Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 11/02/2003
Vraag om uitleg van de heer Koen Helsen tot de heer Steve Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de bewegwijzering van hotels binnen de bebouwde kommen van meer dan 30.000 inwoners
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Helsen tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de bewegwijzering van hotels binnen de bebouwde kommen van meer dan 30.000 inwoners.
De heer Helsen heeft het woord.
De heer Koen Helsen : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, over de bewegwijzering in kwestie bestaan twee reglementeringen. Het ministerieel besluit van 1991 wijzigt het besluit van 1976. In het besluit worden de minimumafmetingen bepaald en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van die verkeerstekens voor de overnachtingsgelegenheden, waaronder hotels. Binnen bebouwde kommen van gemeentes met meer dan 30.000 inwoners mag geen signalisatie worden aangebracht.
Daarbovenop komt nog de beschikking van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, dat geen aanduidingen mogen worden aangebracht als er geen door de administratie Wegen en Verkeer goedgekeurd gemeentelijk bewegwijzeringsplan bestaat. Dat is een positieve regeling.
De reglementering is bedoeld om het toeristisch verkeer beter te begeleiden en de weggebruikers tijdig te informeren over een bepaalde reisweg, en ook om twijfel te voorkomen, waardoor ongevallen eventueel kunnen worden vermeden. Dit is ook efficiënter. Rondjes rijden en zoekverkeer in de stadscentra en de woonkernen worden op die manier voorkomen, wat de verkeersleefbaarheid verhoogt.
Het is ook de bedoeling het overaanbod aan verkeerstekens en -borden in te perken. Daar kan men niets op tegen hebben. De zogenaamde horizontale wegmarkering, met de beschildering op het wegdek of fietspad kan daar ook in grote mate toe bijdragen.
De regels van de administratie Wegen en Verkeer hebben tot doel de lokale aanduidingen in de algemene signalisatie om te vormen tot een samenhangend en overzichtelijk geheel. Het ministerieel besluit bepaalt dat zones niet mogen worden overladen met borden en palen. Door die norm van 30.000 inwoners hebben de grotere steden een probleem. In het Waals landsgedeelte zijn er veel toeristische centra die kleiner zijn en buiten die normering vallen. In Vlaanderen liggen de zaken enigszins anders. In Kasterlee zijn er zeer veel hotelletjes waar wel borden mogen worden geplaatst, maar in het nabijgelegen Turnhout kan dit niet.
Hasselt, Gent, Antwerpen,Turnhout en Lier tellen meer dan 30.000 inwoners en ontvangen jaarlijks heel wat gasten. Naar Antwerpen komen er heel wat industriëlen, congresgangers, topsporters, enzovoort. Deze steden profileren zich - terecht - als toeristische centra. Ze hebben een grote hotelcapaciteit, meestal binnen de bebouwde kom en het centrum van de stad. Het zijn voornamelijk buitenlandse bezoekers die de locaties moeten vinden. Het is niet altijd evident de toeristische dienst terug te vinden om een plan op te halen. De dienst ligt ook meestal in het centrum. Ook mensen die met het openbaar vervoer reizen, moeten zoeken en de weg vragen. In de meeste vakantiebestemmingen in Europa is er een ruim aanbod van aanduidingen van hotels.
In Antwerpen zijn er infrastructuurwerken aan de gang aan de Leien, het Koningin Astridplein, de ring en de Singel. De hoteleigenaars vrezen dat tijdens de werken de plaatsen slecht zullen worden aangeduid en vragen dat er met de nieuwe bewegwijzering kan worden ingespeeld op het probleem.
De hotelsector vreest een daling van het aantal overnachtingen en vraagt de toestemming borden te plaatsen in bebouwde kommen met meer dan 30.000 inwoners. De aanduiding van die hotels is overeenkomstig de wetgeving. De administratie Wegen en Verkeer zegt dat dit kan, maar dan wel volgens een bepaald plan. Volgens de federale wetgeving is dit echter niet mogelijk omdat de stad te groot is.
Het geeft geen goede indruk als in een stad de hotels niet worden aangeduid. Antwerpen is de grootste stad van Vlaanderen. Mijnheer de minister, bent u bereid het probleem aan te kaarten bij uw federale collega en op een aanpassing van de besluiten van 1976 en 1991 aan te dringen?
De voorzitter : Minister Stevaert heeft het woord.
