Commissie voor Cultuur, Media en Sport Vergadering van 27/03/2003
Interpellatie van de heer Felix Strackx tot de heer Paul Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, tot de heer Renaat Landuyt, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, en tot de heer Dirk Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën en Begroting, Innovatie, Media en Ruimtelijke Ordening, over de crisis in de Vlaamse populaire-muziekindustrie
De voorzitter : Aan de orde is de interpellatie van de heer Strackx tot de heer Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, tot de heer Landuyt, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, en tot de heer Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën en Begroting, Innovatie, Media en Ruimtelijke Ordening, over de crisis in de Vlaamse populaire-muziekindustrie.
Minister Van Grembergen zal tevens in naam van minister Landuyt en minister Van Mechelen antwoorden.
De heer Strackx heeft het woord.
De heer Felix Strackx : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, wat ik vandaag ga zeggen, is eigenlijk helemaal niets nieuws. Het gaat om een proces dat al een tijdje aan de gang is, maar de jongste tijd loopt het volgens mij toch wel de spuigaten uit.
De Vlaamse muziekwereld ligt, om het plat te zeggen, op zijn gat en zit in zak en as. De CD-verkoop van Vlaamse artiesten daalt dramatisch. Zelfs de gevestigde waarden onder die artiesten moeten een voor een vaststellen dat hun platencontracten worden opgezegd.
Een ander facet is dat nieuw talent helemaal geen kans krijgt, hun demo wordt niet eens beluisterd. De muziekmaatschappijen komen daar ook voor uit. Ze zeggen dat artiesten hen niets moeten opsturen, want hoe goed het ook mag zijn, ze luisteren er toch niet naar. Het heeft allemaal geen zin omdat ze toch niet meer investeren in nieuwe projecten. Als gevolg daarvan zien natuurlijk ook studio's, geluidstechnici, studiomuzikanten, componisten en dergelijke hun bron van inkomsten compleet opdrogen. De voorbije jaren is in de sector de helft van de banen verloren gegaan.
Er zijn voor deze evolutie twee redenen aan te wijzen. De eerste is het illegaal kopiëren en downloaden van muziek van het internet. Ik was onder de indruk van de cijfers : naar schatting worden in ons land dagelijks 100.000 cd's illegaal gekopieerd. Dit is toch wel fenomenaal. Mijnheer de minister, ik zal u uiteraard niet vragen wat u daartegen gaat doen. Het is immers een internationaal fenomeen, waar de muziekindustrie maar moeizaam een antwoord op vindt.
Het illegaal kopiëren wordt in de hand gewerkt door de hoge prijs van CD's. Zeker voor het budget van een jongere is een CD een hoge uitgave. Het is ook niet logisch dat het BTW-tarief op bespeelde CD's 21 percent bedraagt tegen 6 percent op blanco schijfjes.
Een tweede reden voor de crisis in de Vlaamse muziekwereld is zeker het feit dat de eigen artiesten en muziekproducties te weinig aan bod komen op de radiostations. Onlangs werd een telling gedaan, waaruit is gebleken dat Q-Music amper 10 percent in eigen land geproduceerde muziek draait. 4FM haalt 12 percent. Daar zijn dan ook nog Engelstalige producties bij, zodat het percentage Nederlandstalige muziek nog veel lager ligt.
We hebben in deze commissie op 17 juni 2002 een heel interessante hoorzitting gehouden over deze problematiek, waaruit duidelijk bleek dat de Vlaamse muziek ook door de openbare omroep stiefmoederlijk wordt behandeld. Er kwamen verschillende mensen getuigen die zelf een soort telling hadden gedaan. Daaruit bleek dat het aantal eigen producties dat op de openbare omroep wordt gedraaid, ondermaats is. Een van de sprekers nam de woorden muzikaal racisme in de mond - een zware uitspraak. Een andere had zelf een telling gedaan waaruit bleek dat we op Radio 1 meer kans maken een Frans of een Spaans nummer te horen dan een Vlaams. Zo ook Radio Donna, waar je meer kans maakt een Italiaans of Franstalig nummer te horen dan een Vlaams.
