Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 11/02/2003
Interpellatie van de heer Carl Decaluwe tot de heer Steve Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de lijst met prioritaire infrastructuurprojecten van het bedrijfsleven
De voorzitter : Aan de orde is de interpellatie van de heer Decaluwe tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de lijst met prioritaire infrastructuurprojecten van het bedrijfsleven.
De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, het VOKA, het samenwerkingsverband van het Vlaams Economisch Verbond en de Kamers voor Handel en Nijverheid van Vlaanderen, heeft in overleg met Febiac, de Vlaamse Confederatie Bouw en de Vlaamse Havenvereniging een lijst met prioritaire openbare werken opgesteld. Het feit dat die verenigingen een lijst opstellen, betekent dat voor die werken een groot draagvlak bestaat. Het initiatief heeft trouwens ook de nodige media-aandacht gekregen.
De bedrijfswereld zegt dat Vlaanderen, door zijn centrale ligging en als logistiek hart van Europa, een grote behoefte heeft aan transportinfrastructuur. De uitbouw van Vlaanderen tot een logistiek platform is één van de pijlers van de sociaal-economische ontwikkeling van onze regio. Het is niet de eerste maal dat we hier van gedachten wisselen over het realiseren van de zogenaamde missing links. We hadden het er al over naar aanleiding van begrotingen, en van verklaringen van de minister-president.
Het Vlaams regeerakkoord stelde terzake een tweesporenbeleid in het vooruitzicht : investeren in openbaar vervoer enerzijds en het uitvoeren van infrastructuurwerken waar nodig anderzijds. Ik citeer verder uit het regeerakkoord, om het geheugen van de leden wat op te frissen : 'Naast het investeren in een beter openbaar vervoer is investeren in infrastructuurwerken noodzakelijk om structurele verkeersknelpunten weg te werken en het economisch verlies door files tegen te gaan Wat investeringen in ontbrekende infrastructuur betreft - zowel de wegen- als de waterwegeninfrastructuur - zal ook het systeem van publiek-private samenwerking in het bijzonder worden onderzocht om de budgettaire last ervan te drukken. Gelet op de budgettaire beperktheid zal de Vlaamse regering een prioriteitenlijst opstellen waarbij de efficiëntie van de investeringen in bijkomende infrastructuur tegen elkaar wordt afgewogen. Daarbij zal in eerste instantie het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen het kader vormen.'
Mijnheer de minister, anderhalf jaar voor het einde van de legislatuur is het dus een uitstekend moment om een stand van zaken op te maken van deze doelstellingen uit het regeerakkoord.
Het belangrijkste decreetgevende werk - het decreet basismobiliteit - en de belangrijkste extra budgettaire inspanningen zijn de voorbije jaren hoofdzakelijk aan het openbaar vervoer besteed. De vraag is dan natuurlijk wanneer het andere spoor ten volle wordt ontwikkeld.
Inzake wegeninfrastructuur is er dus van potentiële even grote inspanningen nauwelijks of geen sprake. Qua missing links zijn de werkzaamheden tot op heden beperkt tot investeringen in de ring rond Gent, de omvorming van de A12 ten noorden van Antwerpen tot autosnelweg, een gedeelte van de N49 Antwerpen-Knokke en werd een juridische constructie - de BAM - opgezet voor de werken rond Antwerpen. Men is daar tenminste al bezig, maar vooraleer de ring ook daadwerkelijk gesloten zal zijn, zijn we minstens in het jaar 2010. Zelfs dat is waarschijnlijk nog zeer optimistisch.
Ondertussen is er nog altijd geen prioriteitenlijst van de Vlaamse regering, zoals werd aangekondigd in het regeerakkoord. Het ontwerp van Mobiliteitsplan Vlaanderen neemt gewoon de opsomming van de aan te pakken missing links uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen over, wat volgens het regeerakkoord slechts het kader zou vormen.
Nu zijn er blijkbaar door VOKA vijftien infrastructuurprojecten aangewezen die op middellange termijn gerealiseerd moeten worden. Daarmee wil het bedrijfsleven zowel de Vlaamse als de federale regering oproepen om toch meer dan voorheen te investeren in infrastructuurprojecten. Los van de appreciatie geef ik hier een opsomming van de belangrijkste wegeninfrastructuurprojecten uit het lijstje van VOKA. Dat zijn : de sluiting van de ring rond Antwerpen - Oosterweelverbinding - en de uitbouw van de Singel tot stadsringweg met verdeelfunctie, de sluiting van de zuidelijke ring rond Brussel, de optimalisering van de A19 tussen Veurne en Ieper, de ontsluiting van de Waaslandhaven en de ontsluiting van de haven van Zeebrugge. U kunt de volledige opsomming altijd opvragen bij het commissiesecretariaat.
