Commissie voor Economie, Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme Vergadering van 09/10/2003
Vraag om uitleg van de heer Johan Sauwens aan de heer Renaat Landuyt, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, over de vervanging van de blauw-witte wegwijzers van het fietsroutenetwerk in Limburg
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Sauwens aan de heer Landuyt, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, over de vervanging van de blauw-witte wegwijzers van het fietsroutenetwerk in Limburg.
De heer Sauwens heeft het woord.
De heer Johan Sauwens : Mijnheer de voorzitter, het kan een vrij futiele zaak lijken, maar het is een dossier dat tijdens de vakantiemaanden heel wat beroering heeft veroorzaakt, niet zozeer om de kleur van de borden maar wel om de kostprijs. Vlamingen laten zich veel aansmeren, maar iets vervangen dat goed is door iets dat minder goed is, lijkt bijzonder moeilijk. Ik heb hier een petitie met 10.000 handtekeningen die ik u wil tonen of overhandigen om zo uw antwoord te beïnvloeden. (Opmerkingen van minister Renaat Landuyt en mevrouw Trees Merckx-Van Goey)
Het is een dispuut dat al een tijd liep. De zoektocht naar eenvormigheid in Vlaanderen lijkt me geen probleem en ik kan er best inkomen dat er op bepaalde ogenblikken een keuze moet worden gemaakt. Dit is evenwel een heel specifieke situatie. Toeristisch Limburg, eerst de gemeenten met het Regionaal Landschap en later de provincie met Toerisme Limburg, hebben een netwerk ontwikkeld van bijzonder hoge kwaliteit : het fietstoerismenetwerk ter vervanging van de fietslussen die her en der in heel Vlaanderen bestaan. U weet ook als minister van Toerisme dat het idee van het netwerk zo is geprezen dat het een exportproduct is geworden zonder dat we economisch de patenten en de vergunningen hebben kunnen deponeren. Net nog werd deze zomer in Friesland het fietsroutenetwerk Friesland geopend : volledig hetzelfde systeem waarbij men van het ene knooppunt naar het volgende gaat, over korte afstanden, met bordjes die u wegwijs maken.
Aanleiding van mijn vraag om uitleg was het bericht in de kranten dat er een akkoord zou zijn tussen Toerisme Vlaanderen en Toerisme Limburg om de blauwwitte wegwijzers te vervangen door groenwitte exemplaren. Het heeft heel wat verwondering gewekt omdat in de diverse betogen voor en tegen er soms argumenten worden gebruikt die niet onmiddellijk te vatten zijn. Een van de argumenten die we nog tot eind augustus of begin september konden horen vanwege Toerisme Vlaanderen was de bewering dat onder meer het ministerie van Verkeerswezen de blauwwitte borden niet aanvaardde. Ik heb hier een brief van het ministerie van Verkeer en Infrastructuur van 14 februari 1995, gericht aan het Regionaal Landschap, waarin staat dat wat wordt voorgesteld, niet kan met die kleuren en afmetingen. Zelf gaven ze vervolgens aan dat een aanduiding zoals met het bord F34B2 wel zou kunnen. Daarna werd besloten geen plaatsnamen aan te duiden, maar gewoon van nummer tot nummer te werken bij de ontwikkeling van het netwerk.
Het systeem wordt overal geroemd voor zijn duidelijkheid en de eenvoud ervan, niet alleen wegens de afmetingen, de kleur en de duidelijkheid van de borden, maar ook wegens de plaatsing die zeer zorgvuldig gebeurt : voor elk kruispunt, altijd op dezelfde hoogte, daar waar dat bij andere systemen niet altijd het geval is. Die staan soms te laag of te hoog ingeplant en dan zoekt men meer naar de bordjes dan men kan genieten van het landschap.
Destijds vond het Commissariaat-generaal voor het Toerisme de borden goed, maar dat blijkt ondertussen minder het geval. Nu wordt er aangedrongen op een vervanging. Sommige berichten gaven aan dat dit snel moest gebeuren, andere hadden het dan weer over een streefdatum tegen 2007, waarbij ze stap voor stap zouden worden vervangen. Het gaat in totaal om 18.000 te vervangen borden. Een deel daarvan staat er nog maar pas, zoals in westelijk Haspengouw.
