Commissie voor Cultuur, Media en Sport Vergadering van 24/04/2003
Interpellatie van de heer Carl Decaluwe tot de heer Dirk Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën en Begroting, Innovatie, Media en Ruimtelijke Ordening, over de rechtszekerheid van de bestaande lokale radio's
De voorzitter : Aan de orde is de interpellatie van de heer Decaluwe tot de heer Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën en Begroting, Innovatie, Media en Ruimtelijke Ordening, over de rechtszekerheid van de bestaande lokale radio's.
De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dames en heren, het is niet de eerste keer dat we rond de problematiek van lokale radio's van gedachten wisselen. Vandaag houd ik opnieuw een interpellatie over dit onderwerp, zonder enig leedvermaak. Laat dat duidelijk zijn! Ik wil alleen rechtszekerheid scheppen voor de lokale radio's. De onzekerheid heeft veel te maken met het steeds verschuiven van vervaldata. De erkenning van de lokale radio's is al een paar keer verlengd : eerst tot eind 2001, dan tot eind 2002 en nu tot 1 september 2003. Iedereen hoopt op een definitieve oplossing.
Op 14 juni 2002 las ik in de krant : 'Minister Van Mechelen verwacht snel akkoord over radiofrequenties.' Ik heb u op 23 januari 2003 ook al geïnterpelleerd. U antwoordde toen : 'Het is de bedoeling dat het frequentieplan in de loop van februari wordt afgerond, zodat we conform de voorgestelde termijnen op 1 maart kunnen starten met het indienen van concrete dossiers.' In antwoord op een vraag om uitleg van mevrouw De Gryze stelde u : 'Het frequentieplan vormt al meer dan tien jaar een boeiend debat. We naderen de finish. U weet dat er een volledig politiek akkoord is bereikt op 22 oktober 2002 onder voorbehoud van goedkeuring van het verslag.' Als mijn informatie juist is, dan is dat tot op heden nog steeds niet gebeurd. U hebt toen ook gezegd dat er acht probleemgevallen waren en dat er op het Overlegcomité van 14 februari een beslissing zou worden genomen.
U zegt dat het frequentieplan bijna volledig af is, en ik geloof dat. Het zou de bedoeling zijn om een vijftigtal frequenties in te zetten voor landelijke radio's, een dertigtal voor regionale radio's en een 300-tal voor lokale radio's. U hebt gezegd dat dat vóór Pasen klaar zou zijn. Pasen is voorbij en ik merk op de agenda van de Vlaamse regering dat het definitief frequentieplan nog altijd niet is goedgekeurd. In een perscommuniqué zegt uw woordvoerder dat alles eraan wordt gedaan om dit af te werken. Hij erkent dat er problemen zijn en zegt dat als het akkoord is afgesloten, de uitvoeringsbesluiten zullen volgen. Dat is tot op heden nog altijd niet het geval. Ik heb op een of andere website gelezen dat minister Miller vóór 18 mei niets zou willen ondertekenen. Na die datum moet men dan opnieuw rond de tafel gaan zitten en zou er voor het einde van het jaar een oplossing komen. Alles wordt dus uitgesteld.
Het huidige decreet betreffende de erkenning van lokale radio's kan nog steeds niet worden uitgevoerd bij gebrek aan uitvoeringsbesluiten en een nieuw frequentieplan. U hebt vroeger gezegd dat alle zenders tegen 1 september 2003 over een nieuwe erkenning moeten beschikken. Aangezien het decreet bepaalt dat de procedure voor het indienen van een erkenningsaanvraag ten minste zes maanden voordien moet worden opgestart, is dat compleet onhaalbaar. Normaal had de procedure op 1 maart jongstleden opgestart moeten zijn, maar dat is niet gebeurd. De deadline van 1 september 2003 is dus onmogelijk te halen zonder een etherchaos en een communautaire oorlog te ontketenen. Het gevolg is dat het decreet opnieuw zal moeten worden aangepast.
De onrust bij veel lokale radio's neemt ondertussen toe en er wordt rekening gehouden met de actuele toestand. Ik heb u er tijdens mijn interpellatie van januari al op gewezen dat veel VZW's vaste medewerkers hebben met een arbeidscontract. Als er tegen 1 september geen duidelijkheid is, zullen er ontslagen vallen. Ik verneem trouwens dat niet-onbelangrijke groepen, die bepaalde netwerken coördineren, nu al een heel deel van het personeel hebben ontslagen. Ook bij de VUM en bij Radio Antigoon vallen er ontslagen.