Daarnaast werden naast de wegwerkzaamheden ook een aantal belangrijke spoorprojecten en projecten voor de scheepvaart opgenomen. Ik som er weer enkele op : efficiënte binnenvaartontsluiting voor Zeebrugge ; uitbouw van het spoorstation van Zaventem, inclusief HST-halte ; aanleg van de Liefkenshoekspoortunnel, gecombineerd met de aanleg van de tweede havenontsluiting voor Antwerpen en de activering van de IJzeren Rijn en de daarmee samenhangende heropening van lijn 18 ; spoorontsluiting Hasselt-Lanaken-Maastricht en de uitvoering van het Scheldeverdiepingsprogramma tot 13,1 meter tijongebonden. Dat zijn dus een aantal concrete prioritaire werken die gerealiseerd zouden moeten worden.
Deze lijst van projecten zal volgens VOKA in uitvoering ruim 3 miljard euro kosten. Hiervoor zijn onder andere voor de NMBS-investeringen meer middelen nodig. Daarbij is er onder andere ook sprake van rollende programma's in de wegeninvesteringen. Het belang van de financiering - publiek of gemengd, publiek en privaat - wordt erkend, net als de ruimtelijke vormgeving van de projecten. Dit wordt echter wel beschouwd als een tweede deel van de discussie. De financiering komt immers pas na duidelijke politieke keuzes met betrekking tot de prioriteitsstelling van de te realiseren missing links.
Mijnheer de minister, nogmaals verwijzend naar het Vlaams regeerakkoord wil ik u de volgende concrete vragen stellen. Ten eerste, heeft de Vlaamse regering nu reeds een prioriteitenlijst opgesteld, zoals werd aangekondigd in het Vlaams regeerakkoord? Ten tweede, wat is uw standpunt en dat van de voltallige Vlaamse regering over de vermelde projecten? Ten derde, zijn de vermelde projecten alleen prioriteiten voor de Vlaamse regering? Op welke termijn wordt welk project gerealiseerd? Van welke projecten zegt men dat dit absoluut niet kan, en waarom?
Ten vierde, worden de aangehaalde projecten die niet opgenomen werden in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen opgenomen bij een eventuele aangekondigde herziening van het structuurplan? Zo'n evaluatie was gepland, maar ik heb niet de indruk dat men daar echt al mee bezig is. Ten vijfde, zullen de aangehaalde projecten opgenomen worden in het uiteindelijk door de Vlaamse regering goed te keuren Mobiliteitsplan Vlaanderen? Wanneer zal die goedkeuring gebeuren? Ten zesde, wat is de concrete stand van zaken met betrekking tot het opzetten van PPS-projecten? Wanneer zal het eerste project met een PPS-formule gestalte krijgen of in aanbesteding gaan?
De voorzitter : Minister Stevaert heeft het woord.
Minister Steve Stevaert : Mevrouw de voorzitter, mijnheer Decaluwe, in de in opmaak zijnde beleidsaanbevelingen met betrekking tot het ontwerp Mobiliteitsplan Vlaanderen wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste prioritaire infrastructuurprojecten conform het regeerakkoord. Deze beleidsaanbevelingen zullen in de loop van de volgende weken aan de Vlaamse regering worden voorgelegd. De Vlaamse regering zal dan haar standpunt bepalen met betrekking tot de voor de toekomst noodzakelijk geachte infrastructuurprojecten. Een ad-hocbespreking van de ingediende prioriteitenlijst zonder dat die past in een globale aanpak van de mobiliteitsproblematiek is nu dan ook niet aan de orde.
De beleidsaanbevelingen worden opgemaakt op basis van de resolutie van het Vlaams Parlement over het ontwerp Mobiliteitsplan Vlaanderen. De resolutie van het Vlaams Parlement stelt in elk geval dat het ontwerp Mobiliteitsplan Vlaanderen aanleiding kan geven tot een herziening van het RSV. In welke mate een herziening van het RSV noodzakelijk is, hangt af van de voornoemde standpuntbepaling van de Vlaamse regering. De infrastructuurprojecten waaraan de Vlaamse regering haar goedkeuring hecht, zullen deel uitmaken van het ontwerp Mobiliteitsplan Vlaanderen. Inzake PPS kunnen de eerste projecten verwacht worden in het kader van de gefaseerde uitvoering van het Masterplan Antwerpen. De kenniscel PPS heeft inmiddels een nota opgemaakt over de PPS-mogelijkheden in het kader van het Masterplan Antwerpen. Ik zal die nota ter kennisgeving aan deze commissie overmaken.
