Commissie voor Economie, Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme Vergadering van 07/11/2002
Vraag om uitleg van de heer Roland Van Goethem tot de heer Renaat Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, over publiciteit voor een boek van Lucas Catherine in een VDAB-publicatie
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Van Goethem tot de heer Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, over publiciteit voor een boek van Lucas Catherine in een VDAB-publicatie.
De heer Van Goethem heeft het woord.
De heer Roland Van Goethem : Mijnheer de voorzitter, in het e-magazine van de VDAB zijn regelmatig uitschuivers te vinden. Onlangs heb ik er weer eentje gevonden.
Op de webstek van de VDAB wordt namelijk reclame gemaakt voor het boek 'Vuile Arabieren' van de heer Catherine. Ik heb het boek gelezen. Het bevat enkele historische flaters. Ik veronderstel dat niemand onfeilbaar is. Ik heb het echter zeer moeilijk met de racistische achtergrond van dit boek. De schrijver heeft het steeds over de superioriteit van de Arabieren. Blijkbaar vindt hij alle Europeanen dom en onwetend en alle Israëli's perfide. Ik vind niet dat de VDAB dergelijke boeken moet promoten. Bovendien biedt het boek mijns inziens geen culturele of sociale meerwaarde.
Ik zou begrip kunnen opbrengen voor het promoten van boeken met titels als 'Hoe succesvol solliciteren?' of '100 voorbeelden van goede sollicitatiebrieven' op de webstek van de VDAB. Tenslotte is het min of meer de rol van de VDAB om dergelijke lectuur aan te bevelen. Dergelijke promotie zou nog enigszins nuttig zijn voor de werkzoekenden die de webstek van de VDAB bezoeken.
Aangezien het me niet duidelijk is waarom dit boek op de webstek van de VDAB terecht is gekomen, wil ik de minister een aantal concrete vragen stellen.
Betreft het hier een betaalde advertentie? Het zou me verbazen indien de heer Catherine de VDAB zou hebben betaald om reclame voor zijn boek te maken. Wat heeft deze advertentie eigenlijk met de tewerkstellingsproblematiek te maken? Op basis van welke criteria selecteert de VDAB de boeken waarvoor op de webstek reclame wordt gemaakt? Ik kan me niet voorstellen dat hierbij geen criteria worden gehanteerd. In dat geval zou de VDAB even goed reclame voor het nieuwste album van 'Suske en Wiske' kunnen maken.
Mijnheer de minister, ik weet niet of u het boek van de heer Catherine al hebt gelezen.
Minister Renaat Landuyt : Ik ben van plan om het te lezen.
De heer Roland Van Goethem : Ik betwijfel ten zeerste of het lezen van dit boek de toegang tot de arbeidsmarkt op een of andere manier vergemakkelijkt. (Opmerkingen van minister Renaat Landuyt)
Mijnheer de minister, zodra u het boek hebt gelezen, zullen we er eens over praten.
Staan bepaalde vacatures enkel open voor mensen die dit boek kennen? Staat u achter de beslissing van de VDAB om gratis reclame te maken voor een boek met een welbepaalde ideologische inslag? Ik heb in het begin van mijn uiteenzetting al naar de racistische inslag van het boek verwezen.
Staat de VDAB open voor alle schrijvers, ongeacht hun ideologische ingesteldheid? Indien de VDAB ervoor kiest via de eigen webstek boeken te promoten, lijkt het me logisch dat iedereen aan bod kan komen. Indien dit niet het geval is, zou ik graag weten wie binnen de VDAB bepaalt welke schrijvers en welke boeken aan bod mogen komen.
Ik vrees dat ik op mijn laatste vraag geen antwoord zal krijgen. Hoeveel werklozen hebben dankzij het lezen van dit boek reeds een job gevonden?
De voorzitter : Minister Landuyt heeft het woord.
Minister Renaat Landuyt : Mijnheer de voorzitter, deze vraag om uitleg heeft mijn persoonlijke interesse opgewekt. Blijkbaar maken bepaalde mensen zich zorgen om een boek. De ogenblikken waarop boeken voor onrust zorgen, zijn vaak keerpunten in de geschiedenis. Op die manier leert de geschiedenis ons hoe belangrijk woorden in het leven van de mensen zijn.
Aangezien mijn persoonlijke interesse was gewekt, heb ik daarnet nog even de betrokken pagina van de webstek van de VDAB opgevraagd. Ik vroeg me namelijk af welk boek een Vlaams volksvertegenwoordiger bang kan maken.