Ik vind het spijtig dat de deadline niet meer gehaald kan worden. Mijnheer de minister, u hebt al heel wat bereikt en we erkennen dat ook. Voor de lokale radio's geldt echter alleen de publicatie in het Staatsblad en een officiële erkenning. De rest is bijzaak.
Er zijn dit jaar en volgend jaar verkiezingen, en dit dossier ligt communautair erg gevoelig. Daarom vreesde ik destijds dat er geen oplossing zou komen en dat wordt nu jammer genoeg bevestigd. We hadden voorgesteld om de erkenning tot 2005 te laten lopen. Dat zou voor de lokale radio's enige rechtszekerheid hebben meegebracht. Alles komt nu op de helling te staan doordat de deadline niet zal worden gehaald.
Ik stel ook vast dat er vandaag opnieuw meer onafhankelijke radio's zijn dan ooit. Bepaalde netwerken zijn zich aan het ontbinden.
Mijnheer de minister, u hebt gezegd dat u niet voor een erkenning bent tot 2005. Vandaag stel ik echter vast dat door het ontslag van heel wat lokaleradiomedewerkers, de begrafenis van vele lokale radio's is gestart, waardoor ook veel knowhow verloren gaat.
Mijnheer de minister, ik verwijt u niets, maar ik meen dat er vandaag een duidelijk signaal moet komen over de problematiek van de rechtszekerheid. Daartoe zullen hoe dan ook decreetswijzigingen moeten gebeuren. Naast de decreetswijziging inzake het VCM en de toekenning van licenties, zijn dus ook nog andere decreetswijzigingen nodig.
Mijnheer de minister, wat is de stand van zaken in verband met het nieuwe uitvoeringsbesluit? Hoe staat u tegenover een verlenging van de huidige zendvergunning om de zenders de nodige rechtszekerheid te geven? Wanneer zullen de lokale radio's hierover juridische duidelijkheid krijgen? Immers, een aantal zenders ontslaan nu reeds personeel omdat ze er niet zeker van zijn dat ze er in september nog bij zullen zijn.
Wanneer zal duidelijk zijn hoe en door wie de vergunningen zullen worden afgeleverd? Hoeveel personeel is nodig om de vele honderden aanvragen correct en objectief te beoordelen? Het zal niet zijn zoals bij de toekenning van de landelijke radiolicenties, waarbij er zeven of acht kandidaten zijn. Hier gaat het over honderden dossiers. Het lijkt me dan ook onmogelijk dat vier of vijf mensen die dossiers objectief kunnen evalueren binnen een aanvaardbare tijdspanne.
Onlangs nog was er een interministerieel overleg. Wanneer vindt een volgend overleg plaats? Hoewel het federaal parlement is ontbonden, moet men nog altijd in staat zijn om een interministerieel overleg bijeen te roepen. Zal dat gebeuren voor de definitieve vastlegging van het frequentieplan? Wat is de rol van het BIPT?
Mijnheer de minister, de essentie van deze vraag is dat het hier gaat om een communautair dossier. Hoe komen we tot een strikte en definitieve timing van het frequentieplan om rechtszekerheid te kunnen geven aan de lokale radio's?
De voorzitter : Mevrouw De Gryze heeft het woord.
Mevrouw Niki De Gryze : Mijnheer de minister, ik wil hier een vraag aan toevoegen. U zegt dat het frequentieplan reeds is vrijgegeven. Ik heb er eigenlijk geen zicht meer op. Hoe dan ook blijven we zitten met het probleem van het BIPT. Uit navraag bij de Kamer blijkt dat de Franse Gemeenschap afwezig blijft op elke bijeenkomst, waardoor er nog steeds geen totaalakkoord is. Als er wel een totaalakkoord zou zijn, zou het BIPT wel de bevoegdheid hebben om op te treden. Nu is dat echter niet het geval. Het gaat hier dan ook heel duidelijk om een communautair dossier.
