Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid Vergadering van 27/03/2003
Vraag om uitleg van de heer Jos De Meyer tot mevrouw Marleen Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de instandhouding van de school in Doel
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer De Meyer tot mevrouw Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de instandhouding van de school in Doel.
De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, ik heb op 7 juni 2001 al een vraag gesteld over deze kwestie. De uitbreiding van de Antwerpse haven en de aanleg van het Deurganckdok houden Doel in een wurggreep. De problemen van Doel zijn voldoende bekend. Bij de beslissing over het Deurganckdok voorzag de toenmalige Vlaamse regering in de uitvoering van een sociaal begeleidingsplan. Het regeerakkoord van de huidige Vlaamse regering voorziet in de verdere uitvoering van dit sociaal begeleidingsplan. Dit houdt de garantie in van het voortbestaan van de vestigingsplaats van de gemeentelijke basisschool, de enige onderwijsinstelling in het dorp, tot 2003, ook indien de school op een bepaald moment niet meer zou voldoen aan de rationalisatienorm voor vestigingsplaatsen.
Op 19 mei 2000 heeft de Vlaamse regering beslist om de leefbaarheid en het bewoningsrecht van Doel minstens te garanderen tot 2007. Ook de sociale leefbaarheid moet worden gevrijwaard. Dit houdt in dat de kinderen van Doel het recht en de kans moeten hebben om in hun eigen dorp naar de kleuter- en lagere school te gaan. De dorpsschool maakt essentieel deel uit van de sociale leefbaarheid van Doel.
De onzekerheid die er nu heerst over de toekomst van de dorpsschool is er mee oorzaak van dat jonge gezinnen onder psychologische druk staan om Doel nu al te verlaten of op zoek te gaan naar een school voor hun kinderen. De Vlaamse regering moet, consequent met haar beslissing van mei 2000, snel een ondubbelzinnig signaal geven door ervoor zorgen dat alle voorwaarden voor de leefbaarheid van Doel, ook de sociale leefbaarheid, tot minstens 2007 verzekerd blijven. Gelet op de uitzonderlijk moeilijke verbindingen vanuit Doel en door de aan de gang zijnde werken is het noodzakelijk dat de vestigingsplaats van de gemeentelijke school in Doel behouden kan blijven.
Mevrouw de minister, welke initiatieven zult u nemen om het voortbestaan van de enige dorpsschool in Doel te verzekeren, in het kader van de gegarandeerde leefbaarheid van Doel tot 2007? Is de Vlaamse regering, in het kader van het bewoningsrecht en de beloofde leefbaarheid van Doel tot minstens 2007, bereid de termijn van het voortbestaan van de gemeenteschool in Doel te verlengen tot minstens 30 juni 2007?
Met het oog op volgend schooljaar is het belangrijk dat snel een positief signaal wordt gegeven over het voortbestaan van de dorpsschool van Doel de komende jaren. Wil de regering vandaag dit positief signaal geven voor deze vestigingsplaats in Doel?
De heer Dirk De Cock sloot zich op 7 juni 2001 aan bij mijn vraag om uitleg. Ik wil hem herinneren aan wat hij toen zei : 'Op 19 mei 2000 heeft de Vlaamse regering beslist om de leefbaarheid van Doel tot 2007 te garanderen. Tot en met 2007 wil ik de modaliteiten van het woonrecht dan ook ten volle verdedigen. Een van die modaliteiten houdt in dat de kinderen van Doel het recht hebben om in hun eigen dorp naar de lagere school te gaan.' Voorts zegt de heer De Cock : 'Mevrouw de minister, ik wil vragen dat u de bezorgdheid van de parlementsleden in de streek signaleert aan de regering. Door de werken aan het Deurganckdok is de verbinding naar Kieldrecht of naar om het even waar ontzettend moeilijk. Er moet een wijkschooltje blijven. Het is nauwelijks doenbaar om die kinderen naar een school in Kieldrecht te brengen, dat het dichtstbij is. Dat is een ontzettend moeilijke verplaatsing.'
Die standpunten worden gedragen door de parlementsleden uit de regio.
De voorzitter : De heer De Cock heeft het woord.
