Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 29/04/2003
Vraag om uitleg van de heer Koen Helsen tot de heer Gilbert Bossuyt, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over het stopzetten van de informatiecampagne rond de werken op de Antwerpse ring
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Helsen tot de heer Bossuyt, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over het stopzetten van de informatiecampagne rond de werken op de Antwerpse ring.
De heer Helsen heeft het woord.
De heer Koen Helsen : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, geachte leden, mijn vraag handelt over de informatiecampagne over de werken op de Antwerpse ring. Dat zijn toch werken ter waarde van 100 miljoen euro. Er is een tijdelijke vereniging voor opgericht. Men voorziet ook in het aanleggen van tijdelijke bruggen voor het werfverkeer. De uitvoering van de werken zou 2-maal 150 kalenderdagen bedragen. In de Gazet van Antwerpen stond vandaag toevallig een artikel over die werken, over het studiebureau Minder Hinder en de maatregelen ter vermindering van de hinder die zouden moeten worden uitgewerkt. Er ligt al een scenario met 60 actiepunten klaar. Daarbij wordt de Singel genoemd als omleidingsweg. Ook zou er sprake zijn van een gemeenteforum. Eerst werd er gedacht aan een vergadering voor iedereen. Nu wordt er veeleer gedacht aan interactieve sessies.
Ik heb vernomen dat er een voorlichtingscampagne zou gebeuren, vooral dan voor de besturen, en meer bepaald voor de lokale overheden rond Antwerpen. Die campagne had op vrijdag 25 april moeten plaatsvinden. Het is een campagne in opdracht van het departement LIN en de administratie Wegen en zou plaatsvinden in samenwerking met het provinciebestuur. Het was uiteraard de bedoeling om iedereen officieel te informeren over dat belangrijke project. Op 25 oktober van vorig jaar vond een informatiesessie plaats voor de bedrijven. Ook Unizo, het VEV en de Kamer van Koophandel waren hierbij betrokken. Maar de voorlichtingscampagne voor de lagere besturen is om een onbekende reden uitgesteld of afgelast.
We mogen niet vergeten dat de werken aan de R1 in Antwerpen enorm omvangrijk zijn. Er moeten heel wat maatregelen worden getroffen. Het is belangrijk om informatie te geven, wil men niet vervallen in een verkeerschaos. Het is ook belangrijk dat dit wordt uitgebreid tot buiten het Antwerpse, dus naar de hele rand. Ik denk bijvoorbeeld aan het belangrijk bustracé Turnhout-Antwerpen, dat mee in de werken zou kunnen worden opgenomen om het verkeer op de Antwerpse ring, de drukste ring van ons land, te beperken.
Die werken zijn een topprioriteit voor Antwerpen. De geschreven pers moet erbij betrokken worden, maar men moet het ook ruimer zien : scholen, ziekenhuizen, hulpdiensten, politie, brandweer, technische diensten en schepencolleges hebben allemaal nood aan informatie. Ik verwijs naar de code voor de beperking van hinder bij openbare werken die we enkele weken geleden hebben goedgekeurd. Hier staan een aantal maatregelen in, zowel voor de wegenwerkers als voor de weggebruikers, ter verbetering van de bereikbaarheid, voor het beperken van de files, het beperken van de duur van de werkzaamheden en voor een goede coördinatie van de verschillende opdrachtgevers.
Het studiebureau Minder Hinder kan voorstellen aanreiken zoals het inplanten van fietsenstallingen, het inleggen van speciale bussen en regelmatige contacten met de diensten van De Lijn, de spoorwegen en dergelijke. Het is zeer belangrijk dat lokale besturen tijdig alle informatie krijgen om hun eigen planning van werkzaamheden daarop te kunnen afstemmen. Een rechtstreekse en tijdige communicatie ten aanzien van alle omwonenden en gebruikers van de Antwerpse ring is een must.
Mijnheer de minister, daarom wil ik vragen waarom deze voorlichtingscampagne is uitgesteld. Is er een achterliggende reden voor? Ik heb vernomen dat de voorbereiding volledig klaar was en de afdeling Communicatie van de Vlaamse Gemeenschap er al heel wat werk voor heeft geleverd. Zal deze campagne op een later moment voortgezet worden? Welke timing hanteert men daarbij? Wat is volgens u het meest ideale moment, gelet op het feit dat de werken in 2004 van start gaan en een tweede fase zullen kennen in 2005?
De voorzitter : De heer Malcorps heeft het woord.
De heer Johan Malcorps : Mijnheer de minister, ik heb u over deze zaak al een schriftelijke vraag gesteld in februari. Ik heb nog enkele aanvullende vragen bij het antwoord dat ik toen heb gekregen.