Mijnheer de minister, is het mogelijk om het kadaster van de beschikbare frequenties en een technische specificatie te publiceren? Dat is gebeurd bij de nationale erkenningsronde van Q-Music en 4FM. De administratie beschikt over deze gegevens. Eerst moet worden nagegaan wat er is, en pas daarna kunnen de beschikbare plaatsen worden weggegeven.
De voorzitter : Minister Van Mechelen heeft het woord.
Minister Dirk Van Mechelen : Mijnheer de voorzitter, collega's, het gaat hier om een dossier waarvoor we nu al 20 jaar vechten. Het is de bedoeling een stabiel en leefbaar radiolandschap te creëren in Vlaanderen. Leefbaar staat voor economisch leefbaar, en dat betekent rechtszekerheid en zendcomfort. Men moet met andere woorden weten tot welke doelgroep en tot welke markt men zich kan richten.
In het decreet van 25 oktober 2002, dat vorig jaar werd goedgekeurd, hebben we een duidelijk kader getekend waarbinnen privé-radio in Vlaanderen zich in de toekomst kan ontwikkelen. In 1998 hebben we hier debatten gevoerd over de toekomst van privé-radio in Vlaanderen. We dachten toen dat we op dit moment al met digitale radio zouden werken. Op dit moment is er echter geen enkel vooruitzicht waaruit blijkt dat digitale radio op korte termijn soelaas zal brengen aan de aanbodszijde, om zo tegemoet te komen aan de vraag aan zendmogelijkheden. De frequenties blijven daarin een sleutelrol spelen.
Ik heb samen met de commissie en met de administratie vanaf de eerste dag geprobeerd om te spitten in die frequentieband en daarbij het onderste uit de kan te halen. We hebben een beroep gedaan op Nozema en op Broadcast Partners. Er zijn studies gemaakt die intussen zijn geïmplementeerd, en die hebben geleid tot een beleidsvisie. Uiteindelijk heeft dat gezorgd voor een opdeling van radio in drie categorieën : de landelijke, de regionale en de stedelijke en lokale frequenties. We naderen stilaan het uur van de waarheid, met name de implementatie van al het werk dat gedurende 3,5 jaar is gebeurd.
Het decreet van 25 oktober 2002 betekent dat de regelgeving volledig operationeel kan worden gemaakt via drie uitvoeringsbesluiten die noodzakelijk zijn voor de erkenningsvoorwaarden, inclusief het fameuze aanvullende kwalificatiecriterium van de regionale omroepen, voor de zendvergunningen en voor de nieuwe frequentieplannen. Er zijn dus ook drie besluiten nodig.
Het eerste besluit over de aanpassing van de erkenningsvoorwaarden voor lokale en regionale radio's werd door de Vlaamse regering goedgekeurd op 14 maart 2003, na de klassieke procedure met advies bij de Raad van State, en met het advies van de Mediaraad. Dit besluit is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 22 april jongstleden.
Het tweede besluit over de zendvergunningen is op 24 januari 2003 principieel goedgekeurd door de Vlaamse regering en ligt op dit ogenblik nog steeds voor bij de Raad van State voor advies. De Raad van State beloofde ons voor Pasen dat dit in de week na Pasen zou worden behandeld. Dit is ook zo gebeurd.
Het eerste besluit is dus gepubliceerd. Het tweede kreeg een advies van de Raad van State. De definitieve bekrachtiging daarvan kan plaatsvinden in de Vlaamse regeringsraad van 9 mei. Het derde besluit, het meest boeiende, gaat over de frequentieplanning. Ik wil dat besluit voorleggen op de ministerraad van 9 mei.
Ik heb een tijdje geleden een omstandig antwoord gegeven op een interpellatie van mevrouw De Gryze. Zonder in herhaling te vallen, wil ik een paar punten op een rij zetten. De vergadering van 22 oktober was een beslissende vergadering. We hebben toen gesteld dat een volledig akkoord over alle frequentieproblemen tussen de gemeenschappen voor het grijpen lag. Er was een voorstel tot akkoord over 845 frequenties waarvan 412 voor de Vlaamse Gemeenschap. Voor Vlaanderen betreft het zo'n 380 frequenties voor particuliere radio's. Die zouden worden opgedeeld in een 50-tal stedelijke frequenties en iets meer dan 300 lokale, waaronder 245 uit de bovenband. Deze frequenties werden in coördinatie met het buitenland bepaald. Enkele liggen nog niet definitief vast. Vlaanderen had duidelijk zijn huiswerk gemaakt.