Bovendien, als er dan toch een Nederlandstalig nummer wordt gedraaid, gaat het vaak om oude platen. Nieuwe producties krijgen haast geen kans. Ze passen volgens de zenders niet in de huisstijl. Het gaat zelfs zover dat plantenmaatschappijen het uitbrengen van platen laten afhangen van een voorafgaande goedkeuring door de radiozenders. Ze vragen eerst aan Radio Donna of het nummer in kwestie zou passen in de huisstijl, of de format, zoals dat heet. Als het antwoord negatief is, wordt het nummer zelfs niet uitgebracht.
Op de duur draaide de hoorzitting uit op een soort welles-nietesspelletje. De zenders verscholen zich achter het ontoereikende aanbod. Er is bijna geen aanbod, zeiden ze, dus kunnen we het ook niet brengen. Nochtans daalt het aanbod juist omdat nieuwe nummers niet worden gebracht. We komen zo in een vicieuze cirkel terecht waar op dit ogenblik geen oplossing voor is.
Ook qua genres ontbreekt het aan diversiteit tussen de zenders. Eigenlijk horen we op alle radiostations ongeveer dezelfde eenheidsworst. Het argument dat de luisteraars de Vlaamse muziek niet lusten, wordt tegengesproken door het feit dat ondanks alles toch 25 percent van de verkochte CD's van Vlaamse makelij is. Dat wijst op een onvervulde behoefte bij de liefhebbers van lichte muziek. Dat blijkt ook heel duidelijk uit verzoekprogramma's, waarin meer vraag is naar lokale producties.
In muziekprogramma's op de televisie lijkt het iets beter gesteld met de aanwezigheid van Vlaamse artiesten. Echter ook daar gaat het steeds over hetzelfde selecte clubje. Een artiest die geen kans ziet daarin in te breken, komt niet aan bod.
Mijnheer de minister, het is dan ook de hoogste tijd dat er concrete maatregelen worden getroffen, willen we de Vlaamse muziekindustrie niet geheel ten onder laten gaan. Welke maatregelen zijn in de verschillende beleidsdomeinen genomen om de Vlaamse muziekwereld en de Vlaamse muziekindustrie te ondersteunen? Ziet u als minister van Cultuur heil in het opleggen van quota voor Vlaamse muziek aan de radiozenders? Bijvoorbeeld in Frankrijk is er een quotum van 40 percent. Dat is hoog, maar het heeft dan ook onmiddellijk het resultaat gehad dat de Franse muziekindustrie opnieuw een grote bloei kent.
Bent u van plan bij de federale regering aan te dringen op een verlaging van de BTW-aanslagvoet voor bespeelde CD's, en eventueel op wettelijke maatregelen tegen het illegaal kopiëren van muziek?
De voorzitter : Mevrouw Hermans heeft het woord.
Mevrouw Margriet Hermans : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik kan natuurlijk niet anders dan op deze interpellatie te reageren. Het is niet zo'n eenvoudige materie. We zitten met een combinatie van federale bevoegdheden en onze eigen culturele bevoegdheden.
Er is een duidelijk verschil tussen de commerciële sector, de platenfirma's en de artistieke culturele sector. De platenbusiness interesseert ons eigenlijk niet. We moeten een plaat zien als een promotiemiddel voor het materiaal van een artiest. Dat brengt ons bij een delicaat punt. Die promotie loopt spaak, met het gevolg dat die business totaal in elkaar is gestort.
Ik gebruik overigens niet graag het woord business. Er wordt nonchalant omgegaan met talent in ons eigen cultuurgebied. Het gaat dan niet alleen om artiesten, maar ook om muzikanten, producers en audiovisuele infrastructuur, die er wel is maar hopeloos verouderd is omdat hij niet wordt gebruikt.
De vraag is wat er eerst was, de kip of het ei. VTM heeft in de jaren negentig bewezen dat, als er promotie is, er ook talent blijkt te zijn. Ik herhaal mijn pleidooi dat de omroepen eens moeten ophouden kwaliteit en genre met elkaar te verwarren. Ze moeten niet oordelen over de genres, maar over de kwaliteit zelf. Er zijn nu eenmaal verschillende muziekgenres, met verschillende doelgroepen. Niet elk muziekgenre spreekt iedereen aan, maar dat neemt niet weg dat een groot deel van Vlaanderen op zijn honger blijft zitten. Zolang een elitaire groep zelfverklaarde intellectuelen bepaalt welke muziek op de radio of op de televisie kan, en welke niet, blijft dat ook zo.