U zegt dat het studiebureau Minder Hinder een scenario zal uitwerken en dat het gros van de werken zal worden uitgevoerd in de zomer van 2004.U spreekt ook van bereikbaarheidsmanagers bij de diverse doelgroepen die door het project zouden worden getroffen, zoals het VEV, Unizo, de Kamer van Koophandel, de gemeenten, hulpdiensten, scholen, horeca en toeristen. Die managers zouden de doelgroepen moeten helpen de problemen te detecteren en oplossingen uit te werken. Daarnaast zou vanuit de overheid aan De Lijn en de NMBS een voorstel van begeleidende maatregelen worden gedaan in de richting van wat de heer Helsen al heeft aangehaald. U zei ook : 'Het spreekt vanzelf dat alle te treffen maatregelen niet per se infrastructureel moeten zijn en ook niet per se ten laste moeten zijn van de overheid.'
Hoever staat het met die bereikbaarheidsmanagers? Komt er een deel vanuit die doelgroepen zelf of zullen zij allemaal gefinancierd worden door de overheid? In welke mate zullen we bij de oplossingen die zullen worden uitgewerkt, ook een samenwerking van de privé-sector en de overheid hebben?
De vraag naar de timing is ook erg belangrijk. Iedereen zit hierop te wachten. De werken starten pas in de zomer van 2004, maar men begint nu toch al met het nemen van de aanloop. De zenuwachtigheid groeit zowel bij werkgevers- als werknemersorganisaties.
De voorzitter : Minister Bossuyt heeft het woord.
Minister Gilbert Bossuyt : Mevrouw de voorzitter, collega's, in antwoord op deze vraag om uitleg kan ik u meedelen dat er geen sprake is van een stopzetting van een informatiecampagne rond de werken op de Antwerpse ring. Deze aangelegenheid is immers nog op 16 april 2003 ter sprake gekomen op de stuurgroep die belast is met het uitwerken van flankerende maatregelen voor de werken op de R1.
Naar aanleiding van het voorstel van de afdeling Wegen en Verkeer Antwerpen om een plenaire vergadering te organiseren, is er door hogervermelde stuurgroep van gedachten gewisseld over de wijze waarop het best gecommuniceerd kan worden met de betrokken gemeentebesturen om zo hun medewerking te bevorderen voor de invoering van een aantal flankerende maatregelen waarbij de gemeenten cruciaal zijn. Het gaat hier bijvoorbeeld over de coördinatie van de werken op de ring met mogelijke werken op het gemeentelijk openbaar domein. Mijn kabinet is vertegenwoordigd in deze stuurgroep en staat in dit geval ook achter de beslissing van de stuurgroep.
De pro's en contra's van een plenaire vergadering of bilaterale besprekingen met de rechtstreeks betrokken gemeentebesturen werden besproken. De stuurgroep is tot de conclusie gekomen dat de organisatie van een plenaire vergadering op dit ogenblik geen efficiënte werkwijze is en dat een werkoverleg met een beperkt aantal direct betrokken gemeentebesturen meer aangewezen is in deze stand van dossier. De bedoeling is immers een wederzijdse uitwisseling van contacten en informatie, en geen eenzijdige voorlichtingsvergadering zoals op 25 oktober 2002 georganiseerd onder de vorm van een ondernemersforum rond de grote infrastructuurwerken in de Antwerpse regio.
Een herhaling van een zeer grootschalige informatiecampagne zal pas gebeuren in de weken voor de aanvang van de grote werken. Ondertussen zullen er vanzelfsprekend nog informatiecampagnes gevoerd worden, maar dan op basis van een doelgroepenbenadering. De bedoeling is om in de loop van 2003 met alle doelgroepen - bedrijfsleven, scholen, toeristische sector, hulpdiensten, enzovoort - mogelijke problemen en alternatieven te bespreken. De doelgroepen zelf kunnen immers zeer veel verwezenlijken in de goede richting. In het kader van deze doelgroepenaanpak zullen binnenkort specifieke bereikbaarheidsmanagers aangesteld worden.
De voorzitter : De heer Helsen heeft het woord.
De heer Koen Helsen : Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord waarmee ik aan de ene kant blij, maar aan de andere kant niet blij ben. Ik had u nog willen vragen wat u bedoelt met het binnenkort aanstellen van bereikbaarheidsmanagers. Ik vraag dit omdat alles toch geregeld was om die vergadering op 25 april te laten doorgaan. Ik kan ook begrijpen dat die stuurgroep zijn visie op de aanpak wijzigt, maar dat vergt dan toch een timing om een en ander tijdig te kunnen laten plaatsvinden?
Minister Gilbert Bossuyt : Dit is uiteraard een delicate aangelegenheid. Er is wel een timing, maar die is niet strak. Het zou mijns inziens wijs zijn om - net zoals de stuurgroep dat bepaald heeft - met de nodige voorzichtigheid vooruit te gaan, teneinde het op een geordende manier te kunnen doen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.