Commissie voor Cultuur, Media en Sport Vergadering van 03/07/2003
Vraag om uitleg van de heer Carl Decaluwe tot de heer Marino Keulen, Vlaams minister van Wonen, Media en Sport, over de overlevingskansen van de bestaande lokale radio's
Vraag om uitleg van mevrouw Niki De Gryze tot de heer Marino Keulen, Vlaams minister van Wonen, Media en Sport, over het nieuwe radiofrequentieplan
De voorzitter : Aan de orde zijn de samengevoegde vragen om de heer Decaluwe tot de heer Keulen, Vlaams minister van Wonen, Media en Sport, over de overlevingskansen van de bestaande lokale radio's en van mevrouw De Gryze tot minister Marino Keulen, over het nieuwe radiofrequentieplan.
De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het decreet over de erkenning van de lokale radio's kan bijna worden uitgevoerd. Het uitvoeringsbesluit over de erkenningsvoorwaarden van 22 april is immers in het Staatsblad verschenen, en het uitvoeringsbesluit over de technische voorwaarden van de zendvergunningen en het nieuwe frequentieplan werden definitief goedgekeurd door de Vlaamse regering op 13 juni 2003. Het uitvoeringsbesluit over de erkenningsprocedure werd voor advies overgemaakt aan de Raad van State.
Bij de voorstelling van het nieuwe frequentieplan op 5 juni in de commissie voor Media, beloofde uw voorganger, minister Van Mechelen, dat rekening zou worden gehouden met de geschiedenis van de bestaande lokale radio's bij de toekenning van de nieuwe zendvergunningen. Het grote verschil met vroeger is dat definitief werd afgestapt van de lagevermogenszenders en dat werd getracht zoveel mogelijk stedelijke frequenties met een hoger vermogen, tussen 500 watt en 5 kilowatt, te laten bestaan. Er wordt ook steeds een vorm van directiviteit opgelegd om zo de frequentieruimte maximaal te kunnen benutten. Het is belangrijk dat daardoor het luistercomfort en de economische leefbaarheid worden versterkt. Op de website merken we dat de lokale frequenties een vermogen behouden van maximaal 100 watt.
Mijnheer de minister, het zendcomfort is cruciaal en hangt samen met de economische leefbaarheid. Na de voorstelling op 5 juni was ik erg enthousiast. Als toenmalig parlementslid zei u dat het een historisch moment was omdat ik positief reageerde. Toen beschikten we echter nog niet over gedetailleerde informatie. Uit vele hoeken getuigen mensen nu over problemen. Er lopen heel wat negatieve reacties binnen over het frequentieplan omdat een aantal frequenties niet langer beschikbaar zijn. Dat is natuurlijk begrijpelijk, want na de herschikking is het totale aantal frequenties ongeveer gelijk gebleven. Het is logisch dat mensen die vroeger wel over een frequentie beschikten, maar nu niet meer, ontgoocheld zijn.
Een ander probleem dat maar niet opgelost raakt, is dat van het luistercomfort. Vooral de kleinschalige onafhankelijke radio's in een aantal regio's dreigen echt in de problemen te geraken. Ik citeer uit de reacties van bepaalde radio's : 'Na jarenlang onafhankelijk uitzenden en steeds met een wettelijk vermogen, biedt het nieuwe frequentieplan geen extra dan louter het behoud van een slechte frequentie.'
In de omgeving van de taalgrens verdwijnen in het nieuwe radiolandschap een aantal frequenties naar Wallonië, maar in ruil komt er een nieuwe radio bij in Moeskroen. Dat is zomaar eventjes 10 kilometer dichterbij Deerlijk. Bovendien komt er nog een zware frequentie bij in Doornik.
Ook de ketenfrequenties krijgen het moeilijk. Bepaalde frequenties zullen moeten worden gedeeld. De radio's uit Moeskroen en Doornik zullen het radiolandschap in Zuid-West-Vlaanderen grondig verstoren. Immers, de lokale radio's krijgen geen extra vermogen en hun zendcomfort is niet gegarandeerd.
Ik heb ook een mail ontvangen uit Herenthout-Olen. Nadat ze het nieuwe frequentieplan hadden bekeken, moesten de lokale radio's daar vaststellen dat hun werking in het gedrang zal komen met een gedeelde frequentie, met amper 40 watt. Met andere woorden, de verzorging wordt niet gegarandeerd zoals oorspronkelijk was beloofd.
