Commissie voor Cultuur, Media en Sport Vergadering van 21/01/2003
Vraag om uitleg van de heer Johan De Roo tot de heer Guy Vanhengel, Vlaams minister van Sport en Brusselse Aangelegenheden, over de strijd tegen doping in de sport
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer De Roo tot de heer Vanhengel, Vlaams minister van Sport en Brusselse Aangelegenheden, over de strijd tegen doping in de sport.
De heer De Roo heeft het woord.
De heer Johan De Roo : Mijnheer de voorzitter, de problematiek van de dopingbestrijding is in de sportwereld al decennialang aan de orde. In 1965 is een nationale reglementering opgesteld.Vanaf de jaren negentig hebben de gemeenschappen de aanpak van deze problemen steeds meer op zich genomen. Dit geldt zeker voor het Vlaams niveau. Ik vind dit een gunstige evolutie.
De Vlaamse overheid heeft de voorbije jaren een aantal nieuwe initiatieven ontplooid. Ik denk hierbij onder meer aan de Vlaamse Dopingbus en aan de Vlaamse Dopingraad. Sedert 1991 beschikt de Vlaamse Gemeenschap over een eigen dopingreglementering. Op 4 april 2000 is de Vlaamse Dopingraad opgericht. De Vlaamse Dopingraad adviseert en informeert de minister op regelmatige basis. Het signaleren en analyseren van dopingproblemen behoort tot het takenpakket van deze raad. Op deze manier wil de Vlaamse overheid de dopingproblematiek vanuit verschillende invalshoeken benaderen. Bovendien wordt de link met de sportwereld en met de bevoegde instanties inzake de dopingbestrijding aangehaald. Het doet me dan ook genoegen dat er steeds meer vragen om uitleg over deze problematiek worden gesteld.
Hoe vaak heeft de Vlaamse Dopingraad al vergaderd? Welke dopingproblemen zijn al door de Vlaamse Dopingraad gesignaleerd en geanalyseerd? De dopingcontroles bestrijken een tachtigtal sportdisciplines. In welke sporttakken vertoont het dopinggebruik een stijgende trend? Uit de cijfers blijkt dat vooral het wielrennen wordt gecontroleerd. Ruim een derde van alle controles vinden in die sport plaats. Hoe wordt de Vlaamse Dopinglijn geëvalueerd? Hoe vaak is de Vlaamse Dopingbus, die sinds september of oktober 2002 actief is, al tijdens sportmanifestaties ingezet?
De voorzitter : Minister Vanhengel heeft het woord.
Minister Guy Vanhengel : Mijnheer de voorzitter, ik zou de heer De Roo willen bedanken voor zijnboeiende vragen. Hij biedt me namelijk de gelegenheid boeiende antwoorden te geven. (Gelach)
Het decreet op de medisch verantwoorde sportbeoefening van 27 maart 1991 en het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse regering van 23 oktober 1991 regelen de medisch verantwoorde sportbeoefening en de dopingcontroles in Vlaanderen.
De Vlaamse Dopingraad is op 4 april 2000 opgericht. Het betreft hier een informeel overlegplatform dat rechtstreeks aan de bevoegde minister rapporteert. De Vlaamse Dopingraad moet dopingproblemen vroegtijdig herkennen en analyseren. Op die manier maakt de Vlaamse Dopingraad het oplossen van dergelijke problemen mogelijk. De Vlaamse Dopingraad is niet decretaal verankerd in de daarnet aangehaalde regelgeving.
Het decreet op de medisch verantwoorde sportbeoefening zal binnen afzienbare tijd worden gewijzigd. Het voorontwerp van decreet inzake deze wijziging bevindt zich momenteel in de adviesfase.De Vlaamse Sportraad en de Inspectie van Financiën moeten zich er nog over uitspreken. Dit voorontwerp van decreet voorziet in de noodzakelijke juridische basis om het oprichten van een expertencommissie voor het medisch verantwoord sporten mogelijk te maken. De specificiteit, de complexiteit en de snelle evolutie van de dopingproblematiek verantwoorden deze eventuele oprichting. Deze commissie zou ons bovendien in staat stellen de nodige afstand te bewaren van de doelgroep, zijnde de sportbeoefenaars.