Ik heb al nachten wakker gelegen van het zoeken naar een methode om kansen te geven aan Vlaamse producten. Met Vlaams product bedoelen we dat de uitgever in Vlaanderen of in België zit, en verder niets. Al zingt een groep nu in het Turks, het Marokkaans of het Engels, wat belangrijk is, is dat het product hier wordt uitgegeven.
We moeten nu echt iets doen. We zitten in een economische crisis, maar die business kan gemakkelijk tot heropleving komen als er kansen worden geboden. In principe ben ik voorstander van quota, maar veel mensen zijn daartegen. Toen er geen vrouwenquota waren voor de verkiezingslijsten, stonden er ook geen vrouwen op. Soms zijn quota wel eens noodzakelijk. Een jaar geleden heb ik daarover een interview gegeven op de VRT. Ik heb toen zware kritiek gekregen van mijn collega's. Die beweerden dat het niet waar was. Ondertussen blijkt het wel waar te zijn.
Ook Nederland heeft quota, Engeland heeft bepaalde quota, de Scandinavische landen zijn koploper van de quota, ook Italië en Frankrijk hebben ze al jaren. Als klein cultuurgebied moet Vlaanderen eindelijk eens wat meer fierheid hebben over zijn eigen producten.
Ik lig ervan wakker, maar ik weet niet welke kansen we kunnen bieden aan een business die op sterven na dood is. Mijnheer de minister, hebt u daar al wakker van gelegen en hebt u al aan een oplossing gedacht?
De heer Felix Strackx : Mijnheer de minister, klopt het dat enkel de taal als criterium kan worden genomen voor het opleggen van quota?
Mevrouw Margriet Hermans : Dat klopt niet helemaal. Andere landen hebben ook quota en baseren zich niet alleen op de taal. Europa werkt aan een regelgeving, en wil beschermende maatregelen voor Nederlandstalige muziek. Voorlopig is dat nog niet zover. Het gaat over een culturele, en geen commerciële bescherming.
De voorzitter : Minister Van Grembergen heeft het woord.
Minister Paul Van Grembergen : Mijnheer de voorzitter, collega's, het klimaat dat bepaalt of muzikanten al dan niet veel kansen krijgen, is van zeer veel verschillende zaken afhankelijk. Er bestaat dan ook geen éénduidig antwoord op.
Elk cultuurbeleid zou erop moeten gericht zijn om alle mensen in onze samenleving maximale kansen te bieden om deel te nemen aan cultuur. Hierbij gaat het duidelijk niet alleen om de receptieve deelname, zoals concerten bezoeken, maar ook over de actieve participatie, zelf muziek spelen en creëren. De actieve muziekbeleving, zowel voor amateurs als professionals, kent zeer veel succes in Vlaanderen. In mijn beleid ben ik daar op zeer veel plaatsen, zowel impliciet als expliciet mee bezig.
- De heer Jos Stassen, voorzitter, treedt als voorzitter op.
Het begint bij het prille begin, met name de jonge muzikant die zijn eigen talent moet kunnen ontdekken en verdiepen, en het gaat tot de maatregelen in het internationaal cultuurbeleid om de beste artiesten van eigen bodem ook kansen te geven om zich in het buitenland te manifesteren. Concreet gaat het dus om een jeugdbeleid, de samenwerking tussen Cultuur en Onderwijs, de actieve en brede kunsteducatie, het amateurkunstenbeleid, de participatie aan overleg, de ondersteuning van het clubcircuit, de culturele manifestaties, de structurele subsidiëring van ensembles en groepen via het muziekdecreet, de subsidiëring van cd's en LP's en van compositieopdrachten, de werkbeurzen, de occasionele tegemoetkomingen in de kosten van buitenlandse reizen, de subsidiëring van niet commerciële managementorganisaties, de infrastructuursubsidies, de steun aan festivals en concertorganisatoren, enzovoort.