Intussen is het blauwwitte bord ook zowat het logo geworden van toeristisch Limburg in tal van publicaties die een veel ruimere context hebben, maar die het toeristisch aanbod promoten. De vraag is voor de hand liggend : bent u op de hoogte van het bestaande akkoord? Heeft Toerisme Vlaanderen de aspecten veiligheid en toeristische uitstraling vooraf onderzocht? Kunt u me de resultaten van dat onderzoek bezorgen? Wat zal de kostprijs zijn van een eventuele vervanging? Hoeveel zou de kostprijs bedragen van de eventuele herdruk van de toeristische kaarten? In een bepaald krantenbericht, in het Limburgs Dagblad van 6 september, hebt u gezegd dat de blauwwitte borden langs het fietsroutenetwerk in Limburg mogen blijven staan en dat ze niet zouden worden vervangen door de groenwitte borden die overal elders in het land staan. U hebt dat op die vrijdagavond, net voor de deadline, beslist.
Ik lees ook : 'Fietsend Limburg hoeft zich niet langer ongerust te maken, zegt de minister in een reactie op een dossier dat in onze provincie onverwacht een storm van verontwaardigde reacties heeft uitgelokt.'
In dezelfde krant stelt de heer Vanseveren, gedelegeerd bestuurder van Toerisme Vlaanderen, op 6 september : 'Ik kan iedereen geruststellen, we zullen geen enkel bord wegnemen, er is alleen afgesproken dat bij de vernieuwing en de herevaluatie van de fietspadennetwerken er wit-groene bordjes zullen worden geplaatst met subsidies van Toerisme Vlaanderen. Die vernieuwing start pas in 2007. De nieuwe bordjes komen er dus maar naarmate de fietsroutes zelf vernieuwd worden en er nieuwe brochures en kaarten gedrukt worden. Ondertussen blijven we ieder initiatief in verband met de netwerken steunen. De verandering van kleur is echt niet het werk van een stelletje Brusselse bureaucraten die zelf alleen met de auto rijden'.
Mijnheer de minister, ik pleit er namens heel fietsend Limburg voor dat de borden die hun dienst zo goed bewijzen en heel goed zijn, mogen blijven staan, niet alleen tot 2007, maar ook daarna. Ik vraag daarom aan Toerisme Vlaanderen om in de afspraken en richtlijnen een uitzondering te verlenen aan de provincie die zelf reeds een eigen netwerk heeft ontwikkeld. Uw antwoord in officiële vorm, via de documenten van het parlement, zal een geruststelling zijn voor de vele mensen die een goed systeem niet willen laten vervangen. De middelen voor de kosten van de vervanging kunnen beter benut worden voor andere zaken.
De voorzitter : De heer Boutsen heeft het woord.
De heer Mathieu Boutsen : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, als Limburger en regelmatig gebruiker van het fietsnetwerk, kan ik moeilijk stil blijven in dit debat. Het netwerk dat al tien jaar bestaat, is enig in zijn soort. We willen daarom ons respect betuigen aan de ontwerpers ervan. Ze hebben het immers klaargespeeld om met erg bescheiden LRM-middelen en achteraf met de opbrengsten van een bedeltoer een netwerk te ontwikkelen dat ver buiten Limburg en zelfs over onze landsgrenzen, zijn gelijke niet kent. Uit alle ons omringende landen stromen de fietstoeristen naar Limburg. De bewegwijzering is het sterke punt van het netwerk en maakt het verschil.
