Commissie voor Economie, Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme Vergadering van 07/11/2002
Vraag om uitleg van de heer Peter Gysbrechts tot de heer Renaat Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, over de stand van zaken in het dossier over het statuut van de vertegenwoordigers van Toerisme Vlaanderen en de verdeling van de middelen voor de buitenlandse afvaardigingen
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Gysbrechts tot de heer Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, over de stand van zaken in het dossier over het statuut van de vertegenwoordigers van Toerisme Vlaanderen en de verdeling van de middelen voor de buitenlandse afvaardigingen.
De heer Gysbrechts heeft het woord.
De heer Peter Gysbrechts : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dames en heren, naar aanleiding van een bezoek van de commissie Buitenlandse Aangelegenheden aan Catalonië, stelden de heer Hostekint en ikzelf op 4 juli 2002 een vraag om uitleg over het statuut van onze vertegenwoordigers van Toerisme Vlaanderen in het buitenland. Mijnheer de minister, u wist ons toen te vertellen dat er door Toerisme Vlaanderen werd gewerkt aan een besluit dat uitsluitend op de instelling van toepassing zal zijn. Daarin zal onder meer de rechtspositie van het personeel van de kantoren in het buitenland worden geregeld. Zijn hiervan al enige resultaten gekend?
Is hierover, zoals u op de bewuste commissiezitting aankondigde, al een hoorzitting gepland aangaande de problematiek van de buitenlandkantoren en de promotiestrategie van Toerisme Vlaanderen. Deze hoorzitting zou best plaatsvinden vóór de bijeenkomst van alle directeurs van de buitenlandkantoren. Gelet op het feit dat deze de eerste week van december staat geagendeerd, lijken enige spoed en concrete acties op hun plaats. Bent u bereid hieraan alsnog gevolg te geven?
De voorzitter : Dit onderwerp is inderdaad al aan bod gekomen in de commissie. Het is dan ook goed om op de hoogte te blijven van de meest recente stand van zaken.
Minister Landuyt heeft het woord.
Minister Renaat Landuyt : Mijnheer de voorzitter, ik sluit me aan bij uw inleidende opmerking. Ik deel de commissie mee dat de procedure inzake aanwerving van een nieuwe administrateur-generaal voor Toerisme Vlaanderen volop aan de gang is. Er waren een twintigtal kandidaten waaruit zal worden geselecteerd. Jobpunt Vlaanderen en Hanssens zijn ermee bezig om op objectieve manier een goed manager te selecteren. Dat zou gevolgen moeten hebben op het intern beleid. Het is altijd goed om met een frisse aanpak voor de dag te komen. Mijn verwachtingen zijn dan ook hoog gespannen.
Wat betreft de rechtspositie van het contractueel personeel in het buitenland, wordt grosso modo dezelfde regeling uitgewerkt als voor het gelijkaardig personeel van Export Vlaanderen. Daarover wordt overleg gepleegd met Export Vlaanderen en het Rekenhof, teneinde op dezelfde golflengte te zitten. Hetzelfde gebeurt met de vertegenwoordigers van de syndicale organisaties met wie een werkgroep is opgestart, met als doel alle stappen en problemen in consensus te bespreken. Het model van Export Vlaanderen zal quasi volledig bruikbaar zijn voor het personeel van Toerisme Vlaanderen.
Een datum bepalen en afspraken maken voor een hoorzitting over de buitenlandkantoren behoort tot de regeling van de werkzaamheden van de commissie. Uit het verslag van de bespreking van uw vraag op 4 juli 2002 blijkt dat de voorzitter en de secretaris van deze commissie daartoe de nodige afspraken zouden maken. Voor zover ik ben geïnformeerd, werd Toerisme Vlaanderen nog niet gecontacteerd.
De voorzitter : Als ik het me goed herinner, is afgesproken om de hoorzitting te koppelen aan de beroemde vergadering van afgevaardigden in Brussel. Ik weet echter niet wanneer die vergadering gepland is.
Minister Renaat Landuyt : Volgens de vraagsteller -die over goede contacten blijkt te beschikken -zou deze vergadering in de eerste week van december plaatsvinden.
De voorzitter : Ik heb hier inderdaad het document liggen waarin staat dat de hoorzitting met de vertegenwoordigers van Toerisme Vlaanderen in Parijs, Keulen en Barcelona over hun taak, over de noodzaak om het netwerk van vertegenwoordigers in het buitenland al dan niet in stand te houden en over hun statuut, om praktische redenen gekoppeld zou worden aan de ontmoeting met de vertegenwoordigers. De commissie heeft zich dus steeds gehouden aan de gemaakte afspraak.
De heer Peter Gysbrechts : Er werd toen vooral gesteld dat we deze hoorzitting het best zouden houden vooraleer die vergadering plaatsvindt zodat aan die vergadering de nodige input kan worden gegeven.
We moeten die hoorzitting in ieder geval aan die vergadering koppelen, want ik kan aannemen dat zij voor die week reeds hun agenda hebben. We mogen er zeker niet aan beginnen als die vergadering achter de rug is.
De voorzitter : Wij hadden die hoorzitting en die vergadering in ieder geval op dezelfde dag gepland. We moeten bovendien rekening houden met de begroting waarover we -naar ik hoop -op 28 november kunnen stemmen. Begin december zouden we dan vrij zijn.
De heer Peter Gysbrechts : Dat zou goed uitkomen. Die contacten hoeven trouwens niet verregaand te zijn. Eén telefoontje naar Toerisme Vlaanderen kan volstaan om te weten wanneer die directeurs naar Brussel afzakken.
De voorzitter : Mijnheer de minister, zult u daarop aanwezig zijn?
Minister Renaat Landuyt : Al was het maar uit respect voor deze commissie wil ik daarop aanwezig zijn. Mocht er een probleem zijn met mijn agenda, dan kan ik uiteraard een vertegenwoordiger sturen. U mag ook niet uit het oog verliezen dat die mensen vanuit 11 verschillende plaatsen moeten komen.
De voorzitter : Ik stel voor dat de secretaris contact opneemt en dat we, indien mogelijk, de hoorzitting in de voormiddag houden. Zij kunnen dan in de namiddag hun vergadering houden.
Mijnheer Gysbrechts, wenst u nog op het antwoord te repliceren?
De heer Peter Gysbrechts : Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
In het eerste deel van uw antwoord met betrekking tot de toekomstige rechtspositie van onze vertegenwoordigers, hebt u gezegd dat hun rechtspositie in de richting gaat van die van Export Vlaanderen. Dit antwoord komt tegemoet aan de initiële vraag van de sector zelf en van de heer Hostekint en mezelf. We zijn dan ook bijzonder tevreden vermits we van oordeel zijn dat die mensen recht hebben op dezelfde positie.
Over de hoorzitting is ondertussen voldoende gezegd.
De voorzitter : Het incident is gesloten.