Vlaanderen doet dus eigenlijk heel veel, maar is daarmee niet de meester van het hele proces. Het proces ontsnapt voor een deel aan onze financiële middelen en regelgeving. Het is heel complex.
Het behoort niet tot de kerntaak van de Vlaamse minister van Werkgelegenheid of Toerisme om de muziekindustrie te ondersteunen. Wel kan steun aan de muziekwereld onrechtstreeks totstandkomen in het kader van toeristische projecten. Zo ontving het folkcentrum in Dranouter voor haar toeristische uitrusting financiële ondersteuning van Toerisme Vlaanderen. Dit centrum is een belangrijke ontmoetingsplaats voor folkliefhebbers uit binnen- en buitenland. Er worden muziekoptredens gegeven en er zal een volksmuziek-museum in worden ondergebracht. Dit centrum geeft dan ook een toeristische meerwaarde aan de streek. Op initiatief van minister Vandenbroucke wordt werk gemaakt van een volwaardig sociaal statuut voor artiesten. Dit betreft een federale materie, en behoort niet tot de bevoegdheid van de Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme.
Uw vraag over het opleggen van quota aan de radiozenders valt onder de bevoegdheid van de minister van Media, minister Van Mechelen. Ik antwoord nu in naam van minister Van Mechelen. Wat de inlichtingen met betrekking tot de omroepen betreft, wordt mijn aandacht vooreerst gevestigd op het probleem waar de Vlaamse, vooral populaire, artiesten op dit ogenblik mee kampen. In hoofdzaak betreft het een economisch probleem, want ze kampen met een zeer klein afzetgebied, proportioneel hoge productiekosten en een gigantische buitenlandse concurrentie.
De crisis in de muziekindustrie treft niet alleen Vlaanderen, maar is een internationaal gegeven. De grotere Vlaamse omroepen gaan ervan uit dat de radio's alle belang hebben bij een sterke Vlaamse muziekindustrie en zijn bereid om, indien gewenst, via overleg met alle betrokkenen naar oplossingen te zoeken.
Veel betwistingen vloeien voort uit een verschillende perceptie van wat als Vlaamse muziek moet worden beschouwd. Er is ook een duidelijk onderscheid tussen muziek gemaakt door Vlaamse artiesten en Nederlandstalige muziek. Men kan niet buiten de vaststelling dat vele Vlaamse artiesten een andere taal verkiezen.
De omroepen zijn er zich ten volle van bewust dat extra aandacht via radio en televisie een positief effect kan hebben op de situatie van de artiesten en van de muzieksector in het algemeen en op het Nederlandstalige muziekaanbod. Tot hier het antwoord van minister Van Mechelen.
Wat de openbare omroep betreft, is er de decretale verplichting om de eigen cultuur in al zijn vormen te stimuleren. Na de hoorzitting van 17 juni 2002 in de commissie voor Media is de VRT-directie dan ook begonnen met het opstellen van een actieplan.
Dit plan is totstandgekomen via intern overleg, maar ook na samenspraak met de belangrijkste representatieve organisaties van de Vlaamse artiesten, namelijk de auteursvereniging Sabam, de artiestenvereniging ZAMU, de vereniging van de platenmaatschappijen IFPI en de vereniging van muziekuitgevers KBVM. Het plan geeft aan welke doelstellingen de VRT-radio nastreeft voor het uitzenden van muzikaal werk van artiesten uit Vlaanderen, dus Vlaamse muziekproducten.
Uit alle vorige discussies bleek dat een duidelijke definitie van het onderwerp noodzakelijk was. Alle geraadpleegde partijen kunnen zich vinden in deze voorgestelde definitie : 'Een Vlaams muziekproduct is elke muzikale productie, ongeacht taal of genre, waarbij de creatieve inbreng van een Vlaming als uitvoerder, auteur, bewerker, producer of arrangeur, een bepalende rol speelt in het eindresultaat.'
Wie is dan een Vlaming? Een Vlaming is een lid van de Vlaamse Gemeenschap of iemand die door langdurige en/of prominente activiteit binnen die gemeenschap algemeen als een feitelijk lid wordt beschouwd. De artistieke inbreng van deze Vlaming moet een duidelijk bepalend karakter hebben ten opzichte van het eindproduct.