In Oost-Vlaanderen is evenmin sprake van een ruimer en beter zendgebied. Immers, op de betrokken frequentie blijft de 34 watt van toepassing met een effectief uitgestraald vermogen van 19 watt, zoals nu het geval is. Als je bovendien het Waalse frequentieplan bekijkt, zitten heel wat Franstalige zenders van Brussel tot Moeskroen allemaal vrij dicht in de buurt, met een veel groter vermogen dan toegelaten. Daardoor zal de situatie in de toekomst alleen nog verslechteren.
In het midden van West-Vlaanderen ziet het er op het eerste zicht niet slecht uit. Omwille echter van het groot vermogen van Doornik, zal de situatie er effectief verslechteren. Men spreekt daar van een vergiftigd geschenk.
Mijnheer de minister, door het nieuwe frequentieplan zal het radiolandschap veranderen. Het zullen echter vooral de kleinschalige radio's zijn die het slachtoffer worden van deze frequentieslag. Na jarenlange moeite om een trouw luisterpubliek op te bouwen, moeten ze uitwijken naar nieuwe frequenties wat negatieve gevolgen dreigt te hebben voor de klantenbinding. Bovendien was de lokale zenders meer leefbaarheid beloofd, maar de sector is van mening dat die belofte niet wordt nagekomen door het aanbod van 40 en 100 watt zenders.
Mijnheer de minister, welke maatregelen zult u nemen om de bestaande lokale radio's maximaal de kans te geven om hun vertrouwde frequenties te behouden en vooral om hun zendcomfort te verhogen? Beide zijn onmisbare voorwaarden om het luisterpubliek en de economische leefbaarheid te behouden en te versterken.
Welke afspraken werden er gemaakt met de Franse Gemeenschap en met het BIPT? Als men aan de andere kant van de taalgrens blijft voortdoen alsof er niets aan de hand is, en het BIPT treedt niet op, dan hebben wij hier ongelofelijk veel moeite gedaan voor niets. In sommige regio's zal de situatie zelfs nog slechter worden.
Er moet een businessplan worden ingediend. In dat geval is het essentieel om te weten wat er operationeel zal zijn. Uit de tientallen mails die ik heb ontvangen, blijkt dat geen enkele lokale radio zinvol kan antwoorden op de vraag wat effectief het verzorgingsgebied zal zijn. Misschien wordt dit nog duidelijk via de infosessies die uw voorganger,minister Van Mechelen, had aangekondigd.
De voorzitter : Mevrouw de Gryze heeft het woord.
Mevrouw Niki De Gryze : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, wij waren eveneens verheugd toen minister Van Mechelen ons het frequentieplan uitlegde. Uit diverse hoeken kwamen echter nogal wat vragen en opmerkingen. De reactie ging van lichte tot grote paniek, omdat men zich afvraagt wat het beloofde zendcomfort zal betekenen. Op sommige plaatsen zijn er minder of zelfs geen frequenties meer overgebleven.
Ik geef een aantal voorbeelden. In Waregem sneuvelt één frequentie, namelijk Contact2 en in Roeselare sneuvelen er twee, namelijk Alpine en Bingo. Bovendien wordt West-Vlaanderen geconfronteerd met de Waalse stations met harde vermogens. In Ninove moeten twee van de drie radio's verdwijnen. In het Gentse zou enkel in Deinze één van de vier lokale radio's moeten verdwijnen. Wat de streek Aalst Brussel-Gent betreft, spreekt men al van een interferentieplan omdat daar in nogal wat grootvermogens is voorzien, wat onvermijdelijk tot storingen zal leiden. In Limburg verdwijnt in de regio Lommel-Overpelt één van de twee frequenties. In Antwerpen lijkt het aantal toekomstige frequenties net iets lager te liggen dan het aantal huidige lokale radio's. De regio Leuven zou zwaar getroffen zijn.
De vraag is ook of er een akkoord is met Wallonië over het exacte tijdstip van de omschakeling naar de nieuwe frequenties, want als dit niet simultaan gebeurt, is er opnieuw een periode van storing. Bovendien zijn er nu reeds radio's die problemen hebben met Waalse frequenties. Daarvoor werd verwezen naar het federaal niveau. Mijnheer de minister, mogen we in de toekomst een betere opvolging verwachten?
Wat zijn de overlevingskansen voor lokale radio's die reeds een geschiedenis hebben en waarbij rekening kan worden gehouden met hun ervaring? Wat denkt u ervan om, zoals sommigen suggereren, de huidige radio's opnieuw te erkennen en er geen nieuwe meer toe te staan op plaatsen waar radio's verdwijnen? Wat gebeurt er concreet als er storingen blijken te zijn door Waalse zenders? Wat gebeurt er concreet als er storingen zijn door regionale zenders?
