Commissie voor Algemeen Beleid, Financi?n en Begroting Vergadering van 01/04/2003
Vraag om uitleg van de heer Carl Decaluwe tot de heer Dirk Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën en Begroting, Innovatie, Media en Ruimtelijke Ordening, over de drastische stijging van de verwijlintresten in 2002
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Decaluwe tot de heer Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën en Begroting, Innovatie, Media en Ruimtelijke Ordening, over de drastische stijging van de verwijlintresten in 2002.
De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het is niet voor het eerst dat er in deze commissie wordt gedebatteerd over de verwijlintresten. Het is een tijd goed gegaan, maar uit antwoorden op schriftelijke vragen is gebleken dat de verwijlintresten spectaculair aan het oplopen zijn, vooral bij de DAB's. In 2002 bedroegen de verwijlintresten iets minder dan 5 miljoen euro. Dat is ongeveer 2,5 keer zoveel als in 2001.
In 1998 waren de verwijlintresten ongeveer even hoog als in 2002. De vorige regering heeft toen met succes een aantal accurate maatregelen getroffen om de te hoge verwijlintresten terug te dringen tot 1,4 miljoen euro in 1999. De huidige regering kan dit niveau niet instandhouden. In 2000 stegen de verwijlintresten met ongeveer 500.000 euro, in 2001 werd dit niveau behouden om dan in 2002 opnieuw drastisch te stijgen.
Vooral binnen het departement Leefmilieu en Infrastructuur en de DAB's Mina-fonds en het Vlaams Infrastructuurfonds (VIF) is de situatie alarmerend. De grootste veroorzaker van de verwijlintresten is het Vlaams Infrastructuurfonds : ongeveer 80 percent van de verwijlintresten van 2002 kan aan deze DAB worden toegeschreven. In vergelijking met 2000 en 2001 is er een stijging met ongeveer 250 percent. Binnen het departement Leefmilieu en Infrastructuur en de DAB Minafonds zijn de verwijlintresten ten opzichte van 2000 sterk gestegen. Ik zal de cijfers niet herhalen, u kent ze.
Mijnheer de minister, in antwoorden op parlementaire vragen verklaart u dat deze stijging niet trendmatig is, want volgens u is ze te wijten aan eenmalige incidenten. Het gaat onder meer om een vonnis van een oud betwist dossier ten belope van ongeveer 2 miljoen euro binnen het beleidsdomein Openbare Werken en over de blokkeringen van het financieel systeem. Dat gebeurde een keer in september wegens de overschakeling naar het Orafin-systeem en een tweede keer in december 2001-januari 2002 wegens de omschakeling naar de euro. Door deze blokkering werd een deel van de verwijlintresten verschoven van 2001 naar 2002. Om bijkomende verwijlintresten te vermijden, werden begin 2002 eerst de facturen betaald en dan pas de verwijlintresten.
Mijnheer de minister, ik heb u daarover vragen gesteld op 14 mei 2002. U stelde toen dat er nog geen exacte cijfers waren, maar dat het systeem op kruissnelheid was om de verwijlintresten te doen dalen. Als we de eenmalige vonnissen niet meetellen, dan is er nog altijd een stijging ten opzichte van voorgaande jaren. Het is ten zeerste te begrijpen dat door de aard van activiteit de betalingstermijnen binnen bepaalde departementen en DAB's niet altijd te respecteren zijn, maar verwijlintresten van dergelijke omvang roepen toch enige vragen op.
Als we dit eenmalig dossier ten belope van 2 miljoen euro aftrekken van het totaal, komen we nog steeds op ongeveer 1 miljoen euro boven het bedrag van 2001. Kan dit verschil volledig worden toegewezen aan de blokkeringen ten gevolge van de overschakeling naar het Orafin-systeem en de euroconversie? Welke impact hebben deze blokkeringen concreet gehad? Reeds in 2001 werden verschillende acties ondernomen op het vlak van administratie en management, doorlichting van de procedures van facturen, opbouw van goede relaties met leveranciers, enzovoort. Hoe efficiënt waren deze acties? In welke mate hebben deze acties een verdere stijging van de verwijlintresten kunnen tegengaan? Is het Orafin-systeem nu volledig onder controle? Evolueert deze situatie in gunstige zin? Welke richting gaat het uit voor 2003? Wie is verantwoordelijk voor de mankementen aan het Orafin-systeem? Welke acties of initiatieven hebt u klaar om een nog verdere stijging van de verwijlintresten een halt toe te roepen?
De voorzitter : Minister Van Mechelen heeft het woord.
Minister Dirk Van Mechelen : Mijnheer Decaluwe, we zijn het eens over de grond van de zaak. Ik heb een kopie laten ronddelen van de meest actuele tabel van de verwijlintresten (zie bijlage). Uit de cijfers van mijn eigen departement, namelijk AZF, blijkt dat ik verwijlintresten zoveel mogelijk probeer te voorkomen.
