Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 12/11/2002
Vraag om uitleg van de heer Bart De Smet tot de heer Steve Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de verlenging van tramlijn 12 naar Hemiksem
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer De Smet tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de verlenging van tramlijn 12 naar Hemiksem.
De heer De Smet heeft het woord.
De heer Bart De Smet : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, ik heb een vraag over de verlenging van tramlijn 12 naar Hemiksem. In een eerste fase zou tramlijn 12 worden doorgetrokken tot aan de grens van Hoboken met Hemiksem. Dat zou in 2004 gebeuren. Dit is slechts een voorlopig eindpunt. In een volgende fase, die loopt tot 2007, wil De Lijn tram 12 tot in het centrum van Hemiksem laten rijden. Op nog langere termijn wordt zelfs gedacht aan een opsplitsing en de doortrekking tot in Schelle, Aartselaar en Niel.
Op zich is dat een gunstige zaak, want dat zal de bereikbaarheid van een aantal gemeenten verbeteren. De geruchten over mogelijke tracés veroorzaken echter ongerustheid bij de inwoners. Om misverstanden te vermijden, is het aangewezen dat de bevoegde minister duidelijkheid creëert. Het meest waarschijnlijke tracé loopt door de Moerelei, de Tulpenlaan, de Asterlaan, de Hoofdboslaan en de Monnikenhoflaan, in het centrum van Hemiksem. De spoorweg Antwerpen-Boom-Puurs vormde een hindernis. Gelijkgronds kunnen een spoorweg en een tramspoor elkaar immers niet kruisen, maar zo´ kruising kan meer dan waarschijnlijk worden vermeden dankzij dit tracé.
De bevolking verlangt meer informatie en betrokkenheid. Het voordeel van een snelle tramverbinding met een hoge frequentie, om de zeven tot acht minuten, staat buiten kijf. Maar tegenover de voordelen moeten ook de nadelen worden afgewogen. De nadelen moeten in de mate van het mogelijke worden beperkt.
In een eerste fase wordt de grens Hoboken-Hemiksem als terminus voorgesteld. Die moet er in 2004 komen. Vermits het echter slechts om een eerste fase gaat en de lijn later zou worden doorgetrokken, kunnen we ons afvragen of de aanleg van een tijdelijke keerlus wel opweegt tegen de aantasting van de omgeving en de hinder voor de omwonenden. Aan de terminus komt een keerlus, een tractiegebouw, een dienstgebouw, een overstapperron en een P+R-zone. Drie jaar later zou de tramlijn worden doorgetrokken. De keerlus komt er in een weide die op het gewestplan staat ingekleurd als groengebied. Op die manier zou een stuk uit de groene long tussen Groot-Antwerpen en Hemiksem worden weggeknipt. We kunnen ons afvragen of dat wel zin heeft.
Bovendien zou de keerlus er komen op nauwelijks anderhalve kilometer van de huidige terminus, die wordt ontsloten door busverbinding 290. Bovendien blijkt dat de omwonenden tot op heden niet betrokken werden bij de besluitvorming. Is het niet de regel dat voor dergelijke beslissingen de inspraak wordt georganiseerd?
Ten tweede : in de regio werd vroeger reeds geopperd om de bestaande spoorlijn Antwerpen-Boom Puurs te gebruiken als sneltramspoor. Men heeft het dan over de Light Rail-aanpak. Werd dit denkspoor ernstig onderzocht? Wat zijn de voor- en de nadelen? In elk geval zou er nauwelijks extra ruimte moeten worden aangesneden voor een snelle verbinding van Antwerpen met Hemiksem, Niel, Schelle en Boom.
Ten derde : in hoeverre zijn de middellange- en langetermijnplannen voor tramlijn 12 reeds geconcretiseerd? Werden of worden hiervoor tracéstudies uitgevoerd? Over welke tracés gaat het? In hoeverre worden de lokale besturen en de bevolking hierbij betrokken?
De voorzitter : Minister Stevaert heeft het woord.
Minister Steve Stevaert : Mevrouw de voorzitter, collega's, de verlenging van tramlijn 12 naar Hemiksem past in het Masterplan Mobiliteit Antwerpen, waarin is voorzien in de verlening van de tramlijnen tot in de eerste gordel rond Antwerpen.
In volgende projecten is voorzien : Zwijndrecht, in Melsele, in dienst vanaf 16 februari 2002 ; Keizershoek, in Merksem, in dienst vanaf 1 september 2002 ; voor Boechout zijn tracéstudies in uitvoering, en ook voor Edegem/Mortsel zijn tracéstudies in uitvoering. Voor de grens Hoboken/Hemiksem is voor 2004 in een project voorzien. Voor Wommelgem, Wijnegem en ook Ekeren moeten de studies nog beginnen. De verlenging naar Zwijndrecht leidt tot een reizigersstijging van 25 percent, terwijl de bezetting van de parallelle buslijnen dezelfde bleef. Hetzelfde geldt voor de verlenging naar de Keizershoek.