De voorzitter : Mevrouw Hermans heeft het woord.
Mevrouw Margriet Hermans : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ook ik ben overspoeld door paniekerige e-mails van mensen die op www.fmradio.be gingen kijken en zagen dat heel wat frequenties geschrapt waren. Die frequenties hebben evenwel niets te maken met de bestaansreden van hun radio. Ik begrijp echter het probleem dat de heer Decaluwe heeft geschetst in verband met klantenbinding. Het veranderen van de frequenties betekent voor veel mensen een moeilijke overgang.
Bij het verdwijnen van lokale radio's moeten we rekening houden met de stadsradio's. In hoeverre kunnen zij die open plaatsen invullen? Volgens mij zal er in elk geval geen plaatstekort zijn.
De voorzitter : De heer Vandenbossche heeft het woord.
De heer Dany Vandenbossche :Mijnheer de voorzitter, dames en heren, net zoals iedereen hier ben ik ook bestookt met e-mails. In cijfers is het verschil van aantal radiofrequenties miniem. Dat heeft voor gevolg dat sommigen op een andere frequentie moeten uitzenden. U kent het spreekwoord : men kan geen omelet bakken zonder eieren te breken.
Er zijn voorwaarden opgelegd. Ik heb alleen e-mails gekregen uit streken waar problemen kunnen rijzen. In Gent blijkt het nogal mee te vallen. Ik verwacht van u, mijnheer de minister, dat u daar een antwoord voor hebt.
Het BIPT is nu blijkbaar toch tot actie overgegaan. Het zou Contact Inter nu toch uit de ether halen. Er is veel kritiek op het BIPT, en de verhouding tussen de gemeenschappen en het BIPT is nog altijd niet duidelijk.
We hebben dat hier al vaker meegemaakt : vanaf het moment dat er een nieuw decreet aankomt, raken de mensen in paniek. Ik raad hen aan om een beetje af te wachten. Een verandering van frequentie was al een probleem vóór dit frequentieplan. De heer Decaluwe heeft de hele evolutie al geschetst. Ik begrijp de reactie van de kleine radio's. We waren er echter vroeger reeds van overtuigd dat er een groot probleem heerste in het medialandschap waardoor er ook radio's zouden verdwijnen. Ik hoop dat het nieuwe plan voor die radio's een nieuwe kans betekent. Ik probeer daarom de paniek te relativeren.
Ik begrijp dat het voor sommigen niet eenvoudig is om zo'n dossier op te stellen. We hebben met iedereen rekening gehouden. De radio's die al langer bestaan, worden geapprecieerd om hun ervaring. Ik ga echter absoluut niet akkoord met het voorstel om geen nieuwe radio's toe te laten. Er zijn radio's die een frequentie in beslag nemen, maar niet zelf uitzenden. Het gaat vooral om studentenradio's die hun frequentie aan anderen verhuren. Die 'huurders' kunnen dus nooit meer aan de bak komen. Dat vind ik heel erg. Ik hoop dat de nieuwe procedure al deze wantoestanden uit de wereld zal helpen.
De voorzitter : De heer De Cock heeft het woord.
De heer Frans De Cock : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik heb alle begrip voor de complexiteit van het dossier. Het frequentieplan moet veel moeite gekost hebben. Ik heb ook paniekerige mails ontvangen.
Wat zal er gebeuren als een aantal radio's aan alle criteria beantwoorden en er geen plaats is voor hen? Dat lijkt me echt een oneerlijke situatie. Hoe kunnen de stadsradio's een opvangnet vormen voor de lokale radio's die dreigen uit de boot te vallen?
De voorzitter : Minister Keulen heeft het woord.
Minister Marino Keulen : Mijnheer de voorzitter, dames en heren, de maatschappelijke gevoeligheid van dit dossier is overduidelijk. We zijn niet bezig boven de hoofden van de mensen. We hebben al heel veel Latijn gestoken in de lokale radio's en willen dit medium alle kansen geven. We hebben hoorzittingen gehouden, we hebben initiatieven van de oppositie en van de meerderheid besproken. We hebben het decreet op de privé-radio's voorgesteld. We willen een sector die aan de rand van de afgrond staat opnieuw kansen geven. Eén zaak staat me sinds de hoorzittingen duidelijk voor ogen : "maak komaf met de bestaande situatie. Als dit nog 1 of 2 jaar duurt, is de sector niet dood maar morsdood. Probeer de sector opnieuw zuurstof in te pompen met nieuwe initiatieven". Dit kwam niet uit de meerderheid maar uit de sector.