Het is een open deur intrappen als ik zeg dat de hoogste verwijlintresten voorkomen bij LIN en de DAB VIF. In 2002 hadden we echter een uitzonderlijke toestand. In de voorbije jaren hadden we de toestand redelijk onder controle, maar dat neemt niet weg dat het altijd beter kan. Elke minister heeft er belang bij om verwijlintresten te minimaliseren omdat dit de beleidskredieten vermindert. Elke minister draagt daarover verantwoordelijkheid.
2002 was een rotjaar om twee redenen. Een eerste reden is de invoering van de euro. Die heeft ons verplicht om de verrichtingen in 2001 veel vroeger te staken. Daardoor zijn een aantal facturen overgedragen naar 2002. Dat was onvermijdelijk, maar eenmalig. De tweede reden was het nieuw boekhoudkundig systeem Orafin dat ik heb geërfd van mijn voorganger. We hebben daarover in de commissie al meermaals een boom over opgezet.
Er zijn in 2002 tal van blokkeringen van het systeem geweest. Dat is in de commissie besproken met secretaris generaal Leo Victor die het systeem moet implementeren. De autonome boekhoudcellen hebben hinder ondervonden van de onderbrekingen en er moesten keuzes worden gemaakt. Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om erop te wijzen dat de ambtenaren bovenmenselijke inspanningen hebben geleverd om, ondanks de moeilijkheden van het systeem, goed werk te leveren. Er is alles aan gedaan om een en ander binnen de perken te houden.
Over de genesis van het Orafin-project zou ik lang kunnen uitweiden, maar dat is voer voor geschiedenisboeken : we moeten vooruitkijken. U vroeg of we het systeem onder controle hebben. De heer Victor heeft een volledig programma uitgewerkt waarbij een beroep is gedaan op externe expertise. Door outsourcing van ICT-kennis zitten we vaak in een machteloze positie. We beschikken intern nog nauwelijks over mensen die in staat zijn om vorming te geven. Een nieuw systeem implementeren is een enorme uitdaging. De kennisoverdracht is nu bezig en dat moet binnen afzienbare tijd eindigen. Het is belangrijk dat de mensen die het systeem nu onder de knie hebben, blijven. Onlangs is een van onze betere mensen weggegaan. We kunnen dat natuurlijk niet verbieden, maar dat doet pijn. Dat geldt ook op andere terreinen.
Het Rekenhof is bezig met een audit van Orafin. We hebben niet alleen zelf veel moeilijkheden gehad met dat systeem, de invoering ervan heeft ook het Rekenhof grijs haar bezorgd. Ik heb de voorzitter van het Vlaams Parlement geregeld verslag uitgebracht over de manier waarop we het proberen bij te sturen.
Voor het jaar 2002 moeten nog twee externe zaken worden vermeld. U hebt zelf reeds de juridische discussie ter sprake gebracht over het dossier bij Openbare Werken van de onteigening in nota bene 1984. Daarvoor betalen we ieder jaar een grote som aan verwijlintresten. Ik hoop dat daar eens iets aan wordt gedaan. Daarnaast zijn er de gevolgen van het fameuze fraudedossier bij de MINA-raad uit het najaar van 2002. De MINA-raad werd geconfronteerd met een bijna verdubbeling van de verwijlintresten als gevolg van het gerechtelijk onderzoek doordat een aantal betalingsmogelijkheden waren geblokkeerd.
Voor 2002 zijn dit zowat de voornaamste oorzaken. Bij Financiën en Begroting proberen we de zogenaamde LEI, ingevoerde ordonnanceringen met een effectieve betaaldag na 31 december, te monitoren. We stelden vast dat sommige ordonnanceurs al te ijverig waren en ordonnanceringen deden voor facturen met een betaaldag na 31 december. Dat heeft echter geen enkele invloed op de berekening van de verwijlintresten. In mijn antwoord op de interpellatie van de heer Van Rompuy ben ik daar in detail op ingegaan.
Het bedrag van de stand van zaken in 2003 is aangegeven in de rondgedeelde tabel. Uiteraard slepen we opnieuw enkele oude dossiers mee. Bijvoorbeeld bij Openbare Werken is er een historisch dossier voor een bedrag van 244.985 euro. Als we de teller op nul zetten, staan we meteen daarna op dat bedrag. Daar moeten we eens van afraken.
Er is ook een nieuw fenomeen dat al een rol speelde in 2002, maar nog veel meer invloed zal hebben in 2003. In een koninklijk besluit van 17 december 2002 ter uitvoering van de wet op de overheidsopdrachten van 24 december 1993 werden de modaliteiten en de tarieven van de verwijlintresten substantieel verhoogd. Dat heeft een impact op alle gunningen van overheidsopdrachten vanaf 8 november 2002.