Minister Steve Stevaert : Mevrouw de voorzitter, geachte leden, de huidige federale reglementering laat geen hotelbewegwijzering toe in een bebouwde kom van meer dan 30.000 inwoners, en bijgevolg ook geen specifieke voetgangersbewegwijzering naar hotels.
Mijnheer Helsen, u zegt dat er belangrijke en ingrijpende wegwerkzaamheden worden uitgevoerd in Antwerpen. Die kunnen uiteraard niet worden aangegrepen om een onwettelijke signalisatie toe te laten. Bij belangrijke wegwerkzaamheden worden alternatieve routes algemeen aangeduid. Ten gevolge van de werken aan de Leien wordt bijvoorbeeld de bereikbaarheid van de verschillende stadsdelen aangeduid met letters en kleuren. Wel kan zeer plaatselijk, ter hoogte van de werfafsluitingen zelf, informatie verstrekt worden over de bereikbaarheid van de aangelanden verderop.
Voor de wegbeheerder en/of de reglementaire overheid is het uiteraard niet mogelijk om elke bestemming die elke weggebruiker als doel heeft, aan te duiden en een bewegwijzering op te stellen die afgestemd is op elk individueel geval. Er zijn regelmatig klachten over een teveel aan verkeersborden, waardoor de kwaliteit van de leesbaarheid van de weg afneemt. Ook moet de weggebruiker zijn verantwoordelijkheid opnemen door vooraf zijn reisweg uit te stippelen, info in te winnen bij bijvoorbeeld toeristische diensten of infobureaus, bij de hotels zelf, om op basis van de bestaande wegsignalisatie de beste weg te kiezen om zijn doel te bereiken. Van de bedrijven wordt bijvoorbeeld ook verwacht dat zij in hun communicatie aan hun klanten aangeven hoe ze best kunnen worden bereikt. Dit kan bijvoorbeeld door het nummer en naam van de afrit te vermelden, de aanduiding van de autosnelweg te geven of, voor degenen die met het openbaar vervoer komen, de naam van de halte te vermelden.
De Vlaamse overheid is er ook voorstander van dat, zeker als iemand aankomt in een gemeente of stadsdeel, er goed bereikbare en goed zichtbare stadsplannen worden geplaatst die de weggebruiker of de gebruiker van het openbaar vervoer helpen bij het vinden van de laatste straten naar de bestemming.
Binnen Toerisme Vlaanderen loopt er een studie over alle aspecten van de utilitaire bewegwijzering, waaronder dus ook de problematiek van het signaleren van hotels. Naast een vertegenwoordiging van de administratie Wegen en Verkeer van de Vlaamse overheid en nog andere instanties is er bijvoorbeeld ook een vertegenwoordigster van de stad Antwerpen. Het is de bedoeling de aanbevelingen van deze studie over te maken aan de bevoegde instanties van de federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer om eventuele wijzigingen door te voeren aan het verkeersreglement en aan het ministerieel besluit waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden vastgelegd. Beide aspecten zijn immers een federale materie. Toerisme Vlaanderen verwacht dat de studie zal zijn afgerond in mei 2003.
De voorzitter : De heer Helsen heeft het woord.
De heer Koen Helsen : Mijnheer de minister, u zegt dat in principe de bedrijven en de hotels moeten aangeven welke weg de bezoekers moeten nemen. Ik kan aannemen dat dit het geval is voor bedrijven, maar bij hotels is dat echter veel minder evident. Niet iedereen boekt op voorhand een hotel. Er zijn heel wat mensen die in Antwerpen aankomen en een zoektocht moeten beginnen.
Het is goed dat er overal stadsplannen hangen, maar daar moeten dan wel nog alle hotels op staan. Iemand die met de wagen is, moet daar ook nog kunnen parkeren om het plan te bestuderen. Dat is niet zo gemakkelijk en toeristvriendelijk.
Ik pleit voor een aanpassing van de regeling. De vertegenwoordigers in de werkgroep zouden daar werk van moeten maken. Ze moeten de zaak in detail bekijken en durven nagaan hoe het er in een aantal steden in het buitenland aan toe gaat. Ik hoop dat ze dan tot het besluit komen dat die wetgeving moet worden aangepast.
De voorzitter : Minister Stevaert heeft het woord.
Minister Steve Stevaert : Mijnheer Helsen, uw bekommernis is terecht. De oplossing is natuurlijk veel minder evident. Als er echter goede buitenlandse voorbeelden zijn, dan moeten we die hier ook kunnen overnemen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.