In een tweede fase -vanaf 2010 -wordt in een uitbreiding naar de tweede gordel voorzien. Dan komen Brasschaat, Beveren, Stabroek en Hemiksem aan de beurt. De verlenging over een relatief korte afstand is nuttig. Dat leidt immers tot een stijging van het aantal reizigers, zoals blijkt uit de gevolgen van de verlenging naar Keizershoek. Verder moeten we opmerken dat er een groot potentieel aan reizigers bestaat in Hoboken aan weerszijde van de Sint-Bernardsesteenweg en in de wijken in het noorden van Hemiksem. De verlenging wordt geïntegreerd in de heraanleg van de gewestweg Sint-Bernardsesteenweg tussen de Kolonel Silvertopstraat en de grens met Hemiksem. Het is opportuun om bij de geplande heraanleg van de weg in een tram/busbedding te voorzien.
De voorlopige keerlus zal nog jaren in dienst blijven. Ze zal worden aangelegd met zo weinig mogelijk hinder voor de omgeving, en er zal rekening worden gehouden met de opmerkingen van de omwonenden. Een bovengrondse kruising van tram en trein is zeer moeilijk. Daarom is het tracé links van de spoorweg, tot in de eerste gordel, naar het centrum van Hemiksem, aangewezen. Een bijkomend voordeel ervan is dat op die manier het oostelijk deel van Hemiksem dat nu geen openbaar vervoer heeft, kan worden bediend.
De plannen werden aan de inwoners van Hoboken/ Kiel op informatiewanden bekendgemaakt. Het gemeentebestuur werd geïnformeerd bij de gemeentelijke begeleidingscommissies en bij de openbaarvervoercommissies in september 2002 betreffende de projecten basismobiliteit in de Rupelstreek en in het zuiden van Antwerpen. De bewoners, ook die van Noord-Hemiksem, konden de plannen bekijken, info opvragen en hun opmerkingen overmaken op een tentoonstelling in Telepolis van 24 tot en met 27 oktober.
De optie om de bestaande spoorlijn als sneltramspoor te gebruiken, is bestudeerd maar niet opportuun bevonden, gezien het veelvuldig gebruik als goederenspoor. Volgens de NMBS zal bij het einde van de werken aan de noord-zuidverbinding Antwerpen het station Schelle heropend worden en zal er een 30-minutenfrequentie in plaats van een 60- minutenfrequentie ingesteld worden.
De planning voor de verlenging van tramlijn 12 is als volgt. In de eerste gordel, tot aan de grens van Hoboken/Hemiksem, is de planning 2004-2005. In de tweede gordel, tot aan Hemiksem-centrum, is de planning vanaf 2009-2010, afhankelijk van de vordering van het masterplan. Wat betreft Schelle en Niel zijn er nog geen concrete plannen.
De voorzitter : De heer De Smet heeft het woord.
De heer Bart De Smet : Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord, want het brengt toch wel enige duidelijkheid wat betreft de verlenging, gelet op de herprofilering van de gewestweg.
Toch blijf ik nog enkele bedenkingen hebben, onder meer over het gebruik van de bestaande spoorlijn. U bent ook op de hoogte van de plannen om naast die spoorweg een fietsverbinding aan te leggen. Ik ben niet voldoende technisch geschoold om daar de gevolgen van te zien met betrekking tot het eventuele invoeren van het Light Railsysteem. Als dat ooit wordt overwogen, zijn er een aantal dossiers die elkaar kunnen kruisen.
Ik heb ook begrepen dat de diensten van De Lijn in de toekomst de bevolking en de lokale besturen meer en beter zullen betrekken bij de uitvoering van dergelijke projecten. Mijns inziens is dat ook noodzakelijk omwille van het positieve karakter van dergelijke verlengingen in het kader van de mobiliteit. Het was dus zeker niet mijn bedoeling om dat in twijfel te trekken, wel integendeel.
Natuurlijk is vaak wel het volgende het geval. Iedereen is voor zo'n project gewonnen, tenzij het iets te dicht in de buurt komt, en dan durft men wel al eens van mening te veranderen. Dergelijke projecten kunnen pas echt gedragen worden door de mensen die er wonen als ze voldoende geïnformeerd worden over de impact ervan op hun leefomgeving.
De voorzitter : Het incident is gesloten.