Er zijn twee belangrijke wijzigingen. Terwijl vroeger verwijlintresten moesten worden betaald vanaf een bedrag van 55 euro, moet dat nu gebeuren vanaf een bedrag van 5 euro. We zijn nu dus voor alles en nog wat verwijlintresten verschuldigd. Bovendien is het tarief van de te betalen verwijlintresten verdubbeld van 5,25 percent naar 10 percent. Het wordt dan ook bijzonder moeilijk de cijfers nog met elkaar te vergelijken, want we riskeren appelen met citroenen te vergelijken.
Vanaf 2003 zitten we in een nieuwe situatie en moeten we voor onszelf, omwille van die kosten, een bijkomende monitoring invoeren. Sinds de invoering van Orafin zijn de ordonnanceringen en betalingen volledig gedelegeerd aan de autonome boekhoudcellen. Ze worden dus niet meer centraal bij Financiën gedaan. Daardoor heeft het departement Financiën en Begroting een soort post-factumcontrole van de stand van zaken. We kunnen alleen maar proberen de ministers ervan te overtuigen dat ze er geen enkel belang bij hebben de verwijlintresten te laten oplopen.
Om ontsporingen te voorkomen - of ze ten minste zo snel mogelijk te kunnen detecteren en corrigeren - zijn we met die monitoring begonnen. We denken eraan elke minister bij die monitoring te betrekken, al hoeven we uiteraard degenen die geen verwijlintresten hebben, niet de daver op het lijf te jagen. Het gaat om drie of vier grote sectoren, waaronder Mobiliteit, Openbare Werken en voor een deel ook Leefmilieu. We vragen die ministers telkens de maand volgend op het einde van elk kwartaal een rapport te maken en aan Financiën en Begroting te bezorgen, zodat het departement de zaken kan volgen.
De cijfers voor 2003 moeten, gezien de gewijzigde omstandigheden, dus anders worden geïnterpreteerd dan die van de vorige jaren. Het is van belang dat we proberen met een permanente monitoring dit fenomeen tot aanvaardbare proporties terug te brengen. Het systeem van een kwartaalmonitoring kan daar een goede methode voor zijn.
De voorzitter : De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Mijnheer de minister, ik dank u voor uw gedetailleerd antwoord. Net als u ben ik er voorstander van die bedragen zo klein mogelijk te houden. Dat is eigenlijk een open deur intrappen.
Ik ben echter ook voorstander van een open boekhouding. Jaren geleden heb ik dat al voorgesteld. Uiteraard kan in de begroting niet worden voorspeld hoeveel verwijlintresten er zullen zijn, maar het kan nuttig zijn dat het in de rekeningen zichtbaar is, zodat we die gegevens niet voortdurend moeten opvragen. Het heeft me enorm veel moeite gekost om ze te weten te komen. Het ene departement had de rekeningen afgesloten in november, het andere op een ander moment. Het was dus bijzonder moeilijk de gegevens voor 31 december 2002 te weten te komen. Als minister van Financiën kunt u ervoor zorgen dat daar de nodige openheid in komt.
U hebt uiteraard gelijk dat we geen appels met citroenen kunnen vergelijken. Wat me echter interesseert, is het eindbedrag. Of dat nu hoger is om die reden of om een andere, we kunnen er niet om juichen. De absolute cijfers moeten gewoon zo laag mogelijk zijn, wat de tarieven voor de verwijlinteresten ook zijn. Een en ander mag niet tot de evaluatie leiden dat we met een beperkte stijging toch goed bezig zijn.
Ik kijk uit naar de audit van Orafin. We kunnen die te gepasten tijde in deze commissie bespreken.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
BIJLAGE
Evolutie van de verwijlintresten (1997-2003) in de verschillende departementen en de belangrijkste DAB's van de Vlaamse Gemeenschap
1997 | 1998 | 1999 | 2000 | 2001 | 31-12-02 | 27-03-03 | |
COO | 0 | 0 | 0 | 9.507 | 0 | 9.925 | 0 |
AZF | 1.670.802 | 758.554 | 41 | 23.580 | 14.480 | 3.245 | 0 |
OND | 0 | 0 | 0 | 0 | 940 | 0 | 94 |
WVC | 9.916 | 4.958 | 406 | 44.444 | 515 | 1.526 | 3.969 |
EWBL | 0 | 0 | 0 | 0 | 5.434 | 0 | |
LIN | 1.132.873 | 528.013 | 338.004 | 240.382 | 321.507 | 672.315 | 391.274 |
WIM | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 50 | 0 |
DAB MINA | 64.452 | 37.184 | 139.665 | 5.214 | 75.571 | 194.804 | 21.635 |
DAB VIF | 1.898.864 | 1.707.986 | 901.536 | 1.514.486 | 1.476.496 | 32.954.822 | 600.155 |
DAB LSO | 0 | 0 | 9.526 | 0 | |||
Totaal | 4.776.907 | 33.036.695 | 1.379.655 | 1.837.613 | 1.894.943 | 4.846.213 | 1.017.127 |