De heer Dirk De Cock : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, de vraag van de heer De Meyer sluit grotendeels aan bij mijn toenmalig betoog. Het woonrecht in Doel is inderdaad gegarandeerd tot 2007 bij beslissing van de Vlaamse regering van 19 mei 2000. Aangezien de werken in het Deurganckdok volop aan de gang zijn, is het bijna onmogelijk om Doel te bereiken of te verlaten. Vermits de school van Doel de vestigingsplaats is van de school van Kieldrecht is het misschien toch aangewezen om de school van Doel als wijkschool open te houden. We kunnen de mensen geen woonrecht geven tot 2007 en tegelijk door de werken het dorp en de school van de buitenwereld afsluiten. Dat is praktisch niet realiseerbaar. Als we het ene doen, moeten we het andere ook doen. Mevrouw de minister, ik wil u vragen dat u de bekommernissen van de parlementairen uit deze streek zou overmaken aan de Vlaamse regering en dit wijkschooltje in Doel operationeel zou houden.
De voorzitter : De heer Stassen heeft het woord.
De heer Jos Stassen : Mijnheer de voorzitter, Doel is nog steeds even moeilijk of gemakkelijker bereikbaar vanuit Kieldrecht, maar veel moeilijker vanuit Kallo, wegens de werken. Om naar Kieldrecht te gaan, moet men nog steeds door de polder rijden.
Ik vind dat de Vlaamse regering consequent moet handelen, en ik denk dat ze dat ook zal doen, voor wat betreft de keuze voor het woonrecht tot 2007. Daarna zal worden beslist wat er verder zal gebeuren met de ontwikkeling van de Linkeroeverhaven. Een van de elementen daarbij is het basisonderwijs. Het is belangrijk dat de Vlaamse regering een duidelijk signaal geeft terzake. Ik denk dat er voor het volgende schooljaar niet zoveel problemen zijn, gezien het leerlingenaantal. Maar mocht dit aantal nog dalen, dan vind ik dat men desnoods een uitzondering moet maken voor Doel, gezien de specifieke situatie ervan en het woonrecht.
Als de Vlaamse regering daartoe beslist, dan hoop ik ook dat de schepen van Onderwijs en de burgemeester van Beveren de keuze zullen maken om de basisschool te behouden en de extra leerkrachten die de Vlaamse Gemeenschap zal leveren in Doel te werk zal stellen. Ik ben geen onderwijsspecialist, maar daar zou men met graadklassen en andere mogelijkheden basisonderwijs moeten kunnen geven. Ik hoop dat zij niet de keuze zullen maken om deze mensen te detacheren naar een andere school, zoals de basisschool van Kieldrecht, om dan de kinderen met de bus te gaan ophalen. Ik hoop dat de Vlaamse regering beslist dat de basisschool een uitzondering kan krijgen en open kan blijven. Ik hoop dat de burgemeester en de schepen dan consequent zullen handelen en die basisschool, die qua accommodatie een mooie school is, open zullen houden, ongeacht het aantal leerlingen, mits de Vlaamse regering er duidelijk voor kiest om die extra ondersteuning te geven.
De voorzitter : Minister Vanderpoorten heeft het woord.
Minister Marleen Vanderpoorten : Mijnheer de voorzitter, geachte leden, de school in Doel, die eigenlijk een vestigingsplaats is van de gemeentelijke basisschool te Kieldrecht, telde op 1 februari 2003 39 leerlingen, waarvan 13 kleuters en 26 leerlingen in het lager onderwijs. Om als geïsoleerde vestigingsplaats te kunnen blijven bestaan voor het schooljaar 2003-2004 moest de school op 1 februari 2003 in totaal minstens 24 leerlingen hebben, waarvan minstens 10 leerlingen in het kleuteronderwijs en minstens 10 leerlingen in het lager onderwijs. De vestigingsplaats te Doel voldoet dus aan de normen voor het volgende schooljaar 2003-2004. Een van de volgende weken zal aan de Vlaamse regering wordt gevraagd om de garanties op het voortbestaan van de school in Doel te verlengen tot 30 juni 2007. Momenteel gaat dit naar de Inspectie van Financiën, zodat dit de volgende week of de week nadien op de regeringsagenda kan worden gezet.
De voorzitter : De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer : Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. U zult echter begrijpen dat het van uitzonderlijk groot belang is dat deze zekerheid kan worden gegeven voor de zomervakantie. Voor het volgende schooljaar rijst er inderdaad geen probleem, maar de mensen willen zekerheid op een iets langere termijn. Ik hoop dus dat u de commissie op de hoogte zult brengen van het antwoord, zodra u dit antwoord krijgt.
Minister Marleen Vanderpoorten : Dat zal ik doen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.