Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 01/07/2003
Vraag om uitleg van de heer Carl Decaluwe tot de heer Gilbert Bossuyt, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over het algemeen verkeersbeleid
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Decaluwe tot de heer Bossuyt, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over het algemeen verkeersbeleid.
De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, de Vlaamse Stichting Verkeerskunde kreeg bij de begrotingscontrole een bijkrediet toegekend omwille van het project in het kader van de European Car free Day. Dit is, denk ik, ook het gevolg van de CD&V-resolutie inzake autoluwe dagen die unaniem werd goedgekeurd door dit parlement.
De European Car free Day wordt op een vaste dag georganiseerd, namelijk 22 september. Dit jaar valt 22 september op een maandag. Hiervoor werd door de Vlaamse Stichting Verkeerskunde een project opgestart voor de scholen, in het kader van het schoolverkeer. We weten dat tijdens een werkdag het woon-schoolverkeer een bijzonder groot aandeel heeft in de mobiliteit, zeker binnen bepaalde tijdsperiodes. Als de overheid effectief werk wil maken van een autoluwe dag, op een werkdag, moet er ook iets gebeuren voor het woon-werkverkeer.
Mijnheer de minister, worden er projecten opgezet voor een autoluw woon-werkverkeer tijdens de European Car free Day? Hoeveel scholen uit hoeveel gemeenten zullen deelnemen aan deze autoluwe dag voor woon-schoolverkeer? Dit moet nu snel duidelijk zijn, want straks start de vakantie en 1 september ligt dicht bij 22 september.
We hebben de indruk dat het autovrij en autoluw maken van stadscentra ter gelegenheid van de European Car free Day één dag zal worden vervroegd, namelijk naar de voorafgaande zondag, waarschijnlijk omdat dit de organisatie ervan voor de steden en gemeenten iets gemakkelijker maakt. Anderzijds wordt hierdoor deels voorbijgegaan aan de doelstelling van de European Car free Day, namelijk een vermindering van het woon-werkverkeer.
Mijnheer de minister, heeft de Vlaamse overheid aanbevelingen overgemaakt aan de gemeentebesturen om dit experiment zoveel mogelijk te laten plaatsvinden op maandag 22 september? Werd een bepaalde dag, zondag of maandag, aanbevolen? Acht u het aangewezen om ook op een werkdag een echte autoluwe dag te organiseren? Hebt u zicht op het aantal deelnemende steden en gemeenten?
De allereerste keer was het succes niet bijzonder. De tweede keer ging het al wat beter. Deze derde keer zal het resultaat waarschijnlijk nog beter zijn. Hoeveel steden en gemeenten nemen deel op zondag 21 september en hoeveel op maandag 22 september?
De voorzitter : Minister Bossuyt heeft het woord.
Minister Gilbert Bossuyt : Mevrouw de voorzitter, mijnheer Decaluwe, in maart 2003 heb ik een brief gericht tot de 308 Vlaamse steden en gemeenten om hen uit te nodigen om op 22 september actief deel te nemen aan de Car Free Day. De steden en gemeenten werden bovendien op 23 april in Brussel uitgenodigd om aan een studiedag over de 'Dag zonder auto mobiel in de stad' deel te nemen. De studiedag was gratis voor de afgevaardigden van de gemeenten.
De studiedag had tot doel om aan de hand van een aantal praktische voorbeelden de steden en gemeenten mee te geven wat de kritieke succesfactoren zijn bij de organisatie van zo'n dag en om hen een aantal nuttige tips te geven. Heel wat gemeenten en steden zijn immers nog niet volledig op de hoogte van wat een autoluwe dag concreet inhoudt. Ongeveer 25 gemeenten hebben aan de studiedag deelgenomen.
De 'Dag zonder auto mobiel in de stad' vormt dit jaar de afsluiting van de week van vervoering die elk jaar door Komimo in opdracht van het Vlaams Gewest wordt georganiseerd. De week loopt van 13 tot 22 september 2003. Uiteraard zal Komimo ook dit jaar in haar berichtgeving aandacht besteden aan de autoluwe dag. De Vlaamse steden en gemeenten kunnen bovendien ook een beroep doen op een specifieke handleiding, het 'Handboek voor lokale overheden', dat via Komimo te verkrijgen is.
Daarnaast probeert Komimo ook bedrijven of werkgevers aan te sporen om een actie tijdens de 'Dag zonder auto mobiel in de stad' op touw te zetten. Zo lopen contacten tussen Komimo en het Provinciebestuur Limburg, de Katholieke Universiteit Leuven en het stadsbestuur van Gent. Daarnaast wordt op 22 september in samenwerking met Komimo ook een studiedag ingericht over mobiliteitsmanagement voor bedrijven. Op deze studiedag zullen enkele case-studies worden besproken en zal er een algemene oproep worden gelanceerd om op 22 september 2004 in verschillende bedrijven een actiedag te organiseren.