Nu wil men echter veranderingen aanbrengen aan de kleur van de bordjes. Twee woorden schieten me te binnen : idioot en geldverspilling. De bordjes die nu zo goed herkenbaar zijn door iedereen, zouden geleidelijk aan worden vervangen door bordjes waarvan niemand weet tot welk netwerk ze behoren. Als men dan toch kosten aan het netwerk wenst te doen, moet het veiliger maken van het netwerk voorrang krijgen op een schilderbeurt. In vele lezersbrieven hebben we genoeg ideeën kunnen opdoen voor een verhoging van de veiligheid van de fietspaden. Ik wil geen klaagzang houden over de onveiligheid van het netwerk, maar toch zijn er hier en daar pijnpunten. Zo kan worden onderzocht waar er onveilige oversteekplaatsen zijn. De uitgespaarde miljoenen zouden aldaar een aanzet kunnen vormen voor het aanleggen van fietstunnels. Voor de konijnen zijn er al eco-tunnels, en misschien kunnen er ook fietstunnels komen voor de toeristen. We moeten ook oog hebben voor het onderhoud van de fietspaden. Op een aantal plaatsen zijn de paden onveilig geworden door een gebrek aan onderhoud.
Ik waardeer uiteraard het initiatief van de heer Sauwens, maar ik ben toch enigszins verrast. Thans hoor ik hem pleiten voor het behoud van de bestaande kleuren. Ik had verwacht dat hij in de lijn van een eerder uitgevoerd idee, de verkeerspalen, consequent zou pleiten voor bordjes in geel-zwart. Als het echt noodzakelijk en niet tegen te houden is dat de bordjes van kleur veranderen - wat ik ernstig zou bestrijden - dan opteer ook ik voor geel-zwarte bordjes. In dat geval reken ik op zijn medewerking.
De voorzitter : Mevrouw Declercq heeft het woord.
Mevrouw Veerle Declercq : Mijnheer de minister, als er nieuwe bordjes moeten komen, pleit ik voor groene. (Gelach)
De voorzitter : Minister Landuyt heeft het woord.
Minister Renaat Landuyt : Mijnheer de voorzitter, mijnheer Sauwens, ik dank u omdat u me de kans geeft om een officieel standpunt in te nemen over deze materie. Het klopt dat ik werd overvallen door de gevoelens die in Limburg leefden. Dat gebeurde niet voor de eerste keer op 5 september, toen de journalist van het Limburgs Dagblad me opbelde, maar al een week eerder. Toen moest ik om dienstredenen in Bokrijk zijn en viel de sfeer me op die rond de kleurverandering van de borden heerste.
Ik was niet op de hoogte van de overeenkomst. Het betrof een afspraak tussen Toerisme Vlaanderen als Vlaamse openbare instelling, en Toerisme Limburg. De afspraak werd openbaar gemaakt tijdens de komkommertijd. Het gevolg was enige beroering. De kleur van de bordjes is nooit een geloofspunt van mij geweest. Ook ik zou een kleur kunnen voorstellen, want terracottarood is heel mooi, maar ik zal dat toch maar niet doen.
Er is wel een rationele grond waarop sommigen zich beroepen om voor het recreatief fietsen een andere kleur dan het blauw-wit te gebruiken. Tijdens een overlegvergadering van begin 2000 met de afdelingen Wegen en Verkeer en het ministerie van Verkeer en Infrastructuur werd uitdrukkelijk gewezen op het feit dat de blauwe borden er zijn voor de utilitaire bewegwijzering en de groen-witte voor de recreatieve. Dat was het uitgangspunt van de administratie om voor een bepaalde optie te kiezen.
Ik voeg er onmiddellijk aan toe dat ik die logica in twijfel trek. Ik ben van mening dat we veel minder onderscheid moeten maken tussen utilitaire en recreatieve bewegwijzering voor fietspaden. Ik zie het nut niet in om de utilitaire bewegwijzering te laten verschillen van een recreatieve. Het volstaat het aantal kilometers te vermelden zodat de mensen kunnen kiezen wat voor hen een nuttige of ontspannende weg is.
De heer Johan Sauwens : Mijnheer de minister, ik kan enkel bevestigen wat u zegt. Door hun officieel karakter worden deze borden bovendien veel minder beschadigd. De andere weggebruikers, meer bepaald de automobilisten, betonen juist door dat officieel karakter ook meer respect voor de fietser.