Ik heb de notulen meegebracht van het Overlegcomité van 8 november 2002. Ik lees u een en ander voor. De gemeenschappen hebben een akkoord bereikt over de coördinatie van de radiofrequentieplannen in de FM-band. De federale overheid heeft deelgenomen aan de uitwerking en de afsluiting van dit akkoord. Het akkoord laat eveneens toe om het KB van 10 januari 1992 betreffende de klankradio-omroep in frequentiemodulatie in de band 87.5 - 108 megahertz te vervangen door een nieuw KB waarbij de gemeenschappen sterk betrokken zijn. Dat zou inhouden dat er een comité komt bestaande uit de gemeenschappen, die bij unanimiteit kunnen beslissen. Het dossier staat op de agenda van het Overlegcomité met het oog op het officialiseren van de akkoorden over de coördinatie van de frequentieplannen in de FM-band en van bovenvermeld voorontwerp van KB. Een interministeriële conferentie van 22 oktober 2002 laat toe om de werkzaamheden af te ronden. Er blijven nochtans enkele kleine verschillen in de interpretatie van de technische termen van sommige onderdelen van het akkoord met betrekking tot 4 frequenties : Brussel 100.0, Brussel 102.2, Brussel 104.0 en Brussel 103.4. Er is eveneens overeengekomen dat de federale instelling, het BIPT, een arbitersrol zou krijgen in geval er onenigheid bestaat tussen de gemeenschappen, meer specifiek in het kader van de toekomstige aanvragen van de coördinatie van de frequenties. Deze opdracht sluit aan bij het voorontwerp van KB betreffende de klankradio-omroep in frequentiemodulatie, enzovoort.
Het nieuwe KB slaat eveneens op de beruchte 10 problematische frequenties vermeld in het verslag van de interministeriële conferentie van 22 oktober. Het gaat om 8 Franstalige en 2 Vlaamse frequenties. Ik lees voor uit de nota aan het Overlegcomité : 'Het nieuwe KB voorziet eveneens in een evaluatieprocedure door het BIPT in de maand volgend op de indienststelling van het frequentieplan op 1 september 2003. Volgend op deze evaluatie kan het BIPT corrigerende maatregelen nemen, namelijk wijziging van vermogen en beperking.'
Dit gaat dus over de 8 Franstalige - hoofdzakelijk Brusselse - frequenties, waarbij het volgende werd afgesproken. Er wordt gestart met dit vermogen en met deze directiviteit. Het BIPT doet onmiddellijk na de indienststelling van het globale plan - voorzien op 1 september - metingen met zijn captatiewagens, en onderzoekt of die 8 frequenties hun doelgroep bereiken, namelijk Brussel. Indien dat niet het geval is, kunnen corrigerende maatregelen volgen, zowel voor het vermogen als voor de directiviteit. Dat was de afspraak die uiteindelijk gemaakt werd op 8 november.
De raad van bestuur van deze instelling wordt paritair samengesteld. De Franse Gemeenschap wenst dat de voorzitter geen doorslaggevende stem krijgt. De bijzondere procedure voor de problematische frequenties bepaalt dat het BIPT enkel corrigerende maatregelen kan treffen indien daarover consensus bestaat in de paritair samengestelde raad.
Dan volgen er nog opmerkingen over de frequenties. Tijdens de vergaderingen van 24 oktober en 12 november 2002 van de federale overheid en de gemeenschappen werden het verslag van de interministeriële conferentie van 22 oktober en het KB in bijlage nog lichtjes gewijzigd. Er kwamen bijsturingen op vraag van beide partijen. Bovendien vroegen de gemeenschappen de lijst van de 10 problematische frequenties uit te breiden met 7 frequenties waarover een akkoord met een identieke evaluatieprocedure door het BIPT werd gevonden op 17 juli. De nota van 8 november bevat ten slotte nog het volgende. Er werd in de Kamer een amendement goedgekeurd op het fameuze wetsontwerp op het BIPT, waarbij een soort schorsingsmogelijkheid bestaat voor de federale ministerraad als het BIPT een beslissing zou nemen waarover een betwisting zou kunnen ontstaan.