De overheid heeft dat medium een jaar of tien laten aanmodderen. Ik wil dit niet politiek uitspelen. We hebben wel de verdienste dat we de uitdaging zijn aangegaan. Wetend dat dit allemaal gevoelig lag, praten we over rechten en verworven rechten, over economische activiteit. Het decreet wordt nu geoperationaliseerd. De administratie Media heeft de website geopend en staat de betrokkenen telefonisch én te velde met raad en daad bij. Dit is een duidelijke illustratie van het feit dat we kansen willen creëren. Het is helemaal niet onze bedoeling initiatieven te laten mislukken. Indien mensen er echt voor willen gaan, moeten hun dossiers inhoudelijk worden afgewogen en mogen vormfouten hen de das niet omdoen. Hun dossiers mogen niet worden afgekeurd omdat ze bepaalde zaken niet wisten. Zeker niet als het gaat om zaken die ze, indien ze op de hoogte waren geweest, zonder problemen hadden kunnen regelen. We willen het medium in de toekomst weer alle kansen geven. De inspanningen die we leveren, tonen aan dat lokale radio's in Vlaanderen een plaats moeten krijgen.
In het decreet hebben we het belang van de gemeenschapsfunctie benadrukt. Lokale radio's hebben niet enkel een informatieve functie. Ze vervullen tevens een gemeenschapsversterkende functie.
De bestaande radio's die een goed dossier indienen, kunnen de facto van een voorrangsregeling genieten. Als ze een goed dossier indienen en als er frequenties voorhanden zijn, krijgen ze alle kansen. Op verzoek van de voorzitter van deze commissie moeten ze het inschrijvingsgeld van 248 euro zelfs niet betalen. Op die manier trachten we de bestaande radio's zo laagdrempelig mogelijk te benaderen.
Uit al deze initiatieven blijkt dat we minstens het voordeel van de twijfel moeten krijgen. Na tien tot vijftien jaar verwaarlozing willen we de lokale radio's, de stadsradio's en de regionale radio's alle kansen bieden.
Ik wist uiteraard op voorhand dat dit vragen zou oproepen. Dit is ook de reden waarom de commissie vooraf op de hoogte is gebracht van de bereidheid om informatievergaderingen te houden.
De administratie heeft een website geopend. Op die site staan de antwoorden op de meest algemene vragen in verband met lokale radio's. Bovendien staat de administratie klaar om concrete vragen telefonisch te beantwoorden. Zoals ik daarnet al heb gezegd, is het niet onze bedoeling dergelijke initiatieven te laten mislukken.
Wat de erkenning van de radio's betreft, verwijst de administratie naar de teksten van het decreet, van de voorbereidende stukken en van het uitvoeringsbesluit. Al deze teksten staan trouwens op de website.
Hoewel ik de bezorgdheid van de vraagstellers kan begrijpen, ben ik een beetje verrast door de vragen over het aantal lokale radio's, over het wegvallen van frequenties en over de voorrangsregelingen voor die frequenties. Vooraleer ik op die vragen inga, zal ik nog even de procedure en de erkenningscriteria overlopen.
Het procedurebesluit van 14 juli 1998, gewijzigd bij besluit van 14 maart 2003, bepaalt dat de aankondiging in het Belgisch Staatsblad door het VCM, van de frequenties waarvoor per locatie een erkenningsaanvraag voor een lokale radio kan worden ingediend, het begin van de procedure inluidt. Enkele weken geleden hebben we hier het mini-decreet op het VCM behandeld. Het begin van de procedure blijft in dit mini-decreet behouden. Het VCM moet een advies over de conformiteit van de ingediende dossiers uitbrengen.
Uiterlijk op 16 juli 2003 moet de Raad van State advies uitbrengen over het uitvoeringsbesluit van het mini decreet. In functie van de regeringsagenda zal de Vlaamse regering op 18 of op 23 juli hierover een definitieve beslissing nemen. Daarna zal het uitvoeringsbesluit, samen met het volledige frequentieplan, in het Belgisch Staatsblad worden gepubliceerd.
Onmiddellijk hierop zal het VCM de oproep en de frequentiepakketten in het Belgisch Staatsblad laten publiceren. Ik ben van plan het VCM te vragen om de oproep voor de regionale radio's eind juli, en de oproep voor de lokale radio's en de stadsradio's eind juli of begin augustus, te laten verschijnen. Dit onderscheid moet het allemaal wat werkbaar houden.