Ik zal systematisch op de vragen antwoorden. De eerste vraag was of het om een betaalde advertentie gaat. Ik kan daar duidelijk negatief op antwoorden. Eigenlijk gaat het over een artikel in het e-magazine op de VDAB-website. Dit kadert binnen de werking van de VDAB, een Vlaamse openbare instelling. Zoals u weet, mag de minister niet zomaar alle details opvolgen.
Een andere vraag was wat dit met tewerkstelling te maken heeft. Dit wordt beantwoord in het artikel zelf. De titel van het artikel in het magazine luidt : 'De Vlaamse Leeuw is Arabisch.' Dat verklaart al een beetje de interesse van de interpellant. In de inleiding staat : 'Dat Europeanen denigrerend neerkijken op Arabieren en moslims, is een tamelijk recent fenomeen. Voordien werden ze door ons bewonderd en nageaapt. Dat schrijft Lucas Catherine in 'Vuile Arabieren, bedlectuur voor Vlaams Blokkers'. Een leuk boek voor wie wil meepraten over migranten'. Het meest ongelukkige van het boek vind ik de titel omdat het onnodig is reclame te maken voor anderen. Maar dit tussen haakjes. De titel is waarschijnlijk door de uitgever bedacht opdat het beter zou verkopen.
Er wordt momenteel veel gepraat over de aanwerving van allochtonen. Er is het debat of ze nu al dan niet willen werken, of de werkgevers ze al dan niet willen, enzovoort. Dat eindigt vaak in de discussie of we Arabieren begrijpen, of we er bang voor zijn, of we ze wel willen en of we erop neerkijken. De website van de VDAB is bedoeld voor iedereen : zowel werknemers als werkgevers. De problematiek in het artikel sluit nauw aan bij de huidige tewerkstellingsproblematiek, los van de opinie die in het boek staat.
De stelling in het artikel is dat we neerkijken op moslims en Arabieren omdat ze in onze maatschappij het laagste werk doen. Er is echter een tijd geweest dat het westen vol bewondering opkeek naar de culturele voorsprong van de Arabieren. Er worden verschillende voorbeelden gegeven. Op het vlak van lichaamsverzorging hebben we stappen vooruit gezet door de Arabische dokters te imiteren. Andere voorbeelden zijn de mode, instrumenten, cijfers, het papier, algebra, landkaarten, universiteiten, het kompas, de pyjama, de douane, het fluweel, cosmetica, het schaakspel, windmolens en zelfs -en nu komt het -de Vlaamse Leeuw. Het symbool van de leeuw komt van de Arabische cultuur. De stelling van het boek is dat onze houding tegenover de Arabische cultuur een historisch gegeven is. Er is een tijd geweest dat we van hen leerden. Nu leven we in een sfeer dat we meerderwaardig zijn. Dat is echter een relatief historisch gegeven.
Ik raad iedereen aan om zich niet te laten misleiden door de titel van het boek en om het te lezen. Het behoort tot de kern van één van de discussies over tewerkstelling, namelijk hoe gaan we om met mensen met een Arabische cultuur die proberen deel te nemen aan onze maatschappij en dus ook werken. Ik vind het trouwens een van de betere artikels in het e-magazine. Ik heb een lijst opgevraagd van andere artikels om te kijken of er altijd een nauw verband is met de tewerkstellingspolitiek. In september 2002 hebben ze het gehad over 'Scheiden is besmettelijk'. CD&V heeft me daarover niet geïnterpelleerd. Heeft dat met tewerkstelling te maken? Het zal waarschijnlijk wel te maken hebben met situaties van mensen die om andere redenen moeten gaan werken. Misschien kan daar de link gevonden worden. Op het eerste gezicht kunnen we ons inderdaad de vraag stellen of de VDAB zich wel moet bezighouden met artikels over scheiden.
Een ander voorbeeld van een thema dat aan bod is gekomen, is 'Murphy was een optimist'. Wie kan mij daarover interpelleren? Misschien Spirit. Nog een ander thema is 'Familie doet het beter'. Misschien gaat het wel over het tv-programma Familie.
De VDAB gaat in haar magazines in ieder geval professioneel te werk door handig gebruik te maken van teasers. Wie had ooit gedacht dat de Vlaamse leeuw een Arabische origine had? Zo'n stelling schreeuwt om aandacht, niet alleen bij de vertegenwoordigers van het volk, maar ook bij de lezers van het magazine.