In december ging het interministerieel overleg vooral over begrotingsperikelen, onder meer over de middelen voor Beaulieu. Het nieuwe interministeriële overleg heeft volgens mij plaatsgevonden op 14 december, en op 2 april was er nog een vergadering.
Over de 8 Franstalige probleemfrequenties werd geen doorbraak bereikt. We beslisten dat een technische werkgroep zich hier verder over moet buigen. Ik heb aan de premier, die het Overlegcomité voorzit, uitdrukkelijk gezegd dat er volgens mij een akkoord bestaat over 845 frequenties min 8 probleemgevallen. Ik heb aan de secretaris van de vergadering uitdrukkelijk gevraagd om dit in het verslag te zetten. Het wordt tijd dat de verschillende regeringen de plannen goedkeuren en de procedures opstarten. Daarover heb ik uitdrukkelijk het akkoord gevraagd van de premier. Ik wacht op dat verslag. Er moet duidelijkheid zijn over de stand van zaken van de procedure die al loopt sinds 22 oktober. Er werd telkens gesleuteld aan het akkoord - ik ben zelf ook soepeler geworden met de tijd. We moeten uiteraard wel bij onze uitgangspunten van september 2000 blijven. Ik heb de heer Coene gevraagd om mij de definitieve besluitvorming toe te sturen. Ik neem aan dat het oké is als ik u die stukken overmaak zodra ik ze heb ontvangen, mijnheer de voorzitter.
We hebben een raadsman aangesproken om deze procedure op te volgen. Het zou maar al te gek zijn als we iets zouden opstarten dat kan leiden tot rechtsonzekerheid en schadevergoedingen.
Wat mij betreft, is het Vlaams frequentieplan in hoofdorde goedgekeurd onder voorbehoud van een bespreking over de 8 Franstalige frequenties. Dit moet worden bevestigd door het Overlegcomité. Het is zoals u zegt : als we daar niet uitgeraken, moeten we desnoods maar opnieuw samenkomen. Deze procedure hebben we bij de start van deze legislatuur bijna identiek toegepast op de landelijke radiofrequenties. Er werd toen ook een akkoord bereikt, met enkele uitzonderingen tussen haakjes geplaatst. Dat frequentieplan werd goedgekeurd met de opschortende voorwaarde over die 8 probleemgevallen. Nadien hebben we de frequentie- en de zendvergunningen verleend.
De vraag is of we moeten blijven wachten op het ultieme overleg. Aan Franstalige zijde is een meningsverschil ontstaan tussen de PS en de MR over de acht frequenties. Ik dacht nochtans - en ik heb daarvan eminente getuigen - dat een akkoord tussen de functionele ministers tijdens de bespreking in het Overlegcomité voor het grijpen lag. Het gaat uiteindelijk maar over één punt : de directiviteit. Op het Overlegcomité was minister Michel aanwezig en hij aanvaardde zonder enig probleem mijn stelling dat directiviteit ertoe moet leiden dat met een hoger vermogen de gemeenschap op een betere manier wordt bereikt zonder dat er grote interferentie is met de andere gemeenschappen.
De acht frequenties worden echter steeds aangewend om te proberen terug te komen op de beperkingen op het vlak van directiviteit. De Franse Gemeenschap vraagt voor die acht frequenties telkens niet directiviteit. Als er wel directiviteit is, zijn we bereid om zelfs een veel hoger vermogen toe te laten dan nu is afgesproken. We zijn in bepaalde gevallen al van tien naar vijftien gegaan. De heer Filip Van de Velde, ingenieur bij de afdeling Media en Film, heeft zeer nauwkeurig bepaald binnen welke hoeken er geen probleem is. Een andere vraag is of de Franse Gemeenschap die frequenties met die wattages en die directiviteit internationaal kan laten coördineren, maar dat is niet mijn zorg. Vlaanderen zelf is bijna volledig rond met de internationale coördinatie.