De kandidaat-radio's hebben vervolgens 30 dagen om een dossier in te dienen. Zodra de oproep verschijnt, zullen de modelformulieren op de website van de administratie en bij het VCM beschikbaar zijn. Ook op dit vlak is het onze bedoeling zo klantvriendelijk mogelijk te werk te gaan.
Volgende week zullen de technische gegevens op de website worden gepubliceerd. Het gaat hier om gegevens over coördinaten, vermogens, antennehoogtes en dergelijke. Deze publicatie is louter informatief bedoeld. Indien de directiviteitsregel van toepassing is, zal dit met een letter D worden aangegeven. Directiviteit is een techniek om storingen te vermijden. Het is uiteraard niet onze bedoeling andere zenders te storen. Lokale radio's met een groot vermogen moeten sowieso over de nodige directiviteit beschikken.
De kandidaten voor een groot vermogen kunnen best rechtstreeks contact opnemen met de administratie. De administratie staat deze mensen met raad en daad bij. Iedereen kan voor een grote zender kandideren. We willen er enkel voor zorgen dat al deze kandidaten beseffen dat directe antennes duur zijn, dat grote vermogens hogere electriciteitsrekeningen betekenen en dat een groter zendgebied ook bijkomende uitgaven met betrekking tot rechten impliceert.
De kandidaten mogen deze kosten niet onderschatten. Een nieuwe antenne voor een stadsradio kost ongeveer 60.000 euro. Dit is slechts een aspect van het volledig kostenplaatje. Iedereen moet weten waaraan hij begint, welke lasten hij op zich neemt en in welke mate dit de toekomstige werking van zijn radio kan beïnvloeden of zelfs hypothekeren.
Ik kan niemand tot iets verplichten. Wat dit betreft, is iedereen vrij. Persoonlijk ben ik van mening dat, op die plaatsen waar grotere frequenties beschikbaar zijn, de professionelere initiatieven beter voor de stedelijke frequenties zouden opteren. Met een vermogen van 100 watt heeft een zender immers slechts een bereik van 7 kilometer. Ik ben er tevens van overtuigd dat de lokale radio's beter niet voor grote vermogens zouden opteren. Gezien de investerings- en exploitatiekosten twijfel ik aan de leefbaarheid van een kleine vrijwilligersradio met een groot vermogen. Ik kan niemand dwingen. Iedereen moet doen wat hij meent te moeten doen. Ik vind enkel dat iedereen op voorhand moet beseffen waaraan hij begint en wat de consequenties van zijn keuze zijn.
De vraag over de overlevingskansen van de bestaande radio's verrast me ook enigszins. Op 25 oktober 2002 heeft het Vlaams Parlement een door de meerderheid ingediend voorstel van decreet op de privé-radio's goedgekeurd. Ik was zelf overigens de hoofdindiener van dit voorstel van decreet. In het decreet op de privé radio's is de radio-ervaring die de medewerkers van een radio in het betrokken verzorgingsgebied hebben opgedaan uitdrukkelijk opgenomen in de erkenningscriteria voor lokale radio's. Eigenlijk gaat het hier de facto weer om een voorrangsregeling. Indien een bestaande radio een goed dossier indient en indien een frequentie beschikbaar is, zal die radio met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid worden erkend.
De toelichting bij het decreet stipuleert duidelijk dat de omroepen die kunnen aantonen dat ze gedurende jaren aan een reële behoefte in het verzorgingsgebied hebben voldaan, en dat ze een bijdrage tot de socio-culturele ontwikkeling van dit gebied hebben geleverd, opnieuw voor een erkenning in aanmerking komen.
De kennis en de radio-ervaring met betrekking tot de productie en de exploitatie van een radio in het verzorgingsgebied in kwestie en de opgebouwde band met de lokale gemeenschap in datzelfde verzorgingsgebied zijn expliciet als erkenningscriteria in het besluit van de Vlaamse regering van 14 maart 2003 opgenomen.
Bovendien zijn de radio's die reeds in 2002 zijn vergund en die nu een kandidatuur indienen, vrijgesteld van het betalen van het inschrijvingsgeld van 248 euro. Zoals ik daarnet al heb gezegd, is dit het gevolg van een suggestie van de voorzitter van deze commissie. Op deze manier willen we het de bestaande radio's zo gemakkelijk mogelijk maken en willen we zo laagdrempelig mogelijk werken. We willen zoveel mogelijk kansen creëren.
