dan te kunnen zeggen dat alle gevaarlijke punten die door de provinciale commissies naar voren werden gebracht, zijn aangepast.
De voorzitter : De heer Bogaert heeft het woord.
De heer André-Emiel Bogaert : Ik dank de minister voor het antwoord, dat me voldoet. Ik hoop dat die prioriteitenlijst in de toekomst inderdaad zal worden gewaardeerd. Ik ben er ook zeer tevreden mee dat de minister optreedt als boodschapper voor de burgemeester. Het feit dat er plooien moesten worden gladgestreken, wijst er alleszins op dat er plooien waren. Ik dank u voor deze boodschap.
De voorzitter : Het incident is gesloten.