De vraag is natuurlijk hoe ver dit e-magazine van de VDAB in haar themakeuze kan gaan. Wij hebben bijna vanzelfsprekend geopteerd voor de redactionele vrijheid. Naar aanleiding van deze vraag om uitleg hebben we uiteraard gecontroleerd of de redactie eventueel te ver is gegaan. Welnu, ze is in dit artikel niet te ver gegaan. In het kader van de sensibilisering voor verdraagzaamheid en het beter wederzijds begrip lijkt dit artikel mij zelfs bijzonder interessant. Onbegrip kan immers tot moeilijkheden leiden in het tewerkstellingsbeleid. Mijns inziens heeft de redactie volledig correct gehandeld, en ik ben dan ook niet van plan aan de redactionele vrijheid van de VDAB te raken. Ik durf zelfs meer te zeggen : zij verdient een pluim voor haar stijl van werken. Ik herhaal nogmaals dat de redactie niet verantwoordelijk is voor de titel van een boek met een goede inhoud. Hier kunnen we zeker geen censuur toepassen.
Als antwoord op uw derde vraag : het gaat hier niet om reclame, maar om een artikel. Dergelijke artikels worden door een onafhankelijke redactie binnen de VDAB-structuur samengesteld. U mag de lijst van de artikels gerust overlopen. U zult daarbij een speelse stijl vaststellen die bewust reacties uitlokt. Daarom trouwens wordt voorzien in een discussieforum op het internet. Het thema dat op dat forum tot nu toe het meest besproken werd, is dat van het migrantendebat. Ook dit artikel roept heel wat reacties op, wat aantoont hoe dicht dit thema bij de werkgelegenheid staat.
Wat uw vierde vraag betreft, antwoord ik 'ja', in de mate dat het handelt over het wederzijds begrip onder mensen en culturen. In het werkzoekendenbestand hebben we nog steeds heel wat allochtonen met kwaliteiten en vacatures waarin die kwaliteiten gevraagd worden. Toch worden ze niet altijd aangeworven. Dit heeft vaak te maken met wederzijds onbegrip of wederzijdse schrik. Welnu, dergelijke boeken kunnen tot betere inzichten leiden. In die zin mag het betreffende boek bestempeld worden als productief voor de arbeidsmarkt.
Ik neem aan dat uw vijfde vraag, gesteld in een duidelijke humoristische stijl, ironisch bedoeld is. Uiteraard bestaan er geen vacatures waarbij de lectuur van dit boek verplicht gesteld wordt.
Uw zesde vraag is gestoeld op het bestaande misverstand. Het gaat hier niet om reclame. Ik sta wel ten volle achter dit e-magazine. Ik vind dit een bijzonder moderne en efficiënte manier van handelen. Het toont ook de hoge kwaliteit van het overheidsbedrijf VDAB aan. Dit is duidelijk één van onze modernste bedrijven, niet alleen op het vlak van informatica, maar ook op het vlak van aanpak. Het is bijna niet te geloven dat het de overheid is die op zo'n sympathieke manier op het internet aan het werken is. Die website wordt druk bezocht door bedrijven én door mensen die werk zoeken. Het is dan aangenaam om tussen al de serieuze onderdelen eens op een ontspannende pagina terecht te komen. Die pagina is niet alleen ontspannend, maar ook instructief -ja, hoe verder ik op de vraag inga, hoe enthousiaster ik word.
De zevende vraag is eigenlijk in tegenspraak met de intentie van de vraagsteller. De vraagsteller gaat er immers van uit dat men het best selecteert. Indien ik de teneur van de vraag goed heb begrepen, zou Lucas Catherine er niet in mogen. (Opmerking van de heer Roland Van Goethem)
Werk is een centraal instrument om mensen goed in onze samenleving te integreren. Vanuit tewerkstelling vertrekken er vele lijnen naar andere maatschappelijke vraagstukken. De redactie heeft waarschijnlijk veel moeite om niet te citeren uit bepaalde boeken. Soms ligt dat gemakkelijker. Boeken over de geschiedenis van Congo moet men niet becommentariëren. Die problematiek heeft niet echt met onze arbeidsmarktproblemen te maken.
De achtste vraag peilt naar informatie over de personen van de VDAB die bepalen welke schrijvers aan bod mogen komen. De redactie doet dat. Die mensen werken vanuit de invalshoek van arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding. Mijnheer Van Goethem, ik kan alleen maar steeds opnieuw hetzelfde antwoord geven, want uw vragen zijn eigenlijk allemaal dezelfde.
