Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 24/06/2003
Vraag om uitleg van de heer Johan Malcorps tot de heer Gilbert Bossuyt, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de invoering van een inhaalverbod voor vrachtwagens op federaal of op Vlaams niveau
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Malcorps tot de heer Bossuyt, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de invoering van een inhaalverbod voor vrachtwagens op federaal of op Vlaams niveau.
De heer Malcorps heeft het woord.
De heer Johan Malcorps : De Vlaamse administratie Wegen en Verkeer is voorstander van een algemeen inhaalverbod voor vrachtwagens op autowegen. Dat inhaalverbod moet ook buiten de spitsuren gelden.
Volgens de administratie is zo'n inhaalverbod beter voor de veiligheid en voor het vlot verloop van het verkeer. Het verbod moet er zeker komen op autowegen met twee rijstroken. Op autowegen met drie rijstroken is het afhankelijk van het totale verkeer en het totale percentage vrachtwagens. Er moet nog onderzoek gebeuren om na te gaan of het op alle autowegen met drie rijstroken of slechts op enkele moet worden ingevoerd.
Ook formateur Verhofstadt nam het inhaalverbod voor vrachtwagens tijdens spitsuren al op in zijn nota. De beroepsorganisatie van de Vlaamse wegvervoerders heeft zich tegen een dergelijk verbod gekant.
In juni van vorig jaar heb ik deze vraag aan toenmalig minister Stevaert gesteld. Hij antwoordde dat dit zijn bevoegdheid niet was, tenzij hij alle Vlaamse autosnelwegen zou 'afboorden' met verkeerstekens. Toch is het op basis van een tiental in Vlaanderen georganiseerde experimenten dat de afdeling Wegen en Verkeer nu een vraag tot uitbreiding van het inhaalverbod formuleert. Mijnheer de minister, wat is uw standpunt terzake? Wacht u op een federaal initiatief? Wilt u namens de Vlaamse regering aandringen op een dergelijk initiatief? Kunt u dan genoegen nemen met een inhaalverbod enkel in de spits? De afdeling Wegen en Verkeer wil blijkbaar verder gaan. Ook in Nederland is de ervaring positief en wil men verder gaan. Welke begeleidende maatregelen kunt u op Vlaams niveau nemen bij een eventuele invoering?
De voorzitter : De heer Geraerts heeft het woord.
De heer Jean Geraerts : Mijnheer de minister, momenteel lopen er een aantal proefprojecten met betrekking tot het inhaalverbod op vrachtwagens. Een van die projecten betreft het traject Antwerpen-Lummen, richting Aken. Op een groot gedeelte ervan bestaat een inhaalverbod, dat wegvalt wanneer men in Beringen komt. Om praktische redenen is dit nodig omdat er momenteel sprake is van een stop op de rotonde in Lummen, waardoor er soms kilometers files zijn op die twee rijvakken. Het is de vrachtwagens dan verboden om voorbij te steken. Anderzijds zorgt dat ook voor verwarring, krijgt men opstoppingen en gaan de vrachtwagenchauffeurs, die deze situatie zo gewoon zijn, ondanks het inhaalverbod toch voorbijsteken. Er heerst een vrij grote verwarring. Ik zou willen dat u terzake een oplossing vindt.
De voorzitter : Minister Bossuyt heeft het woord.
Minister Gilbert Bossuyt :Mevrouw de voorzitter, wat de vraag van de heer Geraerts betreft : ik zal dit technisch even laten bekijken, hoewel ik me momenteel niet veel illusies maak wat de situatie ter plaatse betreft.
Op een aantal vakken van autosnelwegen met twee rijstroken is er momenteel, tijdens de spitsuren, inderdaad een inhaalverbod voor vrachtwagens. Deze vakken werden geselecteerd op basis van de totale hoeveelheid verkeer in combinatie met het percentage vrachtverkeer. Een eerste evaluatie van het verkeer met dit inhaalverbod leerde dat er op die wegvakken nauwelijks een probleem rijst bij het gebruik van de op- en afritten. De wagens kunnen nog goed deze afritten bereiken en ook het oprijden van de autosnelweg stelt nauwelijks problemen.
Door het inhaalverbod nam de gemiddelde rijsnelheid van de vrachtwagens licht af, terwijl die van de personenwagens op de linkerrijstrook licht toenam. Bovendien heeft een dergelijk inhaalverbod een rustiger en gelijkmatiger verkeersverloop tot gevolg. Immers, als vrachtwagens willen inhalen, dan duurt dit inhalen, omwille van de snelheidsbegrenzers, meestal erg lang. Erachter vormt zich dan een korte file met automobilisten die onrustig reageren. Een rustiger en gelijkmatiger verkeersverloop, zoals dit trouwens ook wordt bekomen bij blokrijden, is ongetwijfeld gunstig voor de verkeersveiligheid, alhoewel dit laatste nog niet met cijfermateriaal kan worden gestaafd. Hiervoor is een lange periode van vergelijking voor en na nodig.
Een maatregel die gunstig is op drukkere autosnelwegen in de spitsuren, zal ongetwijfeld ook positieve effecten hebben op andere uren, op de andere vakken van autosnelwegen met twee rijstroken en op sommige autosnelwegen met drie rijstroken. Er zouden aan een dergelijke maatregel nauwelijks nadelen verbonden zijn, behalve voor enkele autosnelwegen met drie rijstroken waar het aantal vrachtwagens te groot is voor één rijstrook.
Hiermee zitten wij ook op dezelfde golflengte als Nederland. Begeleidende maatregelen worden hierbij niet noodzakelijk geacht.
Een algemene federale regeling zou natuurlijk beleidsmatig eenvoudiger zijn, met dien verstande dat de wegbeheerder uitzonderingen moet kunnen toestaan om veiligheidsredenen. Bijvoorbeeld op de ring rond Antwerpen lijkt een algemeen inhaalverbod me niet wenselijk.
De voorzitter : De heer Malcorps heeft het woord.
De heer Johan Malcorps : Mijnheer de voorzitter, een rustiger en gelijkmatiger verkeersverloop is natuurlijk belangrijk, maar het belangrijkste is uiteraard dat de veiligheid daadwerkelijk toeneemt en dat er minder ongevallen gebeuren. Zijn er daar al precieze cijfers over? Ik begrijp uit uw antwoord dat u deze zaak verder wilt uitbreiden op Vlaams niveau, los van wat men federaal gaat doen.
Minister Gilbert Bossuyt :We zijn duidelijk voorstander van een dergelijk verbod, behalve op een aantal plaatsen.
Het is nog te vroeg om een degelijk besluit te formuleren op basis van de cijfers die we hebben. We hebben er alle belang bij dat dit op een goede manier wordt onderzocht. Maar dit wordt nauwlettend gevolgd. Als dit een maatregel is die helpt, dan hebben we er alle belang bij om dit zo snel mogelijk en zo algemeen mogelijk toe te passen op ons grondgebied.
De heer Johan Malcorps : Maar voor een veralgemening hebt u momenteel nog te weinig gegevens?
Minister Gilbert Bossuyt : Ja. Ik stel dit echter niet voor eeuwig uit. Vanaf het ogenblik dat die gegevens beschikbaar zijn, zullen we ze op tafel leggen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.