Op 22 september 2003 wordt door de VVM-De Lijn een speciaal dagticket aangeboden tegen de prijs van 1 euro. Deze dagpas zal trouwens geldig zijn in heel Vlaanderen. Ook dat kan op deze autoluwe dag een bijdrage leveren in het licht van het woon-werkverkeer. Uiteraard is het ontwikkelen van specifieke initiatieven op het terrein van het woon-werkverkeer in het teken van deze autoluwe dag ook iets dat elk jaar zal groeien.
Het initiatief van de 'Dag zonder auto mobiel in de stad' wint elk jaar aan naamsbekendheid in Vlaanderen. Er wordt dan ook geprobeerd om nieuwe doelgroepen voor deze dag warm te maken. Dit jaar wordt door de Vlaamse Stichting Verkeerskunde een bijzondere inspanning geleverd om de scholen te bereiken. Momenteel is evenwel nog niet bekend hoeveel scholen uit verschillende gemeenten aan de autoluwe dag zullen deelnemen. De Vlaamse Stichting Verkeerskunde is volop bezig om via verschillende kanalen de scholen op de hoogte te brengen van dit initiatief. Volgens de Vlaamse Stichting Verkeerskunde reageren heel wat scholen enthousiast.
Tot op heden hebben ongeveer 15 steden en gemeenten aan Komimo kenbaar gemaakt dat ze willen deelnemen aan de 'Dag zonder auto mobiel in de stad' van 22 september 2003. De dag voordien, zondag 21 september, wordt er in Vlaanderen ook de 'Open Straatdag' georganiseerd. Deze 'Open straatdag', die past in de week van vervoering, wordt reeds een aantal jaren georganiseerd en is stilaan ook een begrip geworden. Door de straat één dag open te gooien voor zacht en collectief vervoer, voor sport en spel en voor communicatie tussen bewoners, kan worden nagegaan hoe de inrichting van de openbare ruimte en de afwikkeling van het verkeer in de buurt het best evolueert. Tot op heden hebben 30 gemeenten laten weten dat ze aan deze 'Open Straatdag' willen deelnemen.
Hieruit blijkt dat er heel wat initiatieven worden genomen met betrekking tot 22 september. Beide initiatieven, met name de 'Dag zonder auto mobiel in de stad' en de 'Open straatdag' zorgen ervoor dat in Vlaanderen steeds meer steden en gemeenten nadenken over een duurzame mobiliteit en specifieke acties ondernemen om dit bij hun bevolking kenbaar te maken. Dat is in elk geval een heel positieve evolutie.
De voorzitter : De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Als ik alles snel optel, zullen 45 van de 308 gemeenten deelnemen op zondag of maandag. Het aantal deelnemers groeit heel traag aan. Misschien kan worden overwogen om volgend jaar vroeger te starten met de sensibilisatiecampagne. De scholen worden nu pas aangeschreven, maar de vakantie is reeds begonnen en de directies hebben nog andere bekommernissen.
U hebt nog niet geantwoord op mijn vraag of en hoe u de keuze voor zondag of voor maandag aanbeveelt. Het verschil is fundamenteel. Een maandag brengt het woon-werkverkeer echt in de praktijk, een zondag niet.
De voorzitter : Minister Bossuyt heeft het woord.
Minister Gilbert Bossuyt : Mijnheer Decaluwe, u hebt gelijk dat het aantal deelnemers traag aangroeit. Heel wat steden en gemeenten hebben na de vorige verkiezingen lange tijd open gelegen. Daarom is er nogal wat terughoudendheid tegenover dergelijke ingrijpende initiatieven. We hebben geen keuze aanbevolen. Het is van belang dat steden en gemeenten kunnen meedoen onder een of andere vorm. Komimo speelt daarbij een animerende rol.
Ik ben het helemaal met u eens dat we volgend jaar sneller moeten handelen. Ik herhaal dat over verkeer al heel wat te doen is. Ook door de federale overheid worden nieuwe werken gevraagd. Als het werken zijn van enige omvang en er ontstaat enige wrevel over, dan is het niet makkelijk om daarbovenop een autoluwe dag te organiseren. Hoe dan ook moeten we het project voortzetten, al was het alleen maar om de mensen bewust te maken van hun manier van verplaatsen : de wagen, het openbaar vervoer of op een andere manier. Dergelijke ingrijpende dagen - want het is niet niets om een hele stad af te sluiten - kunnen daarbij helpen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.