Mijnheer Decaluwe, in verband met uw concrete vraag naar de stand van zaken van het Mobiliteitsplan Vlaanderen kan ik u zeggen dat de becijfering rond is. Dat verslag ligt nu bij de Inspectie van Financiën. De procedure om dit te agenderen is opgestart.
De voorzitter : De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Met alle sympathie, mijnheer de minister, maar uw antwoord is compleet nietszeggend. Ik vraag u naar uw houding tegenover de prioriteitenlijst van VOKA. Als politicus zou u daar een mening over moeten hebben, zoals over ongeveer alles, maar u durft of kunt uw mening niet naar voren brengen. U wilt waarschijnlijk de coherentie in de Vlaamse regering niet in het gedrang brengen.
Blijkbaar zal de regering volgende week een prioriteitenlijst vastleggen. De lijst werd aangekondigd in het regeerakkoord en moest allang afgewerkt zijn. Ik heb de indruk dat u bewust zo lang hebt gewacht. Als u nu pas een prioriteitenlijst opstelt, betekent dat dat u tijdens deze legislatuur geen aanbestedingen meer kunt doen om de missing links weg te werken. De volgende regering zal waarschijnlijk een nieuwe prioriteitenlijst moeten opstellen en uiteindelijk zal er niet veel van in huis komen.
VOKA heeft berekeningen gemaakt voor zo'n vijftien projecten. Die zouden alles samen zo'n 3 miljard euro kosten. Ik hoop dat de Vlaamse regering bij haar prioriteitenlijst ook een dergelijke berekening voegt, en ik hoop dat u bij elk project een prijsberekening voegt en de manier van financiering en de uitvoeringstermijn bekendmaakt. Bent u dat van plan?
In verband met de PPS-formule bent u nog steeds enkel op papier bezig. Ik heb het u al gevraagd : wanneer gaat het eerste PPS-project van start? U antwoordde dat u nog steeds het onderzoek op papier voert. Het eerste deel van uw tweesporenbeleid, de uitbouw van het openbaar vervoer, is duidelijk zichtbaar. Dat is positief. Het tweede deel, de invulling van de missing links, blijft achterwege. U hebt zelfs nog geen prioriteitenlijst.
Mevrouw Wivina Demeester, voorzitter : Mijnheer de minister, ik wil me omtrent één puntje aansluiten bij de spreker. Ik kijk met spanning uit naar uw PPS-nota. Deze regering is reeds 4 jaar aan het werk. De PPS-formule stond in uw regeerakkoord. In sommige steden zoals Oostende staat het bestuur al veel verder met de PPS-projecten. U zou met zoveel miljarden PPS-projecten realiseren. U zult snel tewerk moeten gaan als u die nog wilt opstarten.
Ik wil u nog een concrete vraag stellen. We hebben in deze commissie het BAM-decreet goedgekeurd. We hebben als oppositiepartij hard ons best gedaan om dit mee te realiseren. Zonder de oppositie was er geen BAM-decreet gekomen. We geloven in de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel én in de PPS formule die daaraan verbonden is. Hoe ver staat het met de uitvoering van het BAM-decreet? Wie zal dit leiden? Op welke manier zal dit gebeuren?
Minister Steve Stevaert : De statuten van het BAM-decreet zijn opgesteld, mevrouw de voorzitter. De laatste vergadering is achter de rug. De verslagen worden overgemaakt aan de regering.We hebben nog een advies van de Inspectie van Financiën nodig.
Mijnheer Decaluwe, u mag niet denken dat er niets gebeurt omdat er geen prioriteitenlijst is. Ik heb hier al cijfers gegeven over de uitgaven van Openbare Werken. De grafieken zijn indrukwekkend. Er is een enorme terugval van de uitgaven van de steden en gemeenten en een gigantische verhoging van de gewestelijke bestedingen. We hebben het hoogste bestedingsniveau ooit in Vlaanderen bereikt. De termijn van 2010 voor het BAM is een realistische planning.
De voorzitter : De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Mijnheer de minister, u bent ongelooflijk sterk in het jongleren met cijfers. De missing links vormen een cruciale factor in het economisch gebeuren, en VOKA dringt niet zomaar aan op een snelle realisatie. U geeft toe dat er nog geen prioriteitenlijst bestaat. U kunt dus nog niet gestart zijn met de investeringen in de missing links.
