Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid Vergadering van 27/03/2003
Vraag om uitleg van de heer Jos De Meyer tot mevrouw Marleen Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de bekwaamheidsbewijzen voor de directiefunctie in het buitengewoon secundair onderwijs
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer De Meyer tot mevrouw Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de bekwaamheidsbewijzen voor de directiefunctie in het buitengewoon secundair onderwijs.
De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, dames en heren, sinds 1 september 2002 wordt in het gewoon secundair onderwijs het diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie of van een hogere technische leergang van de eerste graad beschouwd als een bekwaamheidsbewijs van ten minste hoger onderwijs van het korte type. Dat heeft tot gevolg dat dergelijk diploma, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid, in aanmerking komt als vereist bekwaamheidsbewijs voor bepaalde directiefuncties. Tot op heden komt voor directiefuncties in het buitengewoon secundair onderwijs enkel een diploma van het hoger onderwijs korte type volledig leerplan in aanmerking als bekwaamheidsbewijs.
Mevrouw de minister, hebt u al initiatieven genomen voor dezelfde verruiming in het buitengewoon secundair onderwijs? Zal deze verruiming dezelfde gevolgen hebben voor de bekwaamheidsbewijzen voor directiefuncties in het buitengewoon secundair onderwijs? Welke stappen moeten er nog worden gezet vooraleer een wijzigingsbesluit betreffende de bekwaamheidsbewijzen buitengewoon secundair onderwijs kan worden genomen? Wanneer kunnen inrichtende machten en personeelsleden hierover zekerheid verwachten? Wanneer kan desgevallend dit wijzigingsbesluit van kracht worden? Kan in afwachting van een besluit, zoals voor het gewoon secundair onderwijs, deze wijziging niet meegedeeld worden per omzendbrief?
De voorzitter : Minister Vanderpoorten heeft het woord.
Minister Marleen Vanderpoorten : Mijnheer de voorzitter, dames en heren, het ontwerp van wijzigingsbesluit betreffende de bekwaamheidsbewijzen in het buitengewoon onderwijs werd op 14 maart principieel goedgekeurd door de Vlaamse regering. Daarin staan een aantal maatregelen die in het gewoon secundair onderwijs al werden doorgevoerd, zoals de verruiming van toelatingsvoorwaarden voor het directieambt. Nu is het nog zo dat personeelsleden met een vereist bekwaamheidsbewijs voor het ambt van leerkracht die in het bezit zijn van een diploma hoger onderwijs van het korte type, behaald in het onderwijs met een volledig leerplan, toegang hebben tot de directieambten. Vanaf 1 september 2003 zullen ook de houders van diploma's van het hoger onderwijs van het korte type, behaald in het onderwijs voor sociale promotie, in aanmerking komen voor de directieambten. Net zoals in het gewoon secundair onderwijs geldt voor deze diploma's de voorwaarde van een studieduur van minstens 900 uren. Als de besluitvormingsprocedure is doorlopen, zal de wijziging van kracht worden op 1 september 2003.
Ik kan geen volstrekte zekerheid bieden over deze maatregel en er dus ook geen omzendbrief over versturen voor de onderhandelingsprocedure doorlopen is. De timing is echter van die aard dat er voor het einde van dit schooljaar een omzendbrief komt.
De voorzitter : De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer : Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.
De voorzitter : Het incident is gesloten.