Wat is de stand van zaken in verband met de implementatie van de 412 frequenties? Mijnheer de voorzitter, we moeten afspreken hoe het frequentieplan in de commissie zal worden besproken. Het is uiteraard zo dat ik dit eerst aan de Vlaamse regering wil voorleggen op 9 mei. Voor mijn part komen we in de namiddag dan samen met de commissie om het te bespreken. De bedoeling van het plan is om de grootvermogenfrequenties te verschuiven naar de landelijke frequenties. Grootvermogenfrequenties inzetten voor regionale radio's heeft als gevolg dat er soms twee provincies worden bereikt, en dat kan niet de bedoeling zijn. Q-Music en 4FM hebben decretaal recht op 70 percent dekking. Hun dekking is nu al vrij goed, maar via de herpositionering willen we die substantieel opdrijven. Q-Music zal dan vermoedelijk uitkomen op een dekking van 90 tot 100 percent. 4FM wordt substantieel versterkt en zal in stereo in bijna heel Vlaanderen goed bereikbaar zijn. In mono zullen ze voor 99 percent bereikbaar zijn.
We hebben de regionale pakketten - waar mogelijk - opgebouwd rond een aantal frequenties. In West-Vlaanderen zijn die opgebouwd rond de zender van Oostvleteren op de 101.0. Daar kan een 50-kilowattzender beschikbaar worden gesteld. Er wordt een netwerk van vijf frequenties uitgebouwd, dat heel West-Vlaanderen optimaal kan bedienen. Oost-Vlaanderen bouwen we op rond Gent op de 103.5 met een zender van 20 kilowatt. We zullen ook daar vijf frequenties inzetten. Antwerpen wordt opgebouwd rond Schoten op de 102.9, waar een 50 kilowattzender beschikbaar is. Er zullen vier frequenties de hele provincie bereiken. Limburg is een moeilijk verhaal. We botsen daar op de grenzen met Nederland en Duitsland, en met de Duitstalige en Franse Gemeenschap. We hebben er negen frequenties gereserveerd. Dit is het meest onvolmaakte regionale net omdat we er keuzes hebben moeten maken. Ofwel waren de landelijke zenders bereikbaar in Limburg, ofwel was er een sterk regionaal net. Uiteindelijk is er beslist om ervoor te zorgen dat de landelijke zenders landelijk bereikbaar zijn en dat met negen frequenties het regionale net zo comfortabel mogelijk bereikbaar moet zijn. In Vlaams-Brabant waren de eerste vooruitzichten vrij slecht. Via een herpositionering van de frequenties zijn we er echter in geslaagd een vrij goede dekking te krijgen voor een regionale zender met zes frequenties. De kaarten en de verdere details zullen beschikbaar zijn na de goedkeuring van het frequentieplan door de Vlaamse regering.
Stedelijke frequenties komen hoofdzakelijk in de grote steden voor. De vermogens variëren tussen 500 watt en 5 kilowatt. Dat is niet meer te vergelijken met de huidige vermogens. Er wordt bijna altijd met directiviteit gewerkt om te proberen maximale output te bereiken. We vertrekken in het plan van 47 stedelijke frequenties die kunnen worden toegewezen.
Op het vlak van de lokale frequenties blijven we met een vermogen van maximaal 100 watt, zoals decretaal is bepaald. We kunnen ongeveer 250 frequenties toebedelen, en die zijn vrij goed verspreid over Vlaanderen. Momenteel zijn er 310 frequenties in gebruik. We zullen dit met het nieuwe plan opdrijven tot 369. Dat is de stand van zaken met betrekking tot het nieuwe frequentieplan dat nu wordt afgewerkt. We zullen dit op de ministerraad van 9 mei brengen.
Deze commissie behandelt straks het voorstel van decreet houdende wijziging van sommige bepalingen van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie wat de erkenning van particuliere radio-omroepen betreft. Dat heeft een impact op de erkenningsronde. Ik vermoed dat de neuzen stilaan in dezelfde richting wijzen. Het is altijd mijn bedoeling geweest om in dit dossier op snelheid te blijven. Mijn voorstel is om in de huidige fase nog niet te praten over een verlenging met twee jaar. Als het decreet met een paar maanden moet worden verlengd, dan zullen we dat doen. Dat kan heel snel. Als op 9 mei het nieuwe frequentieplan wordt goedgekeurd en er duidelijkheid is over het Overlegcomité, dan kunnen we een definitieve timing bepalen. Als we het plan in de commissie bespreken, kunnen we een amendement indienen op het voorstel van decreet dat straks ter bespreking voorligt. Ik stel voor om dat amendement dan door de plenaire vergadering te laten goedkeuren. Daarmee lossen we het probleem op dat u daarnet aankaartte.