Op uw negende vraag over hoeveel werklozen dankzij de lectuur van dit boek reeds een job hebben gevonden, kan ik niet antwoorden. Het is echter best mogelijk dat dit al is gebeurd. Stel u eens even voor dat een werkgever geen geschikte kandidaat vindt, hoewel er een Arabier is die de job zou aankunnen. En stel dat die werkgever op dat boek stoot, en leest dat er een tijd is geweest dat we terecht met bewondering naar de Arabieren keken. Misschien komt die werkgever dan tot de conclusie dat het erg dom is om op basis van vooroordelen te veronderstellen dat die mensen niet bekwaam zijn. Die boodschap is de essentie van dat artikel.
Het is een zeer goed artikel, dat een bijdrage levert om de tewerkstellingsproblematiek aan te pakken. Ik dank de vraagsteller dan ook dat hij hierop de aandacht heeft gevestigd.
De voorzitter : De heer Van Goethem heeft het woord.
De heer Roland Van Goethem : Ik dank de minister voor zijn uitgebreid en verhelderend antwoord. Ik wil de minister alvast geruststellen : ik heb geen schrik voor boeken. Ik lees er veel, en dat is me nog nooit gebeurd.
De minister stelt dat de VDAB boeken onder de aandacht mag brengen zonder dat hij daarop enige vorm van censuur uitoefent. Het doet me plezier dat te horen, want dat is terecht. Maar het licht ironische antwoord van de minister -ik druk me nu nog eufemistisch uit -waarin hij zegt dat dit de tewerkstelling positief kan beïnvloeden, is niet juist. Hij weet ook dat dit niet waar is.
In het boek staan juiste zaken, maar het bevat ook historische onwaarheden. Als u dat boek leest, dan zult u dat merken. Het einde van het boek is echter een politiek pamflet, gericht tegen het Vlaams Blok.
Minister Renaat Landuyt : Dat komt in het artikel niet ter sprake.
De heer Roland Van Goethem : Men raadt de webstekbezoeker wel aan om het boek te lezen. Wie het boek doorleest, stoot op die twee pamflettistische hoofdstukjes die tegen het Vlaams Blok zijn gericht. Waarom zou men bijvoorbeeld niet eens 'Het zwartboek van het communisme' bespreken?
Minister Renaat Landuyt : Wat heeft dat met tewerkstelling te maken? Ik ben nu ernstig. Als men publiciteit zou hebben gemaakt voor een boek dat tegen een politieke partij is gericht, dan zou ik van oordeel zijn dat dit niet moet. Hier haalt de redactie echter een aantal inzichten uit het boek. Zo leren we bijvoorbeeld dat de Arabische cultuur ooit boven de onze stond, en dat we vraagtekens moeten plaatsen bij het superioriteitsdenken waaraan we ons soms durven te bezondigen. Dat is de boodschap. Het is goed te benadrukken dat de Vlaamse Leeuw een Arabische oorsprong heeft. Dat is misschien provocatief geformuleerd. De boodschap bevat echter een diepe waarheid : het hanteren van dat soort symbolen komt uit die cultuur.
Enkel de titel van het boek doet vermoeden dat er daarin ook nog andere hoofdstukken staan. Men kan echter moeilijk citeren uit een boek zonder de bron te vermelden. De zaken zijn dus erg correct aangepakt.
De heer Roland Van Goethem : Het artikel zet wel aan tot het lezen van het boek, en daarin staan die hoofdstukken die tegen het Vlaams Blok zijn gericht. Dat is het probleem.
Minister Renaat Landuyt : Dat soort problemen zijn onvermijdelijk als men de redactionele vrijheid aanvaardt. De citaten houden verband met de werking van de VDAB. Er is geen argument om te zeggen dat er grenzen zijn overschreden. Het tegendeel is waar. Ze besluiten zelfs met te zeggen dat de cultuur een smerige naam krijgt door de smerige karweitjes. Vroeger waren het les sales Flamands en nu zijn het de vuile Arabieren. Ze geven zelfs een verklaring voor dat ene deel van de titel. Het andere deel vinden ze overbodig en dus spreken ze daar niet over.
De heer Roland Van Goethem : Het symbool van de Vlaamse Leeuw was ongeveer 50 jaar voor de eerste kruistocht al in zwang.
De voorzitter : Het incident is gesloten.