Sedert de oprichting heeft de Vlaamse Dopingraad vier maal vergaderd. Daarnaast is een brainstorming over het Vlaams dopingbeleid georganiseerd. Naast de leidende ambtenaren van mijn administratie, hebben een aantal leden van de Vlaamse Dopingraad hieraan deelgenomen. De Vlaamse Dopingraad heeft tot op heden een brede waaier aan thema's behandeld. Een aantal van deze thema's zijn de actualisering van de Vlaamse dopinglijst, de herziening van de procedure voor monstername, de krijtlijnen inzake de selectie en de bepaling van het aantal controles, de tuchtprocedure, de samenwerking met het gerecht, het wetenschappelijk onderzoek, het internationaal kader, de out-of-competition-controles, die we via de Vlaamse Dopingbus willen realiseren, de vaste controleartsen, die misschien een politionele bevoegdheid zullen krijgen, de markeringstechniek, de communicatie en de preventie. Ik denk dat deze opsomming wel duidelijk maakt dat het hier echt om een brede waaier aan onderwerpen gaat.
Wat de selectie van dopingcontroles betreft, heeft de Vlaamse Dopingraad een kader uitgetekend. Binnen dit kader is de Vlaamse administratie verantwoordelijk voor de keuze van de dopingcontroles.
Wat eventuele stijgende trends in het dopinggebruik in bepaalde sporttakken betreft, zou ik naar de brochure 'Overzicht dopingbestrijding in Vlaanderen' willen verwijzen. In die brochure staat te lezen dat het aanduiden van trends inzake dopinggebruik praktisch gezien onmogelijk is. Uit het bestaande cijfermateriaal blijkt dat het vaak te lage aantal gecontroleerde sporters niet tot significante resultaten leidt. De huidige controles volstaan niet om significante gegevens te bekomen of om definitieve conclusies te trekken. Met betrekking tot minder frequent gecontroleerde sporttakken kunnen de percentuele cijfers niet op een betrouwbare wijze worden geïnterpreteerd. Het aantal gecontroleerden ligt gewoonweg te laag.
Wie zich op de objectieve cijfers in de voornoemde brochure baseert, kan slechts met de nodige voorzichtigheid naar eventuele trends verwijzen. Heel wat factoren kunnen op dit vlak een rol spelen. Ik denk hierbij aan het aantal gecontroleerde manifestaties, aan het aantal controles in verhouding tot de verschillende sporttakken en aan het vermengen van topsport en recreatiesport.
Zoals ik in de beleidsbrief Sport 2003 al heb aangestipt, zullen de accenten dit jaar worden verlegd. We zullen meer dopingcontroles buiten de competitie houden. Op die manier zullen we ons trachten te concentreren op sportverenigingen die het niet zo nauw nemen met de dopingbestrijding. In die sporttakken zou wel eens vaak zonder enige vorm van medische begeleiding met allerlei verboden producten kunnen worden geëxperimenteerd.
Op 24 april 2001 is de Vlaamse dopinglijst van start gegaan. Dit initiatief draagt bij tot een betere informatie aan en communicatie met de burger over medisch verantwoord sporten in het algemeen en dopingbestrijding in het bijzonder. De Vlaamse overheid wil vermijden dat mensen zich uit onwetendheid laten verleiden tot het gebruik van doping en wil de sportbeoefenaar bewust maken van het feit dat doping verboden is omwille van de nadelige effecten voor de eigen gezondheid, en voornamelijk omwille van het competitievervalsend effect.
Naast het telefoonnummer, dat inmiddels werd geïntegreerd in de Vlaamse Infolijn, kan de sportende burger, van recreant tot professional, ook informatie bekomen over doping en dopingcontrole via de website www.vlaanderen.be/dopinglijn die reeds meer dan 10.000 bezoekers telde. Ook via e-mail op het adres dopinglijn@vlaanderen.be kan allerlei informatiemateriaal worden besteld en kunnen de burgers suggesties doen, opmerkingen maken en vragen stellen.