Mijnheer de minister, ik zal u de documenten van het ministerie van Verkeer bezorgen. In 1995 heeft ze zelf gesuggereerd om dit verkeersbord te gebruiken. Dankzij het fietsroutenetwerk ontstonden er korte verbindingen tussen dorpen en kernen. Ze worden ook gebruikt voor het woon-werk- en het woon-schoolverkeer. Het is dus ruimer dan het zuiver recreatief fietsen. Het netwerk wordt natuurlijk veel gebruikt tijdens de vrije tijd. Het uitbouwen ervan hield ook een verbetering in van de infrastructuur voor iedere fietser.
Minister Renaat Landuyt : Mijnheer de voorzitter, ik heb aan Toerisme Vlaanderen gevraagd om hierin duidelijkheid te scheppen. Ik wil een eerste misverstand uit de wereld helpen. Bij de vervanging van de borden van het netwerk in Limburg zal er niets veranderen. Het blauwwitte bord blijft behouden.
Het Limburgs netwerk is zeer performant. We kennen in West-Vlaanderen een heel ander netwerk. Ik wens niet te discussiëren over kleuren van een bord. Als er geen wettelijk beletsel is om blauwe-witte borden te gebruiken, dan moeten we die behouden. U moet me wel toelaten dat te onderzoeken.
We hebben besloten dat er tot 2007 niets zal veranderen aan de situatie. Er is geen sprake van een plotse vervanging. Wel zijn op een bepaald moment de borden van de netwerken afgeschreven. Dat is niet alleen in Limburg het geval, maar in heel Vlaanderen. Toerisme Vlaanderen wil die borden subsidiëren.
Ik heb het idee opgevat om voor heel Vlaanderen één netwerk te creëren. Dat van Limburg is al heel sterk uitgebouwd. We kunnen daar zeer veel lessen uit trekken, tot in West-Vlaanderen toe.
Nu is het ook niet het moment om een vervanging per se door te voeren. Uiteraard is er de normale kostprijs van de borden. Voor het totale netwerk van Limburg gaat het om een bedrag van 350.000 euro aan materiaalkosten. De cijfers zullen nog evolueren.
Men is deze zomer te snel van stapel gelopen. Voor mij is er voorlopig niets aan de hand. Integendeel, wij willen leren van Limburg.
De voorzitter : De heer Sauwens heeft het woord.
De heer Johan Sauwens : Mijnheer de minister, blijkbaar is er een protocol gesloten tussen Limburg en Toerisme Vlaanderen. Hebt u Toerisme Vlaanderen al gevraagd om dat te herbekijken?
Minister Renaat Landuyt : Ik distantieer me van dat protocol. Na het telefoongesprek in mijn wagen, net voor de deadline van de krant van 6 september, is afgesproken dat er duidelijkheid moest komen over het feit dat er niets zou veranderen. Voor 2007 verandert er niets.
Ik wil daarover geen onnodige discussies voeren. Trouwens, met dit blauw in Limburg kan ik wel leven.
De voorzitter : De heer Boutsen heeft het woord.
De heer Mathieu Boutsen : Mijnheer de minister, hoe staat u tegenover de veiligheid van de fietsroutenetwerken?
Minister Renaat Landuyt : Ik vind het op zich verkeerd dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen recreatieve en utilitaire fietsroutes. Ik begrijp fundamenteel niet het verschil dat een federale administratie ooit heeft opgedrongen aan een Vlaamse administratie, waarbij er zogezegd een onveiligheid zou ontstaan met blauwe recreatieve borden. Recreatief fietsverkeer is voor mij even belangrijk wanneer het over de veiligheid gaat als utilitair fietsverkeer.
De heer Johan Sauwens : Ik zou het jammer vinden dat het protocol stilzwijgend zou worden uitgevoerd in 2006-2007, ondanks de publieke verklaringen. Er moet dan ook op korte termijn duidelijkheid over komen. Ik zal over drie maanden opnieuw een vraag stellen over dit onderwerp.
Minister Renaat Landuyt : Ik herhaal nogmaals dat ik het protocol in vraag stel en dat ik alleen gebonden ben aan het respecteren van de administratieve regels om die beslissing te wijzigen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.