Binnen deze definitie engageert de VRT-radio zich ervoor te zorgen dat van het totaal aantal muzieknummers dat op jaarbasis via al zijn netten wordt uitgezonden, er minstens 20 percent Vlaamse muziekproducten zijn. Dat betekent dus niet noodzakelijk 20 percent liedjes die in het Vlaams of het Nederlands gezongen zijn. Nogal wat populaire artiesten van bij ons produceren ook nummers in het Engels, het Frans, het Italiaans, het Spaans, het Swahili... Ik denk aan de zeer mooie zangeres Khadja Nin. Het zijn vaak wereldproducten van bij ons die ons mee dragen. Ik sta daar zeer open en zeer positief tegenover, hoewel ik wel besef dat voor de vox populi de term Vlaams een in het Vlaams gezongen liedje betekent.
Tweemaal per jaar zal de VRT-radio de gegevens meten en de resultaten van de telling rapporteren aan de vertegenwoordigers van de vier genoemde organisaties. Uiteraard blijft de VRT ook al zijn reeds bestaande activiteiten zoals evenementen, concerten, sponsoring, coproducties, opnamen, promotionele acties en dergelijke ten voordele van de Vlaamse artiesten voortzetten, hoewel die geen onderdeel zijn van het actieplan op zich. Indien er zich omstandigheden zouden voordoen waarin de VRT het onmogelijk acht dit actieplan te blijven uitvoeren, zal de VRT zo nodig aanpassingen doorvoeren en hierover ook duidelijk communiceren. Ik neem aan dat er dan opnieuw overleg moet worden gepleegd met de verantwoordelijke organisaties.
Dit actieplan wordt formeel in de praktijk toegepast sinds november 2002 en kan rekenen op de steun van de radionetten en de geraadpleegde organisaties. De openbare omroep hoopt binnen zijn mogelijkheden met dit initiatief een positieve bijdrage te leveren voor de bloei en de overlevingskansen van onze eigen populaire muziekcultuur.
Wat de particuliere landelijke radio's betreft, bepalen de gecoördineerde mediadecreten dat de radio's in de programmaopbouw een Nederlandstalig muziekaanbod moeten garanderen. Het spreekt voor zich dat de omroepen die bepaling ruim wensen na te leven.
Q-Music deelt mij mee dat de omroep van bij de start het betere Nederlandstalige werk ondersteunt. Recent materiaal van Clouseau, Mama's Jasje, Peter Van Laet, Walter Grootaers, en anderen kwam sterk aan bod. Q-Music komt daarbij zijn engagement na om nieuwe, eigentijdse Nederlandstalige initiatieven te promoten. Naast zijn decretale opdracht inzake Nederlandstalig muziekaanbod heeft Q-Music van bij de start ten volle plaats gemaakt voor nieuwe anderstalige Vlaamse producties. Enkele voorbeelden hiervan zijn Sunday Blues, Jan Leyers, Isabelle Adam, Tom Van Landuyt, Jasper Steverlinck, Hooverphonic, Axelle Red en anderen.
Het bewijs dat Q-Music de Belgische muziekindustrie ondersteunt, wordt geïllustreerd door de cijfers. Het uitgezonden muziekvolume wordt voor 23,7 percent door Vlamingen ingevuld. Q-Music draait Vlaamse producties immers relatief meer dan de internationale producties. Bovendien is meer dan 50 percent van de gespeelde nummers van Europese oorsprong. Q-Music draait dus allesbehalve 'Amerikaanse eenheidsworst'.
4FM beklemtoont dat de omroep van bij de start van zijn uitzendingen intensief aandacht besteedt aan de Nederlandstalige muziek in het algemeen en aan Vlaamse artiesten in het bijzonder. 2002 was op het vlak van Vlaamse muziek een opmerkelijk vruchtbaar jaar, met onder meer diverse uiterst populaire Eurosong-platen, evenwel veelal in het Engels.
4FM blijft er zorg voor dragen dat Nederlandstalige muziek en Vlaamse artiesten zoveel mogelijk aan bod komen in de programmering. Hoe dat in 2002 gebeurde, kan worden afgeleid uit het overzicht dat 4 FM mij bezorgde en dat ik u als bijlage kan bezorgen.