Onze laagdrempelige houding ten aanzien van de bestaande radio's impliceert uiteraard niet dat nieuwe initiatieven totaal onmogelijk worden gemaakt. Om alle misverstanden te vermijden herhaal ik de vijf criteria voor de lokale radio's, die gelden als er meerdere kandidaten zijn voor een frequentie. Het eerste criterium is de concrete invulling van het programma-aanbod en zendschema, in het bijzonder het aanbod aan eigen programma's en het programma-aanbod met informatie over het eigen verzorgingsgebied. Daarnaast wordt rekening gehouden met de aantoonbare beschreven kennis en radio-ervaring van de kandidaat op het vlak van de productie en exploitatie van een radioprogramma voor het verzorgingsgebied in kwestie. Daarenboven moet er ook een aantoonbare en beschreven band zijn met de lokale gemeenschap. Het gaat daarbij in het bijzonder om de band die is ontstaan door gedurende een langere periode een ononderbroken continuïteit in de radio-uitzendingen te hebben verzorgd.
Er zijn ook bepalingen inzake de infrastructuur, met name de materiële en technische uitzendmogelijkheden waarover de kandidaat moet beschikken. Ten slotte wordt gekeken naar de degelijkheid van het opgegeven financieel plan en de financiële structuur. We denken eraan om het dossier van de regionale en stadsradio's te laten doorlichten door Abafim. Voor de lokale initiatieven zou dit gebeuren door de administratie Media.
Mijnheer Decaluwe, u vroeg me de bestaande lokale radio's maximale kansen te geven om hun vertrouwde frequenties te behouden. Een aantal bestaande frequenties zijn niet in het nieuwe frequentieplan opgenomen. Het kan toch onmogelijk uw bedoeling zijn om de radio's met een wegvallende frequentie elke kans op een nieuwe erkenning te ontnemen! In het verslag bij het decreet is er sprake van om in de mate van het mogelijke de frequenties te behouden. Een waarborg ter zake is evenwel niet mogelijk. Elke radio moet immers een voorrang van frequentie aanduiden. De radio's hebben er derhalve alle belang bij om voor alle frequenties van de lokaliteit waarvoor ze kandideren de orde van voorrang aan te geven.
Een radio kan dus kandideren voor één lokaliteit. Binnen die lokaliteit kunnen er verschillende frequenties zijn. De kandidaat moet daarbinnen een prioriteit bepalen. Ik herhaal dat ik niemand kan verbieden om voor zowel grotere als kleinere vermogens de orde van voorrang aan te geven. Voor het medium en de levenskansen van de betrokken radio's lijkt mij een keuze voor ofwel grotere vermogensofwel voor 100-wattzenders in de meeste gevallen aangewezen.
Mevrouw De Gryze, in geval van storingen door radio-omroepen van de Franse Gemeenschap komt het aan het BIPT toe om op te treden. De Vlaamse Gemeenschap stelt sedert jaren vast dat het BIPT weigert zijn verantwoordelijkheid als etherpolitie op te nemen. Het BIPT verwijst hierbij naar artikel 133 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 27 februari 2003. Daarin staat dat de Conseil Supérieure de l'Audiovisuel bevoegd is om overtredingen van de wetten vast te stellen.
Ondertussen heb ik met de leidend ambtenaar van het BIPT, de heer Van Heesvelde, gesproken. Ik heb hem gezegd dat we dit niet waarderen. Als we morgen iets soortgelijks in onze decreten zouden opnemen, dan wordt zijn dienst overbodig. Op een bepaald moment moeten mensen hun verantwoordelijkheid nemen. Die Franstalige etherpolitie aanvaarden we niet.
In geval van storingen door radio-omroepen, erkend door de Vlaamse Gemeenschap, ongeacht of dit nu regionale of lokale radio's betreffen, wordt gezien de bevoegdheidsverdeling eveneens een beroep gedaan op het BIPT om ter plaatse de nodige maatregelen te treffen. Als zou worden vastgesteld dat radio-omroepen zich niet aan de voorwaarden van de zendvergunning houden, volgt bovendien, zoals nu reeds het geval is, een procedure voor het Vlaams Commissariaat voor de Media. Het commissariaat kan sanctionerend optreden.
De kans op mogelijke storingen van de uitzendingen van de lokale radio's door regionale radio-omroepen is bovendien uiterst beperkt, aangezien de frequenties die door de regionale radio's zullen worden gebruikt, gegroepeerd werden in de beneden- en middenfrequentieband. De benedenband gaat van 87.6 tot 102.1 megahertz. De middenband ligt tussen 102.2 tot 104.8 megahertz. Bij de bovenband verandert eigenlijk weinig.