Ondanks de terugloop van het aantal telefonische oproepen, die niet onverwacht kwam, aangezien de publiciteit erover reeds geruime tijd geleden, in het voorjaar van 2001, werd gevoerd, wordt dit initiatief zeker en vast verder gezet met een blijvend sensibiliseren en informeren van de sportbeoefenaar als uitgangspunt. In 2003 zal dan ook de extra website 'gezondsporten' worden geopend, zodat dan twee websites worden aangeboden om iedereen te helpen zijn sport in optimale omstandigheden uit te oefenen.
De bus 'medisch verantwoord sporten', tevens een mobiel en gestandaardiseerd onderzoekslokaal voor dopingcontrole, heeft tot doel de zichtbaarheid van het controlebeleid van de Vlaamse Gemeenschap te verhogen. Het is dan ook een knalgele bus. De bus werd officieel voorgesteld op 29 oktober 2002. Als test werd een fictieve controle uitgevoerd in Aalst op 4 november 2002. Gezien de belangstelling voor deze bus ben ik graag bereid de bevoegde administratie te vragen ook eens langs hier te passeren, zodat u zich kunt vergewissen van het functioneren ervan. Misschien kunt u ook eens een - fictief of reëel - plasje afleveren voor analyse.
Naar aanleiding van de test in november werd, overeenkomstig het onderhoudscontract, door mijn administratie aan de leverancier gevraagd bijkomende kleine logistieke aanpassingswerken uit te voeren. Met het oog op de inzet op het terrein ging mijn administratie over tot de aanwerving van een bestuurder, die in dienst zou treden op 20 januari 2003.We willen de bus vanaf eind januari inzetten met een frequentie van tweemaal per week.
De bus 'medisch verantwoord sporten' zal haar nut ook nog op andere terreinen kunnen bewijzen. Ze zal door de Vlaamse overheid, naast de mobiele informatiestand, worden ingezet ter ondersteuning van preventie- en informatiecampagnes.
De voorzitter : De heer De Roo heeft het woord.
De heer Johan De Roo : Mijnheer de minister, ik heb ook nog wat aanvullende vragen. Ik heb me gebaseerd op enkele persartikelen. De heer Rogge zei dat er een doorbraak is geforceerd in de strijd tegen het dopinggebruik. Kunt u dat onderschrijven? Is het zo dat er ook in Vlaanderen een doorbraak is geforceerd tegen het dopinggebruik, of is dat alleen maar een vaststelling op internationaal vlak?
Zult u nog nieuwe initiatieven nemen? Wordt er nog verder geprobeerd zo veel mogelijk disciplines aan de controles te onderwerpen?
Minister Guy Vanhengel : Het initiatief met de bus en de ongeveer 2.000 controles die we nu per jaar doen, betekenen voor het Vlaams niveau een belangrijke inspanning in de bestrijding van het dopinggebruik. Dat een doorbraak noemen, is misschien een wat zwaar op de hand liggende uitspraak. In elk geval heeft de Vlaamse Gemeenschap met de toepassing van het decreet haar plaats in de dopingbestrijding verworven.Wat we doen, wordt erg gewaardeerd in de verschillende sporttakken, en niet alleen door mensen als de heer Rogge.
Ik heb er met hem over van gedachten gewisseld, toen ik hem ging bezoeken in Lausanne. Onze voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité is ten zeerste met de materie begaan, en heeft er een punt van eer van gemaakt overal ter wereld de boodschap door te geven dat er effectief aan dopingbestrijding moet worden gedaan. Hij waardeert dan ook sterk wat de Vlaamse Gemeenschap in toepassing van het nu tien jaar oude decreet doet.We spelen onze rol, en we doen dat correct en in openheid. De dopingbus is een bijkomend element om nog meer zichtbaar te maken wat we doen.We schrijven ons dus ten volle in in de ook op internationaal vlak gestelde vraag van dopingbestrijding een prioriteit te maken, niet alleen in de sporttakken, maar ook bij de bevoegde overheden.
De voorzitter : Het incident is gesloten.