Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid Vergadering van 28/11/2002
Vraag om uitleg van mevrouw Margriet Hermans tot mevrouw Marleen Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de rol van de school in het waarschuwen van kinderen tegen kinderlokkers die opereren via internet
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Hermans tot mevrouw Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de rol van de school in het waarschuwen van kinderen tegen kinderlokkers die opereren via internet.
Mevrouw Hermans heeft het woord.
Mevrouw Margriet Hermans : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, onze kinderen, hoe klein ze ook zijn, zitten dagelijks te surfen naar allerlei websites. Ik zie dat ook bij mijn dochtertje, die in al haar naïviteit daar soms fotootjes op zet of haar adres zomaar vrijgeeft. Ik heb haar daar ondertussen voor gewaarschuwd. Iedereen weet dat deze 'smoelenboeksites' ook bezocht worden door mensen voor wie die sites eigenlijk niet bestemd zijn. Het gaat dan om volwassenen die dergelijke sites met andere -vaak seksuele -intenties bezoeken.
We hebben daar dan ook de resultaten van gezien. In Engeland is er het geval van de vermoorde meisjes Holly Wells en Jessica Chapman. Uit een Amerikaans onderzoek blijkt dat de problematiek prangend is. Ook in Europa en in Vlaanderen is het probleem zeker aan de orde. Dat is onder andere bewezen door het programma Telefacts. Daar konden we in een reportage duidelijk zien dat binnen de tien minuten een meisje dat zich uitgaf als een dertienjarige contact had met een man die daar al meteen een afspraakje mee wilde maken. Met andere woorden, het gevaar waaraan onze kinderen blootgesteld worden, is zeker niet denkbeeldig. De anonimiteit van het medium internet heeft dus duidelijk een gevaarlijke keerzijde.
In onze buurlanden, en ook in Nederland, is men al begonnen met een reeks acties via de scholen. De leerlingen krijgen via de scholen cursussen aangeboden waarop ze op een speelse manier leren zichzelf en hun familie te beschermen. Hun wordt geleerd om niet zomaar allerlei zaken vrij te geven, zoals adressen, telefoonnummers, enzovoort. De ouders worden daarbij aangemoedigd om hun kinderen op een of andere manier te waarschuwen voor de mogelijke gevaren.
Child Focus startte bij het begin van het schooljaar opnieuw met een 'Surf Safe'-campagne. Jongeren worden via Teletekst gewezen op het gevaar van chatten met onbekenden. Volgens de heer Debulpaep van Child Focus is een waterdichte controle in chatrooms echter uitgesloten. Dat weten we allemaal. Misbruik kan alleen maar voorkomen worden als iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt.
Als reactie op de recente schandalen hebben onderwijsspecialisten uit Nederland, Groot-Brittannië, Spanje en IJsland een internetpagina samengesteld met tips hoe men kinderen veilig op het net kan laten surfen. In de Nederlandse Kamer gaan trouwens ook stemmen op om 'het doen van seksueel getinte uitnodigingen aan kinderen' strafbaar te stellen.
Vlaanderen kan en mag niet achter de feiten aanlopen. Het beleid moet zich dringend meer richten op de bewustmaking van kinderen, om erger te voorkomen en internetaanranders geen kans te geven. Kinderen en jongeren moeten echt leren wat privacy is en hoe ze zichzelf tegen de schending ervan kunnen beschermen. Uiteraard zijn de scholen ideaal geplaatst om deze sensibilisering snel, grondig en effectief te organiseren en uit te voeren.
Mevrouw de minister, ik heb in de beleidsbrief gelezen dat u mijn bekommernis over deze problematiek deelt. U bent van plan acties te ondernemen. Wat zult u precies ondernemen? Bent u van plan om deze problematiek aan te kaarten bij de federale en de Vlaamse regering? Bent u van plan om in het onderwijs preventieve maatregelen te nemen in de strijd tegen nieuwe gevallen van kindermisbruik? Ik denk dan aan een lessenpakket naar Nederlands voorbeeld en een oproep aan alle scholen om hun leerlingen te informeren en te sensibiliseren.
De voorzitter : De heer Huybrechts heeft het woord.
De heer Pieter Huybrechts : Het probleem dat mevrouw Hermans aankaart, is wellicht ernstiger dan we zelf beseffen. Deze ochtend nog las ik een artikel waarin wordt gesteld dat er technologische snufjes bestaan die toestaan om filters te omzeilen.