Enkel een aantal lokale radio's met een hoger vermogen, waardoor ze bijvoorbeeld zouden kunnen uitzenden als stadsradio, zullen over een frequentie beschikken in de beneden- en middenband. Bij het vastleggen van de lijst van deze frequenties en de ermee samenhangende zendvermogens werd ervoor gezorgd dat ze elkaar niet storen.
De twee consultantbedrijven, Nozema en Broadcast Partners, die de frequentieplannen hebben uitgewerkt, hebben steeds de kwaliteit van het plan bevestigd. Tijdens de coördinatievergadering is er ook over gewaakt dat de kwaliteit niet in het gedrang kwam. Het wegvallen van radio's wordt sterk overroepen. We zijn er immers in geslaagd om in plaats van 306 lokale radio's 292 lokale radio's te behouden, waarvan sommigen met groot vermogen. We beschikken daarenboven over 27 frequenties voor regionale en 44 voor landelijke radio's.
Ik stel me daarbij een aantal vragen. Is het wegvallen van sommige radio's het grote probleem? Zenden ze allemaal conform de geest en letter van het decreet uit? Zou het niet kunnen dat er meer levensvatbaarheid en kwaliteit komt indien sommige radio's zouden samensmelten?
Mevrouw De Gryze, u hebt het over een aantal probleemgebieden. Ik kan u garanderen dat de Vlaamse Gemeenschap, onder meer via de samenwerking met de consultantbedrijven, alles in het werk heeft gesteld om maximale oplossingen te bereiken, ook voor die gebieden. De onmogelijkheid om de hele band te herschikken, ligt uitsluitend bij de onwil van de Franse Gemeenschap om extra aanvragen zelfs maar te bekijken en aan het ontbreken van een afdwingbare coördinatieprocedure met vaste termijnen.
Met de Franse Gemeenschap hadden we 1 september als startdatum voor de frequentieplannen afgesproken. De Franse Gemeenschap bereidt zoals wij de erkenningsronde voor en heeft herhaaldelijk gesteld dat voor eind 2003 de erkennings- en vergunningsperiode zal worden afgerond.
De coördinatie van alle Vlaamse frequenties is rond. De Vlaamse Gemeenschap kan onmogelijk langer wachten omdat het huidig frequentieplan wordt bedreigd door de indienststelling van het plan van Nederland op 1 juni 2003.
Mijnheer de voorzitter, ik wens hier uitdrukkelijk de mensen van de administratie Media te danken. Ik denk daarbij in het bijzonder aan de heren Paul en Filip Vandevelde. Ze staan de vertegenwoordigers van de radio's met raad en daad bij. Zij hebben ervoor gezorgd dat er gedurende de hele maand juli een permanentie op de administratie is, zodat alle mogelijke inlichtingen kunnen worden verstrekt. Ze hebben daarvoor zelf het initiatief genomen. Eens de oproepen tot erkenning gepubliceerd zijn in het Belgisch Staatsblad, is er wel een grote afstandelijkheid en voorzichtigheid geboden. De radio's zullen dan op eigen kracht voor hun aanvraagdossier moeten zorgen.
De voorzitter : De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Mijnheer de minister, u hebt een bijzonder uitvoerig antwoord gegeven.U zegt ons dat we de zaak moeten relativeren. Uit de e-mails die ik heb ontvangen, blijkt echter dat de mensen ontgoocheld zijn. Ik heb het dan niet over degenen die hun frequentie verloren hebben, maar wel over degenen die een frequentie hadden met een slecht verzorgingsgebied. Dat gebied wordt niet verbeterd.
Ik denk dat we de vele onafhankelijke getuigenissen wel mogen geloven. De essentie van het nieuwe frequentieplan was om het zendcomfort en de economische leefbaarheid van de lokale radio's te verhogen. Ik weet niet precies hoeveel er minder zijn - dat is ook niet zo belangrijk. Ik voel me echter een beetje bij de neus genomen, ondanks de enorme inspanningen die zullen worden geleverd op het vlak van informatie. Er waren hoge verwachtingen over het verzorgingsgebied, want er werd gezegd dat het niet meer zou worden gestoord. Aan die verwachtingen werd niet beantwoord.
Mijnheer de minister, een van uw voorgangers, de heer Van Rompuy, vertrok van verzorgingsgebieden omwille van de economische leefbaarheid. Nu is men op een heel ander punt vertrokken om een maximaal aantal frequenties te kunnen behouden.