De voorzitter : De commissieleden hebben dat overzicht vorige week gekregen bij de bespreking met de commissarissen van het commissariaat.
Minister Paul Van Grembergen : Dat is dan in orde. Tot zover een aantal algemene bedenkingen en gegevens van die Vlaamse omroepen.
Vorige week is in deze commissie de werking van Q-music en 4FM besproken, naar aanleiding van de verslaggeving van het Vlaams Commissariaat voor de Media. Het commissariaat bracht een positief advies uit over de werking. Zowel het commissariaat als een aantal leden van de commissie hadden evenwel een aantal vragen en bedenkingen bij het muziekaanbod op beide omroepen. In deze context kan ook worden verwezen naar de hoorzitting, toen ook bleek dat niet iedereen overtuigd is van het nut van quota. Er is immers ook nog de aanbodzijde en daarom kan niet altijd een vergelijking worden gemaakt met de toestand in Wallonië of Frankrijk. De markt en het aanbod zijn daar anders, zoals ook tijdens de hoorzitting werd gezegd.
U vroeg ook of er bij de federale regering wordt aangedrongen op een verlaging van de BTW-aanslagvoet voor bespeelde CD's. Ik heb hiertoe persoonlijk nog geen initiatief genomen maar de Vlaamse regering is wel overtuigd van de noodzaak ervan. Er wordt dan ook gepoogd om samen met de Franse Gemeenschap een gezamenlijk initiatief te nemen, zodat we een grotere impact hebben op de federale regering.
De voorzitter : De heer Strackx heeft het woord.
De heer Felix Strackx : Bedankt voor uw antwoord, mijnheer de minister. Ik wil toch nog enkele dingen verduidelijken. Ik heb nooit ontkend dat er in Vlaanderen zeer veel muziek wordt gespeeld. Zowel jongeren als ouderen zijn zeer actief bezig met muziek. De situatie is echter een beetje vergelijkbaar met die in het voetbal : er wordt heel veel gevoetbald, maar het is heel moeilijk om in eerste klasse in de eerste ploeg te raken. De basis is zeer groot, de voet van de piramide is zeer breed, maar het wordt steeds moeilijker om door te stoten naar de top.
Wij zijn verheugd over het actieplan van de VRT-radio, dat echt wel een stap in de goede richting is. Er zit daar echter toch ook nog een addertje onder het gras. De VRT zegt wel dat ze minstens 20 percent Vlaamse muziekproducten zal draaien, maar hoeveel nieuwe producten? Daarover wordt eigenlijk niks gezegd. Ik kan best aannemen dat men dit voor een groot stuk kan opvullen met oudere nummers. Eigenlijk draait de kern van de zaak rond de nieuwe producties die moeten worden gepromoot. Ik heb de indruk dat de VRT zich wat dat betreft een beetje op afstand houdt en zich daartoe niet wil engageren.
Wat de goednieuwsshow van Q-Music en 4FM betreft, sta ik toch wel wat te kijken van de cijfers die u noemde. Ik heb de cijfers gebruikt die de Vereniging van Belgische Platenmaatschappijen heeft opgegeven, namelijk 10 percent voor Q-Music en 12 percent voor 4FM. De cijfers die hier naar voren worden gebracht, liggen echter een heel stuk hoger. Ik vind het eigenlijk wel eigenaardig dat er steeds wordt gediscussieerd over die cijfers. Ook op de hoorzitting was dat zo. Het is altijd een welles-nietesspelletje. Volgens mij kan het toch niet zo moeilijk zijn om dat op een redelijke en correcte manier te tellen.
Tot slot neem ik dan akte van uw voornemen om samen met de Franse Gemeenschap aan te dringen op die BTW-verlaging voor CD's. Dat zal alleszins een impact hebben. Ik hoop dat dit vrij snel zal kunnen verlopen.
Met redenen omklede moties
De voorzitter : Door de heer Strackx en door mevrouw Hermans werden tot besluit van deze interpellatie met redenen omklede moties aangekondigd. Ze moeten zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het parlement zal zich daarover tijdens een volgende plenaire vergadering moeten uitspreken.
Het incident is gesloten.