Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 27/02/2003
Vraag om uitleg van de heer Marc Cordeel tot de heer Steve Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de bijkomende overstromingsgebieden
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Cordeel tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de bijkomende overstromingsgebieden.
De heer Cordeel heeft het woord.
De heer Marc Cordeel : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, ambtenaren van de afdeling Zeeschelde van de AWZ bevestigen dat de veiligheid die het Sigmaplan biedt bij een eventuele voltooiing, veel kleiner zal zijn dan in 1977 was vooropgesteld. Berekeningen van het Waterbouwkundig Laboratorium van Borgerhout hebben immers uitgewezen dat de tijgolf sterker het land indringt. Een tijgolf kan zich ook met minder weerstand landinwaarts voortplanten op de Wester- en Zeeschelde. Bovendien is de kans op het voorkomen van stormvloeden toegenomen. Daarbij komt nog dat het overstromingsgebied in de polder van Kruibeke - even groot als de twaalf operationele samen - nog altijd niet is gerealiseerd.
Na realisatie van de dijkverhogingen en de werking van alle reeds gerealiseerde overstromingsgebieden zou een stormtij als die van 1953 niet kunnen worden gekeerd, en dat een kwarteeuw nadat het licht op groen werd gezet voor het Sigmaplan. Uit contacten met de afdeling Zeeschelde weet ik dat er inmiddels volop wordt onderzocht waar bijkomende overstromingsgebieden kunnen worden aangelegd. Mijnheer de minister, welke plaatsen komen daarvoor in aanmerking? Over welke oppervlakte gaat het? Wat zal het effect zijn op de veiligheidsgraad van het Scheldebekken? Wat is de huidige stand van zaken met het oog op de realisatie?
De voorzitter : Minister Stevaert heeft het woord.
Minister Steve Stevaert : Mevrouw de voorzitter, dames en heren, uit berekeningen blijkt dat het inschakelen van nog meer GOG's een significante bijdrage levert aan de bescherming van het hele Zeescheldebekken. Of deze ruimte inderdaad op een maatschappelijk onderbouwde manier voor dit doel kan worden gereserveerd en ingericht, zal moeten blijken uit reeds lopende studies. Eén van die studies behelst het afbakenen van potentiële overstromingsgebieden of POG's. Ik benadruk dat het hier nog maar over een tussenstap gaat in een proces dat moet leiden tot het geactualiseerde Sigmaplan. Het is niet de bedoeling om al deze POG's volledig in overstromingsgebied om te zetten.
Voornoemde studies hebben ongeveer 15.000 hectare potentiële overstromingsgebieden opgeleverd. Deze worden momenteel gerangschikt volgens hun maatschappelijke haalbaarheid. Vermits deze studies nog lopen, zijn er nog niet echt plaatsen aangeduid voor bijkomende GOG's.
Zonder de verbinding tussen de Wester- en Oosterschelde wordt voor het Zeescheldebekken door het inschakelen van bijkomende overstromingsgebieden een vergelijkbaar veiligheidsniveau bereikt als voor de Westerschelde, namelijk eenmaal op 4.000 jaar. Hierbij wordt verondersteld dat ongeveer 4.000 hectare extra ruimte in het Zeescheldebekken kan worden gevonden om aan de rivier terug te geven.
De bevoegde ministers van Vlaanderen en Nederland hebben in het kader van de verdere uitwerking van de Langetermijnvisie Schelde-estuarium op 4 maart 2002 een 'Tweede Memorandum van Overeenstemming' ondertekend. Hierin is vastgelegd dat beide landen een ontwikkelingsschets 2010 uitwerken die voldoet aan beide regeringsstandpunten. De vervolgstudies omvatten een strategische MER en een maatschappelijke kosten-batenanalyse.
Eén van de onderdelen in de Langetermijnvisie Schelde-estuarium is de functie veiligheid tegen overstromingen. Om aan de geplande activiteiten binnen de LTV tegemoet te komen, wordt voor de actualisatie van het Sigmaplan een maatschappelijke kosten-batenanalyse uitgevoerd in combinatie met een strategische MER, en ondersteund door de noodzakelijke communicatie. Deze drie opdrachten hebben als basisopdracht het nemen van een beslissing te ondersteunen, inclusief het creëren van een draagvlak hoe de overstromingsproblematiek in het Zeescheldebekken moet worden opgelost. Het resultaat hiervan zal conform de planning in het memorandum tegen einde 2004 beschikbaar zijn.
De voorzitter : Het incident is gesloten.