Toen waren er 200, nu zijn er 287. De essentie is dat er beter een beetje minder frequenties zijn, maar dat de bestaande zenders echt leefbaar zijn. Nu zijn veel lokale radio's een beetje ontgoocheld.
De federale onderhandelingen zijn bezig. Misschien is het een goed idee om morgen de problematiek van het BIPT op die onderhandelingstafel te werpen. Afspraken moeten aan beide kanten van de taalgrens worden nagekomen. U zou kunnen proberen om via de formateur duidelijke afspraken te maken met de heren Di Rupo en Michel.
Ik ontvang veel e-mails en ik hoop dat de inhoud ervan niet klopt. Het is wellicht een goed idee om contact op te nemen met de verenigingen om een aantal misverstanden uit de wereld te helpen. Nu al wordt er immers mee gedreigd dat binnen de 60 dagen na de publicatie van het frequentieplan in het Staatsblad, verzoekschriften zullen worden ingediend bij de Raad van State ter schorsing en vernietiging van het plan. Het zou bijzonder jammer zijn indien ons vele en lange werk op die manier wordt vernietigd.
Ook wordt geopperd om, net zoals in het buitenland, naar de bevoegde rechtsinstanties te stappen om overeenkomstig het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel de invoering van een wettelijk non-discriminatoir frequentieplan te bekomen. Ik ben het ermee eens dat over een aantal punten discussies mogelijk zijn en kan u de gedetailleerde plannen bezorgen. De aanstelling van de expert door de rechtbank, het bepalen van een redelijke maximale termijn en een eventuele dwangsom en schadevergoeding per dag vertraging van de implementatie, slaan natuurlijk op de toepassing. Om te vermijden dat er echt een procedureslag komt omwille van een aantal misverstanden, zou het goed zijn dat u zo snel mogelijk een aantal verenigingen ontvangt en zoveel mogelijk antwoorden geeft op hun vragen. We moeten alle middelen inzetten om een schorsing of vernietiging te voorkomen. Dat kan via een open en transparant beleid.
Als het klopt wat in de tientallen technisch goed onderbouwde e-mails staat, dan is er een probleem. De mensen klagen dat ze wel hun frequentie behouden, maar dat er helemaal geen verbetering merkbaar is. Sommigen hebben het zelfs over een slechtere ontvangst omwille van nieuwe zware zenders in Wallonië en Frankrijk. Ik begrijp de ontgoocheling. De praktijk zal uitwijzen hoe alles evolueert.
Ik wil de administratie danken voor het reeds geleverde werk en voor het vele werk dat haar in de komende vakantiemaanden nog te wachten staat. Het zal niet eenvoudig zijn om honderden dossiers correct te overlopen en er beslissingen over te nemen.
De voorzitter : Mevrouw De Gryze heeft het woord.
Mevrouw Niki De Gryze : Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord, maar ik heb nog een paar opmerkingen. Over de lokale radio's die reeds een geschiedenis hebben, zei u dat er een voorrangsregeling zal gelden, mits ze een goed dossier hebben - wat geen probleem zal zijn - en er een beschikbare frequentie is. Op dit laatste punt knelt het schoentje natuurlijk.
U zei dat Wallonië eind september zou overschakelen.
Ik had u gevraagd of er een akkoord werd gesloten met Wallonië over het exacte tijdstip van de omschakeling. Als de omschakelingen niet simultaan gebeuren, zal er immers opnieuw een periode van storingen ontstaan.
Ik ben blij dat de boze brief van minister Van Mechelen onmiddellijk resultaat heeft geboekt en dat Contact Inter uit de ether wordt genomen. Ik suggereer ook om de etherbevoegdheid van het BIPT te bespreken tijdens de federale regeringsonderhandelingen.
De voorzitter : Minister Keulen heeft het woord.
Minister Marino Keulen : De administratie Media staat open voor voorstellen en probeert op alle mogelijke manieren te helpen. De personeelsleden staan dag en nacht ter beschikking, want hun uitdaging is het vermijden van procedureslagen. Ze zijn ook bereid om alle aanvragen te beoordelen. Ik spreek nogmaals mijn waardering voor hen uit.
Mijnheer Decaluwe, dat werd geopteerd voor zoveel mogelijk frequenties en niet werd vertrokken vanuit het verzorgingsgebied, is gebeurd op vraag van het parlement.
De boodschap is doorgegeven om het probleem van het BIPT tijdens de federale onderhandelingstafel te berde te brengen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.