De personeelsbezetting van de administratie Media is inderdaad beperkt. Het is natuurlijk te gek om voor een procedure die zich maar om de negen jaar voordoet, in een structurele uitbouw te voorzien. De administratie Media krijgt in beter bestuurlijk beleid hoofdzakelijk een opdracht inzake beleidsvoorbereiding enerzijds en technische kwaliteitsbewaking anderzijds. Als het voorstel van decreet wordt goedgekeurd, zal ik in overleg met de heer Paul Van de Velde op voorhand vastleggen wie welke opdrachten zal vervullen. De administratie heeft een enorme voorkennis opgebouwd op het vlak van frequenties. We staan vrij sterk om een en ander te kunnen realiseren. Ik hoop dat ik op de meeste vragen een duidelijk antwoord heb gegeven.
Nog één zaak, op dit moment loopt er nog een overleg met de federale overheid over een samenwerkingsakkoord over de invoering van de nieuwe telecomrichtlijn in België. Dit moet gebeuren in samenwerking tussen de federale overheid en de gemeenschappen. De besprekingen zijn volop aan de gang. We hebben daar uitdrukkelijk de afdwingbaarheid van de etherpolitie aan gekoppeld. Anders heeft een nieuw plan geen zin.
We zijn al een heel eind gevorderd. Ik ben het ermee eens dat we pas mogen juichen als we over de eindstreep zijn, en dat zijn we nog niet. We blijven de federale overheid op haar verantwoordelijkheid wijzen. Ik kan u zeggen dat er de afgelopen dagen heel wat te doen is over Contact Inter. Vier ministers hebben samen bepaald dat die uit de ether moet verdwijnen. Hopelijk heeft het nieuw samengestelde BIPT aan slagkracht gewonnen.
De voorzitter : De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Mijnheer de minister, ik dank u voor uw uitvoerig antwoord. De essentie van het verhaal is inderdaad : wanneer mogen we juichen? De erkenningsvoorwaarden en de zendvergunningen zijn in orde, maar de sleutel is het frequentieplan. Ik waardeer uw inspanningen. U zult op 9 mei naar de Vlaamse regering stappen en daar kan zelfs een beslissing vallen. U bent echter nog niet ingedekt door de federale overheid. Uw verhaal bevestigt dat het om een communautair geladen dossier gaat. Dus zal de heer Di Rupo bepalen wanneer we mogen juichen. Zelfs minister Michel mag op zijn hoofd staan dansen, de heer Di Rupo leidt de dans. Dat heeft hij de vorige keer al gedaan als voogdijminister van het BIPT. Hij heeft op een magistrale manier de boel geblokkeerd. Hij is dat nu op een andere manier opnieuw aan het doen. Ik wil nog wel zien of de premier zijn handtekening zal zetten zonder toestemming van de heer Di Rupo. Dat zal dus niet gebeuren, of er komt een communautaire rel van hier tot aan 18 mei en misschien daarna.
Voorwaarde nummer twee : opheffen van de juridische onzekerheid. Nog een derde voorwaarde is de goedkeuring van dat ontwerp van KB. Het BIPT ligt er immers verlamd bij door de communautaire situatie. Pas op 9 mei kunnen we de handen in de lucht steken, als aan die drie voorwaarden voldaan is. In alle bescheidenheid, die kans is miniem.
Mijnheer de minister, we blijven haperen bij de rechtszekerheid van de lokale radio's. De lokale radio's weten niet waar ze aan toe zijn, hun staat chaos te wachten. Ze gaan hun zendvermogen niet optrekken of geen nieuwe zenders kopen om de etheroorlog aan te gaan met de Waalse zenders. Ze zullen de strijd altijd verliezen. Vooral de kleine lokale radio's zullen het slachtoffer zijn. Ik probeer constructief mee te werken aan dit dossier, maar ondanks al uw inspanningen, mijnheer de minister, zitten we met een probleem.
Er zijn twee mogelijkheden. Ofwel drukt Vlaanderen zijn eisen door en valt er op 9 mei een beslissing die volledig juridisch onderbouwd is. We zullen in dat geval zeker meewerken aan de totstandkoming van een voorstel van decreet. Ofwel lukt het niet op 9 mei. In dat geval zal ik - in het belang van de lokale radio's - opnieuw pleiten voor de verlenging van de erkenningen tot 2005.