Er was per provincie wel één project, maar het ging volgens mij niet om cruciale missing links. In West-Vlaanderen bijvoorbeeld is de ontsluiting van Zeebrugge een cruciaal punt. Ik wil nogmaals benadrukken dat u te weinig overleg pleegt met de steden en gemeenten. Dat stoort me. Ik vernam vrijdag dat de burgemeester van de derde stad van Vlaanderen ongeveer een half jaar moet wachten om eens ontvangen te worden op uw kabinet. Dat kan toch niet!
De voorzitter :Wat is de derde stad?
De heer Carl Decaluwe : Ik heb het over Brugge. De heer Moenaert probeert al sedert oktober om een afspraak te bekomen met de minister.
Minister Steve Stevaert : Dit is bijzonder grof! De heer Moenaert laat de datum telkens opnieuw verschuiven. Ik ben vragende partij om met de heer Moenaert te praten. Als hij problemen heeft in zijn coalitie, dan is dat zijn probleem. Als hij dat wil, mag hij morgenvroeg om acht uur op mijn kabinet komen. Zo ging het er in het verleden, onder premier Dehaene, aan toe.
De heer Carl Decaluwe : U hebt het over onenigheid in de coalitie. U moet eens dringend met uw Brugse collega-minister praten. Hij steekt op de meest onwaarschijnlijke manieren bij alle dossiers stokken in de wielen. Dat is de realiteit. De Brugse coalitie bestaat uit CD&V en de sp.a. Een Brugs sp.a-minister moet geen voortrekker zijn, maar hij zou minstens op een correcte manier moeten omgaan met het Brugs stadsbestuur.
Mevrouw Wivina Demeester, voorzitter : Mijnheer de minister, ik ben er zeker van dat u zich niet wilt laten voorbijsteken door federaal minister Vande Lanotte, maar in Oostende functioneert de PPS-formule. Hebt u in de Vlaamse regering dan geen trekker? Ik weet niet meer om hoeveel miljarden het ging. Het zou misschien gunstig zijn mocht dit eindelijk op gang komen. Het was een van de vijf prioriteiten van deze regering.
Ik ben op de hoogte van de PPS-projecten in Oostende. Er lopen vier of vijf projecten met een autonoom stadsbedrijf. Ik ben vragende partij om dat in heel Vlaanderen te realiseren.
Minister Steve Stevaert : Mevrouw de voorzitter, er is natuurlijk een verschil tussen de ene PPS en de andere, bijvoorbeeld qua omvang. Ik denk daarbij aan de PPS-formule voor de sluiting van de Antwerpse ring. Daar moeten veel meer middelen worden geïnvesteerd. De Vlaamse regering heeft nu het instrumentarium gecreëerd. We hebben eerst de juridische constructie BAM op poten moeten zetten.
De minister van Financiën ontwikkelt op dit moment het instrumentarium waarover hij moet beschikken. Hij heeft iemand aangetrokken om het kenniscentrum te leiden.
Mevrouw Wivina Demeester, voorzitter :Al wat ik vraag is dat het vooruit gaat. Zelfs met het kenniscentrum verandert er niet veel. Er wordt veel beloofd, maar het eerste project moet nog in de steigers worden gezet. We zullen u afrekenen op het feit of het lukt of niet.
De heer Bogaert heeft het woord.
De heer André-Emiel Bogaert : Mijnheer de minister, als ik me niet vergis, was bij het goedkeuren van het decreet van 6 juli 2001 over de PMV ook een afspraak gemaakt over de PPS. De PMV zou doopmeter zijn van alle PPS-constructies. Ook wat dat betreft, werd enige achterstand opgelopen.
De voorzitter : Minister Stevaert heeft het woord.
Minister Steve Stevaert : Mijnheer Bogaert, de PMV is 6 maanden bezig en bevindt zich dus in een opstartfase. Ze is nu een aantal portefeuilles uit het verleden aan het opkuisen.
De heer André-Emiel Bogaert : Mijnheer de minister, het verhaal was toch dat er een aantal pijlers waren : de starters, waarbij de venture-capitalmarkt door de bankiers privé zou worden afgesloten, de regeling voor NV staal en NV textiel en de PPS-projecten. Minister Van Mechelen heeft ons duidelijk gezegd dat PPS-constructies een aparte NV-structuur vereisen. De PPS-vorm zou langs de PMV moeten gaan.
Ik zeg hier enkel wat 2 jaar geleden werd gesteld. Dit is geen verwijt, wel een vaststelling. Het is mogelijk dat er achterstand is in de uitwerking van de doelstellingen. Toch heeft de Vlaamse regering die zaak voorgesteld.
De voorzitter : Het incident is gesloten.