Ik ben geen expert. Toch wil ik mijn bezorgdheid uiten : jongeren moeten we beschermen en jongeren moeten zichzelf kunnen beschermen. Ik hoop dat de overheid initiatieven neemt om daarvoor te zorgen.
De voorzitter : Minister Vanderpoorten heeft het woord.
Minister Marleen Vanderpoorten : Mijnheer de voorzitter, geachte collega's, ik deel volkomen uw bezorgdheid omtrent de reële en potentiële gevaren van surf-, chat- en e-mailgebruik. Ook in België zijn jammer genoeg gevallen bekend van pedofielen die via chatboxen met minderjarigen contacten legden.
Ik zie de problematiek van veilig ICT-gebruik overigens ruimer. Naast potentieel schadelijke contacten via anonieme ICT zoals chat of e-mail is er de problematiek van de schadelijke inhoud, zoals porno en haat-mail ; de netiquette ; mogelijke lichamelijke gevolgen van veelvuldig ICT-gebruik ; het illegaal gebruik en kopiëren van software en het schenden van intellectuele eigendomsrechten, enzovoorts.
In samenspraak met het federale ministerie van justitie, Child Focus, de computer crime unit van de federale politie en diverse media wordt momenteel een sensibiliserings- en preventiecampagne voorbereid. De campagne richt zich op vier doelgroepen : ouders. kinderen, jongeren en leerkrachten. Daartoe geeft het departement Onderwijs een veiligheidsgids uit over ICT-gebruik en financiert het een affichecampagne voor de scholen. Verder wordt een webstek uitgebouwd waar de verschillende doelgroepen op terechtkunnen. Daarnaast zal de boodschap ook via andere populaire media, in advertenties, TV-spots en boemerangkaarten worden verspreid.
De problematiek van veilig ICT-gebruik is erg complex. Er zijn de potentiële gevaren zoals u die hebt beschreven, maar de pc en het internet bieden ook veel didactische mogelijkheden. Efficiënt en veilig met ICT omgaan zijn trouwens basisvaardigheden die de leerlingen in het onderwijs moeten worden bijgebracht.
De scholen zijn zelf vragende partij voor meer informatie en sensibilisering omtrent veilig ICT-gebruik. Daarom heb ik beslist om acties uit te voeren : er komt een affichecampagne rond veilig surfgedrag, in samenwerking met Childfocus, en ook een veiligheidsgids voor directies, leerkrachten en ICT-coördinatoren. Deze gids past in het ICT-beleid in het onderwijs en heeft tot doel te informeren en te sensibiliseren over alle mogelijke aspecten van veilig ICT-gebruik.
Deze gids bestaat uit vijf delen. Een eerste deel gaat over de schadelijke inhoud, zoals bijvoorbeeld porno. In dit deel leren scholen hoe ze daar in een klassikale context mee om kunnen gaan, welke filtermechanismen er bestaan maar ook hoe ze dit bespreekbaar kunnen maken binnen de eindtermen. Een tweede deel behandelt het veilig, stijlvol en efficiënt communiceren over onder meer de gevaren van chat- en cyberpesten, de problematiek van huiswerksites en de netiquette. In een derde deel wordt uiteengezet waaruit de basisbeveiliging van schoolnetwerken moet bestaan om bestand te zijn tegen virussen, elektronische inbraak, inbreuken op de privacy, enzovoorts.
Een vierde deel heeft betrekking op publiceren op het internet, en gaat dus over auteursrechten, intellectuele eigendomsrechten, respect voor de privacy, enzovoorts. Een laatste deel behandelt de fysieke nadelen van ICT-gebruik.
Een laatste actie is een campagne via populaire media. De campagne wordt gelanceerd in december 2002. Een lessenpakket voor de leraren zou interessant zijn, maar de ontwikkeling ervan is momenteel niet aan de orde. Ik wil dat wel met mijn diensten bespreken, want het is een goed idee.
De voorzitter : Mevrouw Hermans heeft het woord.
Mevrouw Margriet Hermans : Mevrouw de minister, ik bedank u voor uw antwoord waaruit blijkt dat er al heel wat is gebeurd. Ik ben blij met de campagne die op komst is. Ik ga er trouwens van uit dat alle partijen er gelukkig mee zullen zijn. Voor de lespakketten kunnen we ons misschien inspireren op de speelse pakketten die in Nederland al bestaan. We moeten immers niet opnieuw het warm water uitvinden.
De voorzitter : Het incident is gesloten.