Volgend jaar zijn er opnieuw verkiezingen. Volgend jaar zal de heer Di Rupo opnieuw de bepalende factor zijn. U denkt toch niet dat de Walen vóór de deelstaatverkiezingen ook maar één frequentie zullen prijsgeven? Het is nu of nooit. Ik zal geduld oefenen tot 9 mei. Als de premier dan zijn handtekening niet plaatst, moeten we de erkenningen verlengen voor een langere termijn. De lokale zenders die investeringen hebben gedaan, moeten die op een normale manier kunnen afschrijven. Het gaat om hun economische leefbaarheid. Gaat u akkoord met dit scenario?
Ik wil nog een bijkomend pleidooi houden voor differentiatie. De radio's die aan alle criteria voldoen, moeten een streepje voor krijgen bij de erkenningen. Er bestaat een ongelooflijk verschil tussen de papieren dossiers en de realiteit. De papieren dossiers van de landelijke zenders 4FM, Q-Music, en dergelijke, zullen wel in orde zijn, maar hoe gaan ze te werk in de praktijk? Bovendien wil Q-Music blijkbaar een non-stopradio worden. Als dat klopt, betekent dat de doodsteek voor de andere landelijke commerciële radio's. In dat geval moet de erkenning van Q-Music per kerende worden ingetrokken. Trapsgewijs opklimmen en veranderen van profiel kunnen we niet zomaar toelaten. Vooral de lokale radio's hebben het decreet nageleefd en een soort gemeenschapsdienst geleverd. Daar moet u rekening mee houden. Een pico bello dossier met prachtige lay-out kan daar niet aan tippen.
De voorzitter : Minister Van Mechelen heeft het woord.
Minister Dirk Van Mechelen : In het besluit op de lokale radio's is wel degelijk rekening gehouden met hun ervaring. In de punten 2 en 3 van artikel 18 ter, paragraaf 2 vinden we de volgende passages : 'de aantoonbare en beschreven kennis en radio-ervaring van de kandidaat op het vlak van de productie en exploitatie van een radioprogramma voor het verzorgingsgebied in kwestie' en 'de aantoonbare en beschreven band met de lokale gemeenschap die is opgebouwd, in het bijzonder de band die is ontstaan door gedurende een langere periode een ononderbroken continuïteit in de radio-uitzendingen te hebben verzorgd'. Met deze twee stipuleringen zijn we in het uitvoeringsbesluit voor 100 percent tegemoetgekomen aan uw opmerkingen tijdens de commissiebesprekingen.
Wat uw laatste opmerking betreft, wil ik geen nieuwe polemiek starten. U weet wie bevoegd is om daarover te oordelen.
De voorzitter : Mevrouw De Gryze heeft het woord.
Mevrouw Niki De Gryze : Onze fractie kijkt uit naar de magische datum van 9 mei. In het licht daarvan zou ik nu dan ook geen amendement opstellen met een datum.
Minister Dirk Van Mechelen : Mijn voorstel was om het voorstel van decreet te bespreken. Dat wordt dan rond 15 mei in plenaire vergadering besproken. Pas op dat ogenblik zullen we weten tot wanneer de erkenningen worden verlengd. De administratie heeft daartoe een stappenplan opgemaakt. Vanaf die datum weten we precies hoeveel tijd er nodig is.
Ik zou het dus niet nu doen, maar het tijdens de plenaire vergadering indienen als amendement.
Mevrouw Niki De Gryze : Kan dat kadaster dan ook op 9 mei worden vrijgegeven?
Minister Dirk Van Mechelen : Ja, u weet dat ik dat de vorige keer heb goedgekeurd in de ministerraad en het onmiddellijk heb toegelicht in het parlement. Ik denk dat we dit bijna elektronisch aan de commissieleden kunnen verzenden.
Met redenen omklede moties
De voorzitter : Door de heer Decaluwe, door mevrouw De Gryze, de heer Aers en mevrouw De Lobel, en door de heren Keulen, Vandenbossche, Vermeulen en Roegiers werden tot besluit van deze interpellatie met redenen omklede moties aangekondigd. Ze moeten zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het parlement zal zich daarover tijdens een volgende plenaire vergadering moeten uitspreken.
Het incident is gesloten.